gepubliceerd op 12 oktober 2017
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
19 SEPTEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat ter ondertekening aan Uwe Majesteit wordt voorgelegd, strekt ertoe een reglementaire uitwerking te voorzien voor het accrediteringsysteem voor artsen.
In haar advies nr. 61.677/2 van 10 juli 2017 geeft de Raad van State opmerkingen met betrekking tot ontworpen artikel 122octies/7. De Raad van State merkt op dat het tegenstrijdig lijkt om te wachten tot de maand die volgt op het einde van een accrediteringsperiode om de begunstigde vervallen te verklaren van zijn recht aanspraak op accreditering te maken, dat de grondregel zou moeten zijn dat het verval ingaat op de dag die volgt op de dag waarop aan de betrokken arts van de vervallenverklaring kennis is gegeven. In dit advies verwart de Raad van State de accreditering met het recht om voor accreditering in aanmerking te komen. De accreditering zelf stopt van zodra aan bepaalde voorwaarden niet is voldaan (art. 122octies/1 § 2), een nieuwe accreditering kan ook niet worden toegekend zolang aan deze voorwaarden niet is voldaan. De vervallenverklaring is een uitsluiting van de mogelijkheid in het systeem te stappen, normaliter omdat de arts niet aan de vereiste voorwaarden inzake navorming heeft voldaan.
Deze vervallenverklaring kan normaliter ook pas uitgesproken worden nadat de periode waarin de arts de mogelijkheid heeft zich aan de (navormings)vereisten te conformeren, is verstreken. Aangezien het mogelijk is dat dit gegeven met vertraging wordt vastgesteld, wordt in het ontwerp bepaald dat het mogelijk is dat de verklaring zelf pas wordt uitgesproken na de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de laatst toegekende accrediteringsperiode een eind heeft genomen, maar toch vanaf die eerdere datum uitwerking heeft. De verklaring zal dus een retroactief effect hebben, maar kan geen afbreuk doen aan verworven rechten, doordat de vervallenverklaring na het einde van de accrediteringsperiode een aanvang neemt.
Aan alle overige opmerkingen van de Raad van State werd voldaan.
Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK
Advies 61.677/2 du 10 juli 2017 van de afdeling wetgeving van de Raad van State Een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.
Op 13 juni 2017 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid verzocht, binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994'.
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 10 juli 2017. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Martine Baguet en Bernard Blero, staatsraden, Sébastien Van Drooghenbroeck en Jacques Englebert, assessoren, en Béatrice Drapier, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Stéphane Tellier, auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Wanda Vogel, staatsraad .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 10 juli 2017.
Onderzoek van het ontwerp Algemene opmerkingen 1. In de nota aan het Verzekeringscomité van 15 april 2016 en in de nota aan de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen van februari 2016, wordt aangaande het voorliggende ontwerp van koninklijk besluit het volgende gesteld : "Het ontwerp van koninklijk besluit in bijlage heeft tot doel om een onstabiele rechtstoestand te verhelpen die de beslissingen van de Accrediteringsstuurgroep op het spel dreigt te zetten als hij niet wordt gecorrigeerd.".
Met name in het arrest Naome, nr. 210.067 van 23 december 2010 van de Raad van State, is immers vastgesteld wat volgt : "Considérant que, saisie d'une demande d'avis sur le projet appelé à devenir l'arrêté royal du 20 décembre 2007 modifiant l'arrêté royal du 3 juillet 1996 portant exécution de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, ayant pour objet de régler l'accréditation des praticiens de l'art dentaire, la section de législation du Conseil d'Etat a donné, le 5 décembre 2006, un avis L 41.805/1 dans lequel on peut lire notamment ce qui suit : `Observations générales 1. Plusieurs dispositions du projet attribuent des pouvoirs réglementaires au Groupe de direction Promotion de la qualité. A cet égard, il faut rappeler que l'attribution de compétences réglementaires à des organismes publics ou à leurs organes est difficilement conciliable avec les principes généraux du droit public, en ce qu'il est ainsi porté atteinte au principe de l'unité du pouvoir réglementaire et que toute forme de contrôle parlementaire direct fait alors défaut. Les actes réglementaires de ce type sont en outre dépourvus des garanties dont est assortie la réglementation classique, telles que celles en matière de publication et de contrôle préventif exercé par la section de législation du Conseil d'Etat. Echappent à cette interdiction de principe : les délégations limitées qui, en outre, sont à ce point techniques que l'on peut considérer que les organismes qui devront appliquer la réglementation en question sont les mieux placés pour mettre celle-ci au point en connaissance de cause et pour exercer la compétence ainsi déléguée. En aucun cas, les délégations de pouvoir réglementaire ne peuvent toutefois être autorisées lorsqu'elles concernent des parties essentielles de la réglementation en question.
Etant donné que le pouvoir réglementaire attribué dans les dispositions précitées au Groupe de direction Promotion de la qualité de l'art dentaire concerne des aspects essentiels du règlement en projet, les délégations prévues ne peuvent s'appliquer et le règlement des matières visées doit - du moins pour l'essentiel - demeurer dévolu au Roi. 2. Pour l'agrément des organisateurs d'activités de formation complémentaire, l'agrément des organisateurs de sessions de peer-review, l'agrément des activités de formation complémentaire et de sessions de peer-review, ainsi que pour l'octroi de l'accréditation par le Groupe de direction Promotion de la qualité de l'art dentaire, le projet ne comporte aucune disposition relative à la procédure à suivre.C'est également le cas en ce qui concerne les décisions du Groupe de direction précité relatives à des avertissements à donner, à la suspension d'un organisateur, à la suspension de l'octroi des honoraires forfaitaires d'accréditation ou à la suspension de l'accréditation.
Il est recommandé de compléter le projet par l'insertion des règles de procédure pour les matières précitées' ; qu'il ressort par analogie de cet avis qu'un organe tel que le groupe de direction de l'accréditation visé à l'article 122quater de l'arrêté royal du 3 juillet 1996 ne peut se voir attribuer la compétence de fixer, par voie réglementaire, les règles relatives à l'accréditation des médecins que dans une mesure très limitée ;
Considérant que l'article 122quater de l'arrêté royal du 3 juillet 1996 ne confère au groupe de direction de l'accréditation aucun pouvoir réglementaire ; que c'est cependant sur le fondement de cette disposition que ce groupe a fixé, par voie réglementaire, le délai d'accréditation à trois ans, délai dans lequel les conditions d'accréditation doivent être remplies pour en obtenir la prolongation ; qu'il ne peut être reproché à la requérante de ne pas se plier aux `Conditions' relatives à l'accréditation adoptées par le groupe de direction de l'accréditation ; que celles-ci étant dépourvues de base légale, il n'en peut être fait application; [...]". 2. Het ontworpen besluit strekt tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten `tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994', met het oog op het invoegen daarin van de regels met betrekking tot de accrediteringsvoorwaarden en de accrediteringsprocedure, overeenkomstig artikel 36bis, § 1, van de wet `betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen', gecoördineerd op 14 juli 1994.Bij talrijke bepalingen van het ontwerp, inzonderheid bij de ontworpen artikelen 122octies/1 (lees : 122octies/1er in de Franse tekst), § 1 en § 3, 122octies/2, § 1 en § 2, 122octies/4 en 122octies/6, eerste lid, wordt echter een bevoegdheid van reglementaire aard opgedragen aan de Nationale Commissie geneesheren-ziekenfondsen.
Die bepalingen bevatten machtigingen die niet mogen worden verleend aan een openbare instelling, die geen politieke verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van de Kamer van volksvertegenwoordigers, en moeten bijgevolg aan de minister worden verleend.
Het ontwerp moet dienovereenkomstig worden herzien. 3. De hiernavolgende bijzondere opmerkingen worden gemaakt onder voorbehoud van de voorgaande algemene opmerkingen. Bijzondere opmerkingen Aanhef In het eerste lid dient het woord `inzonderheid" te worden weggelaten In de Franse tekst van hetzelfde lid moet het woord "dans" worden vervangen door het woord "par".
Dispositief Artikel 1 1. In artikel 1 van het ontwerp dienen de woorden "de titel" telkens te worden vervangen door de woorden "het opschrift".2. In hetzelfde artikel moeten de woorden "van hoofdstuk I van titel II" worden ingevoegd tussen de woorden "van de afdeling XIV" en de woorden "van het koninklijk besluit". Artikelen 2 tot 4 Het dispositief is het gedeelte van een tekst dat de regels bevat die de rechtsordening wijzigen.
De artikelen 2 en 3 van het ontwerp bevatten als dusdanig geen reglementaire bepalingen die de rechtsordening wijzigen, maar strekken uitsluitend tot het nader omschrijven van de reorganisatie van afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten in het licht van de wijzigingen die daarin bij het voorliggende ontwerp worden aangebracht.
De artikelen 2 en 3 zijn niet toelaatbaar in het dispositief van het ontwerp aangezien ze, zoals ze zijn gesteld, geen normatieve strekking hebben.
De reorganisatie van afdeling XIV kan op volgende wijze worden weergegeven : 1° Vooreerst dienen de artikelen 2 en 3 van het ontwerp te worden vervangen door de volgende bepalingen : "Art.2. Tussen het opschrift van afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 2001, en de ondertitel `A. Accrediteringsorganen voor artsen', ingevoegd bij hetzelfde koninklijk besluit, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd met als opschrift `Onderafdeling 1.
Accreditering van de artsen'.
Art. 3.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 2, wordt na artikel 122octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 2001, een ondertitel B ingevoegd met het opschrift `B. Voorwaarden en procedures voor de individuele accreditering van de arts', waarbij de huidige ondertitel B (`Accrediteringsorganen voor tandheelkundigen') onderafdeling 2 wordt, met als opschrift `Onderafdeling 2. Accrediteringsorganen voor tandheelkundigen', van afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde besluit." 2° Vervolgens dient de inleidende zin van artikel 4 te worden gesteld als volgt : "In ondertitel B (`Voorwaarden en procedures voor de individuele accreditering van de arts') van onderafdeling 1 van afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 3, worden de volgende bepalingen ingevoegd :". Met dat al is het aan de steller van het ontwerp om, voor de accreditering van de tandheelkundigen, te overwegen bepalingen aan te nemen waarvan de strekking vergelijkbaar is met die van het ontwerp.
Artikel 4 Ontworpen artikel 122octies/1 1. In paragraaf 1, eerste lid, moeten de bolletjes worden vervangen door een opsomming;2. In de Franse tekst van paragraaf 1, tweede lid, moet de dubbelepunt worden weggelaten.Deze opmerking geldt eveneens voor het derde lid. 3. In paragraaf 2 dienen de woorden "zijn en" te worden weggelaten.In de Franse tekst moet het woord "en" worden vervangen door het woord "d' ".
Ontworpen artikel 122octies/2 1. De indeling van artikel 122octies/2 in paragrafen dient te vervallen, aangezien elke paragraaf maar één lid bevat. 2. In paragraaf 3, die het derde lid wordt, behoort de afkorting "art." te worden vervangen door het woord "artikel". Deze opmerking geldt voor het gehele ontwerp.
Ontworpen artikel 122octies/3 1. In het eerste lid dienen de woorden "van 12 maanden" te worden weggelaten.2. In het tweede lid dient het woord "voorgaande" telkens te worden vervangen door het woord "eerste". Ontworpen artikel 122octies/5 1. Opmerkingen met betrekking tot het gehele artikel : a) de woorden "De accrediteringsperiodes worden toegekend overeenkomstig de volgende modaliteiten" dienen te worden weggelaten;b) het is niet dienstig om een opschrift te geven aan een onderdeel van een artikel;bijgevolg dient het opschrift van de paragrafen 1 tot 5 van het ontworpen artikel 122octies/5 te worden weggelaten. 2. Met betrekking tot paragraaf 1 : a) de punten "1." en "2." dienen te worden weggelaten; b) in het eerste lid dienen de woorden "startersaanvraag" te worden vervangen door de woorden "accrediteringsaanvraag voor de aanvang van hun activiteit";deze opmerking geldt voor de gehele paragraaf 1; c) in de Franse tekst van hetzelfde lid dienen de woorden "qui suit l'obtention de leur agrément" te worden weggelaten;d) in de Franse tekst van het derde lid dient het woord "après" te worden vervangen door de woorden "suivant leur agrément";e) in hetzelfde lid dienen de woorden "van die" te worden ingevoegd tussen de woorden "die bijkomende opleiding of", waar die voor het eerst voorkomen in dat lid, en de woorden "beroepsactiviteit";f) in hetzelfde lid dient het woord "startersaanvraag" te worden vervangen door de woorden "accrediteringsaanvraag voor de aanvang van hun activiteit"; g) in het vierde lid wordt bepaald dat de accrediteringsperiode aanvangt "op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de Dienst de aanvraag tot accreditering en het erkenningsbesluit heeft ontvangen."; volgens de informatie die is verkregen van de gemachtigde van de Minister gaat het om cumulatieve voorwaarden; die precisering dient te worden opgenomen in de tekst van het ontwerp, des te meer daar een arts een accrediteringsaanvraag kan indienen vanaf de dag van zijn erkenningsaanvraag, dus op het moment dat zijn erkenningsbesluit nog niet is goedgekeurd; h) de gemachtigde van de Minister is het ermee eens dat in het vijfde lid enkel naar paragraaf 1, derde lid dient te worden verwezen.3. Met betrekking tot paragraaf 2 : a) in het eerste lid dienen de woorden "die niet vallen onder de voorwaarden bepaald door § 1" te worden vervangen door de woorden "die zich niet bevinden in de aanvangsperiode van hun activiteit in de zin van paragraaf 1";b) in het derde lid dienen de woorden "voor de gevestigde artsen" te worden ingevoegd tussen de woorden "De accreditering" en de woorden "wordt toegekend".4. Met betrekking tot paragraaf 3 : a) in het eerste lid vervange men het woord "Een" door het woord "De";b) in hetzelfde lid dienen de woorden "toegekend overeenkomstig § 1, § 2, § 4 of onderhavige paragraaf" te worden weggelaten.5. Met betrekking tot paragraaf 4 : a) in het derde lid dienen de woorden "niet werd" te worden vervangen door de woorden "niet wordt";b) Voorts heeft de gemachtigde van de Minister om uitleg gevraagd over het orgaan bedoeld in artikel 122octies/5, § 4, vijfde lid, geantwoord dat het gaat om de Commissie van beroep.Die is echter niet bevoegd voor accrediteringsaanvragen; zij doet enkel uitspraak over beroepen tegen de beslissingen van de Accrediteringsstuurgroep, overeenkomstig artikel 122octies, § 4, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten; door de woorden "Elke aanvraag voorgelegd" te vervangen door de woorden "Elk beroep voorgelegd" zou de tegenstrijdigheid tussen het ontworpen lid en het voornoemd artikel 122octies, § 4, verholpen kunnen worden. 6. Met betrekking tot paragraaf 5 : a) in het eerste lid dienen de woorden "In uitzondering op §§ 3 en 4" te worden weggelaten;voorts dient de steller van het ontwerp toe te zien op de correcte syntaxis van de Nederlandse tekst van het aldus gewijzigde lid; b) in hetzelfde lid dienen de woorden "die reeds genieten van een pensioen" te worden vervangen door de woorden "die al op pensioen gesteld zijn";c) in hetzelfde lid dienen de woorden "een pensioensaanvraag" te worden vervangen door de woorden "een aanvraag tot oppensioenstelling";d) in het tweede lid dienen de woorden "Deze verlenging van een bestaande accreditering toegekend overeenkomstig § 1, § 2, § 3 of een hernieuwing" te worden vervangen door de woorden "De verlenging of de hernieuwing van een accreditering, bedoeld in het eerste lid";e) in hetzelfde lid dient het woord "daarenboven" te worden weggelaten.f) in hetzelfde lid dient het woord "werd" te worden vervangen door het woord "wordt".g) in het derde lid dienen de woorden "niet werd" te worden vervangen door de woorden "niet wordt".h) in het vijfde lid dienen de woorden "bedoeld in het eerste lid" te worden ingevoegd tussen de woorden "De verlenging of hernieuwing" en de woorden "wordt toegekend". Ontworpen artikel 122octies/6 In de Franse tekst van het ontworpen artikel 122octies/6, haalt de steller van het ontwerp de gronden voor schorsing en de gronden voor vrijstelling van de accreditering door elkaar. Ter wille van de duidelijkheid dienen in de Franse tekst van het ontworpen artikel 122octies/6, eerste en tweede lid, de woorden "d'exemption" telkens te worden vervangen door de woorden "de suspension".
Indien de steller van het ontwerp wenst te voorzien in gronden voor de vrijstelling van de accrediteringsverplichting, dient hij zulks te doen in een bepaling die losstaat van het ontworpen artikel 122octies/6.
Ontworpen artikel 122octies/7 1. Met betrekking tot paragraaf 1, tweede lid, lijkt het tegenstrijdig om te wachten tot de maand die volgt op het einde van een accrediteringsperiode om de begunstigde vervallen te verklaren van zijn recht er aanspraak op te maken.De grondregel zou moeten zijn dat het verval ingaat op de dag die volgt op de dag waarop aan de betrokken arts van de vervallenverklaring kennis is gegeven.
Aangezien er daarentegen in wordt voorzien dat de vervallenverklaring terugwerkende kracht kan hebben, doet ze noodzakelijkerwijs afbreuk aan de verworven rechten. Om te voorkomen dat de vervallenverklaring enige terugwerkende kracht zou hebben, moeten in het tweede lid de woorden "en kan retroactief worden vastgesteld zonder afbreuk te doen aan verworven rechten" dan ook worden weggelaten. 2. De ontworpen paragraaf 2 heeft niet dezelfde strekking als paragraaf 1 en moet een afzonderlijk artikel vormen met als nummer 122octies/8.Ingevolge die opmerking moet de vermelding " § 1" worden weggelaten. 3. In dezelfde paragraaf, die artikel 122octies/8 wordt, moeten de woorden "een volledig of gedeeltelijk toekenning" worden vervangen door de woorden "een volledige of gedeeltelijke accreditering". Ontworpen artikel 122octies/8 Bij het ontworpen artikel 122octies/8 worden de bepalingen van het ontwerp met betrekking tot de accrediteringsprocedure "mutatis mutandis toepasbaar [gemaakt] op de apothekers-biologen met een RIZIV-nummer dat met 68 begint.".
Artikel 36bis, § 1, van de wet `betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen', gecoördineerd op 14 juli 1994, dat de enige rechtsgrond vormt voor het ontworpen besluit, stelt inzonderheid dat de Koning "de voorwaarden en de procedure [bepaalt] overeenkomstig dewelke een regeling inzake accreditering van sommige geneesheren wordt ingesteld".
Daaruit volgt dat die bepaling enkel betrekking heeft op de accrediteringsregels van bepaalde artsen en niet op die van de apothekers-biologen.
Op een vraag hierover heeft de gemachtigde van de Minister toegegeven dat geen enkele rechtsgrond het mogelijk maakte de in het ontwerp van koninklijk besluit vervatte regels toepasselijk te maken op de apothekers-biologen, zelfs al worden die laatsten, de facto, al verscheidene jaren gelijkgesteld met artsen.
Hoe dan ook kan de ontworpen regelgeving bij gebrek aan rechtsgrond niet toepasselijk worden gemaakt op de apothekers-biologen.
Het ontworpen artikel 122octies/8 dient te vervallen.
Artikel 6 Hoewel momenteel dezelfde minister bevoegd is voor zowel Volksgezondheid als Sociale Zaken, dient overeenkomstig artikel 36bis, § 1, eerste lid, van de wet `betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen', gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 6 te worden gesteld als volgt : "De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit".
De griffier Béatrice Drapier De Voorzitter Pierre Vandernoot
19 SEPTEMBER 2017. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 36bis, § 1, ingevoegd bij de wet van 10 december 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/12/1997 pub. 29/01/1998 numac 1998022010 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot reorganisatie van de gezondheidszorg sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;
Gelet op het voorstel van de Nationale commissie artsen-ziekenfondsen, gedaan op 22 februari 2016;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 25 april 2016;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 2 mei 2016;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 1 september 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 2 december 2016;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Gelet op advies 61.677/2 van de Raad van State, gegeven op 10 juli 2017 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van de afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt vervangen door het volgende opschrift : "Accreditering".
Art. 2.Tussen het opschrift van afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 2001, en de ondertitel `A. Accrediteringsorganen voor artsen', ingevoegd bij hetzelfde koninklijk besluit, wordt een onderafdeling 1 ingevoegd met als opschrift `Onderafdeling 1.
Accreditering van de artsen'
Art. 3.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 2, wordt na artikel 122octies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 april 2001, een ondertitel B ingevoegd met het opschrift `B. Voorwaarden en procedures voor de individuele accreditering van de arts', waarbij de huidige ondertitel B (`Accrediteringsorganen voor tandheelkundigen') onderafdeling 2 wordt, met als opschrift `Onderafdeling 2. Accrediteringsorganen voor tandheelkundigen', van afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde besluit.
Art. 4.In ondertitel B (`Voorwaarden en procedures voor de individuele accreditering van de arts') van onderafdeling 1 van afdeling XIV van hoofdstuk I van titel II van hetzelfde besluit, ingevoegd bij artikel 3, worden de volgende bepalingen ingevoegd : "Art.122octies/1 § 1. Teneinde voor accreditering in aanmerking te komen dient elke arts : 1) zijn hoofdactiviteit in België uit te oefenen;2) erkend te zijn als huisarts of arts-specialist;3) een navorming volgen;4) zijn volledige medewerking te verlenen aan initiatieven tot kwaliteitsevaluatie georganiseerd voor de betrokken discipline door de ambtsgenoten en minimaal te zijn ingeschreven in een lokale kwaliteitsgroep bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut van ziekte- en invaliditeitsverzekering;5) tijdens het voorgaande kalenderjaar een activiteitsdrempel te hebben bereikt, zoals vastgesteld door de minister op voorstel van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen.Deze voorwaarde geldt niet voor artsen tijdens de eerste vier praktijkjaren; 6) De continuïteit van de verzorging te verzekeren overeenkomstig de bepalingen van de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015. Daarenboven dient elke huisarts 7) een medisch dossier per patiënt bij te houden en alle gegevens van dat dossier die nuttig zijn voor het vaststellen van de diagnose en van de behandeling, met toestemming van de patiënt uit te wisselen met elke andere arts die door de patiënt wordt geraadpleegd en/of die hem verzorgt. Daarenboven dient elke arts-specialist 8) met toestemming van de patiënt alle nuttige medische gegevens inzake diagnose en behandeling per patiëntendossier aan de huisarts die door de patiënt wordt geraadpleegd en/of die hem verzorgt, mee te delen en met hem uit te wisselen. § 2 . De in § 1 voorgeschreven voorwaarden blijven van toepassing gedurende periodes van accreditering. Een arts die niet meer aan deze voorwaarden voldoet, verliest met ingang van de maand volgend op de maand waarin de niet meer aan de voorwaarden is voldaan de accreditering en het recht daarop. § 3. De modaliteiten tot vaststelling en verificatie van de in § 1 voorgeschreven voorwaarden worden vastgelegd door de minister op voorstel van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen.
Art.122octies/2 De arts dient de aanvraag tot accreditering in bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut van ziekte- en invaliditeitsverzekering, Afdeling relaties met de artsen, overeenkomstig de voorwaarden
vastgelegd door de minister op voorstel van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen.
Elke aanvraag wordt voorzien van de nodige bewijsstukken, overeenkomstig de voorwaarden vastgelegd door de minister op voorstel van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen.
Middels deze aanvraag verbindt de arts zich ertoe te voldoen en te blijven voldoen aan de voorwaarden opgesomd in artikel122octies/1 § 1.
Daarenboven verbindt de arts zich ertoe te voldoen aan de navormingsvoorwaarden voorgeschreven in artikel122octies/4.
Art.122octies/3 Een accreditering kan worden toegekend voor een periode van één of meerdere accrediteringsjaren. Deze accrediteringsjaren vangen steeds aan op de eerste dag van een maand.
Elke accrediteringsperiode is opgebouwd uit één of meerdere referentieperiodes van 12 maanden. Deze referentieperiodes vangen aan 2 maanden voor het begin van de accrediteringsjaren voornoemd in het eerste lid en eindigen 2 maanden voor het einde van de accrediteringsjaren voornoemd in het eerste lid.
Art.122octies/4 Tijdens elke referentieperiode rust op de arts de verplichting zich bij te scholen. De modaliteiten en voorwaarden van deze navorming worden vastgelegd door de minister op voorstel van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen. De navorming omvat ten minste de verplichting tot het verwerven van 20 credit points waaronder 3 credit points in het deelgebied ethiek en economie en 2 deelnames aan de vergaderingen van de lokale evaluatiegroep van de medische kwaliteit waarbij men is ingeschreven per referentieperiode van 12 maanden zoals bepaald in artikel122 octies/3.
Art.122octies/5 § 1. Artsen kunnen een accrediteringsaanvraag voor de aanvang van hun activiteitindienen vanaf de dag dat hun erkenning tot huisarts of arts-specialist bij de bevoegde overheid is aangevraagd en tot drie maanden na de dag waarop deze erkenning is uitgevaardigd.
De vervaldag is in de termijn begrepen. Is die dag echter een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst op de eerstvolgende werkdag.
De artsen, die op het moment van hun erkenning of binnen de drie maanden na hun erkenning een opleiding volgen die bij hun specialisme aansluit, of naar het buitenland vertrekken om er geneeskunde te beoefenen kunnen aan het einde van die bijkomende opleiding of van die beroepsactiviteit in het buitenland de accreditering voor de aanvang van hun activiteitbekomen indien zij uiterlijk binnen de drie maanden na aanvang van hun activiteit in de verplichte ziekteverzekering een bewijs indienen van hun periode van bijkomende opleiding respectievelijk hun activiteit in het buitenland en tevens de voormelde startersaanvraag indienen.
De periode van de accreditering voor de aanvang van hun activiteit bedraagt één accrediteringsjaar en vangt aan op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de Dienst zowel de aanvraag tot accreditering als het erkenningsbesluit heeft ontvangen.
In de gevallen bepaald in § 1 lid 3 vangt de accreditering voor de aanvang van hun activiteitmits goedkeuring van de Accrediteringsstuurgroep ten laatste aan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de ontvangst van de conforme aanvraag. § 2. Artsen die zich niet bevinden in de aanvangsperiode van hun activiteit in de zin van paragraaf 1 worden beschouwd als gevestigde artsen.
Gevestigde artsen kunnen een eerste accreditering verkrijgen mits is voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/1 § 1 en gedurende de periode van twaalf maanden die aan de aanvraag vooraf gaat een navorming werd gevolgd gelijk aan deze als gespecificeerd in artikel122octies/4.
De accreditering voor gevestigde artsen wordt toegekend voor een periode van drie accrediteringsjaren en vangt mits goedkeuring van de Accrediteringsstuurgroep ten laatste aan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de Dienst een conforme aanvraag heeft ontvangen. § 3. De verlenging van een bestaande accreditering kan worden verkregen op voorwaarde dat is voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/1 § 1 en gedurende de referentieperiode(n) van de te verlengen accrediteringsperiode werd voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/4.
Een aanvraag tot verlenging moet ten laatste 2 maanden vóór het verstrijken van de lopende accrediteringsperiode worden ingediend.
De verlenging wordt toegekend voor een periode van drie accrediteringsjaren en vangt mits goedkeuring van de Accrediteringsstuurgroep ten laatste aan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de Dienst een conforme aanvraag heeft ontvangen en ten vroegste na afloop van de voorafgaande accrediteringsperiode. § 4. Een hernieuwing van accreditering kan worden toegekend aan artsen aan welke voorheen een accreditering werd toegekend welke reeds is afgelopen of welke aflopen zal in een periode minder dan 2 maanden na de indiening van de aanvraag, mits is voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/1 § 1 en mits gedurende de referentieperiode(n) van de af te lopen of afgelopen accrediteringsperiode werd voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/4.
De hernieuwing wordt toegekend voor een periode van drie accrediteringsjaren en vangt mits goedkeuring van de Accrediteringsstuurgroep ten laatste aan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de Dienst een conforme aanvraag heeft ontvangen en ten vroegste na afloop van de voorafgaande accrediteringsperiode.
In uitzondering op lid 1 kan een hernieuwing worden toegekend indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/4 gedurende de referentieperiode(n) van de af te lopen of afgelopen accrediteringsperiode mits de arts niet in een periode verkeert waarin deze van het recht op accreditering vervallen is verklaard overeenkomstig artikel122octies/7 en mits deze in de periode van twaalf maanden die aan de aanvraag vooraf gaat een navorming heeft gevolgd gelijk aan deze als gespecificeerd in artikel.122octies/4.
In dergelijk geval wordt de hernieuwing toegekend voor een periode van één accrediteringsjaar en vangt mits goedkeuring van de Accrediteringsstuurgroep ten laatste aan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de Dienst een conforme aanvraag heeft ontvangen en ten vroegste na afloop van de voorafgaande accrediteringsperiode.
Elk beroep voorgelegd aan het orgaan gepreciseerd in artikel122octies wordt beschouwd als een aanvraag tot een hernieuwing van accreditering waarvan de modaliteiten inclusief de eventuele periode van accreditering naar redelijkheid en billijkheid wordt vastgesteld door dit orgaan. § 5. Artsen die die al op pensioen gesteld zijn of een aanvraag tot oppensioenstelling hebben ingediend, kunnen een aanvraag tot verlenging of hernieuwing van hun accreditering indienen binnen het kader van een einde loopbaanregime.
De verlenging of de hernieuwing van een accreditering, bedoeld in het eerste lid kan worden verkregen mits is voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/1 § 1 behoudens de voorwaarde inzake activiteitsdrempel en gedurende de referentieperiode(n) van de afgelopen of af te lopen te verlengen accrediteringsperiode wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/4.
In uitzondering op het voorgaande lid kan een hernieuwing worden toegekend indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden van artikel122octies/4 gedurende de referentieperiode(n) van de af te lopen of afgelopen accrediteringsperiode mits de arts niet in een periode verkeert waarin deze van het recht op accreditering vervallen is verklaard overeenkomstig artikel122octies/7 en mits deze in de periode van twaalf maanden die aan de aanvraag vooraf gaat een navorming heeft gevolgd gelijk aan deze als gespecificeerd in artikel122octies/4.
De aanvraag tot verlenging binnen het kader van een einde loopbaanregime moet ten laatste 2 maanden vóór het verstrijken van de lopende accrediteringsperiode worden ingediend en kan worden herhaald.
De verlenging of hernieuwing bedoeld in het eerste lid wordt toegekend voor een periode van één accrediteringsjaar en vangt mits goedkeuring van de Accrediteringsstuurgroep ten laatste aan op de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin de Dienst een conforme aanvraag heeft ontvangen en ten vroegste na afloop van de voorafgaande accrediteringsperiode.
Art.122octies/6 De perioden gedefinieerd overeenkomstig artikel122octies/5 en/of de voorwaarden gepreciseerd in de artikelen 122octies/1 en 122octies/4 kunnen worden geschorst door een of meerdere periode(n) van gevallen van overmacht, exclusieve beroepsactiviteit in het in het buitenland of bijkomende opleiding in het buitenland en andere schorsende omstandigheden overeenkomstig de voorwaarden en modaliteiten vastgelegd door de minister op voorstel van de Nationale Commissie Artsen-Ziekenfondsen.
De arts die zich op schorsende omstandigheden wenst te beroepen dient op straffe van verval de Dienst hiervan voorafgaandelijk op de hoogte te stellen voor zover deze omstandigheden voorzienbaar zijn.
Art.122octies/7 Artsen waarvan wordt vastgesteld dat zij tijdens hun laatst toegekende accrediteringsperiode niet hebben voldaan aan de voorwaarden als neergelegd in artikel122octies/1 § 1 en artikel122octies/4 kunnen van het recht om voor accreditering in aanmerking te komen worden vervallen verklaard voor zoveel perioden van twaalf maanden als het aantal accrediteringsjaren waarin niet aan deze voorwaarden werd voldaan.
Deze vervallenverklaring neemt een aanvang op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de laatst toegekende accrediteringsperiode een eind heeft genomen en kan retroactief worden vastgesteld zonder afbreuk te doen aan verworven rechten.
Art.122octies/8 De beslissingen van de Accrediteringsstuurgroep betreffende de individuele accreditering van de artsen zijn gemotiveerd. Zij kunnen namelijk een volledig of gedeeltelijke accreditering omvatten, een schorsing, een weigering of een vervallenverklaring. Zij kunnen gepaard gaan met voorwaarden, in het bijzonder de voorwaarde dat de arts de onverschuldigde uitbetaalde accrediteringsforfaits terugbetaalt. Het Rijksinstituut voor ziekte en invaliditeitsverzekering is belast met de recuperatie van de onverschuldigde bedragen.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 6.De minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 september 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, M. DE BLOCK