Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 december 2020
gepubliceerd op 05 februari 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van papier"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020205365
pub.
05/02/2021
prom.
20/12/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 DECEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van papier" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van papier".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 december 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE ______ Note (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2019 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van papier" (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 2020 onder het nummer 156813/CO/142.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier.

Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en werksters, tenzij anders bepaald.

Art. 2.De statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de recuperatie van papier", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 1987 (registratienummer 18052/CO/142.03), gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van de statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 25 augustus 1987 (Belgisch Staatsblad 4 september 1987).

De statuten van het "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor de recuperatie van papier" worden gecoördineerd als volgt.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2020, behoudens luidende bepaling en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, ingaande op de eerste dag van het burgerlijk kwartaal dat volgt op de opzegging.

Art. 4.De collectieve arbeids overeenkomst van 16 januari 2014Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 16/01/2014 pub. 29/01/2014 numac 2013024434 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Overeenkomst tussen de Federale Staat en de Gewesten inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten sluiten (registratienummer 119555/CO/142.03), algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 26 oktober 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/10/2015 pub. 25/11/2015 numac 2015203752 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot vaststelling van het percentage van de bijdragen voor het jaar 2015 voor het fonds voor bestaanszekerheid genaamd "Sociaal Fonds 318.02 tot financiering tweede pensioenpijler" en tot bepaling van de datum van aanvraag tot vrijstelling van de bijdragen voor het jaar 2015 type koninklijk besluit prom. 26/10/2015 pub. 25/11/2015 numac 2015203774 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 juni 2015, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2006 houdende wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2003 houdende vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1999 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds Sociale Maribel" en vaststelling van zijn statuten type koninklijk besluit prom. 26/10/2015 pub. 25/11/2015 numac 2015203749 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2012, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de eindejaarstoelage ter uitvoering van het vierde Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de social-/non-profitsectoren 2011-2015 sluiten (Belgisch Staatsblad van 3 december 2015) wordt opgeheven.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Sociaal Fonds voor de terugwinning van papier" Statuten HOOFDSTUK I. - Benaming, zetel, doel, duur

Artikel 1.Met ingang van 1 januari 1987 wordt een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Sociaal Fonds voor de ondernemingen voor recuperatie van papier", verder het fonds genoemd.

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd in Buro & Design Center, gelegen te 1020 Brussel, Esplanade 1 bus 87. Hij kan bij beslissing van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier (142.03), naar elke andere plaats in België worden overgebracht.

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1. de inning en de invordering van de bijdragen ten laste van de in artikel 5, a) bedoelde werkgevers;2. de toekenning en de uitkering van de aanvullende sociale voordelen;3. de terugbetaling van de syndicale vorming van de werklieden;4. de uitkering van de aanvullende vergoeding van het conventioneel bruggepension;5. de betaling van een tussenkomst in de informatiekosten;6. de betaling van een toeslag aan de werkgevers bedoeld in artikel 5 in het kader van de bevordering van de tewerkstelling en de vorming van risicogroepen;7. de terugbetaling van de vergoeding voorzien in artikel 16 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Het fonds wordt voor onbepaalde duur opgericht. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 5.Deze statuten zijn van toepassing op : a) de werkgevers van de ondernemingen voor het sorteren van oud papier en papierafval bestemd voor de papiernijverheid, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier;b) de werklieden die zij tewerkstellen in de onder a) bedoelde ondernemingen.Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en werksters, tenzij anders bepaald. HOOFDSTUK III. - Rechthebbenden en modaliteiten van toekenning en van uitkering A. Aanvullende werkloosheidsuitkering bij tijdelijke werkloosheid

Art. 6.De bij artikel 5, b) bedoelde werklieden hebben voor elke werkloosheidsdag voorzien in de artikelen 50 en 51 van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten (schorsing wegens slecht weer - schorsing omwille van economische redenen) recht, ten laste van het fonds, op de bij artikel 7 van deze statuten vastgestelde uitkering, en dit ten belope van maximum dertig dagen per kalenderjaar, voor zover ze de volgende voorwaarden vervullen : - de werkloosheidsuitkeringen bij toepassing van de reglementering op de werkloosheidsverzekering genieten; - op het ogenblik van de werkloosheid in dienst zijn van een werkgever bedoeld in artikel 5, a).

Art. 7.Het bedrag van de aanvullende werkloosheidsuitkering wordt vanaf 1 januari 2011 vastgesteld op 6,64 EUR per werkloosheidsdag.

Art. 8.Met ingang van 1 januari 2013 wordt de hierboven vermelde vergoeding vierjaarlijks automatisch aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

Op 1 januari 2013 wordt de vergoeding aangepast in verhouding tot het rekenkundig gemiddelde van de laatste 4 maanden van december 2012 en het rekenkundig gemiddelde van de laatste 4 maanden van december 2008.

Met ingang van 1 januari 2017 wordt de hierboven vermelde vergoeding jaarlijks automatisch aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

B. Aanvullende uitkering wegens ziekte

Art. 9.De bij artikel 5, b) bedoelde werklieden hebben na ten minste zestig dagen ononderbroken arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of ongeval, met uitsluiting van de arbeidsongeschiktheid ten gevolge van beroepsziekte of arbeidsongeval, recht ten laste van het fonds, op een uitkering tot aanvulling van de uitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, voor zover zij de volgende voorwaarden vervullen : - de primaire ongeschiktheidsuitkeringen van de ziekte- en invaliditeitsverzekering genieten bij toepassing van de wetgeving terzake; - op het ogenblik waarop de ongeschiktheid zich voordoet, in dienst zijn van een in artikel 5, a) bedoelde werkgever.

Art. 10.Het forfaitair van de bij artikel 9 bedoelde uitkering wordt als volgt vastgesteld voor de voltijds tewerkgestelde werkman : - 60,85 EUR na de eerste zestig dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 88,51 EUR meer na de eerste honderd twintig dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 105,11 EUR meer na de eerste honderd tachtig dagen ononderbroken ongeschiktheid; - 121,70 EUR meer na de eerste tweehonderd veertig dagen ononderbroken ongeschiktheid.

De toepassing van de voorgaande bepalingen kan slechts aanleiding geven tot de toekenning van een globale uitkering van 376,18 EUR en dit gedurende een kalenderjaar.

Welke ook de duur ervan weze, een arbeidsongeschiktheid kan slechts aanleiding geven tot de toekenning van één enkele reeks uitkeringen.

Het hervallen in dezelfde ziekte wordt beschouwd als integraal deel uitmakend van de vorige ongeschiktheid, indien zij zich voordoet binnen de eerste twaalf kalenderdagen volgend op het einde van deze periode van ongeschiktheid.

Art. 11.Met ingang van 1 januari 2013 wordt de hierboven vermelde vergoeding vierjaarlijks automatisch aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

Op 1 januari 2013 wordt de vergoeding aangepast in verhouding van het rekenkundig gemiddelde van de laatste 4 maanden van december 2012 en het rekenkundig gemiddelde van de laatste 4 maanden van december 2008.

Met ingang van 1 januari 2017 wordt de hierboven vermelde vergoeding jaarlijks automatisch aangepast aan de evolutie van de gezondheidsindex.

C. Syndicale premie

Art. 12.De bij artikel 5, b) bedoelde werklieden, die lid zijn van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau verbonden zijn, hebben recht op een syndicale premie ten laste van het fonds, voor zover zij ingeschreven zijn in het personeelsregister van de bij hetzelfde artikel bedoelde werkgevers in functie van hun tewerkstelling in het dienstjaar waarop de betaling betrekking heeft.

De toekennings- en uitkeringsmodaliteiten en het bedrag van de syndicale premie worden vastgelegd in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 13.Het bedrag van de bij artikel 12 bedoelde syndicale premie wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van bestuur van het fonds, in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 14.Een bijdrage wordt bepaald op 0,30 pct. van de onbegrensde brutolonen aan 108 pct. die voor de werklieden aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden aangegeven.

De inning en de invordering van de bijdragen wordt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd. De aldus bekomen bedragen zijn bestemd voor de sociale informatie verzekerd door de werkgeversorganisatie en de werknemersorganisaties.

De raad van beheer bepaalt de toekenningsmodaliteiten.

D. Syndicale vorming

Art. 15.Het fonds betaalt aan de werkgevers die het voorschot hebben verleend en op hun verzoek de lonen terug, verhoogd met de lasten uitgekeerd aan de werklieden die afwezig waren, in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 6 van 30 juni 1971, gesloten in de Nationale Arbeidsraad betreffende de faciliteiten welke moeten verleend worden aan de leden die de werknemers vertegenwoordigen in de comités voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen.

E. Vergoeding medisch onderzoek

Art. 16.Met ingang van 1 oktober 2007 betaalt het sociaal fonds een vergoeding van 20 EUR aan de werknemers bedoeld in artikel 5, b) die aan een medisch onderzoek deelnemen ter gelegenheid van een sollicitatie bij een werkgever, die tot de sector behoort.

Eenzelfde bedrag van 20 EUR wordt ten lastevan het fonds aan de in artikel 5, a) bedoelde werkgevers uitbetaald.

Art. 17.De werkgever staat in voor de betaling aan de werknemer en vordert het bedrag terug van het sociaal fonds.

F. Aanvullende vergoeding van het stelsel werkloosheid met bedrijfstoeslag

Art. 18.In toepassing van de bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten inzake het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier en volgens de bepalingen van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, en voor zover dat de werkman een anciënniteit heeft van vijf jaar in de sector ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, verzekert het fonds de integrale betaling van de aanvullende vergoeding aan de werkman.

Het fonds neemt dit voordeel ten laste en betaalt vanaf de eerste van de maand volgend op deze waarin de werkman negenenvijftig jaar wordt.

De betaling van de bijzondere werkgeversbijdrage wordt eveneens verzekerd door het sociaal fonds.

G. Gemeenschappelijke bepalingen

Art. 19.De in artikel 15 (syndicale vorming) bedoelde uitkering wordt rechtstreeks door de werkgevers aan hun werklieden betaald, per maand en bij de eerste loonsuitbetaling volgend op de maand in de loop waarvan de werklieden op deze uitkeringen recht hebben. De werkgevers kunnen de terugbetaling ervan bekomen bij het fonds overeenkomstig de door de raad van beheer bepaalde modaliteiten.

De uitkeringen vastgesteld bij de artikelen 6, 9, 18 en 19 worden rechtstreeks door het fonds betaald overeenkomstig de modaliteiten bepaald door de raad van beheer.

Het bedrag van deze uitkeringen toegekend aan deeltijds tewerkgestelde werknemers wordt vastgelegd, op voorstel van de raad van beheer van het fonds, in een algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomst.

De in de artikelen 12 en 13 bedoelde uitkeringen worden betaald door de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties welke op nationaal niveau verbonden zijn volgens de door de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende syndicale premie bepaalde modaliteiten die op 22 mei 2008 werd gesloten.

Art. 20.De raad van beheer bepaalt de datum en de modaliteiten van betaling van de door het fonds toegekende uitkeringen. In geen geval mag de betaling van de uitkeringen afhankelijk zijn van de storting van de bijdragen welke door de aan het fonds onderworpen werkgever verschuldigd zijn.

Art. 21.De toekenningsvoorwaarden van de uitkeringen welke door het fonds worden verleend, evenals het bedrag daarvan, kunnen gewijzigd worden op voorstel van de raad van beheer bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 22.De aanvragen voor terugbetaling van de uitkeringen moeten, om geldig te zijn, op het secretariaat van het fonds toekomen ten laatste op het einde van de derde maand volgend op het kwartaal waarin de uitkeringen verschuldigd waren. HOOFDSTUK IV. - Beheer

Art. 23.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer, paritair samengesteld uit vertegenwoordigers van de meest vertegenwoordigde werkgevers- en werknemersorganisaties.

Deze raad bestaat uit acht leden, zijnde vier vertegenwoordigers van de werkgevers en vier vertegenwoordigers van de werknemers.

Op voorstel van de organisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier, benoemt dit laatste de leden van de raad van beheer.

Art. 24.Elk jaar duidt de raad van beheer onder zijn leden een voorzitter en twee ondervoorzitters aan welke samen met de secretaris van het fonds het beperkt beheerscomité uitmaken.

Het voorzitterschap wordt verzekerd door de werkgeversorganisaties.

De beide ondervoorzitters behoren tot de werknemersorganisaties.

Art. 25.De raad van beheer wordt door zijn voorzitter vijftien dagen vooraf bijeengeroepen. De voorzitter is ertoe gehouden de raad ten minste tweemaal per jaar bijeen te roepen en telkens wanneer ten minste twee leden van de raad erom verzoeken.

De uitnodiging vermeldt de agenda.

De processen-verbaal worden door de door de raad van beheer aangeduide secretaris opgesteld en door de voorzitter ondertekend.

De uittreksels van deze processen-verbaal worden door de voorzitter of twee beheerders ondertekend.

Wanneer tot stemming moet overgegaan worden, dient een gelijk aantal leden van elke afvaardiging aan de stemming deel te nemen. Is het aantal ongelijk, dan onthoudt (onthouden) zich het jongste lid (de jongste leden).

De raad kan slechts geldig beslissen over de op de agenda gestelde kwesties en in aanwezigheid van ten minste de helft van de leden die tot de werknemersafvaardiging en ten minste de helft van de leden die tot de werkgeversafvaardiging behoren.

De beslissingen worden bij meerderheid van de stemgerechtigden genomen.

Art. 26.De raad van beheer heeft tot taak het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die voor zijn goede werking zijn vereist.

Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden inzake het beheer en de leiding van het fonds.

De raad van beheer treedt in rechte op in naam van het fonds, op vervolging en ten verzoeke van de voorzitter of van een tot dat doel afgevaardigd beheerder.

De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden overdragen aan één of meer van zijn leden of zelfs aan derden.

Voor al de andere handelingen dan deze waarvoor de raad bijzondere volmachten heeft verleend, zijn de gezamenlijke handtekeningen van vier beheerders (twee van werknemerszijde en twee van werkgeverszijde) vereist.

De verantwoordelijkheid van de beheerders beperkt zich tot de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verbintenis aan betreffende hun beheer ten opzichte van de verplichtingen van het fonds. HOOFDSTUK V. - Financiering

Art. 27.Om de financiering van de in artikel 19 bedoelde voordelen te verzekeren, beschikt het fonds over de bijdragen welke door de bij artikel 5, a) bedoelde werkgevers verschuldigd zijn.

Art. 28.Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier en bedraagt 0,50 pct. pct. van de onbegrensde brutolonen.

Een buitengewone bijdrage kan door de raad van beheer worden vastgesteld, met bepaling van de innings- en verdelingsmodaliteiten.

Deze buitengewone bijdrage moet het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

Art. 29.De inning en de invordering van de bijdragen worden door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid verzekerd, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK VI. - Begroting, rekeningen

Art. 30.Het dienstjaar vangt aan op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 31.Elk jaar, uiterlijk gedurende de maand december wordt een begroting voor het volgend jaar ter goedkeuring voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier.

Art. 32.De rekeningen over het afgelopen jaar worden op 31 december afgesloten.

De raad van beheer, evenals de door het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier aangeduide revisor of accountant, maken jaarlijks elk een schriftelijk verslag op betreffende de uitvoering van hun opdracht gedurende het afgelopen jaar. De balans, samen met de hierboven bedoelde schriftelijke jaarverslagen, moeten uiterlijk gedurende de maand september ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier. HOOFDSTUK VII. - Ontbinding, vereffening

Art. 33.Het fonds kan slechts bij éénparige beslissing van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van papier worden ontbonden.

Dit laatste dient tegelijkertijd de vereffenaars te benoemen, hun bevoegdheden en hun bezoldiging vast te stellen en de bestemming van de activa van het fonds te bepalen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 20 december 2020.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^