gepubliceerd op 30 november 2001
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
19 NOVEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, §§ 1 en 2, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1995, 22 februari 1998, 25 januari 1999 en 24 december 1999 en het koninklijk besluit van 25 april 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op artikel 7 van de bijlage, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 maart 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 1999;
Gelet op de voorstellen van de Technische raad voor kinesitherapie geformuleerd op 3 februari 2000, 3 maart 2000 en 20 oktober 2000;
Gelet op de beslissing van de Overeenkomstencommissie kinesitherapeuten-verzekeringsinstellingen, genomen op 6 december 2000;
Gelet op het advies van de Dienst voor geneeskundige controle, gegeven op 3 februari 2000, 3 maart 2000 en 20 oktober 2000;
Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 7 februari 2001;
Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering genomen op 5 februari 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 maart 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 juni 2001;
Gelet op het advies 31.969/1/V van de Raad van State, gegeven op 6 september 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 7, § 1, 1°, IV, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, vervangen bij het koninklijk besluit van 10 maart 1999 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 8 juli 1999, wordt het codenummer 515200 vervangen door het codenummer 515266.
Art. 2.Artikel 7, § 3, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « 7° Het aantal voorgeschreven zittingen mag niet hoger liggen dan 60 per voorschrift. ».
Art. 3.Artikel 7, § 10, tweede lid, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit, wordt vervangen als volgt : « Indien de rechthebbende in de loop van dit jaar aangetast wordt door een nieuwe pathologische situatie, kan de adviserend geneesheer, op aanvraag van de kinesitherapeut, toestemming verlenen om, na het verstrijken van de eerste 60 zittingen, over de resterende periode van het in het vorige lid omschreven jaar maximaal zestig bijkomende verstrekkingen te attesteren. Die aanvraag moet vergezeld gaan van een verslag van de behandelend geneesheer waarin de opeenvolgende pathologische situaties en hun datum van optreden worden omschreven.
De aanvraag moet worden ingediend met een aan de adviserend geneesheer persoonlijk geadresseerde brief. Er mogen geen bijkomende verstrekkingen worden aangerekend alvorens de adviserend geneesheer daarvoor zijn toestemming heeft verleend. De adviserend geneesheer wordt geacht zijn toestemming te hebben verleend als hij binnen 14 dagen na de verzending van de aanvraag zijn weigering niet heeft betekend of geen bijkomende inlichtingen heeft gevraagd; de poststempel geldt als bewijs. De kennisgeving van de weigering wordt met een aangetekende brief aan de rechthebbende meegedeeld en de kinesitherapeut ontvangt een kopie. ».
Art. 4.Artikel 7, § 11, laatste lid, van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : « De verstrekkingen 516751, 516773, 516795 en 516821 mogen enkel worden aangerekend bij patiënten die hun 21e verjaardag nog niet hebben bereikt en een hersenverlamming hebben die vóór hun 7e verjaardag is opgetreden; het bewijs dat de laatstgenoemde voorwaarde is vervuld, moet met een medisch verslag worden geleverd. Dat medisch verslag moet ter beschikking van de adviserend geneesheer worden gehouden en in het dossier van de rechthebbende, omschreven in § 8 van dit artikel, worden vermeld. Die verstrekkingen mogen slechts eenmaal per dag worden aangerekend en mogen op dezelfde dag niet worden gecumuleerd met andere verstrekkingen van artikel 7, § 1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen. ».
Art. 5.Artikel 7, § 12, 1°, a) van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit wordt vervangen als volgt : « a) de rechthebbenden die verblijven in een eenheid die erkend is voor de functie intensieve zorg (code 49) op basis van het koninklijk besluit van 27 april 1998 houdende vaststelling van de normen waaraan een functie intensieve zorg moet voldoen om te worden erkend, of in een dienst N voor vroeggeborenen en zwakke pasgeborenen (code 27) tijdens de hele duur van het verblijf in die eenheden of diensten. ».
Art. 6.In artikel 7, § 12, 1°, b) van de bijlage bij het voormeld koninklijk besluit worden de woorden "- van artikel 13, § 1, van de nomenclatuur (reanimatie); 211046, 211142, 212225, 213021 en 213043" vervangen door de woorden "- van artikel 13, § 1 van de nomenclatuur (reanimatie) : 211046, 211142, 212225, 213021, 213043 en 214045".
Art. 7.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 8.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE