Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 12 mei 2024
gepubliceerd op 30 mei 2024

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2014 betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2024004974
pub.
30/05/2024
prom.
12/05/2024
ELI
eli/besluit/2024/05/12/2024004974/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 MEI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2014 pub. 29/01/2014 numac 2014022013 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, beoogt een ambtshalve toekenning van het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming door het ziekenfonds aan alleenstaande werklozen van tenminste 3 maanden, alleenstaande arbeidsongeschikten van tenminste 3 maanden en alleenstaande invaliden na een aantal voorafgaande controles aan de hand van authentieke gegevensbanken.

Momenteel bestaan er twee vormen van opening van het recht op de verhoogde tegemoetkoming: - volledig automatisch op basis van het genot van een bepaald voordeel (bv. inkomensgarantie voor ouderen) of op basis van een situatie waarin een kind zich bevindt (bv. kind met een ernstige ongeschiktheid van tenminste 66%); - na een inkomensonderzoek uitgevoerd door het ziekenfonds op basis van een verklaring op erewoord die de sociaal verzekerde dient te onderschrijven.

Het besluit voorziet een derde manier van opening van het recht op de verhoogde tegemoetkoming voor bepaalde doelgroepen waarvan aangenomen kan worden dat hun financiële situatie bescheiden is. Het betreft een ambtshalve opening door het ziekenfonds van het recht op de verhoogde tegemoetkoming aan alleenstaande werklozen van ten minste 3 maanden, alleenstaande arbeidsongeschikten van ten minste 3 maanden en alleenstaande invaliden; dus zonder dat de sociaal verzekerde hiervoor een aanvraag moet indienen en bewijsdocumenten m.b.t. zijn inkomens dient te overhandigen, maar door de ziekenfondsen zelf de inkomens voorafgaand te laten controleren aan de hand van de authentieke bronnen waarover zij beschikken voor de detectie van recente inkomens.

Omdat er niet voor alle inkomens recente informatie bestaat en om te garanderen dat alle potentiële rechthebbenden op de verhoogde tegemoetkoming op dezelfde manier worden behandeld, werd voorzien in een aantal uitsluitingscriteria; het mogelijke genot van bepaalde inkomsten of bestaansmiddelen die gedetecteerd worden via databanken zoals o.a. PatrimonyService en het pensioenkadaster zijn bijgevolg voorafgaand en systematisch een criterium voor de uitsluiting van de ambtshalve toekenning van de verhoogde tegemoetkoming.

Naast deze voorafgaande controles is de nieuwe procedure tot ambtshalve opening van de verhoogde tegemoetkoming ook onderworpen aan dezelfde a posteriori controles voor de verlenging van het recht zoals dit nu reeds van toepassing is bij een opening van het recht op de verhoogde tegemoetkoming na een verklaring op erewoord van de betrokkene zelf, met name de tussentijdse controle om na te gaan of het sociaal statuut van werkloze of arbeidsongeschikte/invalide nog bestaat, de controle van de gezinssamenstelling om na te gaan of de betrokkene nog effectief alleenstaande is en de systematische controle om na te gaan of de inkomens onder het toepasselijk grensbedrag zitten.

Het besluit geeft uitvoering aan een maatregel van de gezondheidszorgbegroting van 2024.

Artikelsgewijze bespreking.

Artikel 1 De wijziging betreft de toevoeging van een definitie en behoeft geen verdere uitleg.

Artikelen 2 en 3 Deze artikelen behoeven geen bijzondere uitleg.

Artikel 4 Er wordt verduidelijkt dat iemand die volgens de Rijksregistergegevens alleen woont, maar wel zijn kind(eren) gemiddeld minstens twee dagen per week huisvest (in het kader van een co-ouderschap), ook beschouwd dient te worden als een eenoudergezin (mits ten minste één kind ingeschreven is als kind ten laste van één van zijn ouders).

Artikel 5 Jaarlijks wordt automatisch en systematisch onderzocht of het recht op de verhoogde tegemoetkoming kan worden verlengd voor een nieuwe periode van een kalenderjaar; dit gebeurt op basis van de informatie betreffende de inkomsten van het gezin die wordt meegedeeld door de FOD Financiën. Indien de gezinsinkomens het toepasselijk grensbedrag overschrijden dan wordt het recht op de verhoogde tegemoetkoming stopgezet op 31/12 van het jaar van de controle. Dit wordt de systematische controle genoemd.

Het artikel voorziet dat in het kader van deze systematische controle een nieuwe databank, met name PatrimonyService van de FOD Financiën, gebruikt zal worden voor de detectie van de onroerende goederen en de berekening van het kadastraal inkomen.

Artikel 6 Dit artikel behoeft geen bijzondere uitleg.

Artikel 7 Het artikel legt de nadere regels vast voor de ambtshalve toekenning van de verhoogde tegemoetkoming aan alleenstaande werklozen van ten minste 3 maanden, alleenstaande arbeidsongeschikten van ten minste 3 maanden en alleenstaande invaliden.

De verhoogde tegemoetkoming kan alleen maar toegekend worden door het ziekenfonds na een aantal systematische en voorafgaande controles die gebeuren aan de hand van de volgende gegevensbanken: - het Rijksregister: in de gezinssamenstelling van het Rijksregister moet zijn weergegeven dat de gerechtigde alleen woont of met een bloed- of aanverwante tot in de tweede graad, voor zover deze laatsten niet te zijnen laste zijn ingeschreven als samenwonende of ascendent ten laste en dat er met geen van hen sprake is van een wettelijke samenwoning. Dit zijn de voorwaarden waaronder deze personen geen deel mogen uitmaken van het gezin waarmee rekening wordt gehouden bij de verhoogde tegemoetkoming; - de werkloosheidsfluxen: hierin wordt gecontroleerd dat de sociaal verzekerde effectief een volledige werkloze is, tijdelijk of deeltijdse werklozen worden niet beoogd, personen in werkloosheid met bedrijfstoeslag ook niet, alsook niet de personen in loopbaanonderbreking; - de gegevens rond arbeidsongeschiktheid die gekend zijn bij het ziekenfonds zelf: hiermee wordt nagegaan of de sociaal verzekerde effectief volledig arbeidsongeschikt/invalide is, dus zonder toegelaten activiteit, en of hij niet geniet van een opzeggings- of inschakelingsvergoeding; - PatrimonyService van de FOD Financiën: de betrokkene wordt van de ambtshalve toekenning van het recht op de verhoogde tegemoetkoming uitgesloten indien hij (mede-)eigenaar, vruchtgebruiker of vestiger van een recht op erfpacht of opstal is van een ander onroerend goed dan zijn eigen woning of indien hij (mede)eigenaar, vruchtgebruiker of vestiger van een recht op erfpacht of opstal is van een onroerend goed waarvan het kadastraal inkomen nog niet is vastgelegd; -de bijdragebonnen arbeidsongeval: indien er een rente voor een arbeidsongeval of een beroepsziekte met een invaliditeit van meer dan 20 % bestaat dan wordt de betrokkene uitgesloten van de mogelijkheid tot ambtshalve toekenning van het recht op de verhoogde tegemoetkoming; -het pensioenkadaster van de Federale Pensioendienst: indien een inkomen voorkomt in dat kadaster wordt de betrokkene uitgesloten van de mogelijkheid tot ambtshalve toekenning van het recht op de verhoogde tegemoetkoming.

Het ziekenfonds kent ambtshalve het recht op de verhoogde tegemoetkoming toe indien de som van de volgende inkomsten lager is dan het plafond voor een gezin van één persoon: - werkloosheidsuitkeringen, waarvan het bedrag wordt meegedeeld in de elektronische stroom van de betalingsinstellingen; - arbeidsongeschiktheidsuitkering; - het geïndexeerde bedrag van het kadastraal inkomen van de eigen woning, na aftrek van het vrijgesteld bedrag in het kader van de reglementering betreffende de verhoogde tegemoetkoming.

Het ziekenfonds heeft de verplichting om de verzekerde op de hoogte te stellen wanneer het ambtshalve recht niet toegekend kon worden, en nodigt hem uit een aanvraag in te dienen, tenzij deze niet-toekenning voortvloeit uit de berekening.

Er wordt het principe ingevoerd volgens hetwelk de ambtshalve toekenning van het recht gedurende één jaar wordt uitgesloten na verlies van het recht als gevolg van de systematische controle. De verzekerde moet ook over een indicator beschikken die verschilt van de indicator die aanleiding gaf tot de eerdere ambtshalve toekenning, dat wil zeggen dat de indicator die een eerdere ambtshalve toekenning mogelijk maakte, verloren is gegaan en dat een nieuwe indicator is verworven na het verlies van zijn recht na de systematische controle.

Artikel 8 Het artikel voorziet dat in het kader van de ambtshalve toekenning het recht op de verhoogde tegemoetkoming geopend wordt op de eerste dag van de maand van de controle van de databanken door het ziekenfonds.

Artikel 9 Er wordt verduidelijkt dat de situatie waarbij in een gezin een kind jonger dan 16 jaar geadopteerd wordt terwijl deze al ingeschreven was in het Rijksregister (bijvoorbeeld op het adres van een instelling) niet meer beschouwd wordt als een wijziging in de gezinssamenstelling.

Artikel 10 Er wordt voorzien in een tussentijdse controle in het kader van de ambtshalve toekenning van het recht om na te gaan of het sociaal statuut nog steeds bestaat.

Er wordt geen tussentijdse controle voorzien voor de personen die een recht op de verhoogde tegemoetkoming hebben geopend op basis van de indicator "tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden (« Pflegegeld für Senioren ») toegekend door de Duitstalige gemeenschap" gelet op de particuliere stabiliteit van deze situatie.

Artikel 11 Voor het controleren van de inkomsten in het kader van de systematische controle worden een aantal nieuwe databanken geconsulteerd door de Dienst voor administratieve controle van het RIZIV, namelijk PatrimonyService voor de onroerende inkomsten en ChildBenefit om na te gaan of een kind nog recht heeft op kinderbijslag waardoor zijn beroepsinkomsten vrijgesteld dienen te worden.

Artikel 12 In dat artikel wordt voorzien dat elke verzekerde binnen drie maanden na de opening van het recht afstand kan doen van het voordeel van de verhoogde tegemoetkoming die wordt toegekend in het kader van deze nieuwe ambtshalve toekenningsprocedure. Hij moet zijn ziekenfonds hiervan schriftelijk op de hoogte stellen en het recht wordt met terugwerkende kracht ingetrokken tot de datum van opening. Het ziekenfonds moet hem informeren over de gevolgen van deze opt-out voor hem en voor de leden van zijn gezin, evenals over de mogelijkheid dat deze opt-out op elk moment kan worden ingetrokken. Het ziekenfonds vermeldt dit in het dossier van betrokkene.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE


12 MEI 2024. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2014 pub. 29/01/2014 numac 2014022013 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 37, § 19, vervangen bij de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten en gewijzigd bij de wet van 7 februari 2014 en 29 november 2022;

Gelet op het koninklijk besluit van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2014 pub. 29/01/2014 numac 2014022013 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het voorstel van de werkgroep Verzekerbaarheid van 19 oktober 2023;

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole, gegeven op 8 november 2023;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 13 november 2023;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 januari 2024;

Gelet op de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting, d.d. 28 februari 2024;

Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 22 maart 2024 verwijzend naar het standaardadvies nr. 65/2023 van 24 maart 2023;

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 19 april 2024 om voorbij te gaan aan de weigering van akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Begroting;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 25 april 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 76.253/2;

Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 25 april 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 15 januari 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/2014 pub. 29/01/2014 numac 2014022013 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepalingen onder 3 en 4 worden vervangen als volgt: "3."de gerechtigde": de persoon die geneeskundige verstrekkingen geniet in één van de hoedanigheden bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° tot 16°, 20°, 21°, 22°, en 24° van de wet; 4. "de persoon ten laste": de persoon die geneeskundige verstrekkingen geniet in de hoedanigheid bedoeld in artikel 32, eerste lid, 17°, 18°, 19°, 23° en 25° van de wet;" 2° het artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 12, luidende: "12."de woning": de hoofdverblijfplaats bedoeld in artikel 3, eerste lid, 5°, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen."

Art. 2.In artikel 6, tweede lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 15 maart 2022Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/2022 pub. 13/04/2022 numac 2022031405 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2014 betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, wordt de zin "De situatie bedoeld in artikel 18, eerste lid, 7°, wordt vastgesteld op basis van de gegevens van het Rijksregister." opgeheven.

Art. 3.In artikel 7, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "afdeling 4" vervangen door de woorden "afdelingen 4 en 6/1".

Art. 4.In artikel 18, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 2 mei 2019, 15 maart 2022, 26 december 2022 en 6 februari 2023, wordt punt 8, eerste lid, vervangen als volgt: "8. gerechtigde is binnen een eenoudergezin. Het eenoudergezin bestaat uit een gerechtigde die, volgens de gegevens van het Rijksregister van de natuurlijke personen, ofwel uitsluitend samenwoont met een of meerdere kind(eren), ofwel alleen woont maar zijn kind(eren) huisvest gemiddeld ten minste twee dagen per week op hoofdzakelijk of op gedeelde basis, op voorwaarde dat in beide gevallen ten minste één kind ingeschreven is in de hoedanigheid van kind ten laste in het gezin van een van zijn ouders."

Art. 5.In artikel 19, § 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° tussen het eerste en het tweede lid wordt een lid ingevoegd luidende: "De Dienst voor administratieve controle berekent het bedrag van het kadastraal inkomen bedoeld in artikel 27, vierde lid, 5°, op basis van de gegevens betreffende het onroerend patrimonium van de Coördinatiestructuur voor Patrimoniuminformatie, geldend op het moment van de consultatie.Indien uit deze gegevens blijkt dat het kadastraal inkomen nog niet is vastgesteld, geeft de Dienst voor administratieve controle de in het volgend lid bedoelde informatie niet door." 2° in het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, worden de woorden "op basis van de ontvangen gegevens," vervangen door de woorden "op basis van de gegevens bedoeld in de twee vorige leden,".

Art. 6.In artikel 28, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bedoeld in artikel 18" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 18, eerste lid, 1 tot 9, en 11".

Art. 7.In hoofdstuk 4 van hetzelfde besluit wordt een afdeling 6/1 ingevoegd die de artikelen 32/1 tot 32/6 bevat, luidende: "Afdeling 6/1 - Toekenning van het recht op initiatief van het ziekenfonds

Art. 32/1.Onder de voorwaarden van deze afdeling verleent het ziekenfonds ambtshalve het recht op de verhoogde tegemoetkoming aan alleenstaande rechthebbenden: a) bedoeld in artikel 18, eerste lid, 2, die alle activiteiten hebben stopgezet overeenkomstig artikel 100, § 1, van de wet;b) bedoeld in artikel 18, eerste lid, 5, die, indien zij arbeidsongeschikt zijn, alle activiteiten hebben stopgezet overeenkomstig artikel 100, § 1, van de wet en, indien zij zelfstandigen zijn, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld krachtens de wetgeving betreffende het rust- en overlevingspensioen van de zelfstandigen, hun beroepsbezigheid hebben onderbroken wegens ziekte of invaliditeit en in die hoedanigheid hun rechten vrijwaren met toepassing van dezelfde wetgeving;c) bedoeld in artikel 18, eerste lid, 5, die, indien zij zich in een gecontroleerde werkloosheid bevinden, vallen onder artikel 27, eerste lid, 1°, a), van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 25/01/2022 numac 2021022765 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel IX sluiten houdende de werkloosheidsreglementering, met uitzondering van degenen die genieten van een bedrijfstoeslag. Onder "alleenstaande rechthebbende" wordt bedoeld, de verzekerde ingeschreven als gerechtigde die, volgens de gegevens van de gezinssamenstelling van het Rijksregister van de natuurlijke personen alleen woont of uitsluitend samenwoont met één of meerdere bloedverwanten tot in de tweede graad, op voorwaarde dat geen van hen ingeschreven is als samenwonende of ascendent ten zijner laste en dat hij met geen van hen een verklaring van wettelijke samenwoning heeft afgelegd. Is echter uitgesloten, de verzekerde die een persoon ten laste heeft waarmee hij niet samenwoont en die geen kind ten laste is.

Het ziekenfonds dat het dossier beheert, is het ziekenfonds waarbij de hierboven genoemde alleenstaande rechthebbende is ingeschreven.

Voor de rechthebbenden die nog geen verhoogde tegemoetkoming hebben, controleert het ziekenfonds maandelijks of de rechthebbenden bedoeld in het eerste lid, a) tot c), voldoen aan de voorwaarden van deze afdeling.

Art. 32/2.Voor de ambtshalve toekenning van het recht houdt het ziekenfonds rekening met de samenstelling van het gezin, de gegevens en de inkomsten van de dag waarop, volgens de gegevens die het ziekenfonds dient te raadplegen krachtens deze afdeling, aan de in deze afdeling vastgestelde voorwaarden is voldaan.

Art. 32/3.Is systematisch en voorafgaand uitgesloten van de ambtshalve toekenning van het recht door het ziekenfonds, de rechthebbende bedoeld in artikel 32/1: - die eigenaar, vruchtgebruiker of vestiger van een recht op erfpacht of opstal is van een ander onroerend goed dan zijn woning volgens de gegevens betreffende het onroerend patrimonium van de Coördinatiestructuur voor Patrimoniuminformatie; - die eigenaar, vruchtgebruiker of vestiger van een recht op erfpacht of opstal is van een onroerend goed waarvan het kadastraal inkomen nog niet is vastgelegd volgens de gegevens betreffende het onroerend patrimonium van de Coördinatiestructuur voor Patrimoniuminformatie; - die een inkomen heeft dat is opgenomen in de gegevens van het pensioenkadaster van de Federale Pensioendienst; - die geniet van een opzeggings- of inschakelingsvergoeding; - die, volgens de bijdragebons waarover het ziekenfonds beschikt, een vergoeding geniet die wordt toegekend in toepassing van de wetgeving inzake arbeidsongevallen of beroepsziekten die een arbeidsongeschiktheid tot gevolg heeft die groter is dan 20%.

Art. 32/4.Het ziekenfonds kent ambtshalve het recht op de verhoogde tegemoetkoming toe indien de som van de volgende inkomsten lager is dan het inkomensplafond bedoeld in artikel 21, eerste lid, voor een gezin van een alleenstaande persoon, zoals van toepassing de dag waarop, volgens de gegevens die het ziekenfonds dient te raadplegen krachtens deze afdeling, aan de in deze afdeling vastgestelde voorwaarden is voldaan: - de werkloosheidsuitkeringen, berekend overeenkomstig artikel 28, § 3, waarvan het bedrag wordt meegedeeld in de elektronische stroom van de uitbetalingsinstellingen. Deze mededeling gebeurt via het sociale zekerheidsnetwerk overeenkomstig artikel 11, eerste lid, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid; - de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, berekend overeenkomstig artikel 28, § 3; - het geïndexeerde bedrag van het kadastraal inkomen van de woning, na toepassing van artikel 27, lid 4, 5°.

Art. 32/5.Wanneer het ziekenfonds het recht op de verhoogde tegemoetkoming in het kader van huidige afdeling niet heeft kunnen toekennen aan de rechthebbenden bedoeld in artikel 32/1, brengt zij hen daarvan op de hoogte en nodigt zij hen uit een aanvraag in te dienen overeenkomstig artikel 29, tenzij de niet-toekenning voortvloeit uit de toepassing van het artikel 32/4.

Art. 32/6.Wanneer het recht op de verhoogde tegemoetkoming is beëindigd door toepassing van artikel 38, § 2 of 3, kan het recht pas worden toegekend op initiatief van het ziekenfonds vanaf 1 januari van het tweede jaar volgend op de datum bedoeld in artikel 38, § 2, op voorwaarde dat een nieuwe situatie zoals bedoeld in artikel 32/1, eerste lid, a) tot c), is ontstaan na het einde van het recht in toepassing van het artikel 38, § 2 of 3."

Art. 8.In artikel 34 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het tweede streepje vervangen als volgt: "- op de eerste dag van de maand die voorafgaat aan de maand waarin de aanvraag werd ingediend, in de hypothese die in artikel 28, § 1, eerste lid is voorzien;"; 2° in het eerste lid wordt tussen het tweede en derde streepje een streepje ingevoegd, luidende: "- op de eerste dag van de maand waarin, volgens de gegevens die het ziekenfonds dient te raadplegen krachtens de Afdeling 6/1, aan de voorwaarden in deze afdeling is voldaan;"; 3° in het tweede lid worden de woorden ", eerste lid, 1 tot 9, en 11" ingevoegd tussen de woorden "bedoeld in artikel 18" en de woorden "indient en voor zover".

Art. 9.In artikel 35, eerste lid, van hetzelfde besluit, gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 september 2017Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/09/2017 pub. 29/09/2017 numac 2017031274 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 15 januari 2014 betreffende de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, bedoeld in artikel 37, § 19, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type koninklijk besluit prom. 19/09/2017 pub. 12/10/2017 numac 2017031281 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten, worden de woorden "of van een kind ten laste jonger dan 16 jaar ingevolge een adoptie door één van de gezinsleden" ingevoegd tussen de woorden "een inschrijving in het Rijksregister wordt gevraagd" en de woorden ", in welk geval het recht op de verhoogde tegemoetkoming".

Art. 10.In artikel 36 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijk besluiten van 17 oktober 2019 en 15 maart 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of in het kader van afdeling 6/1" ingevoegd tussen de woorden "referentieperiode overeenkomstig artikel 18" en de woorden ", kijkt het ziekenfonds" en de woorden "of in artikel 32/1" ingevoegd na de woorden "een situatie bedoeld in artikel 18"; 2° in het tweede lid worden de woorden "overeenkomstig artikel 18, eerste lid, 8 en 10." vervangen door de woorden "overeenkomstig artikel 18, eerste lid, 8, 10, en 11 .".

Art. 11.In artikel 37 van hetzelfde besluit, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 2 mei 2019, 17 oktober 2019, 26 maart 2020 en 15 maart 2022, wordt paragraaf 2 aangevuld met twee leden, luidende: "Wanneer de belastingadministratie beroepsinkomsten van een kind vermeldt, gaat de Dienst voor administratieve controle in de gegevensbank betreffende de kinderbijslagen van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid na of het daadwerkelijke genot van de kinderbijslagen het tweede voorafgaande jaar behouden bleef. Indien dit het geval is, deelt zij de beroepsinkomsten van het betrokken kind niet mee aan het beherend ziekenfonds.

De Dienst voor administratieve controle berekent eveneens het bedrag bedoeld in artikel 27, vierde lid, 5°, op basis van de gegevens betreffende het onroerend patrimonium van de Coördinatiestructuur voor Patrimoniuminformatie, zoals van toepassing in het tweede voorafgaande jaar."

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 41/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 41/1.Elke verzekerde kan binnen de drie maanden na de opening van het recht afstand doen van het genot van de verhoogde tegemoetkoming toegekend in het kader van de Afdeling 6/1. Hij deelt dit schriftelijk mee aan zijn ziekenfonds. Het recht wordt met terugwerkende kracht ingetrokken op de datum van opening.

Het ziekenfonds informeert de betrokkene over de gevolgen van de aanvraag om afstand voor hem en zijn gezinsleden, en over het feit dat deze op ieder moment kan worden ingetrokken.

Het ziekenfonds vermeldt dit in zijn dossier."

Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 1 oktober 2024, met uitzondering van de artikelen 5 en 11, die in werking treden op 1 januari 2025.

Art. 14.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 12 mei 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE


^