gepubliceerd op 17 oktober 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen
22 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1998, gesloten in het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 augustus 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 april 1998 Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1998 onder het nummer 48413/CO/152) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en werksters die ressorteren onder het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs. HOOFDSTUK II. - Principe
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997).
Art. 3.Volgens de in de raad van beheer van het Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs vastgelegde modaliteiten, zal er een bedrag ten belope van 0,10 pct. berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters uit de sector, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers (Belgisch Staatsblad van 2 juli 1981) en de uitvoeringsbesluiten van deze wet, aangewend worden : - door de in artikel 1 bedoelde werkgevers die zich er vanaf 1 januari 1998 toe verbinden om maatregelen te nemen ten voordele van werkgelegenheid en de vorming en opleiding van de werklieden en werksters uit de sector, die behoren tot risicogroepen of tot de groep van bedreigde werknemers, of van de werklieden en werksters uit de sector op wie een begeleidingsplan van toepassing is. - door de werkgevers die de effectieve vervanging van bruggepensioneerde en/of gepensioneerde werknemers kunnen bewijzen, ten behoeve van de tewerkstelling van personen die, bij hun aanwerving, bij voorkeur behoren tot de risicogroepen onder de werkzoekenden en/of ten behoeve van de tewerkstelling van personen op wie een begeleidingsplan van toepassing is.
Art. 4.§ 1. Als risicogroepen worden voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst bepaald : - Langdurig werklozen Onder « langdurig werkloze » wordt verstaan : de werkzoekende die, gedurende de twaalf maanden die aan zijn indienstneming voorafgaan, zonder onderbreking genoten heeft van werkloosheids- of wachtuitkeringen voor alle dagen van de week. - Laaggeschoolde werklozen Onder « laaggeschoolde werkloze » wordt verstaan : de werkzoekende, ouder dan 18 jaar, die geen houder is van een getuigschrift van het hoger secundair onderwijs. - Gehandicapten Onder « gehandicapte » wordt verstaan : de werkzoekende mindervalide die op het ogenblik van zijn indienstneming bij het Rijksfonds voor sociale reclassering van de mindervaliden of bij één van haar rechtopvolgers ingeschreven is. - Deeltijds leerplichtigen Onder « deeltijds leerplichtige » wordt verstaan : de werkzoekende van minder dan 18 jaar die onderworpen is aan de deeltijdse leerplicht en die het secundair onderwijs met volledig leerplan niet meer volgt. - Herintreders Onder « herintreders » wordt verstaan : de werkzoekende die tegelijkertijd de volgende voorwaarden vervult : 1) hij mag geen werkloosheidsuitkeringen of loopbaanonderbrekingsuitkeringen genoten hebben gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat;2) hij mag geen beroepsactiviteit verricht hebben gedurende de periode van drie jaar die zijn indienstneming voorafgaat;3) voor de periode van drie jaar voorzien in 1) en 2), moet hij zijn beroepsactiviteit onderbroken hebben, of heeft hij nooit een dergelijke activiteit begonnen. - Bestaansminimumtrekkers Onder « bestaansminimumtrekker » wordt verstaan : de werkzoekende die op het ogenblik van zijn indienstneming sinds minstens zes maanden zonder onderbreking het bestaansminimum ontvangt. § 2. Onder « bedreigde werknemer » wordt voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaan : de werknemer of werkneemster die omwille van onvoldoende scholing of nieuw gestelde eisen in de inrichtingen bedreigd zijn of kunnen zijn met ontslag. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 5.De onder artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vernoemde bijdragen worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die ze op haar beurt overmaakt aan het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs, opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 26 april 1978, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 juli 1978 (Belgisch Staatsblad van 12 september 1978).
De raad van beheer van het Sociaal Fonds voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs bepaalt de praktische toepassingsmodaliteiten en de samenwerkingsverbanden met de organiserende opleidingscentra.
Art. 6.Partijen komen overeen om jaarlijks een evaluatieverslag en een financieel overzicht van de uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst neer te leggen op de Griffie van de dienst der collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid tegen uiterlijk 1 juli van het jaar volgend op het jaar waarop de collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1997 vanaf 1 januari 1998 betreffende de maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van risicogroepen.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.
Elk van de contracterende partijen kan ze opzeggen met een opzegtermijn van drie maanden, te betekenen bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de gesubsidieerde inrichtingen van het vrij onderwijs.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 22 augustus 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX