Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 februari 2005
gepubliceerd op 11 maart 2005

Koninklijk besluit betreffende het eerste reductieprogramma van de gewasbeschermingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik en de biociden

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2005022219
pub.
11/03/2005
prom.
22/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/22/2005022219/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit betreffende het eerste reductieprogramma van de gewasbeschermingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik en de biociden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, inzonderheid op artikel 8bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003, gewijzigd door de programmawet van 22 december 2003;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling, gegeven op 18 oktober 2004;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 10 november 2004;

Gelet op het advies van de Raad van het Verbruik, gegeven op 5 november 2004;

Gelet op het advies van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven, gegeven op 1 december 2004;

Gelet op het advies van het Erkenningscomité voor de bestrijdingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, gegeven op 12 oktober 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 november 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 3 december 2004;

Gelet op advies 37.940/3 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Leefmilieu en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In uitvoering van artikel 8bis, § 1, van de wet van 21 december 1998, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003, betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, wordt in bijlage een reductieprogramma vastgelegd dat om de twee jaar geactualiseerd wordt, ter vermindering van het gebruik en op de markt brengen van de gevaarlijke werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, waaraan mens en leefmilieu kunnen worden blootgesteld.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Leefmilieu, zijn ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, derde kamer, op 16 december 2004 door de Minister van Volksgezondheid verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "betreffende het eerste reductieprogramma van de gewasbeschermingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik en de biociden", heeft op 11 januari 2005 het volgende advies gegeven : Ontvankelijkheid van de adviesaanvraag 1. Luidens artikel 8bis van de wet van 21 december 1998, betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu en de volksgezondheid, stelt de Koning, na overleg in de Ministerraad, een reductieprogramma vast, ter vermindering van het gebruik en het op de markt brengen van de gevaarlijke werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en biociden, waaraan de mens en het leefmilieu kunnen worden blootgesteld.Dit programma wordt om de twee jaar geactualiseerd. 2. Het vooradvies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe het bedoelde reductieprogramma vast te stellen. Dit programma omvat, benevens een inleidend gedeelte, drie delen, met name een inventaris van de effecten op de volksgezondheid en het milieu (deel I), een overzicht van de doelstellingen van het reductieprogramma en van de indicatoren waarmee ze kunnen worden gemeten (deel II), en een overzicht van maatregelen die de weerslag van gewasbeschermingsmiddelen en biociden op de gezondheid en het milieu zouden moeten verminderen (deel III). In dit laatste deel worden vooreerst de voornaamste federale maatregelen van de voorbije jaren opgesomd (deel III. A), en worden vervolgens voorstellen gedaan van nieuwe maatregelen of van maatregelen tot voortzetting van reeds uitgevoerde of gestarte regelen (deel III. B). 3. Het ontworpen programma blijkt te dezen geen nieuwe rechtsnorm te bevatten(1).Het bevat integendeel enkel beleidsdoelstellingen, een overzicht van al genomen verordenende maatregelen, en voorstellen voor nog te nemen verordenende maatregelen.

Het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit kan dan ook niet worden aangemerkt als een reglementair besluit, in de zin van artikel 3, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, waarover de Raad van State advies moet geven.

De adviesaanvraag is bijgevolg niet ontvankelijk.

De kamer was samengesteld uit : de heren : D. Albrecht, Staatsraad, voorzitter;

P. Lemmens, B. Seutin, Staatsraden;

H. Cousy, J. Velaers, assessoren van de afdeling wetgeving;

W. Geurts, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer R. Vander Elstraeten, eerste auditeur-wnd. afdelingshoofd.

De griffier, W. Geurts De voorzitter.

D. Albrecht. (1) In haar advies 33.638/3 over het ontwerp dat geleid heeft tot de wet van 28 maart 2003, tot wijziging van de voornoemde wet van 21 december 1998, vroeg de afdeling wetgeving zich reeds af "of dat programma al dan niet een normatieve tekst (zou) zijn die voor de burgers bindende voorschriften (zou) bevat(ten)". Hierop werd in de memorie van toelichting geantwoord dat "het vaststellen van dit programma bij in Ministerraad overlegd besluit (...) niet tot doel (heeft) om in dit programma tevens direct bindende voorschriften voor de burgers te kunnen integreren" (Parl. St., Kamer, 2002-03, nr. 2141/1, p. 12).

^