Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 juli 2000
gepubliceerd op 30 augustus 2000

Koninklijk besluit houdende uitvoering inzake ambtenarenzaken van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
2000003471
pub.
30/08/2000
prom.
20/07/2000
ELI
eli/besluit/2000/07/20/2000003471/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 JULI 2000. - Koninklijk besluit houdende uitvoering inzake ambtenarenzaken van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet


VERSLAG AAN DE KONING, Sire, Het Parlement heeft op 26 juni 2000 de wet aangenomen betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 8 van deze wet geeft machtiging aan Uwe Majesteit om sommige wetsbepalingen die, met inachtneming van de prerogatieven van het parlement en van de rechtspraak van het Arbitragehof, ter bekrachtiging zullen voorgelegd worden, aan de euro aan te passen.

Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit voor te leggen, met toepassing van de artikelen 6 en 7 van de voormelde wet, beoogt de overgang naar de euro, vanaf 1 januari 2002, overeenkomstig « de bijwerking van de krachtlijnen van juli 1997 inzake de definitieve fase van de overgang van de overheidsbesturen naar de euro » die in mei 1999 werd goedgekeurd door de Interministeriële conferentie voor Financiën en Begroting en door de Ministerraad, van twee wetteksten inzake ambtenarenzaken, met name de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, laatst gewijzigd bij de wet van 22 maart 1999, en de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juni 1999.

De Ministerraad heeft het ontwerpbesluit op 30 juni 2000 goedgekeurd; het werd voor onderhandeling met de vakbonden en voor advies aan de Raad van State voorgelegd.

De Raad van State is van oordeel dat het gebruik van enkelvoudige tweetalige tabellen ongepast is, wat een systeem met tweevoudige tabellen zou opleggen, een tabel in het Nederlands en een zelfde in het Frans. De wet van 31 mei 1961 betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen legt zulke verplichting niet op. De wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd bij het koninklijk besluit van 18 juli 1966 doet dat evenmin. Een lay-out van de bepalingen met een enkele tweetalige tabel is trouwens bijzonder goed leesbaar. Met name in de bepalingen zelf van de wetten en besluiten betreffende de organieke personeelsformaties van de magistraten en het personeel van hoven en rechtbanken en de begrotingswetten worden enkelvoudige tweetalige tabellen gebruikt. Het komt derhalve redelijk voor dat de Regering een gebruik in praktijk brengt dat de Wetgevende Macht en de Uitvoerende Macht reeds vele jaren toepassen.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 5 juli 2000 door de Minister van Financiën verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « houdende uitvoering van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering inzake ambtenarenzaken van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet », heeft op 11 juli 2000 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

In het onderhavige geval wordt het spoedeisend karakter als volgt gemotiveerd : « In tegenstelling tot wat de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen zou kunnen doen vermoeden (in regel 1 januari 2002, hetzij binnen 18 maanden), is de uitvaardiging en de publicatie van de teksten bijzonder dringend; het is van het hoogste belang dat deze teksten snel officieel worden meegedeeld en de limietdatum hiervoor dient te worden vastgesteld op 1 augustus 2000.

De dringende termijn van drie dagen moet mogelijk maken dat de koninklijke besluiten in de eerste helft van juli ondertekend worden.

De strikte eerbiediging van deze termijn heeft, wat betreft de koninklijke besluiten die in hoofde van de wetten betreffende de invoering van de euro worden genomen, het voordeel dat het Parlement in staat wordt gesteld om de controle uit te oefenen die in het kader van de toekenning van de machtsdelegatie werd overeengekomen.

Er moet ook voor ogen worden gehouden dat het belangrijk is dat de bepalingen op gegroepeerde wijze worden uitgevaardigd. Dit ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds, het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen.

Wat de overheidsbesturen betreft laat de eerbiediging van de limietdatum van 1 augustus 2000 nog een termijn van 250 werkdagen.

Deze termijn is strikt noodzakelijk om de voorbereidende werkzaamheden op het gebied van de regelgeving tot een goed einde te brengen (er moeten nog een aantal ministeriële besluiten worden gewijzigd en vervolgens moeten ook tal van formulieren opnieuw worden gedrukt).

Hetzelfde geldt voor de informatica waar de eindtesten voorzien zijn voor juli 2001. Rekening gehouden met deze zeer strakke planning is elke vertraging nadelig voor het goede verloop van de werkzaamheden en de budgettaire kostprijs ervan. In geen geval kan overwogen worden deze testen uit te stellen zonder het risico te lopen alle controle over het goede verloop van de overschakeling door de overheidsbesturen te verliezen.

De voor de goedkeuring van de teksten voorziene limietdatum mag niet worden verschoven. Opdat alle door hen door te voeren aanpassingen in goede voorwaarden zouden gebeuren hebben de informaticadiensten geëist dat alle functionele beslissingen vóór 31 december 1999 zouden genomen worden. Deze diensten zijn reeds in grote mate overgegaan tot de decimalisering die wordt toegestaan door de wet betreffende de decimalisering en zijn dus met de functionele aanpassingen van hun programma's kunnen beginnen. Ze moeten echter nog op korte termijn kunnen beschikken over de bepalingen ter wijziging van wetten en besluiten om een veelheid van bedragen aan te passen. Het strakke tijdschema vereist bovendien dat deze aanpassingen gebeuren op basis van officiële en definitieve beslissingen.

Zo voorziet de planning van de administratie van Financiën dat de informaticadiensten ten laatste in augustus eerstkomend over de nieuwe bedragen moeten kunnen beschikken om de gewenste aanpassingen tegen 1 juni 2001 te kunnen realiseren. Deze fase berust zelf op een voorafgaande aaneenschakeling van andere onontbeerlijke fasen, onder meer op een precieze diagnose van de uit te voeren werkzaamheden en de te besteden middelen.

Anderzijds mag niet uit het oog worden verloren dat de voorziene bepalingen enkel aanpassingen van wetten en koninklijke besluiten inhouden. Dit betekent dus dat deze moeten worden gevolgd door een aanpassing van de ministeriële besluiten, dit zal vóór eind 2000 moeten gebeuren. Na deze aanpassingen van de regelgeving zullen, zoals vermeld, in 2001 de aanpassingen van de formulieren en de informatiedocumenten volgen.

Ook de ondernemingen en hun professionele tussenpersonen (sociale secretariaten, boekhouders, administratiekantoren, fiscale dienstverleners, enz.) dienen zonder verwijl te kunnen beschikken over betrouwbare gegevens om met kennis van zaken hun programma's aan de euro aan te passen. Het is bijzonder wenselijk dat hun overgang in belangrijke mate per 1 januari 2001 gebeurt, zoniet zal de grote massa van ondernemingen haar eigen overgang uitstellen tot 1 januari 2002.

Dit zou zeer ongunstig zijn voor het beheer van de ondernemingen en daardoor ook voor de overgang van alle economische sectoren.

Naarmate de vervaldag steeds dichterbij komt (op 1 juli 2000 nog 125 werkdagen) riskeren de ondernemingen die niet over de nodige informatie beschikken bij gebrek aan voldoende manoeuvreerruimte hun beslissing om op de euro over te stappen uit te stellen. Elke vertraging bij de ondertekening van deze besluiten heeft dus voor de ondernemingen een negatieve weerslag en verder uitstel van de publicatie van de besluiten kan vele projecten in gevaar brengen. »;

Gelet op de korte termijn die hem voor het geven van zijn advies wordt toegemeten en op het uitzonderlijk groot aantal adviesaanvragen waarvoor tegelijkertijd om spoedbehandeling wordt gevraagd, beperkt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich tot het maken van de volgende opmerkingen.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Opschrift In de Nederlandse tekst van het opschrift schrijve men « ... houdende uitvoering inzake ambtenarenzaken, van de wet... » .

Aanhef 1. In het vierde lid van de aanhef kan de rechtsgrond van het ontwerp nader worden gespecifieerd door te verwijzen naar artikel 6 van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden zoals bepaald in artikel 78 van de Grondwet. Dat lid kan overigens beter als eerste lid worden opgenomen, aangezien in de aanhef van een reglementair besluit eerst naar de rechtsgrond van dat besluit dient te worden verwezen en pas daarna, in voorkomend geval, naar de regelingen die door dat besluit worden gewijzigd of opgeheven. 2. Het is een regel van goede wetgevingstechniek om in de leden van de aanhef waarin de normen worden vermeld die door het ontwerp worden gewijzigd, ook te refereren aan de artikelen van die normen die worden gewijzigd.In dat geval dienen enkel de nog geldende wijzigingen die de betrokken artikelen hebben ondergaan, te worden vermeld.

In beginsel dienen overigens alle nog geldende wijzigingen die de te wijzigen bepalingen hebben ondergaan, te worden vermeld, onder opgave van de aard en de datum van de wijzigende teksten. Van dat voorschrift mag slechts worden afgeweken wanneer de opsomming van de wijzigende teksten buitenmatig lang zou zijn.

Het eerste en het tweede lid van de aanhef (die respectievelijk het tweede en het derde lid worden) dienen, gelet op dit voorschrift, te worden aangepast. 3. Het is niet noodzakelijk te verwijzen naar de in het derde lid van de aanhef vermelde verordeningen, die uiteraard niet strekken tot rechtsgrond van het ontworpen besluit.4. Het zesde en het zevende lid van de aanhef (die respectievelijk het vijfde en het zesde lid worden), dienen te worden aangevuld met een vermelding van de data van, respectievelijk, het daarin vermelde akkoord en protocol.5. Wanneer de Raad van State, afdeling wetgeving, om advies wordt gevraagd, op grond van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dient in de aanhef niet te worden gerefereerd aan een beslissing van de Ministerraad terzake, die overigens wettelijk niet is vereist. Het achtste lid van de aanhef dient derhalve te vervallen. 6. Krachtens het bepaalde in artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dient de motivering die in de adviesaanvraag voorkomt, volledig en letterlijk te worden overgenomen in de aanhef van het ontworpen besluit, wat te dezen niet het geval is. Het huidige negende lid van de aanhef (dat het zevende lid wordt) dient derhalve gelet op dit voorschrift te worden aangepast.

Bepalend gedeelte 1. In artikel 2 van het ontwerp wordt, voor de te wijzigen wet, de omzettingen van in frank uitgedrukte bedragen naar in euro uitgedrukte bedragen, in een tabel opgenomen.Daarbij wordt slechts één enkele tabel vastgesteld die tegelijk voor de Nederlandse en voor de Franse tekst moet gelden. Die werkwijze kan om wetgevingstechnische redenen niet worden aanvaard. Overeenkomstig de terzake geldende formeel legistieke voorschriften dienen de Nederlandse en de Franse tekst van de bedoelde wetsbepalingen immers ieder een eigen tabel te omvatten.

De tabel opgenomen in artikel 2 moet dan ook in die zin worden aangepast. 2. Men schrijve telkens « euro » in plaats van « EUR ». De kamer was samengesteld uit : De heren : A. Beirlaen en M. Van Damme, kamervoorzitters;

J. Smets, staatsraad;

G. Schrans en A. Spruyt, assessoren van de afdeling wetgeving;

Mevr. A. Beckers, griffier.

De overeenstemming tussen de Nederlandse en de Franse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer M. Van Damme.

Het verslag werd uitgebracht door de heer W. Van Haegendoren, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door de heer J. Drijkoningen, referendaris.

De griffier, A. Beckers De voorzitter, A. Beirlaen.

20 JULI 2000. - Koninklijk besluit houdende uitvoering inzake ambtenarenzaken van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de grondwet ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 6 van de wet van 26 juni 2000 betreffende de invoering van de euro in de wetgeving die betrekking heeft op aangelegenheden als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, laatst gewijzigd bij de wet van 22 maart 1999;

Gelet op de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, laatst gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juni 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 19 juni 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 29 juni 2000;

Gelet op het protocol nr. 117/2 van 10 juli 2000 van het gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat in tegenstelling tot wat de datum van de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen zou kunnen doen vermoeden (in regel 1 januari 2002, hetzij binnen 18 maanden), de uitvaardiging en de publicatie van de teksten bijzonder dringend is; dat het van het hoogste belang is dat deze teksten snel officieel worden meegedeeld en dat de limietdatum hiervoor dient te worden vastgesteld op 1 augustus 2000;

Overwegende dat de dringende termijn van drie dagen moet mogelijk maken dat de koninklijke besluiten in de eerste helft van juli ondertekend worden;

Overwegende dat de strikte eerbiediging van deze termijn, wat betreft de koninklijke besluiten die in hoofde van de wetten betreffende de invoering van de euro worden genomen, het voordeel heeft dat het Parlement in staat wordt gesteld om de controle uit te oefenen die in het kader van de toekenning van de machtsdelegatie werd overeengekomen;

Overwegende dat er ook voor ogen moet worden gehouden dat het belangrijk is dat de bepalingen op gegroepeerde wijze worden uitgevaardigd. Dit ter verzekering van een eenvormige behandeling die enerzijds een budgettaire en administratieve controle toelaat en anderzijds het Parlement in staat stelt de uitwerking van de bepalingen in goede voorwaarden op te volgen;

Overwegende dat wat de overheidsbesturen betreft de eerbiediging van de limietdatum van 1 augustus 2000 nog een termijn van 250 werkdagen laat. Deze termijn is strikt noodzakelijk om de voorbereidende werkzaamheden op het gebied van de regelgeving tot een goed einde te brengen (er moeten nog een aantal ministeriële besluiten worden gewijzigd en vervolgens moeten ook tal van formulieren opnieuw worden gedrukt). Hetzelfde geldt voor de informatica waar de eindtesten voorzien zijn voor juli 2001;

Overwegende dat rekening gehouden met deze zeer strakke planning elke vertraging nadelig is voor het goede verloop van de werkzaamheden en de budgettaire kostprijs ervan;

Overwegende dat in geen geval kan overwogen worden deze testen uit te stellen zonder het risico te lopen alle controle over het goede verloop van de overschakeling door de overheidsbesturen te verliezen;

Overwegende dat de voor de goedkeuring van de teksten voorziene limietdatum niet mag worden verschoven. Opdat alle door hen door te voeren aanpassingen in goede voorwaarden zouden gebeuren hebben de informaticadiensten geëist dat alle functionele beslissingen vóór 31 december 1999 zouden genomen worden;

Overwegende dat deze diensten reeds in grote mate zijn overgegaan tot de decimalisering die wordt toegestaan door de wet betreffende de decimalisering en dus met de functionele aanpassingen van hun programma's zijn kunnen beginnen. Dat ze echter nog op korte termijn moeten kunnen beschikken over de bepalingen ter wijziging van wetten en besluiten om een veelheid van bedragen aan te passen;

Overwegende dat het strakke tijdschema bovendien vereist dat deze aanpassingen gebeuren op basis van officiële en definitieve beslissingen;

Overwegende dat de planning van de administratie van Financiën zo voorziet dat de informaticadiensten ten laatste in augustus eerstkomend over de nieuwe bedragen moeten kunnen beschikken om de gewenste aanpassingen tegen 1 juni 2001 te kunnen realiseren;

Overwegende dat deze fase zelf berust op een voorafgaande aaneenschakeling van andere onontbeerlijke fasen, onder meer op een precieze diagnose van de uit te voeren werkzaamheden en de te besteden middelen;

Overwegende dat anderzijds niet uit het oog mag worden verloren dat de voorziene bepalingen enkel aanpassingen van wetten en koninklijke besluiten inhouden. Dat dit dus betekent dat deze moeten worden gevolgd door een aanpassing van de ministeriële besluiten; dit zou vóór eind 2000 moeten gebeuren;

Overwegende dat na deze aanpassingen van de regelgeving zoals vermeld in 2001 de aanpassingen van de formulieren en de informatiedocumenten zullen volgen;

Overwegende dat ook de ondernemingen en hun professionele tussenpersonen (sociale secretariaten, boekhouders, administratiekantoren, fiscale dienstverleners enz.) zonder verwijl dienen te kunnen beschikken over betrouwbare gegevens om met kennis van zaken hun programma's aan de euro aan te passen;

Overwegende dat het bijzonder wenselijk is dat hun overgang in belangrijke mate per 1 januari 2001 gebeurt, zoniet zal de grote massa van ondernemingen haar eigen overgang uitstellen tot 1 januari 2002.

Dat dit zeer ongunstig zou zijn voor het beheer van de ondernemingen en daardoor ook voor de overgang van alle economische sectoren;

Overwegende dat naarmate de vervaldag steeds dichter bij komt (op 1 juli 2000 nog 125 werkdagen) de ondernemingen die niet over de nodige informatie beschikken, riskeren bij gebrek aan voldoende manoeuvreerruimte hun beslissing om op de euro over te stappen uit te stellen;

Overwegende dat elke vertraging bij de ondertekening van deze besluiten voor de ondernemingen dus een negatieve weerslag heeft en dat verder uitstel van de publicatie van de besluiten vele projecten in gevaar kan brengen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 juli 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van wettelijke bepalingen. Afdeling 1. - Aanpassing van de wet van 3 juli 1967 betreffende de

preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector

Artikel 1.In artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, wordt het bedrag « 849.050 F » vervangen door het bedrag « 21.047,40 EUR ». Afdeling 2. - Aanpassing van de wet van 10 april 1995 betreffende de

herverdeling van de arbeid in de openbare sector

Art. 2.In de hierna vermelde bepalingen van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK II. - Slotbepalingen

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 4.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 juli 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^