gepubliceerd op 07 september 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
20 JULI 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, en houdende hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de federale overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 5 september 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;
Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 22 oktober 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 september 2003;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 januari 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 december 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 16 september 2003;
Gelet op het protocol nr. 487 van 13 april 2004 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de hervorming tot doel heeft de federale overheidsdienst om te vormen tot een dynamische organisatie die niet alleen een betere dienstverlening aan de gebruiker beoogt maar ook een betere werkgever wil zijn;
Overwegende dat een radicale verandering van de oriëntatie in het personeelsbeleid één van de peilers is van genoemde hervorming en dat de modernisering van de loopbanen van de rijksambtenaren hiervan een essentieel element uitmaakt;
Overwegende dat de hervorming van de bijzondere loopbanen van het personeel bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid zo vlug mogelijk moet worden gerealiseerd, gebaseerd op de bepalingen van het voornoemd koninklijk besluit van 5 september 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, van Onze Minister van Leefmilieu en van Onze Minister van Begroting, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ».
Art. 2.§ 1. Artikel 1, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. Bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid komen de volgende graden voor : In rang 13 : Gezondheidsinspecteur-directeur;
Inspecteur-directeur van het leefmilieu;
Adviseur van het leefmilieu;
Nucleair inspecteur-directeur;
Actuaris-directeur;
In rang 10 : Gezondheidsinspecteur;
Inspecteur van het leefmilieu;
Adjunct-adviseur van het leefmilieu;
Actuaris;
Nucleair inspecteur ». § 2. Artikel 1, § 2, van hetzelfde besluit wordt opgeheven. § 3. De §§ 3 en 4 van artikel 1 van hetzelfde besluit worden respectievelijk de §§ 2 en 3. § 4. Artikel 1, § 5, van hetzelfde besluit dat § 4 wordt, wordt vervangen als volgt : « § 4. Bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid worden de volgende graden geschrapt : In rang 28 : Eerstaanwezend gezondheidscontroleur;
In rang 26 : Gezondheidscontroleur;
In rang 20 : Adjunct-gezondheidscontroleur. ».
Art. 3.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° de artikelen 9 tot 11;2° het artikel 14. HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu
Art. 4.Het opschrift van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, wordt vervangen als volgt : « Koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid ».
Art. 5.Worden opgeheven in hetzelfde besluit : 1° de artikelen 13 en 14;2° het artikel 15, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 januari 2000, 4 december 2001 en 22 oktober 2002;3° de artikelen 20 tot 24, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 25 januari 2000, 4 december 2001 en 22 oktober 2002;4° het artikel 25. HOOFDSTUK III. - Integratie van de bijzondere loopbanen in de nieuwe loopbanen Afdeling 1. - Integratie van de bijzondere graden van niveau 2+ in
niveau B
Art. 6.§ 1. De ambtenaren die op 1 oktober 2002 titularis zijn van één van de geschrapte graden die hieronder opgenomen zijn in de linkerkolom, worden ambtshalve benoemd in de graad die in de rechterkolom voorkomt : Gezondheidscontroleur Technisch deskundige Eerstaanwezend gezondheidscontroleur § 2. Voor de berekening van de graadanciënniteit van de ambtenaren ambtshalve benoemd krachtens § 1, worden de diensten in aanmerking genomen gepresteerd in de geschrapte graad waarvan zij titularis waren of, in voorkomend geval, in de twee geschrapte graden van de loopbaan waarvan zij titularis zijn geweest.
De anciënniteit verkregen in niveau 2+ wordt geacht verkregen te zijn in niveau B.
Art. 7.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 6, § 1, worden ingeschaald in de weddenschalen verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verkregen geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 8.In afwijking van artikel 7 kunnen de ambtenaren benoemd in de graad van technisch deskundige, voorheen bekleed met de geschrapte graad van gezondheidscontroleur en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26K, het voordeel van de hierna vermelde weddenschaal behouden 17.994,53 - 27.166,51 3/1 x 252,18 2/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl./Cl. 23 j. / a. - N. B - G. A)
Art. 9.§ 1. De ambtenaren bedoeld in artikel 6, § 1, voorheen begunstigde van de weddenschaal 26C, bekomen automatisch de hierna vermelde weddenschaal, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben : 17.994, 53 - 27.166,51 3/1 x 252,18 2/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl./Cl. 23 j. / a. - N. B - G. A) § 2. De ambtenaren voorheen bekleed met de geschrapte graad van controleur bij het voormalig Ministerie van Middenstand en Landbouw en voorheen begunstigde van de weddenschaal 26C, bekomen automatisch de hierna vermelde weddenschaal, wanneer zij 9 jaar graadanciënniteit hebben : 17.994, 53 - 27.166, 51 3/1 x 252,18 2/2 x 390,04 3/2 x 672,31 9/2 x 624,27 (Kl./Cl. 23 j. / a. - N. B - G. A) § 3. De ambtenaren bedoeld in de §§ 1 en 2 die geslaagd zijn voor een competentiemeting, bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 35 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden.
Art. 10.§ 1. De ambtenaren voorheen begunstigde van de weddenschaal 26C kunnen deelnemen aan competentiemeting 1. § 2. De ambtenaren voorheen begunstigde van de weddenschaal 26K kunnen deelnemen aan competentiemeting 2. § 3. De ambtenaren voorheen begunstigde van de weddenschaal 26K en die ten minste 12 jaar graadanciënniteit hebben op 1 oktober 2002, bekomen, wanneer zij geslaagd zijn voor competentiemeting 2, de weddenschaal BT2 van zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben.
De niet-geslaagden bekomen, zodra zij 18 jaar graadanciënniteit hebben, de weddenschaal 28 H opgenomen in bijlage 7 bij het koninklijk besluit van 5 september 2002 houdende hervorming van de loopbaan van sommige ambtenaren in de Rijksbesturen.
De in het tweede lid bedoelde ambtenaren kunnen deelnemen aan competentiemeting 2.
Indien zou blijken dat de algemene bepalingen inzake integratie gunstiger zijn dan deze paragraaf, dan worden de voordeligste bepalingen toegepast. Afdeling 2. - Bijzondere integratiebepalingen voor gemene graden van
niveau 2 in het niveau C en van niveau 3 in niveau D
Art. 11.§ 1. De ambtenaren die titularis waren van een geschrapte gemene graad en die begunstigde zijn van een bijzondere weddenschaal, worden ingeschaald in de weddenschaal verbonden aan hun nieuwe graad overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage. § 2. De door deze ambtenaren verworven geldelijke anciënniteit wordt geacht verkregen te zijn in de nieuwe weddenschaal.
Art. 12.§ 1. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 17.728,11 - 26.280,49 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (KI./CI. 20 j./a. - N. C - G. A) § 2. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 16.416,43 - 24.968,81 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 9/2 x 623,61 (KI./CI. 20 j./a. - N. C - G. A) § 3. De ambtenaren bedoeld in de §§ 1 en 2 kunnen deelnemen aan competentiemeting 4.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 4. In afwijking van § 3, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA 2 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1 of § 2. § 5. De geslaagden bedoeld in § 3, die een anciënniteit van 4 jaar hebben in de weddenschaal CA 2, bekomen de weddenschaal CA 3 en dit ten vroegste op 1 september 2003. De anciënniteit verworven in de weddenschalen vermeld in de §§ 1 en 2, wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze 4 jaar.
De ambtenaren die gedurende 6 jaar de weddenschaal CA 3 genoten hebben, bekomen de weddenschaal 22B voor zover er betrekkingen in deze weddenschaal vacant zijn.
Art. 13.§ 1. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 14.962,72 - 23.337,04 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61 (KI./CI. 20 j./a. - N. C - G. A) § 2. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuursassistent en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 14.485, 59 - 22.859,91 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 11/2 x 623,61 (KI./CI. 20 j./a. - N. C - G. A) § 3. De ambtenaren bedoeld in de §§ 1 en 2 kunnen deelnemen aan competentiemeting 1.
De geslaagden bekomen de competentietoelage onder de voorwaarden vastgesteld in artikel 34 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddenschalen der aan verscheidene federale overheidsdiensten gemene graden. § 4. In afwijking van § 3, tweede lid, wordt het bedrag van de competentietoelage, in voorkomend geval, beperkt tot het verschil tussen het maximumbedrag van de weddenschaal CA 1 vermeerderd met het bedrag van de competentietoelage, en het weddenbedrag van de weddenschaal vermeld in § 1 of § 2. § 5. De ambtenaren voorheen begunstigde van de weddenschaal vermeld in § 1 of § 2, bekomen, na afloop van de periode van 8 jaar gedurende dewelke zij de jaarlijkse competentietoelage verbonden aan competentiemeting 1 hebben ontvangen, de weddenschaal CA 2. Zij kunnen deelnemen aan competentiemeting 3.
Art. 14.§ 1. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuurschef en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 20.869,91 - 30.045,90 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (Kl./CI. 20 j./a. - N. C - G. A) § 2. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van bestuurschef en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 18.821,16 - 27.997,15 3/1 x 267,31 2/2 x 356,34 2/2 x 712,64 10/2 x 623,61 (KI./CI. 20 j./a. - N. C - G. A). § 3. De ambtenaren bedoeld in de §§ 1 en 2, die overeenkomstig de bij dit besluit gevoegde bijlage, ingeschaald zijn in de weddenschaal CA 3, bekomen bij voorrang na 6 jaar de weddenschaal 22 B binnen de grenzen van de vacante betrekkingen van deze weddenschaal en in de volgende orde van voorkeur : 1° de ambtenaar met de grootste graadanciënniteit;2° bij gelijkheid van graadanciënniteit, de ambtenaar met de grootste dienstanciënniteit;3° bij gelijkheid van dienstanciënniteit, de oudste ambtenaar. Hun anciënniteit verworven in de geschrapte graad van bestuurschef wordt in aanmerking genomen voor de berekening van deze 6 jaar.
Art. 15.§ 1. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van klerk en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 15.512,79 - 20.766,23 3/1 x 218,66 4/2 x 266,79 10/2 x 353,02 (KI./CI. 18 j./ a. - N. D - G. A). § 2. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van klerk en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 12.902,40 - 17.509,82 3/1 x 140,09 5/2 x 278,95 8/2 x 349,05 (Kl./CI. 18 j. / a. - N. D - G. A). § 3. In afwijking van artikel 11, § 1, behouden de ambtenaren ambtshalve benoemd in de graad van administratief medewerker, voorheen bekleed met de geschrapte graad van klerk en voorheen, bij wijze van overgangsmaatregel, begunstigde van de hierna vermelde weddenschaal, het voordeel van deze weddenschaal : 12.886,68 - 17.072,70 3/1 x 140,09 5/2 x 194,67 8/2 x 349,05 (KI./Cl. 18 j. / a. - N. D - G. A). HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 16.Dit besluit treedt in werking de dag van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van : 1° de bepalingen die de overgang van het niveau 3 naar het niveau D verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002;2° de bepalingen die de overgang van het niveau 2 naar het niveau C verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 juni 2002;3° de bepalingen die de overgang van het niveau 2+ naar het niveau B verzekeren, die uitwerking hebben met ingang van 1 oktober 2002.
Art. 17.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en Onze Minister van Begroting zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juli 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 20 juli 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddenschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en tot hervorming van de bijzondere loopbaan van sommige ambtenaren bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu en bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK