gepubliceerd op 29 december 2010
Koninklijk besluit betreffende de werkingsregels van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse IV
22 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit betreffende de werkingsregels van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse IV
VERSLAG AAN DE KONING Sire, 1. Inleiding Het huidige koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd beoogt uitvoering te geven aan artikel 8, artikel 43/4, § 2, derde lid, en artikel 53, 3., van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers (hierna de Kansspelwet genoemd), zoals gewijzigd door de wet van 10 januari 2010 tot wijziging van de wetgeving inzake kansspelen (Belgisch Staatsblad van 1 februari 2010), waarbij de Koning gemachtigd wordt de werkingsregels van deze automatische kansspelen vast te leggen.
Het gemiddeld uurverlies dat de speler op deze kansspelen kan lijden mag niet meer dan 12,50 euro bedragen (zie artikel 8, lid 4 Kansspelwet).
Het koninklijk besluit heeft eenzelfde inhoud als de koninklijke besluiten van 11 juni 2009 tot wijziging van verscheidene bepalingen betreffende kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse I of II (Belgisch Staatsblad van 29 juni 2009) en van 8 april 2003 betreffende de werking van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse II en betreffende de technische regels aangaande de werking van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse I (Belgisch Staatsblad van 17 april 2003).2. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 schrijft voor dat de automatische toestellen na een stroomonderbreking opnieuw moeten kunnen starten zonder verlies van gegevens.Tevens bepaalt het dat de kansspelen voorgesteld door de automaat in geen geval mogen worden beïnvloed door andere toestellen en systemen.
Artikel 2 geeft aan dat het toestel enkel toegankelijk mag zijn voor meerderjarige spelers. Onder deze leeftijd is overeenkomstig artikel 54, § 1, lid 2, van Kansspelwet de deelneming aan deze kansspelen immers verboden.
Voor de verificatie van de leeftijd dient gebruik te worden gemaakt van de elektronische identiteitskaart. Beschikt de speler niet over een elektronische identiteitskaart dan zal het toestel in werking kunnen gesteld worden door middel van een uitbaterskaart, nadat de uitbater de leeftijd van betrokkene gecontroleerd heeft. Deze controle veronderstelt een actieve tussenkomst van de uitbater. Het zal niet volstaan dat hij de leeftijd inschat op basis van uiterlijke kenmerken. Hij dient zich een document te laten voorleggen waaruit de leeftijd van de potentiële speler blijkt.
Gelet op het advies 48.253 van de Raad van State van 1 juni 2010 met betrekking tot dit artikel, wordt het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ingewonnen.
Daarnaast dient het volgende te worden opgemerkt.
Het artikel dient te worden opgevat dat het toestel in werking wordt gesteld door middel van de elektronische identiteitskaart waarvan de speler houder is.
Een speler activeert zelf het toestel via zijn elektronische identiteitskaart. Een speler zonder elektronische identiteitskaart kan via een uitbaterskaart het toestel activeren.
Een persoon heeft de keuzemogelijkheid om al dan niet te spelen op een speelapparaat waarvan de exploitatie is toegelaten in een kansspelinrichting klasse IV, maar wanneer hij beslist te spelen, moet de controle principieel aan de hand van de elektronische identiteitskaart uitgevoerd worden.
Voor de personen die niet over een elektronische identiteitskaart beschikken, kan worden toegestaan dat de exploitant van de kansspelinrichting klasse IV een uitbaterskaart aflevert wanneer hij kan aannemen dat het een meerderjarige speler betreft.
De controle van de leeftijd gebeurt aan de hand van de elektronische identiteitskaart. Op eenzelfde manier wordt nagegaan of de betrokkene zich in een staat van verlengde minderjarigheid bevindt. Eveneens kan bij de lezing van de elektronische identiteitskaart de nationaliteit worden gecontroleerd als zich een probleem zou voordoen met het personeel statuut van de speler, zoals opgemerkt door de Raad van State.
De gegevens van de elektronische identiteitskaart worden gebruikt om de leeftijd te controleren, in het bijzonder wordt de geboortedatum hiervoor gelezen. De gegevens worden enkel gelezen en mogen op geen enkele manier door de kansspelautomaat worden verwerkt, bewaard of doorgezonden. Er wordt anoniem gespeeld wat betekent dat er geen persoonsgegevens worden verwerkt.
Artikel 3 schrijft voor dat de resultaten van de spelen afhankelijk dienen te zijn van het toeval waarbij handelingen gesteld door de speler geen invloed kunnen hebben.
De gebeurtenissen en de resultaten van het spel dienen te worden voortgebracht door een generator van kanscijfers of door een ander middel gebaseerd op de tussenkomst van het lot. Deze generator mag niet aangesloten zijn op tellers of een systeem van intern toezicht.
Evenmin mag deze verbonden zijn met de interne statistiek die door de automaat wordt gebruikt om het herverdelingsgehalte te berekenen (zie volgend artikel).
Artikel 4 bepaalt dat het toestel een theoretisch herverdelingsgehalte van 84 % moet vertonen. Bijgevolg wordt 84 % van de inzet terug uitgekeerd.
Artikel 5 geeft aan dat een partij begint met een inzet en eindigt met het resultaat (winst of verlies). Slechts dan kan de inzet voor een volgende partij geschieden.
Artikel 6 bepaalt de bedragen van de inzet en de wijze waarop er ingezet kan worden, derwijze dat het gemiddeld uurverlies niet boven het wettelijk toegelaten maximum (zijnde 12,5 euro) uitkomt. Zo wordt onder meer aangegeven dat : 1° de inzetten minstens moeten kunnen gebeuren door middel van muntstukken;2° de minimuminzet tussen 0,10 en 0,25 euro moet liggen;3° het verhogen van de inzet met bedragen tussen de 0,10 en 1,00 euro gebeurt;4° de inzet per partij tot maximaal 10 euro is gelimiteerd;5° de maximale winst per partij niet hoger mag liggen dan 500 euro;6° een partij minstens 3 seconden moet voortduren;7° een winstteller op het scherm de hoegrootheid van de onmiddellijke winst aangeeft. Artikel 7 bepaalt dat de toestellen uitgerust moeten zijn met een intern toezichtsysteem en computerbeveiligingen. Tevens moeten ze beschermd zijn tegen externe invloeden. De uitbater van het wedkantoor mag geen toegang hebben tot de software van het toestel.
In zijn advies vraagt de Raad van State te verduidelijken waarop het toezichtsysteem moet toezien.
Het toezichtsysteem moet het doorzenden van de gegevens verzekeren zoals bedoeld in het koninklijk besluit betreffende de regels van toezicht op en de controle van de kansspelen in de kansspelinrichtingen klasse IV en de plaatsen waar weddenschappen worden aangenomen bedoeld in artikel 43/4, § 5, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid door middel van een passend informaticasysteem, en het op basis van dat besluit opgestelde protocol.
Artikel 8 schrijft voor dat er tellers aanwezig moeten zijn die het totaal bedrag van de inzetten, de totale winst, het aantal partijen en de gecumuleerde speltijd van iedere speler registreren.
Artikel 9 stelt dat de Kansspelcommissie sommige toestellen voorlopig kan goedkeuren. Daarvoor dient ze het advies in te winnen van de dienst bevoegd voor de technische evaluatie van kansspelen. De kansspelcommissie bepaalt de locatie van de toestellen en de tijdsduur van de voorlopige goedkeuring.
Artikel 10 van het besluit regelt de inwerkingtreding.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES
22 DECEMBER 2010. - Koninklijk besluit betreffende de werkingsregels van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse IV ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikel 8, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2010, artikel 43/4, § 2, derde lid, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2010, en artikel 53, 3.;
Gelet op het advies van de Kansspelcommissie, gegeven op 2 december 2009;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 februari 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 28 april 2010;
Gelet op de mededeling aan de Europese Commissie 2010/0289/B van 7 mei 2010, overeenkomstig artikel 8, lid 1, van Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij;
Gelet op advies 48.253/2 van de Raad van State, gegeven op 1 juni 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, van de Minister van Financiën, van de Minister van Volksgezondheid, van de Minister voor Ondernemen, van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Elk toestel dienstig voor kansspelen in kansspelinrichtingen klasse IV, moet opnieuw kunnen starten zonder verlies van gegevens na een stroomonderbreking.
De samenhang en verbinding met andere toestellen en systemen mogen in geen geval invloed uitoefenen op de gebeurtenissen en de resultaten verbonden aan de kansspelen voorgesteld door de automaat.
Art. 2.Het toestel kan enkel in werking worden gesteld wanneer een elektronische identiteitskaart van een meerderjarige speler wordt ingebracht.
Indien de speler niet over een elektronische identiteitskaart beschikt, kan de uitbater het toestel in werking stellen door middel van een uitbaterskaart na verificatie van de leeftijd van de potentiële speler.
Art. 3.§ 1. De gebeurtenissen en de resultaten verbonden aan de spelen moeten afhangen van het toeval. Zij worden voortgebracht door een generator van kanscijfers of door een ander middel gebaseerd op de tussenkomst van het lot.
De handelingen gesteld door de speler mogen het resultaat niet bepalen. § 2. De interne statistiek van de gebeurtenissen verbonden aan de spelen, waarover de automaat beschikt om het herverdelingsgehalte te berekenen, mag in geen geval de generator van de kanscijfers beïnvloeden. De generator mag in geen geval aangesloten zijn op tellers of op een systeem van intern toezicht.
Art. 4.Een automatisch toestel dienend voor de kansspelen moet een theoretisch herverdelingsgehalte vertonen van minstens 84 %.
Art. 5.De partij begint wanneer de speler de inwerkingstelling veroorzaakt door het inbrengen van een inzet en zij eindigt met het resultaat van winst of verlies, vooraleer een inzet wordt vereist voor de inwerkingstelling van een nieuwe partij.
Art. 6.Het model van de automatische kansspelen bestemd voor exploitatie in een inrichting klasse IV moet als volgt worden opgevat : 1° De inzetten moeten minstens kunnen gebeuren met muntstukken;2° Door iedere druk op de knop « stake », of equivalent, mag de inzet enkel stijgen met een bedrag tussen 0,10 euro en 1,00 euro. De minimale mogelijke inzet per spel moet tussen 0,10 euro en 0,25 euro liggen.
De totale inzet per spel moet begrensd worden tot een waarde bepaald tijdens de modelgoedkeuring door gebruik te maken van de volgende formule : Emax = (2 x PH / (1 - TR) x TP / 3600) - Emin Emax = maximale « totale inzet » toegelaten per spel;
PH = maximaal gemiddeld uurverlies bepaald in c) ;
TR = werkelijk herverdelingsgehalte bepaald tijdens de modelgoedkeuring. Indien het herverdelingsgehalte afhangt van de inzet, dan wordt de berekening gedaan voor elke mogelijke inzet;
TP = minimum speltijd;
Emin = minimale mogelijke inzet per spel.
De waarde van Emax afgerond tot de laagst mogelijke munteenheid, is de maximale « totale inzet » toegelaten per spel.
De waarde van de maximum toegelaten inzet per partij wordt gelimiteerd tot 10,00 euro; 3° Het gemiddelde uurverlies mag niet hoger zijn dan het bedrag bedoeld in artikel 8, derde lid, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers;4° De betaling geschiedt zodra de speler het betalingsmechanisme in werking stelt;5° De maximale winst per spel mag niet hoger liggen dan 500,00 euro. De automaat moet de inzetmogelijkheden van de speler begrenzen opdat de mogelijke winst per partij, de maximale toegelaten winst, niet overschreden kan worden; 6° De minimumduur van een partij moet minstens drie seconden bedragen;7° Op het scherm bevindt zich een winstteller die de hoegrootheid van de onmiddellijke winst aangeeft.
Art. 7.Elk toestel dat dient voor kansspelen in een kansspelinrichting klasse IV, moet : 1° uitgerust zijn met een intern toezichtsysteem, dat de communicatie moet verzekeren van de te verzenden bestanden zoals bedoeld in het koninklijk besluit betreffende de regels van toezicht op en de controle van de kansspelen in de kansspelinrichtingen klasse IV en de plaatsen waar weddenschappen worden aangenomen bedoeld in artikel 43/4, § 5, van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, inzonderheid door middel van een passend informaticasysteem;2° beschermd zijn tegen externe invloeden, in het bijzonder tegen elektromagnetische en elektrostatische interferenties en tegen radio-elektrische golven overeenkomstig het koninklijk besluit van 28 februari 2007 betreffende de elektromagnetische comptabiliteit;3° uitgerust zijn met de volgende computerbeveiligingen : a) het toestel moet voorzien zijn van een module « softwarehandtekening »;b) de « settings » die een invloed kunnen hebben op de resultaten van de evaluatie moeten in de software vast geschreven zijn;c) als er geen partij actief is, moeten door een actie op de knop « collect » het serienummer, de softwareversie, de softwarehandtekening van de week en het nummer van de modelgoedkeuring zichtbaar worden gemaakt;d) de uitbater van de kansspelinrichting mag geen toegang hebben tot de software van het toestel.
Art. 8.Een automatisch toestel ten behoeve van kansspelen moet uitgerust zijn met elektronische tellers met minstens acht cijfers. De tellers moeten minstens registreren : 1° het totaal bedrag van de inzetten;2° het bedrag van de totale winst;3° het aantal partijen;4° de gecumuleerde speltijd van ieder spel.
Art. 9.Onverminderd het koninklijk besluit van 22 december 2010 tot vaststelling van de lijst van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse IV, kan de Kansspelcommissie, na het advies te hebben ingewonnen van de dienst bevoegd voor de technische evaluatie van de kansspelen, toelating verlenen tot het plaatsen van testtoestellen.
De aanvraag om een toelating wordt gericht aan de Kansspelcommissie samen met : 1° een verklaring op eer waarin de aanvrager erkent de technische vereisten en bepalingen inzake het gemiddeld uurverlies te eerbiedigen;2° de gegevens betreffende de interne statistiek, zoals bedoeld in artikel 3, § 2;3° een verklaring op eer waarin de aanvrager stelt dat de testtoestellen met toelating overeenstemmen inzake categorie en definitie zoals bepaald is in het koninklijk besluit tot vaststelling van de lijst van de automatische kansspelen waarvan de exploitatie is toegelaten in de kansspelinrichtingen klasse IV. De kansspelcommissie bepaalt het aantal testtoestellen, de locatie ervan en de tijdsduur van de toelating.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2011.
Art. 11.De Minister bevoegd voor Justitie, de Minister bevoegd voor Financiën, de Minister bevoegd voor Volksgezondheid, de Minister bevoegd voor Ondernemen, de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de Minister tot wiens bevoegdheid de Nationale Loterij behoort, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 december 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, S. DE CLERCK De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM De Staatssecretaris toegevoegd aan de Minister van Justitie, C. DEVLIES