Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 april 1999
gepubliceerd op 11 september 1999

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 26bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012278
pub.
11/09/1999
prom.
20/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/20/1999012278/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

20 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 26bis van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, inzonderheid op artikel 26bis, ingevoegd bij de wet van 26 maart 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het van belang is onverwijld de procedure te regelen tot oplegging van de compensatoire vergoeding in geval van niet naleving van de verplichting bedoeld in artikel 26 van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces, aangezien deze bepaling in werking is getreden met ingang van 1 januari 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Directeur-generaal van de Studiedienst van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid wordt aangewezen om een exemplaar in ontvangst te nemen van de processen-verbaal bedoeld in artikel 26bis, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983 betreffende de stage en de inschakeling van jongeren in het arbeidsproces.

Diezelfde ambtenaar, of wanneer deze verhinderd is, de ambtenaar, titularis van een graad van ten minste rang 15, die hem vervangt, wordt aangewezen voor het opleggen van de compensatoire vergoeding voor de tewerkstelling van jongeren, bedoeld in artikel 26 van voormeld koninklijk besluit nr. 230 van 21 december 1983.

Art. 2.Deze compensatoire vergoeding moet betaald worden binnen een termijn van drie maanden die een aanvang neemt de dag van de kennisgeving van de beslissing waarbij de compensatoire vergoeding wordt opgelegd.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999.

Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Koninklijk besluit nr.230 van 21 december 1983, Belgisch Staatsblad van 28 december 1983, Err. Belgisch Staatsblad van 2 februari 1984 en van 19 oktober 1984.

Wet van 26 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 1 april 1999.

^