gepubliceerd op 04 oktober 2002
Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de sociale programmatie
20 JUNI 2002. - Koninklijk besluit houdende gedeeltelijke verdeling van het provisioneel krediet ingeschreven in het programma 18-60-1 van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 en bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de sociale programmatie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 24 december 2001 houdende de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002, inzonderheid op artikel 2.18.12;
Overwegende dat op het programma 18-60-1 van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 een niet-gesplitst provisioneel krediet is ingeschreven ten belope van 114.425.000 euro, bestemd tot het dekken van allerhande uitgaven voortvloeiend uit de wijziging van het indexcijfer van de consumptieprijzen en de sociale programmatie;
Overwegende dat binnen voormeld provisioneel krediet een bedrag van 45 miljoen euro is uitgetrokken voor de betaling van de bezoldigingen aan de voorzitters en de managers van de Federale Overheidsdiensten, alsook voor de financiering van de loopbaanhervorming in het kader van Copernicus;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een niet-gesplitst krediet ten belope van 396.000 euro wordt afgenomen van het provisioneel krediet ingeschreven op het programma 18.60.1 (basisallocatie 60.10.01.03) van de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2002 en wordt verdeeld overeenkomstig de bijgevoegde tabel.
De in de tabel vermelde bedragen worden gevoegd bij de kredieten welke onder de betrokken programma's en basisallocaties zijn uitgetrokken voor het begrotingsjaar 2002.
Art. 2.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juni 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 juni 2002.
ALBERT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Financiën, D. REYNDERS