Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 augustus 2008
gepubliceerd op 08 september 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2008014269
pub.
08/09/2008
prom.
21/08/2008
ELI
eli/besluit/2008/08/21/2008014269/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 AUGUSTUS 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer aan Uwe Majesteit een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E ter ondertekening voor te leggen.

Dit besluit beoogt de vrijmaking van de organisatie van de examens betreffende het rijbewijs van de categorieën C en D en betreffende de vakbekwaamheid uit te stellen.

Het koninklijk besluit van 4 mei 2007 voorziet immers dat deze examens vanaf 10 september 2008 zullen plaatsvinden in de exameninstellingen erkend overeenkomstig de bepalingen van dat besluit en niet meer uitsluitend in de instellingen aangeduid in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.

Ingevolge de recente institutionele beslissingen en de daaruit volgende budgettaire implicaties op het vlak van de organisatorische implementatie van een vrije markt kunnen de bepalingen die deze vrijmaking in het leven roepen echter niet op de voorziene datum in werking treden.

Het ontwerp van koninklijk besluit voorziet daarom dat de examens zowel betreffende het rijbewijs als betreffende de vakbekwaamheid tot 9 september 2009 zullen worden georganiseerd door de organismen die zijn aangeduid in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.

De Raad van State heeft twee opmerkingen geformuleerd met betrekking tot het ontwerp. Er werd evenwel geen rekening gehouden met de opmerking die de opheffing aanbeveelt van artikel 76, tweede lid van het koninklijk besluit van 4 mei 2007. Deze bepaling werd behouden gezien ze eveneens van toepassing is op de opleidingscentra waarvoor de toegekende erkenningen in werking kunnen treden op 10 september 2008.

Dit is het voorwerp van het ontwerp van besluit dat aan Uwe Majesteit ter ondertekening wordt voorgelegd.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en trouwe dienaar, De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

ADVIES 44.913/2/V VAN 23 JULI 2008 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede vakantiekamer, op 15 juli 2008 door de Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste Minister verzocht hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E", heeft het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid. 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996 en vervangen bij de wet van 2 april 2003, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering in de brief met de adviesaanvraag aldus : « Het verzoek om spoedbehandeling is gemotiveerd door de omstandigheid dat mijn voorganger de heer Leterme als Minister van Mobiliteit - ingevolge de recente institutionele beslissingen en de daaruit volgende budgettaire implicaties op het vlak van de organisatorische implementatie van een vrije markt voor de examenorganisatie zoals ze was voorzien in het koninklijk besluit van 4 mei 2007 - beslist heeft de liberalisatie voorlopig uit te stellen gedurende één jaar te rekenen vanaf 10 september 2008. Rekening houdend met het feit dat deze beslissing inhoudt dat de organisatie van de examens rijbewijs daarmee niet zal worden opgenomen door nieuw te erkennen instellingen maar verder zal worden behartigd door de organismen aangeduid in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en, dat deze organismen tevens zullen instaan voor de organisatie van de examens vakbekwaamheid zoals ze worden voorzien in het koninklijk besluit van 4 mei 2007. Aangezien laatstgenoemd koninklijk besluit en de daarin voorziene examens rijbewijs voor de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E en examens vakbekwaamheid C en D in werking treedt op 10 september 2008 voor het personenvervoer. Dat België op die datum deze examens voor de professionele buschauffeurs dient te organiseren om een mogelijke veroordeling door Europa uit te sluiten wegens het niet tijdig toepassen van Europese opgelegde normen, met name de inwerkingtreding van de Richtlijn nr. 2003/59/EG zoals ze werd omgezet in Belgisch recht via het koninklijk besluit van 4 mei 2007. » Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp Dispositief Artikel 2 De wijziging die bij het ontworpen artikel 2 wordt aangebracht in artikel 76, derde lid, van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 (1) verleent deze bepaling een algemene strekking die aan het tweede lid alle betekenis ontneemt. De rechtszekerheid gebiedt dat dit lid wordt opgeheven.

Artikel 4 Artikel 4 laat artikel 2 terugwerken tot 1 januari 2008. De gecombineerde lezing van die beide bepalingen zou tot gevolg hebben dat de instellingen belast met de examens die voorafgaan aan de afgifte van rijbewijzen en bewijzen van vakbekwaamheid (2) aan, en met de nascholing (3) of met de alternerende beroepsopleiding (4) van bestuurders van voertuigen van categorie D, zich pas op een erkenning zouden kunnen beroepen vanaf 10 september 2009, terwijl artikel 76, tweede lid, van het koninklijk besluit van 4 mei 2007, wat die instellingen betreft (5), thans bepaalt dat de betrokken erkenningen uitwerking hebben vanaf 10 september 2008.

Op de vraag naar het waarom van die maatregel heeft de gemachtigde van de minister het volgende geantwoord : « L'entrée en vigueur de l'article 2 avec effet rétroactif a été prévue étant donné que, en vertu de l'article 76, alinéas 1er et 2, de l'arrêté royal du 4 mai 2007, les agréments des instituts d'examen chargés des examens pour les conducteurs des véhicules du groupe D peuvent être accordés depuis le 1er janvier 2008 et prennent effet à partir du 10 septembre 2008.

Vu la modification de l'article 76, les agréments des instituts d'examen, y compris pour le groupe D, ne prendront effet qu'à partir du 10 septembre 2009. La rétroactivité de l'entrée en vigueur de l'article 2 du projet a dès lors été prévue pour éviter que les titulaires d'agréments d'instituts d'examen pour les examens du groupe D qui pourraient théoriquement être délivrés avant le 10 septembre 2008 ne puissent se prévaloir de la disposition de l'article 76, alinéa 2 prévoyant que les agréments prennent effet au 10 septembre 2008. » Zulk een terugwerking geeft aanleiding tot enig voorbehoud doordat daarmee afbreuk kan worden gedaan aan de terechte verwachtingen van de erkenninghouders die erkend zijn voor groep D, die mogen verwachten dat ze vanaf 10 september e.k. examens kunnen organiseren en opleidingen kunnen verzorgen.

De gemachtigde van de minister heeft evenwel, toen haar daarover opnieuw vragen zijn gesteld, verzekerd dat er nog geen erkenningen waren verleend (6). De terugwerkingsmaatregel zou aldus doelloos kunnen blijken te zijn indien die toestand zo blijft tot 10 september 2008, de datum waarop het hele besluit in werking treedt.

Er zou wel een probleem rijzen indien ondertussen erkenningen zouden worden afgegeven. Volgens vaste rechtspraak is niet-retroactiviteit van bestuurshandelingen gebruikelijk, krachtens een algemeen rechtsbeginsel. Bij ontstentenis van enige wettelijke machtiging kan retroactiviteit enkel uitzonderlijk worden toegestaan, wanneer deze noodzakelijk is, inzonderheid voor de continuïteit van de openbare dienst of voor de regularisatie van een feitelijke of rechtelijke situatie en voor zover daarbij rekening wordt gehouden met de eisen inzake rechtszekerheid en individuele rechten.

Aan die voorwaarden zou in het onderhavige geval niet zijn voldaan.

In de beide gevallen moeten de woorden ", met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft op 1 januari 2008" vervallen.

De kamer was samengesteld uit : De heren : Y. Kreins, kamervoorzitter;

J. Vanhaeverbeek en M. Päques, staatsraden;

Mevr. A.-C. Van Geersdaele, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer P. Gilliaux, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer R. Andersen, eerste voorzitter van de Raad van State.

De griffier, A.-C. Van Geersdaele.

De voorzitter, Y. Kreins. _______ Nota's (1) Koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E.(2) Zie artikel 76, eerste lid, dat naar de erkenningen aan de orde in titel III, hoofdstuk 2, verwijst.(3) Zie artikel 76, eerste lid, dat naar de erkenningen aan de orde in titel IV, hoofdstuk 2, verwijst.(4) Zie artikel 76, eerste lid, dat naar de erkenningen aan de orde in titel V, hoofdstuk 1, verwijst.(5) Zie, a contrario, de huidige versie van artikel 76, derde lid, van het koninklijk besluit van 4 mei 2007.(6) Het heeft weinig belang of er al erkenningsaanvragen zijn ingediend of niet.De artikelen 23 en 24 van het koninklijk besluit van 4 mei 200 laten de Minister van Mobiliteit een beoordelingsbevoegdheid voor de toekenning. van de erkenning van de examencentra. Ze bevatten evenmin een bindende termijn waarna de erkenning van rechtswege zou worden toegekend. Die vaststelling geldt ook voor de artikelen 47, 48, 50 en 51 betreffende de erkenning van de opleidingscentra en van de centra voor alternerende opleiding (wat de artikelen 47, § 3, en 50, § 3, betreft, moet een onderscheid worden gemaakt tussen de erkenning van de centra en de goedkeuring van de opleidingsprogramma's). Nu er geen stellige zekerheid is over de goede afloop van zijn erkenningsaanvraag, lijkt er dan ook geen enkele kandidaat gerechtigd om te verwachten dat hij beslist de bovengenoemde activiteiten zal mogen uitoefenen. Ze kunnen zich nog minder beroepen op een recht.

21 AUGUSTUS 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 februari 1969 betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 1, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 28 juli 1987 en 15 mei 2006;

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 21 juni 1985, 20 juli 1991, 5 augustus 2003 en 20 juli 2005, op artikel 21, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1976 en 18 juli 1990, op artikel 23, gewijzigd bij de wetten van 9 juli 1976, 29 februari 1984, 18 juli 1990 en 7 februari 2003, op artikel 26, gewijzigd bij de wet van 9 juli 1976 en op artikel 27, vervangen bij de wet van 9 juli 1976 en gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E;

Gelet op de betrokkenheid van de Gewestregeringen;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de Minister van Mobiliteit - ingevolge de recente institutionele beslissingen en de daaruit volgende budgettaire implicaties op het vlak van de organisatorische implementatie van een vrije markt voor de examenorganisatie zoals ze was voorzien in het koninklijk besluit van 4 mei 2007 - beslist heeft de liberalisatie voorlopig uit te stellen gedurende één jaar te rekenen vanaf 10 september 2008. Rekening houdend met het feit dat deze beslissing inhoudt dat de organisatie van de examens rijbewijs daarmee niet zal worden opgenomen door nieuw te erkennen instellingen maar verder zal worden behartigd door de organismen aangeduid in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs en, dat deze organismen tevens zullen instaan voor de organisatie van de examens vakbekwaamheid zoals ze worden voorzien in het koninklijk besluit van 4 mei 2007. Aangezien laatstgenoemd koninklijk besluit en de daarin voorziene examens rijbewijs voor de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E en examens vakbekwaamheid C en D in werking treedt op 10 september 2008 voor het personenvervoer. Dat België op die datum deze examens voor de professionele buschauffeurs dient te organiseren om een mogelijke veroordeling door Europa uit te sluiten wegens het niet tijdig toepassen van Europese opgelegde normen, met name de inwerkingtreding van de Richtlijn nr. 2003/59/EG zoals ze werd omgezet in Belgisch recht via het koninklijk besluit van 4 mei 2007.

Gelet op het advies nr. 44/913/2/V van de Raad van State, gegeven op 23 juli 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Eerste Minister en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : TITEL I. - Algemeenheden

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E wordt een artikel 74bis ingevoegd, luidende : «

Art. 74bis.§ 1. In afwijking van de bepalingen van Titel III worden de theorie- en praktijkexamens met het oog op het behalen van het rijbewijs geldig voor het besturen van voertuigen van groep 2 tot en met 9 september 2009 afgelegd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs. § 2. In afwijking van de bepalingen van artikel 21, § 1, tweede lid, worden de examens met het oog op het behalen van het getuigschrift van basiskwalificatie tot en met 9 september 2009 georganiseerd door de examencentra bedoeld in artikel 25, van het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs en door de organismen bedoeld in artikel 4, 4°, 5° en 7° van het koninklijk besluit betreffende het rijbewijs voor de kandidaten die daar een opleiding hebben gevolgd. »

Art. 2.In artikel 76, derde lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « voor het gedeelte examinering van bestuurders van voertuigen van groep C » opgeheven.

Art. 3.In artikel 77 van hetzelfde besluit, wordt het tweede lid vervangen als volgt : « In afwijking van het eerste lid : a) de artikelen 56, 57, 58, 59, 60, 65, 67, 68, 69, 70 en 72 treden op 10 september 2009 in werking voor de bestuurders van voertuigen van groep C.b) de artikelen 62, 63 en 66 treden in werking op 10 september 2009.»

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 10 september 2008, met uitzondering van artikel 2 dat uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2008.

Art. 5.De Minister bevoegd voor het Wegverkeer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 21 augustus 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, Y. LETERME De Staatssecretaris voor Mobiliteit, E. SCHOUPPE

^