Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 2004
gepubliceerd op 30 december 2004

Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2004011545
pub.
30/12/2004
prom.
22/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/22/2004011545/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, inzonderheid op artikel 42;

Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen bindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005 of op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, indien deze bekendmaking later is dan 1 januari 2005.

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

Bijlage Beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten Afdeling 1. - Toepassingsgebied

Artikel 1.In uitvoering van de artikelen 41 en 42 van de wet van 30 juni 1994, die aan de producenten van fonogrammen en aan de uitvoerende kunstenaars recht geeft op een billijke vergoeding voor de openbare mededeling van fonogrammen, wordt het bedrag van deze billijke vergoeding voor de directe of indirecte mededeling van fonogrammen in de onderhavige overeenkomst bepaald voor de in artikel 3 opgesomde uitbatingen.

Art. 2.De billijke vergoeding is in haar geheel en ondeelbaar verschuldigd door de uitbater, zoals bepaald in artikel 5, 1°, en zij moet vooruit worden betaald. Afdeling 2. - Bepalingen

Art. 3.In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder uitbating : 1° Horeca-inrichting : elke voor het publiek toegankelijke plaats of lokaliteit, ongeacht de toegangsvoorwaarden, waar logies worden aangeboden en/of waar maaltijden en/of dranken voor consumptie al dan niet ter plaatse worden bereid en/of opgediend, en dit zelfs gratis. Worden gelijkgesteld met een Horeca-inrichting : alle voor het publiek toegankelijke plaatsen of lokaliteiten waar leden van een vereniging of van een groepering en hun genodigden en/of bezoekers bijeenkomen, en dit ongeacht de toegangsvoorwaarden, om er logies en/of maaltijden en/of dranken te gebruiken; 2° Discotheek-dancing : elke uitbating zoals bepaald in 1°, met een voor dans geschikte inrichting en/of uitrusting, waaronder op een niet-limitatieve en niet-cumulatieve wijze een permanente dansvloer, een aangepaste muziekinstallatie, lichtinstallatie of decoratie wordt verstaan.3° Gemengde inrichting : elke uitbating waar in afzonderlijke en door een vaste constructie duidelijk van elkaar gescheiden ruimten een Horeca-inrichting en een discotheek - dancing, zoals bepaald in respectievelijk 1° en 2°, worden uitgebaat. 4° Horeca inrichting met regelmatige dans (danscafe, dans-restaurant,...) : elke Horeca inrichting zoals gedefinieerd onder 1° die regelmatig de mogelijkheid biedt tot dans op een deel van de oppervlakte die prioritair bestemd is voor de Horeca inrichting.5° Seizoeninrichting : elke uitbating zoals bepaald in 1°, 2°, 3° of 4°, die in de loop van een kalenderjaar minstens drie achtereenvolgende maanden gesloten is.6° Terras : elke niet door een vaste dakconstructie beschermde plaats of lokaliteit behorende tot een inrichting zoals bepaald bovenaan (1°, 2°, 3°, 4° en 5°), waar gedurende een beperkte periode van het jaar maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend in open lucht, en dit zelfs gratis.

Art. 4.In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder : 1° Permanente oppervlakte : de oppervlakte van de vloeren (van muur tot muur) van de in artikel 3 vermelde plaatsen of lokaliteiten waar een openbare mededeling van fonogrammen is en waar gewoonlijk logies worden aangeboden en/of waar gewoonlijk maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend.De oppervlakte van de kamers in logiesverstrekkende bedrijven wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van de permanente oppervlakte. 2° Occasionele oppervlakte : de oppervlakte van de vloeren (van muur tot muur) van de in artikel 3 vermelde plaatsen of lokaliteiten waar een openbare mededeling van fonogrammen is en waar niet-permanent logies worden aangeboden en/of waar niet-permanent maaltijden en/of dranken worden bereid en/of opgediend door de uitbater.3° Totale oppervlakte : de som van de permanente en occasionele oppervlaktes.

Art. 5.In de onderhavige overeenkomst wordt verstaan onder : 1° Uitbater : elke natuurlijke of rechtspersoon die, al dan niet voor eigen rekening en in welke hoedanigheid ook, een inrichting zoals bepaald in artikel 3 uitbaat.2° Beheersvennootschappen : de collectieve beheersvennootschappen die de uitvoerende kunstenaars vertegenwoordigen alsook de collectieve beheersvennootschappen die de producenten van fonogrammen vertegenwoordigen, of hun mandataris die belast wordt met het innen van de billijke vergoeding.3° Billijke vergoeding : de vergoeding verschuldigd voor elke directe of indirecte mededeling van fonogrammen.Een jaarlijks tarief dekt de periode van 1 januari tot 31 december. Afdeling 3. - Billijke vergoeding

Onderafdeling 1. - Tarief Horeca-inrichting permanente oppervlakte

Art. 6.Het jaarlijks bedrag van de billijke vergoeding wordt bepaald in functie van de permanente oppervlakte van de Horeca-inrichting, ongeacht het aantal openingsdagen, volgens het hiernavolgend tarief, excl. BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderafdeling 2. - Tarief Horeca-inrichting occasionele oppervlakte

Art. 7.Het jaarlijks bedrag van de billijke vergoeding verschuldigd voor de occasionele oppervlakte wordt als volgt bepaald : 1° indien de occasionele oppervlakte niet door een vaste constructie afgescheiden is van de permanente oppervlakte van de Horeca-inrichting, wordt de occasionele oppervlakte toegevoegd aan de permanente oppervlakte en wordt het totaal bedrag van de billijke vergoeding berekend in toepassing van het in artikel 6 vermelde tarief;2° in de andere gevallen bedraagt de billijke vergoeding verschuldigd voor de occasionele oppervlakte 50 % van het bedrag dat verschuldigd zou zijn bij toepassing van het tarief vermeld in artikel 6. Onderafdeling 3. - Tarief discotheken dancings en Horeca inrichtingen met regelmatige dans.

Art. 8.Het jaarlijks bedrag van de billijke vergoeding wordt bepaald op grond van de totale oppervlakte van de discotheek-dancing en van het aantal openingsdagen per week of per maand, volgens het volgende tarief exclusief BTW : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 9.Er is een aanvullende billijke vergoeding verschuldigd voor de occasionele openingsdagen, dit wil zeggen de dagen waarop de discotheek-dancing voor het publiek toegankelijk is buiten de normale openingsdagen die voor het bepalen van de in artikel 8 vermelde bedragen in aanmerking worden genomen.

Deze aanvullende billijke vergoeding is gelijk aan het bedrag vermeld in kolom 1 van het tarief discotheek-dancing van artikel 8, gedeeld door 52 en vermenigvuldigd met het aantal occasionele openingsdagen.

Art. 10.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing voor Horeca inrichtingen met regelmatige dans wordt bepaald op basis van de oppervlakte van de inrichting in toepassing van het tarief hieronder : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Onderafdeling 4. - Tarief gemengde inrichtingen

Art. 11.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op gemengde inrichtingen wordt bepaald op basis van het tarief bepaald in de artikelen 6 en 7 voor Horeca-inrichtingen, het tarief bepaald in artikel 10 voor de Horeca inrichtingen met regelmatige dans en het tarief bepaald in de artikelen 8 en 9 voor discotheken-dancings en dit in verhouding tot de oppervlaktes die worden ingenomen.

Onderafdeling 5. - Tarief terrassen

Art. 12.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op terrassen is vastgesteld op 50 % van de vergoeding die bij toepassing van het in artikel 6 vermelde tarief verschuldigd zou zijn.

Onderafdeling 6. - Tarief seizoeninrichtingen

Art. 13.Het bedrag van de billijke vergoeding van toepassing op de seizoeninrichtingen wordt bepaald op basis van de in artikelen 6, 7, 8, 10, 11 en 12 vermelde tarieven gedeeld door 10 en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal volledige kalendermaanden dat de seizoeninrichting open is. Wordt in dit geval als volledige kalendermaand beschouwd elke maand gedurende dewelke minstens vijftien opeenvolgende kalenderdagen een exploitatie plaatsvindt.

De billijke vergoeding is in haar geheel en ondeelbaar verschuldigd.

Onderafdeling 7. - Indexering

Art. 14.De in de onderhavige overeenkomst vermelde bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari van elk jaar op basis van de evolutie van de gezondheidsindex van het voorbije jaar volgens de volgende formule : basisbedrag x nieuwe index/basisindex De basisindex is deze die van kracht is in december 2003.

De nieuwe index is deze die telkens per 1 januari van de volgende jaren van kracht zal zijn. Afdeling 4. - Bijzondere tariefmaatregelen

Art. 15.Niettegenstaande artikel 2, heeft de uitbater die in de loop van een kalenderjaar de openbare mededeling van fonogrammen definitief en onherroepelijk stopzet, recht, op zijn verzoek, op de terugbetaling van de billijke vergoeding die betrekking heeft op de periode van het kalenderjaar na het definitief stopzetten van de openbare mededeling van fonogrammen.

De uitbater die op grond van het vorige lid om terugbetaling van een gedeelte van de billijke vergoeding verzoekt, moet aan de beheersvennootschappen of aan hun mandataris alle gegevens verstrekken aan de hand waarvan kan worden vastgesteld dat de openbare mededeling van fonogrammen werkelijk definitief en onherroepelijk is stopgezet.

De terugbetaling van het gedeelte van de billijke vergoeding wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van definitieve stopzetting van de openbare mededeling van fonogrammen.

Het verzoek om terugbetaling dient te worden ingediend bij de beheersvennootschappen of bij hun mandatarissen binnen de zes maanden vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum van definitieve stopzetting van de openbare mededeling van fonogrammen.

Art. 16.Voor de uitbatingen waarin in de loop van een kalenderjaar voor de eerste maal een openbare mededeling van fonogrammen wordt gedaan, zal voor dat kalenderjaar een billijke vergoeding verschuldigd zijn in verhouding tot het aantal volledige kalendermaanden dat er een openbare mededeling van fonogrammen is gedaan. Afdeling 5. - Procedure

Onderafdeling 1. - Inlichtingen

Art. 17.Binnen de dertig dagen volgend op de aanvraag van de beheersvennootschappen of hun mandataris moet de uitbater door middel van een daartoe bestemd formulier per uitbating minstens de hiernavolgende inlichtingen verschaffen : 1° a : zijn handelsnaam en adres, zijn ondernemingsnummer en eventueel zijn vestigingsnummer of bij gebrek het inschrijvingsnummer in het handelsregister en het BTW-nummer; 1°b : de naam en de hoedanigheid van de natuurlijke persoon belast met het dagelijks beheer en de gegevensverstrekking; 2° of in de inrichting al dan niet muziek weergegeven wordt;3° de permanente oppervlakte in m2 voor Horeca inrichtingen en voor discotheken - dancings de totale oppervlakte alsook het aantal dagen per week of per maand dat ze gewoonlijk open zijn;4° de occasionele oppervlakte van de Horeca-inrichting in m2;5° de oppervlakte van de terrassen in m2;6° de aard van de muziekbron;7° de soort muziek;8° de datum van aanvang van de uitbating indien die na 1 januari 2005 ligt.

Art. 18.De beheersvennootschappen moeten ten minste vijf werkdagen voor de aanvang van de occasionele openingsdag(en) in het bezit zijn van een spontane aangifte door de uitbater van de discotheek-dancing.

Het daartoe bestemde formulier moet voor iedere uitbating de volgende informatie aangeven : - de in artikel 17, punten 1°a, 1°b, 2°, 3°, 5°, 6° en 7° bedoelde gegevens alsook het aantal occasionele openingsdagen.

Art. 19.De beheersvennootschappen zullen kunnen beslissen of zij verklaringen aanvaarden die op elektronische wijze werden ingediend.

Art. 20.De uitbater is gehouden om binnen de dertig dagen na het beëindigen van de werken elke verbouwing van de uitbating te melden die een wijziging in de permanente en/of occasionele oppervlakte inhoudt en die een wijziging van het bedrag van de billijke vergoeding met zich mee kan brengen. Dit nieuwe tarief wordt toegepast vanaf het daaropvolgende kalenderjaar.

Onderafdeling 2. - Betaling

Art. 21.Het bedrag van de billijke vergoeding wordt geïnd door middel van een door de beheersvennootschappen of hun mandataris opgestelde uitnodiging tot betaling.

Art. 22.Wanneer een natuurlijke of rechtspersoon verschillende in artikel 3 vermelde uitbatingen heeft, mogen de beheersvennootschappen ofwel een verzoek tot betaling voor elke uitbating apart opsturen ofwel één verzoek tot betaling voor het geheel van de uitbatingen.

Art. 23.De uitbater die nalaat om de billijke vergoeding binnen een termijn van twintig werkdagen te betalen, dient zonder voorafgaande ingebrekestelling vanaf de datum van de uitnodiging tot betaling een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest te betalen, met een minimum van 12,50 euro.

Art. 24.De uitbater die onjuiste gegevens verstrekt, waardoor een lager bedrag wordt betaald dan hetgeen werkelijk verschuldigd is, dient het verschuldigde resterende saldo te betalen vermeerderd met een tegen het wettelijk tarief berekende verwijlinterest vanaf de datum waarop de uitnodiging tot betaling aan de hand van de onjuiste aangifte werd opgemaakt.

Onderafdeling 3. - Verhoging bij het niet-aangeven

Art. 25.De uitbater die na een herinnering nalaat om de nodige elementen aan te geven voor het vastleggen van de billijke vergoeding binnen de termijnen bedoeld in artikelen 17, 18 en 20, is gehouden het bedrag van de verschuldigde billijke vergoeding te betalen verhoogd met 15 % met een minimale verhoging van 150 euro.

Voor de berekening van de billijke vergoeding dienen de beheersvennootschappen of hun mandataris de gekende oppervlakte(s) in acht te nemen, en bij gebrek hieraan hetgeen men vermoedt, van de uitbatingen bedoeld in artikelen 3. Afdeling 6. - Controle

Art. 26.De uitbater moet de beheersvennootschappen of hun mandataris in staat stellen de in art. 17 en 18 bedoelde inlichtingen te controleren, evenals alle inlichtingen te verzamelen die de verdeling van de rechten mogelijk maken.

Behalve de personen omschreven in artikel 74 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten, moet de uitbater de beheersvennootschappen of hun mandataris toestaan om kosteloos de uitbatingen te betreden tijdens de openingsuren, teneinde de juistheid van de verstrekte inlichtingen te controleren. Afdeling 7. - Slotbepaling

Art. 27.De onderhavige overeenkomst geldt tot 31 december 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 22 december 2004 houdende de algemeen bindend verklaring van de beslissing van 15 december 2004 inzake de billijke vergoeding verschuldigd door uitbatingen die logies aanbieden en/of maaltijden en/of dranken bereiden en/of opdienen, evenals door discotheken/dancings, genomen door de commissie bedoeld in artikel 42 van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN

^