gepubliceerd op 01 juni 2007
Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van afschaffing van het Amortisatiefonds van de Leningen voor de Sociale Huisvesting en inzonderheid tot regeling van de overdracht van zijn taken, goederen, rechten en verplichtingen naar de Staat
21 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot bepaling van de datum van afschaffing van het Amortisatiefonds van de Leningen voor de Sociale Huisvesting en inzonderheid tot regeling van de overdracht van zijn taken, goederen, rechten en verplichtingen naar de Staat
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 16 december 2003 tussen de federale Regering, de Vlaamse Regering, de Waalse Regering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de definitieve regeling van de schulden uit het verleden en de ermee verband houdende lasten inzake sociale huisvesting, inzonderheid op de artikelen 6 en 7;
Gelet op de wet van 9 juli 2004 houdende diverse bepalingen, inzonderheid op artikel 4 waarbij instemming betuigd wordt met voormeld Samenwerkingsakkoord van 16 december 2003;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 december 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 23 december 2004;
Gelet op de adviezen van de Raad van State, nr. 37.996/2 gegeven op 4 januari 2005 en nr. 42.629/2 gegeven op 3 april 2007, allebei met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen door de wet van 2 april 2003;
Overwegende dat, ingevolge de wet van 9 juli 2004 houdende diverse bepalingen, inzonderheid artikel 4, waarin instemming wordt betuigd met het voormeld Samenwerkingsakkoord van 16 december 2003, het Amortisatiefonds van de Leningen voor de Sociale Huisvesting (hierna het « Fonds » genoemd) geen nut meer heeft;
Overwegende dat het Fonds onverwijld dient te worden afgeschaft om nutteloze kosten te vermijden;
Overwegende dat het Vlaamse Parlement bij decreet van 24 juni 2005 en het Waalse Parlement bij begrotingsdecreet van 15 december 2005 hun instemming hebben betuigd met voormeld Samenwerkingsakkoord van 16 december 2003;
Overwegende dat krachtens artikel 6, tweede lid van het koninklijk besluit van 3 juli 1990 houdende vaststelling van de administratieve toestand van de gedetacheerde personeelsleden bij het Amortisatiefonds van de Leningen voor de Sociale Huisvesting, Onze Minister van Financiën een einde kan maken aan de detachering van het personeel bij het Fonds met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste drie maanden en ten hoogste zes maanden;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het Amortisatiefonds van de Leningen voor de Sociale Huisvesting wordt ontbonden, in uitvoering van artikel 6, § 1, van het Samenwerkingsakkoord van 16 december 2003 tussen de federale Regering, de Vlaamse Regering, de Waalse Regering en de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de definitieve regeling van de schulden uit het verleden en de ermee verband houdende lasten inzake sociale huisvesting.
Art. 2.De leidende ambtenaar wordt belast met de verrichtingen die de ontbinding van het Fonds met zich meebrengt. De algemene regels van het gemeen recht, in het bijzonder deze inzake huurcontracten of leasing, zijn van toepassing op de verrichtingen met betrekking tot de ontbinding van het Fonds.
De rekeningen afgesloten op de datum van ontbinding van het Fonds moeten binnen drie maanden na deze ontbinding door het Fonds ter goedkeuring voorgelegd worden aan Onze Minister van Financiën.
Het Fonds wordt afgeschaft op de dag van de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad door Onze Minister van Financiën van het bericht dat hij de in het tweede lid bedoelde rekeningen heeft goedgekeurd.
Dit bericht dient ten laatste binnen zes maanden na de datum van ontbinding van het Fonds te worden bekendgemaakt en geeft dit lid weer.
Art. 3.Op de datum van de ontbinding van het Fonds, worden de taken, goederen, rechten en verplichtingen van het Fonds overgedragen aan de Staat. Deze overdracht is van rechtswege tegenstelbaar aan derden.
Art. 4.Er wordt een einde gemaakt aan de detachering van de personeelsleden van het Fonds met uitzondering van deze van de leidende ambtenaar, met een vooropzeg van drie maanden die ingaat op de datum van de ontbinding van het Fonds.
Er wordt een einde gemaakt aan de detachering van de leidende ambtenaar, met een vooropzeg die ingaat op de datum van ontbinding van het Fonds en eindigt op de datum van afschaffing van het Fonds.
Art. 5.Het mandaat van de bestuurders van het Fonds die de federale overheid vertegenwoordigen, wordt beëindigd op de datum van afschaffing van het Fonds.
Art. 6.Het mandaat van de regeringscommissaris en van de plaatsvervangende regeringscommissaris wordt beëindigd op de datum van afschaffing van het Fonds.
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de laatste van volgende data : 1° de dag waarop de ordonnantie waarbij het Brussels Hoofdstedelijk Parlement zijn instemming betuigt met het voormeld Samenwerkingsakkoord van 16 december 2003, in werking treedt;2° de dag waarop dit besluit in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 8.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS