Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 november 2006
gepubliceerd op 08 januari 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006203826
pub.
08/01/2007
prom.
21/11/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 NOVEMBER 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de beursvennootschappen, betreffende het conventioneel brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 november 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de beursvennootschappen Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 2005 Conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 5 januari 2006 onder het nummer 77896/CO/309)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de beursvennootschappen behoren.

Zij heeft tot doel de toegang tot het conventioneel brugpensioen mogelijk te maken voor de personeelsleden van de ondernemingen die beantwoorden aan de algemene voorwaarden bepaald door het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 11 december 1992), alsook aan de bijzondere bepaling genoemd in artikel 2 van deze overeenkomst.

Art. 2.Het conventioneel brugpensioen wordt in alle gevallen van ontslag, behalve het ontslag om ernstige reden, toegestaan aan de werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt. De bedienden die ontslagen werden voor het afsluiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst en van wie de ontslagtermijn nog loopt, kunnen ook aanspraak maken op de regeling die bij deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald.

Art. 3.De algemene toepassingsmodaliteiten van deze conventionele brugpensioenregeling zijn die welke bepaald zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten voor onbepaalde duur op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling voor aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975.

Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarin wordt voorzien door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 wordt op 65 pct. van het verschil tussen het netto referteloon en de werkloosheidsuitkering gebracht.

Art. 4.De deeltijdse werknemers die genieten van een vermindering van de loopbaan of van de arbeidsprestaties zoals bepaald in artikel 103bis van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen evenals de deeltijdse werknemers die blijven genieten van de vermindering van de arbeidsprestaties zoals bepaald in artikel 102 van dezelfde wet, kunnen aanspraak maken op een aanvullende vergoeding berekend op voltijdse prestaties, indien zij worden ontslagen na 58 jaar.

Art. 5.De werkgever zal verplicht zijn om de aanvullende vergoeding te betalen voor zover de werknemer de opzeggingstermijn (of de verbrekingsvergoeding) heeft aanvaard die door de werkgever werd betekend en waarvan de duur werd berekend overeenkomstig de bepalingen van respectievelijk artikel 59 en artikel 82 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur van drie jaar en treedt in werking op 1 december 2005.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 november 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^