gepubliceerd op 14 oktober 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 83 van 3 juni 2003, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling en vaststelling, voor 2003 en 2004, van de procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt
20 SEPTEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 83 van 3 juni 2003, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling en vaststelling, voor 2003 en 2004, van de procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 7, alinea 1, 18 en 28;
Gelet op de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, laatst gewijzigd door de overeenkomst nr. 17vicies quater van 19 december 2001, overeenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad, en respectievelijk algemeen verbindend verklaard door de koninklijke besluiten van 16 januari 1975 en van 4 februari 2002;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995 en nr. 46septies van 25 april 1995, overeenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad, respectievelijk algemeen verbindend verklaard door de koninklijke besluiten van 10 mei 1990, van 8 maart 1995 en van 7 juni 1995;
Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage opgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 83 gesloten op 3 juni 2003 in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling en vaststelling, voor 2003 en 2004, van de procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Santorini, 20 september 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 1 april 2003, Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003.
Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 10 mei 1990, Belgisch Staatsblad van 13 juni 1990.
Koninklijk besluit van 8 maart 1995, Belgisch Staatsblad van 24 maart 1995.
Koninklijk besluit van 16 juni 1995, Belgisch Staatsblad van 27 juni 1995.
Koninklijk besluit van 4 februari 2002, Belgisch Staatsblad van 12 maart 2002.
Bijlage Nationale Arbeidsraad Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 83 van 3 juni 2003 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot instelling en vaststelling, voor 2003 en 2004, van de procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die tewerkgesteld zijn in een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt Geregistreerd op 19 juni 2003 onder het nr. 66559/CO/300 Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 7, tweede alinea, waarin is bepaald dat in de Nationale Arbeidsraad een collectieve arbeidsovereenkomst kan worden gesloten voor een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer een opgericht paritair comité niet werkt;
Gelet op de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994, nr. 17vicies van 17 december 1997 en nr. 17 vicies quater van 19 december 2001;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995 en nr. 46 septies van 25 april 1995;
Overwegende dat voor de bedrijfstakken die niet onder een opgericht paritair comité ressorteren of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt, een collectieve arbeidsovereenkomst moet worden gesloten om in die gevallen uitvoering te kunnen geven aan artikel 110 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, gewijzigd door artikel 33 van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van de werkgelegenheid en kwaliteit van het leven en door artikel 12 van de voornoemde wet van 1 april 2003;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers : - het Verbond van Belgische Ondernemingen - de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979 - de Boerenbond - "la Fédération wallonne de l'Agriculture" - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België - het Algemeen Belgisch Vakverbond - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België op 3 juni 2003 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten. HOOFDSTUK I. - Draagwijdte van de overeenkomst
Artikel 1.Deze overeenkomst beoogt zowel de instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers die worden ontslagen, als de vaststelling van de procedure van tenuitvoerlegging en van de voorwaarden voor de toekenning ervan.
Zij wordt gesloten ingevolge artikel 110 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen, gewijzigd door artikel 33 van de wet van 10 augustus 2001 betreffende de verzoening van de werkgelegenheid en kwaliteit van het leven en door artikel 12 van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.Deze overeenkomst geldt voor de werkgevers en de werknemers waarop de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités van toepassing is en die vallen onder een bedrijfstak die niet onder een opgericht paritair comité ressorteert of wanneer het opgericht paritair comité niet werkt. HOOFDSTUK III. - Tenuitvoerlegging
Art. 3.Het komt de werkgevers toe de in artikel 1 van deze overeenkomst genoemde regeling ten uitvoer te leggen door middel van een toetreding.
Deze toetreding kan gebeuren in de vorm van een collectieve arbeidsovereenkomst, een toetredingsakte opgemaakt overeenkomstig artikel 4 of een wijziging van het arbeidsreglement.
Zij heeft uitsluitend betrekking op de regeling en de voorwaarden voor de toekenning ervan, zoals bedoeld in artikel 1.
Ongeacht de vorm van de toetreding moet de neerlegging gebeuren op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Art. 4.De toetredingsakte wordt opgemaakt overeenkomstig de volgende procedure en volgens het model dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd.
Het ontwerp van toetredingsakte wordt door de werkgever aan elke werknemer schriftelijk meegedeeld.
Gedurende acht dagen vanaf die schriftelijke mededeling stelt de werkgever een register ter beschikking van de werknemers waarin zij hun opmerkingen mogen schrijven. Gedurende dezelfde termijn van acht dagen kan de werknemer of zijn vertegenwoordiger eveneens zijn opmerkingen meedelen aan het districtshoofd van de Inspectie van de sociale wetten waar de onderneming gevestigd is. De naam van de werknemer mag niet meegedeeld of ruchtbaar gemaakt worden.
Na deze termijn van acht dagen wordt de toetredingsakte, samen met het register, door de werkgever neergelegd op de Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
Art. 5.In geval van geschil betreffende de toepassing van de artikelen 3 en 4, met uitzondering van de geschillen inzake het arbeidsreglement, zal de Nationale Arbeidsraad, waarbij de zaak door de meest gerede partij aanhangig is gemaakt, teneinde uitspraak te doen het paritair comité aanwijzen waaronder de werkgevers met een soortgelijke activiteit ressorteren.
Commentaar Wat betreft de geschillen inzake het arbeidsreglement, wordt in herinnering gebracht dat de artikelen 11 en 12 van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen van toepassing zijn.
Daarin is bepaald dat, indien er voor een bedrijfstak geen paritair comité bestaat, de terzake bevoegde minister, die door de voorzitter van de ondernemingsraad van het geschil in kennis is gesteld, of, wanneer er geen ondernemingsraad bestaat, de door de Koning aangewezen ambtenaar de zaak aanhangig maakt bij de Nationale Arbeidsraad die, teneinde uitspraak te doen over het geschil, het paritair comité aanwijst waaronder de ondernemingen ressorteren die een soortgelijke activiteit hebben. HOOFDSTUK IV. - Toepassingsregels
Art. 6.De in artikel 1 vastgelegde regeling geldt voor de werknemers die worden ontslagen, behalve wegens dringende reden in de zin van de wetgeving betreffende de arbeidsovereenkomsten, en die 56 jaar of ouder zijn gedurende de periode van 1 januari 2003 tot 31 december 2004 en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 33 jaar kunnen laten gelden.
Die werknemers moeten bovendien kunnen bewijzen dat zij op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst ten minste 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregeling zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 van 23 maart 1990 betreffende de begeleidingsmaatregelen voor ploegenarbeid met nachtprestaties alsook voor andere vormen van arbeid met nachtprestaties, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 46sexies van 9 januari 1995 en nr. 46septies van 25 april 1995.
De werknemer die de in de vorige alinea's vastgestelde voorwaarden vervult en wiens opzegtermijn na 31 december 2004 verstrijkt, behoudt het recht op de aanvullende vergoeding.
Art. 7.Voor de punten die niet door deze overeenkomst geregeld zijn, onder andere wat het bedrag van de aanvullende vergoeding betreft, wordt verwezen naar de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 17bis van 29 januari 1976, nr. 17nonies van 7 juni 1983, nr. 17duodevicies van 26 juli 1994, nr. 17vicies van 17 december 1997 en nr. 17vicies quater van 19 december 2001. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en duur van de overeenkomst
Art. 8.Deze overeenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij treedt in werking met ingang van 1 januari 2003 en treedt buiten werking op 31 december 2004.
Gedaan te Santorini, 3 juni 2003.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 september 2003.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE