21 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit houdende de toekenning van een toelage van 1.211.000 euro aan de beheerder van het centraal register collectieve schuldenregelingen voor het begrotingsjaar 2024

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het gerechtelijk Wetboek, artikel 1675/27, § 1, gewijzigd bij de wet van 31 juli 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2023 pub. 15/09/2023 numac 2023044749 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de productnormen voor het integreren van energie uit hernieuwbare bronnen in fossiele motorbrandstoffen bestemd voor de vervoerssector en tot wijziging van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen type wet prom. 31/07/2023 pub. 23/08/2023 numac 2023044178 bron federale overheidsdienst financien Wet houdende diverse fiscale bepalingen sluiten;

Gelet op de wet van 22 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/05/2003 pub. 03/07/2003 numac 2003003367 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat sluiten houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, de artikelen 121 tot 124;

Gelet op de wet van 22 december 2023Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/12/2023 pub. 29/12/2023 numac 2023048518 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024 sluiten houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2024, Sectie 12, begrotingsartikel 40 03 320001;

Gelet op het advies nr. 2024/0389 van de inspecteur van Financiën, gegeven op 13 februari 2024;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Overwegende dat artikel 1675/21, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek de hoedanigheid van beheerder van het centraal register collectieve schuldenregeling toevertrouwt aan de Ordre des barreaux francophones et germanophone en de Orde van Vlaamse Balies met de opdracht dit register gezamenlijk in te richten en te beheren;

Overwegende dat onder de woorden van artikel 1675/27, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek de toekenning van een toelagen slechts wordt erkend voor de periode waarin het voornoemde register is opgericht;

Overwegende dat de periode van de oprichting van bovengenoemd register een redelijke periode kan beslaan na de daadwerkelijke lancering van de computerapplicatie, zonder dat dit neerkomt op het routine subsidiëren van het beheer van de applicatie;

Overwegende dat een krediet van één miljoen tweehonderd elfduizend euro (1.211.000,00 euro) is ingeschreven op de organisatieafdeling 40, activiteitenprogramma 3, basisallocatie 32.00.01 van de administratieve begroting van het Federale Overheidsdienst Justitie voor het begrotingsjaar 2024;

Overwegende dat het bovengenoemd krediet bestemd is voor storting op de gemeenschappelijke rekening van de beheerders van de Ordre des barreaux francophones et germanophones en de Orde van Vlaamse Balies;

Overwegende dat bij de toekenning en de controle op de aanwending van deze toelage de bepalingen van het koninklijk besluit van 26 april 1968 tot inrichting en coördinatie van de controles op de toekenning en op de aanwending van de toelagen moeten worden toegepast;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Er wordt een toelage van één miljoen tweehonderd elfduizend euro (1.211.000,00 euro) toegekend aan de beheerder van het centraal register collectieve schuldenregeling bedoeld in de artikelen 1675/20 tot en met 1675/27 van het Gerechtelijk Wetboek om de volgende doelstellingen te bereiken om de oprichting van dit register voort te zetten en te voltooien.

Art. 2.§ 1. Deze toelage beoogt de werkings- en investeringskosten te dekken tijdens de periode van 1 januari tot 31 december 2024. § 2. De aanvaardbaarheid van de in het § 1 bedoelde kosten wordt beoordeeld in het licht van zowel een voorzichtig en redelijk persoonlijk beheer als de naleving van de wetgeving inzake overheidsopdrachten.

Art. 3.Deze toelage wordt aangerekend op basisallocatie 03.32.00.01 van de organisatieafdeling 40 van de administratieve begroting van de Federale Overheidsdienst Justitie voor het begrotingsjaar 2024.

Art. 4.§ 1. De toelage wordt in twee schijven betaald, uitgesplitst als volgt: - een voorschot van een miljoen tachtigduizend euro (1.089.900,00 euro), zijnde 90% van de subsidie; - een saldo van honderd eenentwintigduizend honderd euro (121.100,00 euro), zijnde 10% van de subsidie. § 2. De vereffening van de eerste schijf wordt verricht na de ondertekening van dit besluit op voorwaarde: - dat de toelage vóór 1 maart 2024 door de beheerder is aangevraagd; - dat de beheerder vóór 1 maart 2024 een ontwikkelingsplanning heeft ingediend voor de werkzaamheden in verband met de oprichting van het register; - dat de minister van Justitie of zijn gedelegeerde de controle van de rekeningen van het jaar 2023 heeft voltooid. § 3. Het saldo wordt vereffend op voorwaarde: - dat de bewijsstukken met betrekking tot de periode waarop de subsidie betrekking heeft, de winst- en verliesrekening en de balans van 2024 van de beheerder zijn aan de minister van Justitie of zijn gedelegeerde toegezonden worden; - dat aan de minister van Justitie of zijn gedelegeerde een activiteitenverslag wordt toegezonden waarin wordt aangegeven hoe de beheerder dankzij de middelen de doelstellingen van het begrotingsjaar 2024 heeft kunnen verwezenlijken; - dat een lijst van alle door de beheerder ontvangen subsidies, naast die waarin dit besluit voorziet, en een lijst van de met deze subsidies gefinancierde uitgaven aan de minister van Justitie of zijn gedelegeerde worden bezorgd; - dat een aangifte van schuldvordering, vastgesteld op basis van het bedrag van het door de Federale Overheidsdienst Justitie gevalideerde saldo, wordt opgesteld en aan de minister van Justitie of zijn gedelegeerde wordt meegedeeld.

Art. 5.Een samenvatting van de door de beheerder gemaakte kosten en de bewijsstukken moeten uiterlijk op 1 mei 2024 aan de Federale Overheidsdienst Justitie worden toegezonden.

De bewijsstukken, waaraan de betalingsbewijzen zijn gehecht, moeten in chronologische volgorde worden gerangschikt en een nummer krijgen dat voor elk stuk verwijst naar het overeenkomstige bedrag in de samenvatting van de gemaakte kosten.

Alle bewijsstukken, facturen of nota's worden gedateerd, ondertekend en voor eensluidend en oprecht verklaard door een naar behoren gemachtigde vertegenwoordiger van de beheerder.

Art. 6.De niet-verantwoorde onverschuldigde bedragen die na controle van de uitgaven worden vastgesteld, worden teruggevorderd.

Art. 7.De bedragen worden gestort op rekeningnummer BE58 3631 7632 0879 gezamenlijk aan de bestuurders van de beheerder.

Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.

Art. 9.De minister bevoegd voor Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, P. VAN TIGCHELT