gepubliceerd op 03 februari 2021
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp die door de Gemeenschappelijke en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd worden
20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp die door de Gemeenschappelijke en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd worden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp die door de Gemeenschappelijke en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd worden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 december 2020.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 november 2019 Toekenning van een eindejaarspremie in de sector van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp die door de Gemeenschappelijke en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd worden (Overeenkomst geregistreerd op 16 januari 2020 onder het nummer 156429/CO/318.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp (huidige benaming "diensten voor thuiszorg"), die door de Gemeenschappelijke en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd worden en die onder Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap (PSC 318.01) vallen. § 2. Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden. HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten
Art. 2.Het bedrag van de eindejaarspremie bestaat uit twee gedeelten : een forfaitair gedeelte en een variabel gedeelte. § 1. Voor de diensten voor thuiszorg gesubsidieerd door de COCOF 1.a. Het forfaitair gedeelte wordt bepaald overeenkomstig artikel 5, § 2, punt 1, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 december 1987.
Het bedrag van het forfaitair deel van het in aanmerking genomen jaar wordt bijgevolg verkregen door het forfaitair gedeelte, toegekend in het voorgaande jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van de gezondheidsindex. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het voorgaande jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.
Voor het jaar 2000 bedraagt het vast gedeelte 278,73 EUR (cfr. koninklijk besluit van 15 december 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 09/02/2000 numac 1999000916 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 23 juni 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 19/01/2000 numac 1999000875 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 57quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 22/01/2000 numac 1999000917 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 26/01/2000 numac 1999000879 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het gehalte van andere stoffen dan alcohol die de rijvaardigheid beïnvloeden type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 18/02/2000 numac 1999000887 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 26 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 26/01/2000 numac 1999000911 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot reglementering van de financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de verkeersveiligheid type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 11/03/2000 numac 1999000918 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 7 februari 1969 tot vaststelling van de modellen voor aangifte van een ongeval en voor het indienen van een doktersattest inzake arbeidsongevallen in de overheidssector en van het ministerieel besluit van 22 april 1999 tot wijziging van dit besluit sluiten, Belgisch Staatsblad van 23 december 1999). 1.b. Dit gedeelte wordt vermeerderd met een niet-geïndexeerde forfaitaire brutopremie van 161,40 EUR en een niet-geïndexeerde forfaitaire brutopremie van 64 EUR ter vervanging van de maatregel ecocheques van het non-profitakkoord COCOF van 2010, in totaal 225,40 EUR. 1.c. Met toepassing van het protocolakkoord 2018-2019 van 18 juli 2018 voor de non-profit sectoren van de Franse Gemeenschapscommissie en van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, akkoord dat doelt op het verkleinen van het verschil tussen de eindejaarspremie en de 13de maand, wordt dit gedeelte vermeerderd met een geïndexeerde forfaitaire brutopremie van 340 EUR voor 2019, die wordt toegekend aan de werknemers die vallen binnen de gesubsidieerde kaders alsook aan de werknemers "buiten kader" die worden ingezet voor opdrachten die verband houden met de erkenning.
Voor de indexering, zoals in punt 1.a, 2de lid, wordt het bedrag van het forfaitair deel van het in aanmerking genomen jaar verkregen door het forfaitair deel, toegekend in het voorgaande jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het de gezondheidsindex. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het voorgaande jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. 2. Het variabel gedeelte bedraagt 2,5 pct.van het geïndexeerd bruto-jaarloon van de werknemer. Onder "geïndexeerd brutoloon" wordt verstaan : de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon, aan de betrokken werknemers verschuldigd voor de maand oktober in het betrokken kalenderjaar, in voorkomend geval met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen. § 2. Voor de diensten voor thuiszorg gesubsidieerd door de GGC 1.a. Het forfaitair gedeelte wordt bepaald overeenkomstig artikel 5, § 2, punt 1 van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige titularissen van een ten laste van de Schatkist bezoldigd ambt, gewijzigd door het koninklijk besluit van 3 december 1987.
Het bedrag van het forfaitair deel van het in aanmerking genomen jaar wordt bijgevolg verkregen door het forfaitair gedeelte, toegekend in het voorgaande jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van de gezondheidsindex. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het voorgaande jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen.
Voor het jaar 2000 bedraagt het vast gedeelte 278,73 EUR (cfr. koninklijk besluit van 15 december 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 09/02/2000 numac 1999000916 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 23 juni 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 19/01/2000 numac 1999000875 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 februari 1999 genomen tot uitvoering van artikel 57quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 22/01/2000 numac 1999000917 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 11 januari 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 betreffende het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 26/01/2000 numac 1999000879 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 4 juni 1999 betreffende de bloedproef met het oog op het bepalen van het gehalte van andere stoffen dan alcohol die de rijvaardigheid beïnvloeden type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 18/02/2000 numac 1999000887 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 26 april 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen, en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 26/01/2000 numac 1999000911 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 30 april 1999 tot reglementering van de financiële hulp van de Staat aan de gemeenten op het vlak van de verkeersveiligheid type koninklijk besluit prom. 15/12/1999 pub. 11/03/2000 numac 1999000918 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het ministerieel besluit van 7 februari 1969 tot vaststelling van de modellen voor aangifte van een ongeval en voor het indienen van een doktersattest inzake arbeidsongevallen in de overheidssector en van het ministerieel besluit van 22 april 1999 tot wijziging van dit besluit sluiten, Belgisch Staatsblad van 23 december 1999). 1.b. Dit gedeelte wordt vermeerderd met een niet-geïndexeerde forfaitaire brutopremie van 161,40 EUR. 1.c. Met toepassing van het protocolakkoord 2018-2019 van 18 juli 2018 voor de non-profit sectoren van de Franse Gemeenschapscommissie en van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, akkoord dat doelt op het verkleinen van het verschil tussen de eindejaarspremie en de 13de maand, wordt dit gedeelte vermeerderd met een geïndexeerde forfaitaire brutopremie van 280 EUR voor 2019, die wordt toegekend aan de werknemers die vallen binnen de gesubsidieerde kaders alsook aan de werknemers "buiten kader" die worden ingezet voor opdrachten die verband houden met de erkenning.
Voor de indexering, zoals in punt 1.a, 2de lid, wordt het bedrag van het forfaitair deel van het in aanmerking genomen jaar verkregen door het forfaitair deel, toegekend in het voorgaande jaar, te verhogen met een percentage dat afhangt van de evolutie van het de gezondheidsindex. Dit percentage wordt bekomen door het indexcijfer dat van kracht is in oktober van het in aanmerking genomen jaar te delen door het indexcijfer dat van kracht was in oktober van het voorgaande jaar. Het percentage wordt berekend tot op vier decimalen. 2. Het variabel gedeelte bedraagt 2,5 pct.van het geïndexeerd bruto-jaarloon van de werknemer.
Onder "geïndexeerd brutoloon" wordt verstaan : de uitkomst van de vermenigvuldiging met twaalf van het geïndexeerd baremiek brutoloon, aan de betrokken werknemer verschuldigd voor de maand oktober in het betrokken kalenderjaar, in voorkomend geval met inbegrip van de haard- of standplaatstoelage, maar met uitsluiting van andere premies, toeslagen of vergoedingen.
Art. 3.§ 1. Het totaalbedrag van de eindejaarsvergoeding wordt toegekend aan de werknemer die een functie uitoefent waarin hij volledige effectieve of gelijkgestelde arbeidsprestaties uitvoert, en die zijn volledig loon heeft of had ontvangen tijdens de referentieperiode. De gelijkgestelde arbeidsprestaties staan opgesomd in de artikelen 16 en 41 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.
De referentieperiode loopt van 1 januari tot 30 september inbegrepen van het in aanmerking genomen jaar. Elke effectieve of gelijkgestelde gewerkte maand tijdens de referentieperiode geeft recht op een negende van de premie toegekend volgens de bepalingen van artikel 3. Onder "maand" wordt verstaan : elke verbintenis die is aangegaan voor de dertiende kalenderdag van de lopende maand. § 2. Als een werknemer de gehele premie niet kan genieten in het raam van volledige arbeidsprestaties omdat hij of zij in dienst werd genomen tijdens de referentieperiode of de instelling heeft verlaten in de loop van de referentieperiode, wordt het bedrag van de premie vastgesteld pro rata de tijdens de referentieperiode gewerkte of daarmee gelijkgestelde dagen. § 3. Het bedrag van de eindejaarspremie voor de deeltijds tewerkgestelde werknemer wordt berekend naar rata van de duur van de arbeidsprestaties die de werknemer in de loop van de referentieperiode heeft of zou hebben gepresteerd.
Art. 4.De eindejaarspremie wordt uitbetaald in de loop van de maand december van het betreffende jaar.
Art. 5.De eindejaarspremie is niet verschuldigd aan om dringende reden ontslagen werknemers, noch voor arbeidsprestaties die zijn verricht in het kader van een studentencontract of een vervangingscontract voor het gedeelte waarvoor de vervangen werknemer de volledige eindejaarpremie of een deel ervan ontvangen heeft.
Art. 6.Daar waar de werknemers reeds een eindejaarstoelage genieten die tenminste gelijkwaardig is aan deze bepaald in artikel 2, behouden de werknemers dit voordeel. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 7.§ 1. De sociale partners verbinden zich ertoe om de Regeringen van de Franse Gemeenschapscommissie en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie in kennis te stellen van de goede uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2006 betreffende de toekenning van een eindejaarspremie in de sector van de gezins- en bejaardenhulp-diensten die door de Gemeenschappelijke en de Franse Gemeenschapscommissie van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest gesubsidieerd worden, geregistreerd onder nummer 104253/CO/318.01 en heft deze op.
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij treedt in werking op 1 januari 2019. Ze kan opgezegd worden door elke partij met een opzeggingstermijn van 3 maanden, betekend per aangetekend schrijven bij de post, aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2020.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE