Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 december 2004
gepubliceerd op 28 december 2004

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden binnen de buitendiensten bij de Dienst Justitiehuizen

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2004009887
pub.
28/12/2004
prom.
22/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/22/2004009887/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden binnen de buitendiensten bij de Dienst Justitiehuizen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikelen 37 en 107, tweede lid, van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 februari 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige administratieve en geldelijke bepalingen voor de personeelsleden van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie die bekleed zijn met een bijzondere graad, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 8 juli 2001 en 4 december 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 2004 houdende hervorming van de loopbaan van sommige bijzondere graden binnen de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 3 juni 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 2 juli 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 6 juli 2004;

Gelet op het protocol nr. 276 van 22 juli 2004 van het Sectorcomité III - Justitie;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren van de rijksbesturen;

Overwegende de oprichting en omschakeling van bijzondere graden in de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen;

Overwegende dat het nodig is, rekening houdende met het specifieke karakter van de justitiehuizen, de bijzondere weddenschalen te behouden;

Op voordracht van Onze Minister van Justitie en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Administratieve bepalingen

Artikel 1.§ 1. Onverminderd de artikelen 1 tot 4, worden de bepalingen inzake de geldelijke loopbaan van het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de rijksbesturen die van toepassing zijn op de graden in de linkerkolom van de tabel hieronder, toegepast op de personeelsleden die titularis zijn van één van de graden in de rechterkolom van de tabel hieronder : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De bepalingen bedoeld in § 1 die verwijzen naar een gemene weddenschaal, vermeld in de linkerkolom, zijn toepasselijk op de daarmee overeenkomende bijzondere weddenschaal vermeld in de rechterkolom : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.De weddenschalen van de bijzondere graden opgericht bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 12 juli 2004 houdende hervorming van de loopbaan van sommige bijzondere graden binnen de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage 1. HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 3.§ 1. De personeelsleden in dienst in de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen die ambtshalve benoemd werden met toepassing van de artikelen 2 tot 4 van het koninklijk besluit van 12 juli 2004 houdende hervorming van de loopbaan van sommige bijzondere graden binnen de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bijlage 2. § 2. De in de vorige artikelen vermelde personeelsleden behouden in hun nieuwe schaal de geldelijke anciënniteit die zij verworven hebben in de weddenschaal die hen toebehoorde.

Art. 4.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 1er wordt de ambtenaar die benoemd is tot de graad van justitieel administratief deskundige, voorheen bekleed met de graad van directiesecretaris, en die bij overgangsmaatregel genoot van het behoud van in de hiernavolgende tabel voorkomende weddenschaal, ingeschaald in de weddenschaal voorkomend in de rechterkolom van dezelfde tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De geldelijke anciënniteit die deze ambtenaar heeft verworven wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 5.§ 1. In afwijking van artikel 3, § 1, wordt de ambtenaar die benoemd is tot de graad van justitieel technisch deskundige (justitieassistent), voorheen bekleed met de graad van justitieassistent, en die bij overgangsmaatregel genoot van het behoud van in de hiernavolgende tabel voorkomende weddenschaal, ingeschaald in de weddenschaal voorkomend in de rechterkolom van dezelfde tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De geldelijke anciënniteit die deze ambtenaar heeft verworven wordt geacht verworven te zijn in de nieuwe weddenschaal.

Art. 6.§ 1. De ambtenaren voorheen titularis van de weddenschaal 26 F, ingeschaald in BT1S, bekomen automatisch, wanneer zij negen jaar graadanciënniteit tellen, de weddenschaal 26IS. Deze ambtenaren bekomen de weddenschaal BT2S wanneer ze geslaagd zijn voor 2 competentiemetingen. § 2. De ambtenaren voorheen titularis van de weddenschaal 26I, die op 1 oktober 2002 twaalf jaar graadanciënniteit tellen, bekomen, wanneer ze geslaagd zijn voor de competentiemeting 2, de weddenschaal BT2S wanneer zij achttien jaar graadanciënniteit tellen. Als zij niet slagen, bekomen zij, na achttien jaar graadanciënniteit, de weddenschaal 28 E. Ze kunnen deelnemen aan de competentiemeting 2. § 3. De ambtenaren titularis van de weddenschaal 28 F, kunnen deelnemen aan competentiemeting 3. HOOFDSTUK III. - Wijziging van koninklijk besluit van 13 juni 1999

Art. 7.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 13 juni 1999 tot vaststelling van sommige administratieve en geldelijke bepalingen voor de personeelsleden van de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van het Ministerie van Justitie die bekleed zijn met een bijzondere graad, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 4 december 2001 en 8 juli 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 1.Bij de buitendiensten van de Dienst Justitiehuizen van de Federale Overheidsdienst Justitie wordt de volgende graad opgericht : - in rang 13 : regionaal directeur (Dienst Justitiehuizen) ».

Art. 8.In artikel 2, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt het woord « justitieassistent » vervangen door de woorden « justitieel technisch deskundige (justitieassistent) ».

Art. 9.De artikelen 3 en 5 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven.

Art. 10.Artikel 6 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 6.De in artikel 4 bedoelde bevordering wordt toegekend volgens de regels van de bevordering door verhoging in graad. »

Art. 11.De artikelen 8 tot 10 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven.

Art. 12.Artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 16.De coördinator bij een justitiehuis heeft recht op een jaarlijkse functietoelage van 991,58 EUR. »

Art. 13.De artikelen 18 en 19 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven.

Art. 14.In artikel 20, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit wordt het woord « justitieassistent » vervangen door de woorden « justitieel technisch deskundige (justitieassistent). »

Art. 15.In artikel 22 van hetzelfde koninklijk besluit worden de volgende bepalingen geschrapt : - in rang 26 : justitieassistent - in rang 28 : eerstaanwezend justitieassistent - in rang 30 : onthaalbeambte. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 16.De artikelen 23 en 24 van hetzelfde koninklijk besluit worden opgeheven.

Art. 17.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° de bepalingen die de oprichting van niveau D en de transitie verzekeren van niveau 3 naar niveau D, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de bepalingen die de oprichting van niveau C en de transitie verzekeren van niveau 2 naar niveau C, die in werking treden op 1 juni 2002;3° de bepalingen die de oprichting van niveau B en de transitie verzekeren van niveau 2+ naar niveau B, die in werking treden op 1 oktober 2002.

Art. 18.Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

Bijlage 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons koninklijk besluit van 22 december 2004 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden binnen de buitendiensten bij de Dienst Justitiehuizen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

Bijlage 2 Omzettingstabel van de weddenschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons Koninklijk besluit van 22 december 2004 tot vaststelling van de weddenschalen van de bijzondere graden binnen de buitendiensten bij de Dienst Justitiehuizen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

^