Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998
gepubliceerd op 18 september 1998

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022454
pub.
18/09/1998
prom.
10/08/1998
ELI
eli/besluit/1998/08/10/1998022454/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

10 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1996 en 4 oktober 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 oktober 1996 houdende wijziging van diverse verordeningsbepalingen toepasselijk op de rijksambtenaren;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 25 juli 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 14 mei 1998;

Gelet op het protocol van 25 juni 1998 van het Sectorcomité XII - Sociale Zaken;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bijzondere loopbanen van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu moeten worden vereenvoudigd, rekening houdende met de nieuw opgerichte loopbanen ten gunste van de Rijksambtenaren;

Overwegende dat zodoende de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden bij het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu zonder verwijl dienen te worden vastgesteld;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organiek stelsel

Artikel 1.§ 1. Aan de graad van inspecteur-directeur van het leefmilieu (rang 13) wordt de weddeschaal l 3 D verbonden. § 2. De inspecteur-directeur van het leefmilieu die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 13 E bekomen.

Art. 2.§ 1. Aan de graad van nucleair inspecteur-directeur (rang 13) wordt de weddeschaal 13 D verbonden. § 2. De nucleair inspecteur-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 13 E bekomen.

Art. 3.§ 1. Aan de graad van gezondheidsinspecteur-directeur (rang 13) wordt de weddeschaal 13 D verbonden. § 2. De gezondheidsinspecteur-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 13 E bekomen.

Art. 4.§ 1. Aan de graad van actuaris-directeur (rang 13) wordt de weddeschaal 13 C verbonden. § 2. De actuaris-directeur die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 13 D bekomen.

Art. 5.§ 1. Aan de graad van adviseur van het leefmilieu (rang 13) wordt de weddeschaal 13 A verbonden. § 2. De adviseur van het leefmilieu die ten minste drie jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 13 B bekomen.

Art. 6.Aan de graad van actuaris (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 13) wordt de weddeschaal 13 C verbonden.

Art. 7.§ 1. Aan de graad van inspecteur van het leefmilieu (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De inspecteur van het leefmilieu die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 E bekomen. § 3. De inspecteur van het leefmilieu die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 F bekomen.

Art. 8.§ 1. Aan de graad van nucleair inspecteur (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De nucleair inspecteur die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 E bekomen. § 3. De nucleair inspecteur die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 F bekomen.

Art. 9.§ 1. Aan de graad van gezondheidsinspecteur (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De gezondheidsinspecteur die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 E bekomen. § 3. De gezondheidsinspecteur die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 F bekomen.

Art. 10.§ 1. Aan de graad van actuaris (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De actuaris die ten minste vier jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10 E bekomen. § 3. De actuaris die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de volgende bijzondere weddeschaal bekomen : 1.205.758 - 1.713.329 31 x 26.713 82 x 53.429 (Kl. 24j. - N.1 - G.B.)

Art. 11.§ 1. Aan de graad van adjunct-adviseur van het leefmilieu (rang 10) wordt de weddeschaal 10A verbonden. § 2. De adjunct-adviseur van het leefmilieu die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10B. § 3. De adjunct-adviseur van het leefmilieu die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 10C bekomen.

Art. 12.§ 1. Aan de graad van actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) (rang 10) wordt de weddeschaal 10 D verbonden. § 2. De actuariaatsinspecteur (vlakke loopbaan in uitdoving) die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 10 E.

Art. 13.§ 1. Aan de graad van eerstaanwezend gezondheidscontroleur (rang 28) wordt de weddeschaal 28 H verbonden. § 2. De eerstaanwezend gezondheidscontroleur die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 28 J bekomen.

Art. 14.§ 1. Aan de graad van gezondheidscontroleur (rang 26) wordt de weddeschaal 26 C verbonden. § 2. De gezondheidscontroleur die negen jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 26 K.

Art. 15.§ 1. Aan de graad van adjunct-gezondheidscontroleur (afgeschafte graad-rang 20) wordt de volgende bijzondere weddeschaal verbonden : 553.922 - 888.391 31 x 10.676 22 x 14.232 112 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A) § 2. De adjunct-gezondheidscontroleur die vier jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de weddeschaal 20B. § 3. De adjunct-gezondheidscontroleur die negen jaar graadanciënniteit heeft, bekomt de volgende bijzondere weddeschaal : 594.558 - 936.139 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 (Cl. 20j. - N.2 - G.A) HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 16.De wedde van sommige ambtenaren die op de datum van inwerkingtreding van dit besluit ambtshalve benoemd worden tot een nieuw opgerichte graad krachtens de artikelen 11 en 14 van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende vereenvoudiging van de loopbaan van sommige ambtenaren van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, wordt vastgesteld in de weddeschaal verbonden aan de opgerichte graad zoals vermeld in de bij dit besluit gevoegde tabel.

Art. 17.De ambtenaar benoemd tot de graad van sociaal inspecteurdirecteur (rang 13), voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur-directeur (rang 13) en in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 1.357.137 - 1.944.856 112 x 53.429 (Kl. 4j. - N.1 - G.B.)

Art. 18.De ambtenaar benoemd tot de graad van adviseur (rang 13), voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdinspecteur-directeur (rang 13) en in dienst op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddeschaal : 1.357.137 - 1.944.856 112 x 53.429 (Kl. 24j. - N.1 - G.B.)

Art. 19.De ambtenaar benoemd tot de graad van adjunct-adviseur (rang 10), voorheen bekleed met de geschrapte graad van staatscommissaris (rang 10) die minder dan vier jaar graadanciënniteit heeft en in dienst is op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 852.549 - 1.310.258 31 x 24.933 102 x 38.291 (Kl. 24j. - N.1 - G.B.)

Art. 20.§ 1. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuurschef (rang 22), voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste technisch adjunct (rang 25) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 833.554 - 1.200.042 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A) § 2. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuurschef (rang 22), voorheen bekleed met de geschrapte graad van verificateur-accountant 1e klasse (rang 24) of adjunct-inspecteur boekhouding (rang 24) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 751.726 - 1.118.214 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A)

Art. 21.§ 1. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuursassistent (rang 20), voorheen bekleed met de geschrapte graad van huismeester 1ste klasse (rang 23) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 708.069 - 1.049.650 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A) § 2. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuursassistent (rang 20), voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste eerstaanwezend gezondheidscommissaris (rang 23) of adjunct-bibliothecaris 1ste klasse (rang 23) en die in dienst was op l oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 655.680 - 997.261 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A) § 3. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuursassistent (rang 20), voorheen bekleed met de geschrapte graad van gezondheidscommissaris (rang 21) die minder dan vier jaar graadanciënniteit heeft en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 553.922 - 888.391 31 x 10.676 22 x 14.232 112 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A) § 4. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuursassistent (rang 20), voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunctadministratief secretaris (rang 21) bezoldigd in de hiernavermelde weddeschaal en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van deze weddeschaal : 597.618 - 932.087 31 x 10.676 22 x 14.232 112 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A) § 5. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuursassistent (rang 20), voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-administratief secretaris (rang 21) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 578.561 - 913.030 31 x 10.676 22 x 14.232 112 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A) § 6. De ambtenaar benoemd tot de graad van bestuursassistent (rang 20), voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-griffier (rang 20) die minder dan vier jaar graadanciënniteit heeft en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 546.922 - 884.947 31 x 10.676 12 x 10.676 12 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 (Kl. 20j. - N.2 - G.A)

Art. 22.§ 1. De ambtenaar benoemd tot de graad van klerk (rang 30), voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofd van de huishoudelijke dienst (rang 35) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 619.588 - 829.407 31 x 8.733 42 x 10.655 102 x 14.100 (Kl. 18j. - N.3 - G.A) § 2. De ambtenaar benoemd tot de graad van klerk (rang 30), voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-gezondheidscommissaris 1ste klasse (rang 32) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 515.328 - 699.346 31 x 5.595 52 x 11.141 82 x 13.941 (Kl. 18j. - N.3 - G.A) § 3. De ambtenaar benoemd tot de graad van klerk (rang 30), voorheen bekleed met de geschrapte graad van adjunct-gezondheidscommissaris 2de klasse (rang 30) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 514.700 - 681.888 31 x 5.595 52 x 7.775 82 x 13.941 (Kl. 18j. - N.3 - G.A)

Art. 23.De ambtenaar benoemd tot de graad van geschoo]d arbeider (rang 42), voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdmecanicien-specialist (rang 44) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 603.877 - 693.527 31 x 4.342 22 x 6.042 102 x 6.454 (Kl. 18j. - N.4 - G.A)

Art. 24.§ 1. De ambtenaar benoemd tot de graad van arbeider (rang 40), voorheen bekleed met de geschrapte graad van geschoold werkman A (rang 43) en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 499.063 - 581.193 31 x 4.342 22 x 4.342 102 x 6.042 (Kl. 18j. - N.4 - G.A) § 2. De ambtenaar benoemd tot de graad van arbeider (rang 40), voorheen bekleed met de geschrapte graad van geschoold werkman A (rang 41) die uiterlijk op 31 december 1975 vastbenoemd was en die in dienst was op 1 oktober 1995, behoudt het voordeel van de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 499.063 - 581.193 31 x 4.342 22 x 4.342 102 x 6.042 (Kl. 18j. - N.4 - G.A)

Art. 25.In afwijking van artikel 7 van het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel van de ministeries, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 9 juli 1973, 14 september 1994 en 17 maart 1995, komen de diensten bepaald in artikel 14 van hetzelfde besluit, voor de ambtenaren in dienst op 31 december 1993 en voor alle voor 1 januari 1994 gepresteerde diensten, in aanmerking vanaf de leeftijd van 20 jaar, voor de ambtenaar die gerechtigd was op een schaal behorend en tot niveau 2 en tot de klasse « 20 jaar » en die vanaf 1 september 1995 gerechtigd is op een schaal behorend tot niveau 2+.

Art. 26.Het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 tot vaststelling van de weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu wordt opgeheven.

Art. 27.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 1998.

Art. 28.Onze Minister van Volksgezondheid, Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 10 augustus 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

Bijlage - Annexe Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden bijgevoegd bij Ons besluit van 10 augustus 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

^