gepubliceerd op 22 december 2006
Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisaties die werken met vrijwilligers
21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisaties die werken met vrijwilligers
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit waarvan ik de eer heb het aan Uw handtekening voor te leggen beoogt de onderschrijvingsvoorwaarden vast te stellen alsmede de praktische toetredingsmodaliteiten tot de collectieve verzekering bedoeld in artikel 6, § 5, van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers gewijzigd bij de wetten van 27 december 2005 en 19 juli 2006.
Krachtens artikel 6, § 5 van genoemde wet dient enkel in de mogelijkheid te worden voorzien voor de organisaties, die het wensen, om aan te sluiten bij een collectieve polis. Elke overheid of overheidsinstelling kan in deze mogelijkheid voorzien aangezien de wet op dat vlak niets nader bepaalt. De manier waarop deze mogelijkheid wordt gecreëerd mag door elke initiatiefnemende overheid zelf worden bepaald. Anders dan de Raad van State voorhoudt in zijn advies 41.912/1, is het derhalve niet aanbevelenswaardig om in het voorliggend besluit de betreffende overheden beperkend aan te duiden, noch om de modaliteiten vast te leggen volgens dewelke bedoelde mogelijkheid geconcretiseerd kan worden. Dit zou een beperking inhouden van de mogelijkheden die de wetgever in artikel 6, § 5 van de wet van 3 juli 2005 kennelijk heeft willen open houden. De federale overheid zal er in elk geval voor zorgen dat een collectieve polis tot stand wordt gebracht.
De collectieve polis onderscheidt zich van de individuele polissen door het feit dat de collectieve polis door een overheid ter beschikking wordt gesteld, zodat de stappen die de organisaties moeten ondernemen om zich te verzekeren tot een minimum worden herleid, zoals uiteengezet in onderhavig besluit.
Artikelsgewijze bespreking Artikel 1.
Het besluit verwijst naar de organisatie zoals ze is omschreven in artikel 3, 3°, van de wet van 3 juli 2005. Uit de voorbereidende werken komt inderdaad naar voor dat de wetgever wil toestaan dat alle organisaties kunnen toetreden tot een collectieve polis (en niet alleen de organisaties die onderworpen zijn aan de verplichte verzekering).
Art. 2.
Het besluit stelt in de bijlage het formulier vast dat door de organisatie moet gebruikt worden om de informatie aan de verzekeraar over te maken. De verzekeraar kan hiertoe een derde persoon aanduiden die in zijn naam en voor zijn rekening de informatie zal ontvangen.
Men denke aan een makelaar of andere tussenpersoon.
Het gebruik van zo een formulier laat toe de nuttige informatie snel en volledig aan de verzekeraar door te zenden.
Men mag niet uit het oog verliezen dat bij het sluiten van een verzekeringsovereenkomst twee partijen aanwezig zijn, de verzekeraar en de verzekeringnemer. Deze laatste (de organisatie die tot de collectieve verzekering wenst toe te treden) moet een zo volledig mogelijke uitleg geven. Om de organisatie te helpen bij het vaststellen van de voor de verzekeraar nuttige informatie, leek het opportuun een modelformulier uit te werken, opgenomen in de bijlage bij dit besluit.
Dit formulier bevat de essentiële gegevens die de verzekeraar moeten toelaten het risico in te schatten. Het betreft gegevens over de organisatie, de beschrijving van het nagestreefde oogmerk en in voorkomend geval de beschrijving van de tijdelijke of welbepaalde activiteiten van de organisatie.
Het tweede lid van dit artikel, alsmede het formulier herinnert eraan dat alle informatie betreffende de beoordeling van het risico moet worden overgemaakt op straffe van de sancties bedoeld in artikel 4.
Het gaat om de toepassing van de verplichtingen en sancties uit de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst in hoofde van de organisatie die deze informatie bezit. Doch bij de opgave van het risico met het oog op de toetreding tot de collectieve polis eist de goede trouw (art. 1134 B.W.) dat de verzekeraar, die op grond van de mededelingen in het ingediende formulier bijkomende informatie wenst, deze ook daadwerkelijk vraagt. De verzekeraar kan niet passief blijven om vervolgens een onjuiste opgave van het risico aan de kandidaat toetredende organisatie te verwijten.
De dateringverplichting wordt aan de verzekeraar opgelegd bij de ontvangst van de documenten.
Art. 3.
Paragraaf 1 voorziet de dateringverplichting in hoofde van de verzekeraar.
De volgende paragrafen hebben betrekking op de termijnen binnen dewelke de informatie moet worden overgemaakt door de organisatie.
Het is eerst nodig om twee hypotheses te onderscheiden : ofwel gaat het om een organisatie bedoeld bij artikel 5 van de wet van 3 juli 2005 en die bijgevolg onder het toepassingsveld valt van artikel 6, § 1, van de wet van 3 juli 2005, te weten de verplichte verzekering; ofwel gaat het om een organisatie die niet bedoeld is in artikel 5 van de wet van 3 juli 2005 en die dus niet onder de verzekeringsverplichting valt van artikel 6, § 1, van de wet van 3 juli 2005.
In de eerste hypothese dient de organisatie voornoemde informatie aan de verzekeraar of de door hem aangeduide persoon over te maken.
Indien daarentegen de organisatie niet onderworpen is aan de verzekeringsverplichting (tweede hypothese), dienen twee situaties onderscheiden te worden : ofwel beoogt de organisatie een permanente activiteit uit te oefenen; ofwel beoogt de organisatie een occasionele of tijdelijke activiteit uit te oefenen.
In de eerste situatie geldt de regeling zoals voor organisaties onderworpen aan de verzekeringsverplichting.
De verzekeraar moet reageren binnen tien werkdagen na ontvangst van het formulier door aan de organisatie te laten weten dat hij ofwel aanvaardt (in welk geval hij uiteraard de premie die hij vooropstelt moet mededelen), ofwel weigert, ofwel bijkomende informatie wil. Bij gebreke aan reactie wordt hij verplicht het risico te verzekeren. Het is de bedoeling om zo nodig de organisatie in de gelegenheid te stellen een andere verzekeraar te zoeken die wel bereid is dekking te verlenen.
De tweede situatie, waarin een niet aan de verzekeringsverplichting onderworpen organisatie een tijdelijke dekking wenst te bekomen voor één of meerdere specifieke activiteiten, laat het gebruik toe van een kortere termijn van minstens tien werkdagen. De verzekeraar kan reageren binnen de vijf werkdagen.
Art. 4.
Dit artikel herinnert eraan dat de artikelen 5 tot 7 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst van toepassing zijn op de organisaties die toetreden tot de collectieve polis.
Art. 5, 6 en 7.
Deze bepalingen behoeven geen commentaar.
Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE
21 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisaties die werken met vrijwilligers ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers, gewijzigd bij de wetten van 27 december 2005 en 19 juli 2006, inzonderheid op artikel 6, § 5, tweede lid;
Gelet op het overleg in de Ministerraad van 1 december 2006;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door het feit dat de verzwaarde aansprakelijkheid voor de organisaties in werking treedt op 1 januari 2007; dat bijgevolg het reglementair kader dat de verzekering van deze aansprakelijkheid regelt eveneens imperatief op deze datum moet vastgesteld zijn; dat dit zich om redenen van rechtszekerheid opdringt, zoniet zouden organisaties intussen verzekerd kunnen worden tegen voorwaarden die minder ver reiken dan wenselijk is en derhalve een nieuwe polis moeten aangaan of hun bestaande polis doen aanpassen op het ogenblik dat onderhavig Koninklijk Besluit later uitgevaardigd wordt; dat dit niet enkel misleidend maar vooral bijzonder nadelig zou zijn voor de organisaties en hun vrijwilligers waarvan de bescherming beoogd wordt; dat overigens over de inhoud van de minimumdekkingsvoorwaarden naar de organisaties van vrijwilligers toe gecommuniceerd moet worden vóór hun verzwaarde aansprakelijkheid effectief wordt op 1 januari 2007; dat, ten slotte, de overheid een collectieve polis moet onderhandelen en afsluiten welke tijdig ter beschikking moet kunnen gesteld worden van de geinteresseerde organisaties; dat de overheid hierover tijdig moet kunnen communiceren;
Gelet op de adviezen nrs. 41.826/1 en 41.912/1 van de Raad van State, gegeven op 7 en 19 december 2006 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een organisatie, bedoeld in artikel 3, 3°, van de de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers mag vragen om toe te treden tot een collectieve verzekering die beantwoordt aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 19 december 2006 tot vaststelling van de minimumgarantievoorwaarden van de verzekeringsovereenkomsten tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisaties die werken met vrijwilligers.
Art. 2.Elke vraag tot toetreding tot de collectieve verzekering moet worden ingediend met een formulier, waarvan het model als bijlage bij dit besluit wordt vastgesteld, en moet worden overgemaakt aan de verzekeraar of de door hem aangeduide persoon.
De informatie nodig voor de beoordeling van het risico moet door de organisatie aan de verzekeraar of de door hem aangeduide persoon worden overgemaakt op straffe van toepassing van de sancties bedoeld in artikel 4.
Vanaf de ontvangst van deze informatie en/of het formulier bedoeld in het eerste lid, worden ze door de verzekeraar of de door hem aangeduide persoon gedateerd.
Art. 3.§ 1. Vanaf de ontvangst van de documenten bedoeld in artikel 2 gaat de verzekeraar over tot hun datering. § 2. In het geval bedoeld in artikel 6, § 1 van de wet van 3 juli 2005, wordt de informatie beoogd in artikel 2 door de organisatie aan de verzekeraar of de door hem aangeduide persoon meegedeeld.
Zo binnen tien werkdagen na de ontvangst van het formulier de verzekeraar aan de organisatie zijn weigering niet heeft meegedeeld of zijn verzekeringsdekking niet heeft ondergeschikt gemaakt aan een vraag tot bijkomende inlichtingen, is hij verplicht het risico te verzekeren. § 3. Paragraaf 2 is eveneens van toepassing op de organisaties die niet onderworpen zijn aan de verzekeringsverplichting krachtens artikel 6, § 1, van de wet van 3 juli 2005 en die niettemin een voortdurende verzekeringsdekking wensen te bekomen. § 4. De organisaties die niet onderworpen zijn aan de verzekeringsverplichting krachtens artikel 6, § 1, van de wet van 3 juli 2005 en die een tijdelijke dekking wensen, maken het formulier bedoeld in artikel 2 over aan de verzekeraar of de door hem aangeduide persoon tenminste tien werkdagen vóór het begin van de gewenste dekking.
Zo binnen vijf werkdagen na de ontvangst van het formulier de verzekeraar aan de organisatie zijn weigering niet heeft meegedeeld of zijn verzekeringsdekking niet heeft ondergeschikt gemaakt aan een vraag tot bijkomende inlichtingen, is hij verplicht het risico te verzekeren.
Art. 4.De organisatie is verplicht om juiste, volledige en met de werkelijkheid overeenstemmende informatie mede te delen op straffe om door de verzekeraar de sancties toegepast te zien neergelegd in de artikelen 5 tot 7 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst.
Art. 5.De Ministers bevoegd voor Economie en voor Sociale Zaken kunnen het formulier bedoeld in artikel 2 wijzigen en andere formulieren vaststellen.
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.
De bepalingen van dit besluit zijn toepasselijk op de lopende verzekeringsovereenkomsten vanaf de inwerkingtreding van dit besluit.
De verzekeringsondernemingen brengen de tekst van de verzekeringsovereenkomsten die lopen op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit daarmee in overeenstemming op de eerste jaarlijkse vervaldag die volgt op de periode van zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 7.Onze Minister bevoegd voor Economie en Onze minister bevoegd voor sociale zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE
Bijlage bij het koninklijk besluit van 21 december 2006 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisaties die werken met vrijwilligers Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Dit document, samen met de vereiste bijlagen, moet aan de verzekeraar of de door hem aangeduide persoon worden overgemaakt vóór de aanvang van de dekking wanneer de organisatie onderworpen is aan de verzekeringsverplichting bedoeld in artikel 6, § 1, van de wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (1) of wanneer de organisatie, die niet onderworpen is aan de verzekeringsverplichting, een permanente verzekeringsdekking wil bekomen.
Wanneer de organisatie niet onderworpen is aan de verzekeringsverplichting en evenmin uit vrije wil een permanente dekking wil afsluiten, moet dit formulier samen met de eventuele bijlagen worden overgemaakt tenminste 10 werkdagen vóór de aanvang van de occasionele of tijdelijke activiteit die de organisatie wenst te verzekeren. 1) Beschrijving van de organisatie Benaming : .. . . .
Adres : . . . . .
Telefoonnummer : . . . . .
Faxnummer : . . . . .
Adres e-mail : . . . . .
Adres van de webstek : . . . . .
Juridische vorm : . . . . .
Indien het een rechtspersoon betreft, ondernemingsnummer : . . . . .
Vertegenwoordigd door (naam, adres en hoedanigheid) : . . . . .
Type organisatie (kruis de goede categorie aan) : -( feitelijke vereniging, die minstens één persoon onder arbeiders- of bediendecontract tewerkstelt. -( rechtspersoon -( organisatie waarvan de feitelijke vereniging die de vrijwilligersactiviteiten organiseert deel uitmaakt, naam van deze feitelijke vereniging. -( elke andere organisatie. 2) Gevraagde dekking -( de organisatie wenst een permanente dekking. -( de organisatie wenst een dekking voor één of meer occasionele of tijdelijke activiteiten, hierna beschreven.
Ingeval de organisatie een permanente dekking wenst, hecht zij aan dit formulier een afschrift van haar statuten of, bij gebreke hiervan, in het kader hieronder een beschrijving van de doeleinden die zij nastreeft : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aantal vrijwilligers : Beschrijving van de specifieke vrijwilligersactiviteiten georganiseerd door de organisatie wanneer deze geen permanente dekking wenst en enkel één of meer occasionele of tijdelijke activiteiten wenst te verzekeren Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld OPGELET ! Buiten de hierboven genoemde elementen heeft de organisatie de verplichting om nauwkeurig alle door haar gekende elementen mede te delen die zij redelijkerwijze moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de verzekeraar en van alle latere omstandigheden die van aard zijn om het risico te verminderen of te verzwaren (bijvoorbeeld de aard van de activiteit, het aantal vrijwilligers . . . . . ) De overgemaakte informatie moet juist en volledig zijn en beantwoorden aan de werkelijkheid, op straffe voor de organisatie om de toepassing te ondergaan van de artikelen 5 tot 7 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst, te weten de nietigheid van de overeenkomst, de ontbinding van de overeenkomst, de dekkingsweigering, de vermindering van de verzekeringsprestatie.
OPGELET ! Dit formulier is geen verzekeringsvoorstel. De verzekeraar kan binnen de 10 of 5 werkdagen, naargelang om een permanente dan wel een tijdelijke of occasionele verzekeringsdekking wordt gevraagd, bijkomende informatie vragen of binnen diezelfde termijn kennis geven van zijn aanvaarding of weigering tot dekkingsverlening. Bij gebreke aan reactie, is de verzekeraar verplicht het risico te verzekeren.
Naam, hoedanigheid en handtekening van de vertegenwoordiger : - . . . . . - . . . . . - . . . . .
Opgemaakt te............................................................., op .......................................
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd aan Ons besluit van 21 december 2006 tot vaststelling van de voorwaarden en de wijze van het sluiten van de collectieve verzekering tot dekking van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid buiten overeenkomst van de organisaties die werken met vrijwilligers ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, M. VERWILGHEN De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE _______ Nota (1) Gewijzigd door de wetten van 27 december 2005 en 19 juli 2006.