Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 10 juni 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92

bron
ministerie van financien
numac
1997003253
pub.
10/06/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997003253/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 MEI 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het KB/WIB 92 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op : - artikel 36, tweede lid; - artikel 101, § 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 december 1996; - artikel 129, tweede lid; - artikel 167; - artikel 271, gewijzigd bij de wet van 6 juli 1994; - artikel 275, §§ 1 en 2; - artikel 300, § 1; - artikel 301, tweede lid; - artikel 342, § 2; - artikel 360, tweede lid; - artikel 463bis, ingevoegd door de wet van 22 juli 1993 en gewijzigd bij de wetten van 30 maart 1994, 21 december 1994 en 20 december 1995; - artikel 469;

Gelet op het KB/WIB 92, inzonderheid op : - artikel 18, § 3, 4, a, vervangen door het koninklijk besluit van 18 februari 1994; - de titel van afdeling XIX van hoofdstuk 1; - artikel 54; - artikel 63, § 2; - artikel 65, eerste lid; - artikel 72; - artikel 87, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 augustus 1993, 22 oktober 1993 en 10 januari 1997; - artikel 88; - artikel 92, § 1, tweede lid, vervangen door het koninklijk besluit van 22 oktober 1993 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1997; - artikel 164, § 1; - de titel van afdeling VII van hoofdstuk III; - artikel 177; - artikel 182, § 3; - artikel 204, 4° en 5°; - bijlage III, vervangen door het koninklijk besluit van 10 januari 1997;

Gelet op de wetten op de Raad van State, geco"rdineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende : - dat, ingevolge het koninklijk besluit van 20 december 1996 houdende diverse fiscale maatregelen, met toepassing van de artikelen 2, § 1, en 3, § 1, 2° en 3°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, het belastingstelsel dat van toepassing is op de inkomsten van natuurlijke personen uit een opdracht van bestuurder of zaakvoerder van een vennootschap met ingang van 1 januari 1997 eenvormig wordt gemaakt; - dat, ingevolge het voormelde koninklijk besluit van 20 december 1996, de meerwaarden die buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid worden verwezenlijkt op bepaalde gebouwde onroerende goederen met ingang van 1 januari 1997 belastbaar zijn en dat, vanaf dezelfde datum, de aan de bron ingehouden belasting van niet-inwoners niet meer van toepassing is op meerwaarden verwezenlijkt op onroerende goederen met beroepskarakter; - dat de toepassingsregels inzake bedrijfsvoorheffing moeten worden aangepast aan de wijzigingen die met ingang van 1 januari 1997 in artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen zijn aangebracht door het koninklijk besluit van 16 december 1996 tot wijziging van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, met toepassing van de artikelen 15, 6° en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van de artikelen 2, § 1 en 3, § 1, 4° en § 2 van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie; - dat dit besluit inzonderheid de aanpassing regelt van het KB/WIB 92 aan de bepalingen van de voormelde koninklijke besluiten van 16 en 20 december 1996; - dat de voornaamste aanpassingen van toepassing zijn op inkomsten die worden verleend of toegekend en op meerwaarden die worden verwezenlijkt met ingang van 1 juni 1997; - dat de betrokken belastingplichtigen daarvan zo spoedig mogelijk moeten worden ingelicht; - dat, om de vestiging en de inning van de belasting niet te vertragen, dit besluit zo spoedig mogelijk moet worden bekendgemaakt; - dat dit besluit dus dringend moet worden getroffen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 18, § 3, 4, a, van het KB/WIB 92, vervangen door het koninklijk besluit van 18 februari 1994, worden de woorden « , bestuurders en werkende vennoten » vervangen door de woorden « en bedrijfsleiders ».

Art. 2.Het opschrift van afdeling XIX van hoofdstuk I van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Meerwaarden op onroerende goederen (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 101, § 3) ».

Art. 3.In artikel 54 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.In gevallen als vermeld in artikel 101, § 3, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en onverminderd §§ 1 en 2 van dat artikel, wordt de meerwaarde die ter gelegenheid van een overdracht onder bezwarende titel is verwezenlijkt op in België gelegen onroerende goederen of op zakelijke rechten met betrekking tot die onroerende goederen, vastgesteld met inachtneming van volgende bepalingen. »; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden « van het registratierecht » telkens vervangen door de woorden « van het registratierecht of de BTW »;3° paragraaf 2, vierde lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Slaat de overdracht op de blote eigendom of op het vruchtgebruik van een goed of wordt op een goed een ander zakelijk recht gevestigd, dan wanneer de vervreemder het onroerend goed in volle eigendom verkreeg, dan is de tweede grootheid van het verschil gelijk aan de prijs of de verkoopwaarde van de volle eigendom van dat goed bij de verkrijging, bepaald overeenkomstig artikel 101, § 1, 2°, of § 2, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, naargelang van het geval, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan de eerste grootheid van het verschil vastgesteld op de wijze bepaald in onderhavige paragraaf, en de noemer aan de verkoopwaarde van de volledige eigendom van het goed op de dag van de overdracht of vestiging van gezegd recht.Als waarde van die tweede grootheid mag evenwel nooit een bedrag in aanmerking worden genomen dat de kostprijs of de verkoopwaarde van de volle eigendom van het goed bij de verkrijging overtreft. »; 4° in paragraaf 3 worden tussen de woorden « het registratierecht » en « heeft gediend » telkens de woorden « of de BTW » ingevoegd;5° in paragraaf 5, eerste lid, worden tussen de woorden « het registratierecht » en « aan dat deel » de woorden « of de BTW » ingevoegd;6° in paragraaf 5, tweede lid, eerste streepje, worden de woorden « -bepaald overeenkomstig artikel 101, § 1, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992- » vervangen door de woorden « -bepaald overeenkomstig artikel 101, § 1, 2°, of § 2, eerste lid, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, naargelang van het geval- »;7° in paragraaf 5, tweede lid, tweede streepje worden tussen de woorden « het registratierecht » en « is toegekend » de woorden « of de BTW » ingevoegd;8° in paragraaf 6 worden tussen de woorden « het registratierecht » en « heeft gediend » telkens de woorden « of de BTW » ingevoegd;9° paragraaf 8 wordt aangevuld met de woorden « of de BTW »;10° in paragraaf 9, eerste lid, worden de woorden « van de vergoeding » vervangen door de woorden « van de vergoedingen » en worden de woorden « artikel 101, § 1 » vervangen door de woorden « artikel 101, §§ 1 en 2 ».

Art. 4.In artikel 63, § 2, van hetzelfde besluit worden de woorden « in de §§ 1 en 2 » vervangen door de woorden « in de §§ 1, 2 en 3 ».

Art. 5.In artikel 65, eerste lid, van hetzelfde besluit, worden de woorden « van bestuurders en werkende vennoten » vervangen door de woorden « van bedrijfsleiders ».

Art. 6.Artikel 72 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 7.Artikel 87 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 augustus 1993, 22 oktober 1993 en 10 januari 1997, wordt aangevuld als volgt : « 9° vergoedingen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van winst of van baten, zelfs indien ze op een vorige beroepswerkzaamheid betrekking hebben. ».

Art. 8.In artikel 92, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 22 oktober 1993, en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 januari 1997, worden de woorden « bestuurders of vereffenaars » vervangen door het woord « bedrijfsleiders ».

Art. 9.In artikel 164, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « in de artikelen 433 tot 442 » vervangen door de woorden « in de artikelen 433 tot 442bis ».

Art. 10.In het opschrift van afdeling VII van hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt het woord « ongebouwde » geschrapt.

Art. 11.In artikel 177 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 1.Bij overdracht onder bezwarende titel van in België gelegen onroerende goederen of van zakelijke rechten met betrekking tot zulke goederen, zijn de personen die krachtens artikel 35 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, verplicht zijn de akte of een verklaring waarbij de overdracht is vastgesteld, ter registratie aan te bieden en de desbetreffende rechten te betalen, verplicht, bij de registratie van die akte of van die verklaring, op het in artikel 39 of 40 van dat Wetboek vermelde kantoor, de belasting van niet-inwoners te betalen met betrekking tot de meerwaarden die belastbaar zijn als diverse inkomsten als bedoeld in artikel 228, § 2, 9°, g of i, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. »; 2° in paragraaf 2, derde lid, worden tussen de woorden « gebouwd onroerend goed » en « moet, wanneer de » de woorden « als bedoeld in artikel 91 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 » ingevoegd;3° paragraaf 2, vierde lid, wordt opgeheven;4° in paragraaf 2, vijfde lid, worden de woorden « in artikel 227 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 » vervangen door de woorden « in artikel 227, 1° of 3°, van hetzelfde Wetboek »;5° paragraaf 3 wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 3.De belasting van niet-inwoners verschuldigd op meerwaarden die belastbaar zijn als diverse inkomsten als bedoeld in artikel 228, § 2, 9°, g of i, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt overeenkomstig de bepalingen van hetzelfde Wetboek gevestigd en ingevorderd door de administratie der directe belastingen wanneer die belasting, om welke reden ook, niet is betaald ten kantore belast met de registratie van de akte of van de verklaring waarbij de overdracht is vastgesteld, of wanneer het als gezegde belasting aan de ontvanger van de registratie betaalde bedrag lager is dan het verschuldigde bedrag. »; 6° in paragraaf 4 wordt het woord « ongebouwde » geschrapt.

Art. 12.In artikel 182, § 3, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « in artikel 228, § 2, 8°, g, » worden vervangen door de woorden « in artikel 228, § 2, 9°, g, »;2° de woorden « in artikel 228, § 2, 9°, g, » worden vervangen door de woorden « in artikel 228, § 2, 9°, g en i, ».

Art. 13.In artikel 204 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 4° wordt aangevuld als volgt : « e) vastgestelde of vermoede meerwaarden van dat tijdperk vermeld in artikel 90, 10°, van hetzelfde Wetboek;»; 2° in het 5° worden de woorden « in artikel 223 » vervangen door de woorden « in de artikelen 222 en 223, 4° en 5°, ».

Art. 14.In bijlage III van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 10 januari 1997, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het nr.1, C, van de toepassingsregels worden de woorden « van bestuurders en werkende vennoten » vervangen door de woorden « van bedrijfsleiders »; 2° in het nr.4, B, van de toepassingsregels worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het eerste lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « In geval van cumulatie van pensioenen of renten als vermeld in punt A, betaald : - ofwel door de Rijksdienst voor Pensioenen (hierna de Rijksdienst) en de Administratie der Pensioenen (hierna de Administratie); - ofwel door de Rijksdienst en/of de Administratie en door een andere instelling vermeld in artikel 68, § 1, l, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, wordt het percentage van de per verkrijger op elk pensioen of rente in te houden bedrijfsvoorheffing vastgesteld en medegedeeld door de Rijksdienst of door de Administratie, naar analogie van de bepalingen van de artikelen 68 tot 68quinquies van voormelde wet. »; b) het derde lid, eerste streepje, wordt vervangen door de volgende bepaling : « -eensdeels, het totale brutobedrag van de wettelijke pensioenen en aanvullende voordelen als vermeld in artikel 68, § 1, a en c, van voormelde wet van 30 maart 1994, met uitzondering van de in de vorm van kapitaal uitbetaalde voordelen, zoals dat bedrag voor de toepassing van de artikelen 68 tot 68quinquies van dezelfde wet werd medegedeeld;»; 3° in de Franse tekst van nr.9, A, b, 6, van de toepassingsregels worden tussen de woorden « professionnels propres » en « qui ne dépassent pas » de woorden « , autres que des pensions, rentes ou revenus y assimilés, » ingevoegd; 4° het opschrift van nr.19 van de toepassingsregels wordt vervangen door de volgende bepaling : « Schadeloosstelling van tijdelijke derving van bezoldigingen, winst of baten »; 5° in het nr.19 van de toepassingsregels wordt een punt Abis ingevoegd luidend als volgt : « Abis. Wettelijke of extra-wettelijke vergoedingen betaald of toegekend als schadeloosstelling van een tijdelijke derving van winst of baten, zelfs indien ze op een vorige beroepswerkzaamheid betrekking hebben, en die door een verzekeringsinstelling of door een andere instelling of een andere tussenpersoon aan de verkrijger worden betaald, zijn aan de bedrijfsvoorheffing onderworpen tegen het tarief van 11,33 pct. of 22,66 pct. (zonder vermindering) naargelang het gaat om wettelijke of om extra-wettelijke vergoedingen. »; 6° in het nr.19, B, van de toepassingsregels, worden de woorden « wanneer de verkrijger van de vergoeding bewijst » vervangen door de woorden « wanneer de vergoeding is verkregen door een werknemer die bewijst »; 7° het opschrift van hoofdstuk IV van de toepassingsregels, wordt vervangen door de volgende bepaling : « Bezoldigingen van bedrijfsleiders »;8° het opschrift en de inleidende zin van hoofdstuk V, afdeling 3, van de toepassingsregels, wordt vervangen als volgt : « Bezoldigingen van bedrijfsleiders In afwijking van de nrs.39 tot 44 wordt de bedrijfsvoorheffing op bezoldigingen van bedrijsleiders, betaald of toegekend aan niet-inwoners die niet gedurende het volledige belastbare tijdperk een tehuis in België hebben behouden, vastgesteld overeenkomstig de hierna volgende regels. »; 9° in het opschrift van de schalen I, II en III, worden de woorden « Bezoldigingen van bestuurders en werkende vennoten » vervangen door de woorden « Bezoldigingen van bedrijfsleiders ».

Art. 15.Artikel 1 is van toepassing op de vanaf 1 januari 1997 toegekende voordelen van alle aard.

De artikelen 2 tot 5, 8, 11, 3°, 12, 2°, 13, 1° en 14, 2° en 3°, zijn van toepassing met ingang van 1 januari 1997.

Artikel 6 is van toepassing vanaf aanslagjaar 1996.

De artikelen 7 en 14, 1°, 4° tot 9°, zijn van toepassing op de inkomsten betaald of toegekend vanaf 1 juni 1997.

De artikelen 10 en 11, 1°, 2° en 4° tot 6°, zijn van toepassing op de meerwaarden verwezenlijkt vanaf 1 juni 1997.

Artikel 12, 1°, is van toepassing vanaf aanslagjaar 1993;

Artikel 13, 2°, is van toepassing vanaf aanslagjaar 1998.

Art. 16.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^