Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 21 december 2006
gepubliceerd op 28 december 2006

Ministeriële omzendbrief betreffende de voorwaarden voor de behandeling van de subsidieaanvragen voor het jaar 2006 voor intermodale transporteenheden , die op het Belgisch grondgebied van het spoorwegverkeer gebruik maken, alsook de regels voor de coëfficiëntberekening en betalingswijze van bovengenoemde subsidie

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2006014289
pub.
28/12/2006
prom.
21/12/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER


21 DECEMBER 2006. - Ministeriële omzendbrief betreffende de voorwaarden voor de behandeling van de subsidieaanvragen voor het jaar 2006 voor intermodale transporteenheden (ITE), die op het Belgisch grondgebied van het spoorwegverkeer gebruik maken, alsook de regels voor de coëfficiëntberekening en betalingswijze van bovengenoemde subsidie


Algemeen In navolging van verschillende andere Europese landen werd een specifieke financiële steun ingevoerd om niet enkel het huidige gecombineerd spoorwegvervoer te behouden, maar evenzeer om de ontwikkeling van deze activiteit te ondersteunen.

Per transporteenheid bestaat deze steun enerzijds uit een premie op basis van de afstand, en anderzijds uit een vast bedrag voor de vaste vervoerskosten, met inbegrip van de overslagen.

Hij wordt toegekend voor het binnenlands spoorvervoer vanaf 51 km teneinde elke concurrentieverstoring op het internationale vlak te vermijden.

Deze maatregel is het voorwerp van het koninklijk besluit van 30 september 2005 ter bevordering van het gecombineerd goederenvervoer per spoor. De inhoud van voornoemd besluit werd gemeld aan de Europese Commissie, die het stelsel verenigbaar heeft bevonden met het EG-verdrag en geen bezwaar heeft gemaakt (Beslissing van 5 juli 2005).

Bovenvermeld koninklijk besluit werd naar de vorm aangepast door het koninklijk besluit van 21 november 2006. De inhoud van het koninklijk besluit werd niet veranderd.

Bovengenoemd stelsel trad in werking op 1 januari 2005 en eindigt op 31 december 2007.

De jaartoelage voor 2006 bedraagt 30 miljoen euro. Voor 2007 is er een identiek bedrag van 30 miljoen euro ingeschreven in het ontwerp van de federale uitgavenbegroting.

Gezien de werking van de maatregel vanaf 1 januari 2006, verduidelijkt deze omzendbrief voor de aanvragers van voornoemde subsidie de verschillende bepalingen die in voornoemde koninklijke besluiten van 30 september 2005 en 21 november 2006 zijn vervat. 1. In aanmerking komend verkeer Onder verwijzing naar artikel 1 en 2 van het koninklijk besluit van 30 september 2005 wordt met de volgende samenstellende elementen rekening gehouden : -elke intermodale transporteenheid (ITE) dit wil zeggen : ? container; ? wissellaadbak of laadbak geschikt voor spoorwegvervoer; ? aanhangwagen geschikt voor spoorwegvervoer. - alle spoorwegvervoer van een intermodale transporteenheid vanaf 51 km op het Belgisch spoorwegnet dat tussen 1 januari en 31 december 2006 wordt verricht. De in aanmerking komende afstand is de tarifaire afstand, de sorteerverrichtingen en/of het samenstellen van de treinen niet meegerekend. - elke vervoersverbinding tussen : ? hetzij overslagcentra (publiek of privé); d.w.z. elke installatie waar de ITE van een schip of een wegvoertuig op een spoorwegwagon worden overgeslagen, en omgekeerd, hierna overslagcentrum genoemd; ? hetzij een overslagcentrum (publiek of privé) en een knooppunt.

Het knooppunt is een verzamelpunt van ITE die per spoor worden vervoerd met het oog op hun verzending en/of distributie.

Voorbeeld : het vervoer in België van ITE behandeld in een knooppunt, dat zelf als een vertrek- of aankomstpunt van internationale verbindingen optreedt.

Deze verbinding moet worden gestaafd door een elektronische vrachtbrief voor het binnenlands vervoer. Het model moet conform het model van het CIM zijn (bijvoegsel B van het COTIF van 3 juni 1999).

Bij de kandidatuurstelling moet er worden verduidelijkt dat elke verbinding absoluut een alternatief vormt voor het wegvervoer. - iedere onderneming met een uitbatingszetel op het grondgebied van een lidstaat van de Europese Unie, die de contractuele aansprakelijkheid op zich neemt om de ITE per spoor te vervoeren, hierna de operator genoemd. 2. Subsidieaanvraag Uiterlijk 30 kalenderdagen na de publicatie van deze oproep in het Belgisch Staatsblad dient de operator een aanvraagdossier in bij : FOD Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Vervoer te Land Directie Intermodaliteit Dienst Intermodaliteit en Logistiek Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel. Het dossier kan per post worden verstuurd of op voornoemde dienst worden afgegeven tegen een ontvangstbewijs. Het moet worden overgemaakt in een dubbele briefomslag : de buitenste briefomslag is bestemd voor de verzending, terwijl de binnenste briefomslag de vermelding draagt « Subsidie voor intermodale transporteenheid die op het Belgisch grondgebied van het spoorwegvervoer gebruik maakt. NIET OPENEN ».

Het dossier van de operator bevat de volgende stukken : 1. De gegevens van de gemachtigde persoon die de aanvraag beheert, alsook het bankrekeningnummer, waarop de eventuele financiële steun mag worden gestort;2. Het door de Kruispuntbank van Ondernemingen toegekende ondernemingsnummer of vestigingseenheidsnummer, of een afschrift van de statuten;3. Een lijst van de uitgevoerde spoortransporten van ITE tussen 1 januari 2006 en 31 december 2006.Deze lijst wordt volgens het bijgevoegde model (met een voorbeeld) in bijlage 1 opgesteld.

Ter herinnering, de toegekende financiële steun mag volgens de regels van de Europese Commissie 30 % van de vervoerskosten niet overschrijden (art. 6 van het koninklijk besluit van 30 september 2005). 4. De toegepaste tariefbepaling per verbinding. Het detail van de prijsberekening moet worden opgesteld en bezorgd om de kostprijs van de verbinding te bepalen (spoortractie, wagon, overslag, vervoer tussen klant en overslagcentrum; zie tabel in bijlage 1). 5. De operator stelt een samenvattend overzicht op van alle verbindingen volgens het bijgevoegde model (met een voorbeeld) in bijlage 2. De stukken onder punt 1, 2 en 4 van het dossier worden op papier ingediend en de stukken onder punt 3, 4 en 5 op elektronische drager. 3. Behandeling van de aanvraag 3.1. Wie komt in aanmerking De administratie onderzoekt het dossier op volgende punten : - beoordeling van de capaciteit van de aanvrager aan de hand van de spoortransporten tussen 1 januari 2006 en 31 december 2006; - bepaling van het vervoer dat voor een financiële tegemoetkoming in aanmerking komt. 3.2. Aanvaarding - referentiedocument - Indien uit het onderzoek blijkt dat de aanvrager voor de subsidies in aanmerking komt, wordt de aanvrager schriftelijk verwittigd. Na berekening en publicatie in het Belgisch Staatsblad van de coëfficiënt Y (zie titel 4), stelt de administratie een referentiedocument op en stuurt dit naar de aanvrager met vermelding van : 1. het toegekende subsidiebedrag (art.9 van het koninklijk besluit van 30 september 2005); 2. de afrekeningsmodaliteiten van de subsidiering;3. de herinnering aan de straffen (vermindering, opschorting, terugbetaling) zoals bedoeld in art.12, 13 en 15 van het koninklijk besluit van 30 september 2005; 4. de herinnering aan de verplichting om de klant van de financiële steun te laten meegenieten. - Indien het onderzoek van het dossier negatief uitvalt, licht de administratie de aanvrager hierover in en motiveert zij haar weigering. 3.3. Betwisting De aanvrager kan per post bezwaren indienen onder dezelfde voorwaarden als deze van de aanvraagindiening (zie titel 2). 4. Berekening van de elementen van de subsidie De financiële steun zal worden berekend per ITE volgens de formule Y (km F + 50) zoals aangegeven in artikel 3 en 4 van het koninklijk besluit van 30 september 2005 : - « km F » staat voor het aantal per spoor afgelegde tarifaire kilometer, en vormt het variabel deel van de subsidie; - de factor 50 vormt het vast gedeelte van de subsidie; - de coëfficiënt « Y », die maximum 0,40 euro/km bedraagt, wordt berekend volgens het totaal van de in aanmerking komende transporten.

Voor het jaar 2006 moet men rekening houden met het retroactief effect van de maatregel vanaf 1 januari 2006. Het krediet bedraagt 30 miljoen euro.

De waarde van de coëfficiënt « Y » wordt bij ministerieel besluit vastgelegd. 5. Uitbetalingsmodaliteiten 5.1. De operator De operator maakt : * een lijst van de in 2006 uitgevoerde ITE-spoorwegtransporten (art. 10 van het koninklijk besluit van 30 september 2005; zie tabel in bijlage 1).

De volgende gegevens moeten worden meegedeeld : ? maand; ? type contract; ? datum van vertrek; ? nummer van de vrachtbrief; ? nummer van de wagon; ? nummer van de ITE; ? categorie van de ITE; ? ITE : leeg/vol; ? nummer van het station van vertrek; ? naam van het station van vertrek; ? nummer van het station van aankomst; ? naam van het station van aankomst; ? nummer(s) van de trein(en); ? afstand tussen de overslagcentra en/of de knooppunten die op het Belgisch grondgebied worden bediend; ? spoortractiekosten/ITE; ? wagonkosten; ? overslagkosten/ITE; ? vrachtwagenkosten/ITE; ? administratieve kosten/ITE; ? totale kosten/ITE. * een samenvattend overzicht van elke verbinding (zie bijlage 2).

De volgende gegevens moeten worden meegedeeld : ? type contract; ? nummer van het station van vertrek; ? naam van het station van vertrek; ? nummer van het station van aankomst; ? naam van het station van aankomst; ? afstand tussen de overslagcentra en/of de knooppunten die op het Belgisch grondgebied worden bediend; ? spoortractiekosten/ITE; ? wagonkosten; ? overslagkosten/ITE; ? vrachtwagenkosten/ITE; ? administratieve kosten/ITE; ? totale kosten/ITE. 5.2 Administratie - Aan de hand van steekproeven controleert zij de verstrekte gegevens, onder meer : ? via de bijbehorende elektronische vrachtbrief; ? via Infrabel voor het treinverkeer. - Na goedkeuring van de lijsten (art. 12 van het koninklijk besluit van 30 september 2005) zal het subsidiebedrag worden uitbetaald. 6. Controle - Op ieder ogenblik mag de administratie overgaan tot de controle van de bij het betreffende vervoer toegepaste prijzen en gemaakte kosten (art.16 van het koninklijk besluit van 30 september 2005). - Alle gegevens worden vertrouwelijk verzameld en behandeld. 7. Bevoegde Administratie Overeenkomstig artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 september 2005 zijn volgende personeelsleden van het Directoraat-generaal van het Vervoer te Land belast met de uitvoering het steunstelsel : - Carole Coune, Directeur-generaal - Jean-Claude Houtmeyers, Adviseur-generaal - Viviane Montulet, Adviseur-generaal - Henry Maillard, Adviseur - Michel De Vos, Attaché - Marguerite Olivier, Attaché. Brussel, 21 december 2006.

R. LANDUYT Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^