gepubliceerd op 07 februari 2025
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (1)
19 JANUARI 2025. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden;
Op de voordracht van de Minister van Werk,
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf").
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 januari 2025.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 Invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") (Overeenkomst geregistreerd op 2 september 2024 onder het nummer 189432/CO/200)
HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen
Artikel 1.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst en haar bijlagen, moeten de hierna vermelde begrippen als volgt worden begrepen: - Arbeiders Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf: de arbeiders die ressorteren onder Paritair Comité voor het garagebedrijf; - Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf: de bedienden die ressorteren onder Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en zich in een vergelijkbare situatie bevinden als de Arbeiders Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf met wie zij voor doeleinden van het aanvullend pensioen "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP. Zij worden overeenkomstig de regels van deze collectieve arbeidsovereenkomst toegewezen aan deze specifieke subcategorie; - Cao van Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden van 1 juli 2019: de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019 gesloten in Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden betreffende de koopkracht in het kader van het koninklijk besluit van 19 april 2019 tot uitvoering van artikel 7, § 1 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, met registratienummer 152849/CO/200, zoals gewijzigd inzake de termijnen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 2021, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, met registratienummer 168827/CO/200; - Harmonisatieverplichting: de wettelijke verplichting tot harmonisering van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden in de zin van de WAP; - Hoofdzakelijkheidscriterium: in situaties waar Werkgevers ressorteren onder meerdere paritaire (sub)comités voor hun arbeiders, houdt het hoofdzakelijkheidscriterium in dat de Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden bedienden moeten vergeleken worden met hun collega arbeiders die werken in de hoofdactiviteit van de Werkgever.
De hoofdactiviteit wordt voor doeleinden van artikel 14 van de WAP bepaald als de Ondernemingsactiviteit waar de Werkgever het grootst aantal arbeiders tewerkstelt, uitgedrukt in voltijdse equivalente arbeiders. De hoofdactiviteit wordt bepaald aan de hand van de officiële sociale documenten waarbij gebruik gemaakt wordt van de kerngetallen en RSZ-identificatienummers; - Inrichter: de multi-sectorale inrichter, Fonds voor Bestaanszekerheid Sectoraal Aanvullend Pensioen Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf), met zetel te 1120 Brussel, Marlylaan 15/8, die optreedt als inrichter van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en als inrichter van het SAP PC 112 Arbeiders Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf voor de arbeiders waarmee de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP; - Ondernemingsactiviteit (OA): de beroepscategorieën en ondernemingsactiviteiten zoals bedoeld in artikel 14/4, § 1, eerste lid van de WAP; - Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf: de ondernemingsactiviteiten waarvoor het Paritair Comité voor het garagebedrijf bevoegd is en die vallen onder het bevoegdheidsgebied van PC 112 zoals vastgesteld in het koninklijk besluit van 1 juli 1974 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het garagebedrijf, zoals laatst gewijzigd door het koninklijk besluit van 7 mei 2007; - PC 112: het Paritair Comité voor het garagebedrijf; - PC 200: het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden; - PC 200 Bedienden: de bedienden die vallen onder de bevoegdheid van Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden; - SAP PC 112 Arbeiders Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf: het sectoraal aanvullend pensioenstelsel per 1 januari 2002 ingevoerd door het Paritair Comité voor het garagebedrijf voor de arbeiders werkzaam in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, zijnde de Arbeiders Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf; - SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf: het sectoraal aanvullend pensioenstelsel, dat door het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden wordt ingevoerd - in overeenstemming met de cao van 1 juli 2019 - voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en dat in het kader van de Harmonisatieverplichting die gelijke behandeling beoogt inzake aanvullende pensioenen op sectorniveau tussen de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en de Arbeiders Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf met wie zij "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP; - Technische bedrijfseenheid: de technische bedrijfseenheid zoals omschreven in artikel 14 van de wet van 20 september 1948Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/09/1948 pub. 06/07/2010 numac 2010000388 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende organisatie van het bedrijfsleven. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende organisatie van het bedrijfsleven; - Vestigingseenheid: een plaats die men, geografisch gezien, kan identificeren door een adres waar ten minste één activiteit van de in de Kruispuntbank van Ondernemingen geregistreerde juridische entiteit wordt uitgeoefend of van waaruit de activiteit wordt uitgeoefend in de zin van artikel I.2., 16° van boek I van het Wetboek van Economisch recht. Dit komt neer op elke geografisch afgescheiden exploitatiezetel, afdeling of onderafdeling (atelier, fabriek, magazijn, bureau,...) van de betrokken juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), gesitueerd op een geografisch welbepaalde locatie en identificeerbaar met een adres en met een vestigingseenheidsnummer; - WAP: de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, waarin het wettelijk kader inzake de harmonisatie van de aanvullende pensioenen voor arbeiders en bedienden werd ingeschreven door de wet van 5 mei 2014 tot wijziging van het rustpensioen en het overlevingspensioen en tot invoering van de overgangsuitkering in de pensioenregeling voor werknemers en houdende geleidelijke opheffing van de verschillen in behandeling die berusten op het onderscheid tussen werklieden en bedienden inzake aanvullende pensioenen en werd gewijzigd door de wet van 12 december 2021 tot uitvoering van het sociaal akkoord in het kader van de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022; - WIBP: de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening; - Werkgever: de juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), of desgevallend de vestigingseenheden (op basis van het vestigingseenheidsnummer) indien de juridische entiteit over meerdere vestigingseenheden beschikt.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied
Art. 2.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de Werkgevers die ressorteren onder Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, alsook de PC 200 Bedienden die deze Werkgevers tewerkstellen, op voorwaarde dat: - de betrokken Werkgever voor alle of een deel van de arbeiders die hij tewerkstelt, valt onder de bevoegdheid van Paritair Comité voor het garagebedrijf; - de PC 200 Bedienden volledig of deels tewerkgesteld zijn in de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf; en - de PC 200 Bedienden door de betrokken Werkgever tewerkgesteld worden in een Technische Bedrijfseenheid waarin deze Werkgever ook arbeiders tewerkstelt waarvoor hij valt onder de bevoegdheid van Paritair Comité voor het garagebedrijf. § 2. De vaststelling of, en welk deel van, de PC 200 Bedienden moeten beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf gebeurt op basis van de regels bepaald in artikel 2, § 3 en § 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
De Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf worden vanaf 1 juli 2025 door de betrokken Werkgever of zijn sociaal secretariaat worden aangegeven in de DmfA onder het RSZ-werkgeverskengetal 064. § 3. Indien de Werkgever voor al zijn arbeiders ressorteert onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf, dan worden de PC 200 Bedienden die de Werkgever tewerkstelt in de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 4. Indien de Werkgever: - voor een deel van de arbeiders die hij tewerkstelt in de betrokken Technische Bedrijfseenheid, ressorteert onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf en voor andere arbeiders ressorteert onder de bevoegdheid van één of meerdere andere paritaire (sub)comités voor arbeiders; en - de PC 200 Bedienden die hij tewerkstelt in de betrokken Technische Bedrijfseenheid op basis van de feitelijke omstandigheden niet kan toewijzen aan één van de specifieke Ondernemingsactiviteiten waarvoor één van de betrokken paritaire (sub)comités voor arbeiders bevoegd is, aangezien deze PC 200 Bedienden ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, gelden de volgende regels om te bepalen welke PC 200 Bedienden moeten worden beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf: (a) De Werkgever moet vaststellen of de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid toegewezen worden aan de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf of aan de Ondernemingsactiviteit(en) die behoren tot het bevoegdheidsgebied van één van de andere paritaire (sub)comités voor arbeiders (overeenkomstig het toepasselijk koninklijk besluit dat de bevoegdheid van dit paritair comité heeft vastgesteld), waaronder de Werkgever voor een deel van zijn arbeiders ressorteert; De Werkgever doet deze vaststelling eenmalig ("foto") volgens de modaliteiten vastgelegd in deze collectieve arbeidsovereenkomst, hetzij (i) naar aanleiding van de inwerkingtreding van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf op 1 juli 2025 (op basis van de DmfA gegevens van het eerste kwartaal van 2022, zoals beschikbaar op 30 juni 2022), hetzij (ii) nadien op het moment dat de Werkgever voor het eerst ook ressorteert onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf voor een deel van zijn arbeiders (op basis van de DmfA gegevens op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf ressorteert voor een deel van zijn arbeiders), hetzij (iii) nadien op het moment dat de Werkgever voor een deel van zijn arbeiders naast het Paritair Comité voor het garagebedrijf ook ressorteert onder een ander paritair (sub)comité dan het Paritair Comité voor het garagebedrijf (op basis van de DmfA gegevens op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder een ander paritair (sub)comité dan Paritair Comité voor het garagebedrijf ressorteert voor een deel van zijn arbeiders) en wijzigt niet meer nadien behoudens in de uitzonderlijke situatie zoals vastgelegd hierna in (c); (b) Deze vaststelling gebeurt op basis van het Hoofdzakelijkheidscriterium, in dit kader uitgedrukt op basis van het aantal arbeiders in voltijdsequivalent of FTE, dat de Werkgever tewerkstelt in de betrokken Technische Bedrijfseenheid ("foto" vastgesteld op basis van de DmfA gegevens van het eerste kwartaal van 2022, zoals beschikbaar op 30 juni 2022, op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf ressorteert voor een deel van zijn arbeiders of op het einde van het eerste kwartaal dat de Werkgever ook onder een ander paritair (sub)comité dan het Paritair Comité voor het garagebedrijf ressorteert voor een deel van zijn arbeiders): - Indien de Werkgever arbeiders tewerkstelt die ressorteren onder meerdere paritaire (sub)comités voor arbeiders, dan worden de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid, die ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf indien het hoogste aantal arbeiders van de Werkgever ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf; - Indien de Werkgever op de in punt (a) en (b) vastgestelde datum een gelijk aantal arbeiders tewerkstelt in de verschillende paritaire (sub)comités voor arbeiders waaronder hij ressorteert en het Hoofdzakelijkheidscriterium geen antwoord biedt, dan worden de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid die ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wanneer gemiddeld gedurende acht RSZ kwartalen (dit is gedurende het eerste kwartaal van 2022 en de zeven daaraan voorafgaande RSZ kwartalen) (= de referentieperiode of "film") het hoogste aantal arbeiders (uitgedrukt in voltijdsequivalent of FTE) van de Werkgever ressorteert onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf. Indien er geen acht RSZ kwartalen zijn, wordt het lager aantal beschikbare RSZ kwartalen (dit is het eerste kwartaal van 2022 en het lager aantal daaraan voorafgaande RSZ kwartalen) als referentieperiode of film genomen; - Indien de Werkgever ook gedurende deze voormelde referentieperiode of film een gelijk aantal arbeiders tewerkstelt in de verschillende paritaire (sub)comités voor arbeiders waaronder hij ressorteert, dan worden de PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid die ondersteunende of overkoepelende taken uitvoeren ten aanzien van meerdere Ondernemingsactiviteiten en/of niet-occasioneel en niet-uitzonderlijk werkzaam zijn in meerdere Ondernemingsactiviteiten van de Werkgever, beschouwd als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wanneer de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf kan beschouwd worden als de hoofdactiviteit van de Werkgever op basis van de rangorde die gebruikt werd in de activiteiten die opgesomd worden in het maatschappelijk voorwerp, zoals vermeld in de statuten van de Werkgever. (c) Indien de PC 200 Bedienden op basis van de regels in (b) beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, maar de verhouding tussen de respectievelijke aantallen van arbeiders in de verschillende Ondernemingsactiviteiten nadien op een duurzame en significante wijze wijzigt, kan de Werkgever via een schriftelijk, gemotiveerd verzoek aan de Inrichter vragen dat zijn PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid niet langer beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.De Werkgever brengt hiervan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis hiervan, het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis hiervan, de vakbondsafvaardiging op de hoogte.
Hiertoe moet de Werkgever in zijn schriftelijk en gemotiveerd verzoek minstens de volgende gegevens opnemen: (i) de aantallen van arbeiders bepaald op het moment voorzien onder (b); (ii) de evolutie op kwartaalbasis van de aantallen van arbeiders bedoeld onder (b) sinds het moment voorzien onder (b), waaruit de duurzame en significante aard van de wijziging blijkt; (iii) aantonen op basis van de activiteiten van de Werkgever waarom deze wijziging zich ook in de toekomst verder zal bestendigen.
Mits een voorafgaande discussie met de Werkgever, kan een gelijkaardig schriftelijk en gemotiveerd verzoek worden ingediend door de vertegenwoordigers van de werknemers in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis hiervan, de vertegenwoordigers van de werknemers in het comité voor preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis hiervan, de vakbondsafvaardiging. Dat verzoek moet dezelfde gegevens opnemen dan hierboven vermeld. De betrokken partij brengt de Werkgever hier onverwijld van op de hoogte.
De Inrichter van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf beslist over dit verzoek binnen de twee maanden na ontvangst van alle hiervoor vermelde, benodigde gegevens. In geval van een positieve beslissing, zullen de PC 200 Bedienden van de betrokken Werkgever in de betrokken Technische Bedrijfseenheid vanaf het eerstvolgende kwartaal na deze positieve beslissing, niet langer beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (wat aanleiding geeft tot een uittreding uit het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf). De Werkgever zal de betrokken PC 200 Bedienden hierover inlichten. De Inrichter zal, indien toepasselijk, aan het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden één keer per jaar een overzicht overmaken van de Werkgevers die toepassing van dit artikel hebben gemaakt.
Omgekeerd, indien de PC 200 Bedienden op basis van de regels in (b) niet beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, maar de verhouding tussen de respectievelijke aantallen van arbeiders in de verschillende Ondernemingsactiviteiten nadien op een duurzame en significante wijze wijzigt, kan de Werkgever zich wenden tot de inrichter van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel van de andere (sub)sector waarbij zijn PC 200 Bedienden zijn aangesloten, om te vragen dat zijn PC 200 Bedienden in de betrokken Technische Bedrijfseenheid voortaan kunnen beschouwd worden als Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, waarna ze aangesloten worden aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.
HOOFDSTUK III. - Voorwerp - Invoering SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf
Art. 3.§ 1. De representatieve organisaties in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden hebben deze collectieve arbeidsovereenkomst gesloten ter uitvoering van de Harmonisatieverplichting en artikel 7, 1° (i) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2019.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als enige voorwerp de invoering met ingang van 1 juli 2025 van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.
Voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die vanaf 1 juli 2025 aangesloten worden bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, stopt vanaf 1 juli 2025 de betaling van de tijdelijke jaarpremie bepaald in artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden van 1 juli 2019 aangezien het volledige budget van de tijdelijke jaarpremie wordt aangewend voor het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Voor 2025 zal nog het gedeelte van de tijdelijke jaarpremie voor de maanden januari tot en met juni uitbetaald worden volgens de berekenings- en uitbetalingsregels vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden van 1 juli 2019. § 2. Vanaf 1 januari 2027 zal het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf worden omgevormd tot een sociaal sectoraal pensioenstelsel waarbij 95,5 pct. van de netto bijdrage zal worden aangewend voor de financiering van de pensioentoezegging en 4,5 pct. voor de financiering van de solidariteitstoezegging.
HOOFDSDTUK IV. - Aansluiting aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf
Art. 4.§ 1. Alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die op of na 1 juli 2025 verbonden zijn via een arbeidsovereenkomst met een Werkgever en die niet uitgesloten zijn uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf overeenkomstig artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 2. De hiervoor vermelde Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf blijven aangesloten aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf tot aan hun uittreding, pensionering of overlijden.
Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, die hun wettelijk (vervroegd) pensioen hebben opgenomen, maar verder of opnieuw tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst gesloten met een Werkgever, zoals bedoeld in artikel 4, § 1 in het kader van "toegelaten arbeid voor gepensioneerden", blijven niet aangesloten of worden niet aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, overeenkomstig artikel 13 van de WAP. § 3. Een uitzondering geldt voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die gebruik hebben gemaakt, voorafgaand aan de invoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf van hun wettelijk weigeringsrecht overeenkomstig artikel 16, § 3 van de WAP, op voorwaarde dat het bestaand pensioenstelsel van de Werkgever zoals van toepassing onmiddellijk voorafgaand aan de invoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en van toepassing op de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, per 1 juli 2025 wordt vervangen door het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf in het kader van de Harmonisatieverplichting. De Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die in dit kader gebruik hebben gemaakt van dit weigeringsrecht worden niet aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, en dit zolang dit weigeringsrecht verdere toepassing heeft.
De betrokken Werkgever moet hiertoe de procedure volgen zoals voorzien in artikel 6, § 2 van de Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, ten gevolge waarvan de RSZ voor deze Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die gebruik hebben gemaakt van dit wettelijk weigeringsrecht, geen patronale bijdragen voor het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf innen, zolang dit weigeringsrecht verder van toepassing is. Vanaf het moment dat dit niet langer het geval is, wordt de betrokken Bediende Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.
HOOFDSTUK V. - Aanduiding van de Inrichter
Art. 5.§ 1. Het Fonds voor Bestaanszekerheid Sectoraal Aanvullend Pensioen Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf) waarvan de statuten zijn vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot oprichting van het Fonds voor Bestaanszekerheid Sectoraal Aanvullend Pensioen Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf) dat optreedt als multi-sectorale inrichter van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders en voor de bedienden in de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en tot vaststelling van de statuten van de multi-sectorale inrichter, wordt aangeduid als de Inrichter van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (hierna: "Inrichter" of "FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"). § 2. Voor zover gewenst, kunnen de sociale partners van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf gezamenlijk met de sociale partners van het Paritair Comité voor het garagebedrijf de leden van de Raad van Bestuur van de Sectorale Inrichter aanduiden, overeenkomstig de modaliteiten bepaald in de statuten van de Sectorale Inrichter.
HOOFDSTUK VI. - Pensioentoezegging - aanduiding van de pensioeninstelling
Art. 6.§ 1. Het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf dat per 1 juli 2025 wordt ingevoerd is een gewoon sectoraal aanvullend pensioenstelsel, dat bestaat uit een pensioentoezegging die is vastgelegd in het pensioenreglement (opgenomen in Bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst). § 2. De pensioentoezegging is een pensioenstelsel van het type vaste bijdragen die voorziet: - in de opbouw van een aanvullend pensioen dat overeenkomstig de regels en modaliteiten van het pensioenreglement, zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt uitbetaald aan de aangesloten Bediende Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf op het moment van pensionering (in zoverre de betrokken bediende bij uittreden uit de sector zijn verworven pensioenreserves niet heeft overgedragen naar een andere pensioeninstelling); - in een overlijdenskapitaal ingeval van overlijden van de aangesloten Bediende Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf vóór pensionering, dat gelijk is aan de verworven reserves die de aangesloten bediende heeft opgebouwd in het sectoraal aanvullend pensioenstelsel tot op het moment van zijn overlijden en dat wordt uitbetaald aan de begunstigden van de overleden, aangesloten bediende overeenkomstig de regels en modaliteiten van het pensioenreglement (zoals vastgelegd in Bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst). § 3. Het beheer en de uitvoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wordt toevertrouwd aan Sefoplus OFP. Sefoplus OFP is een multi-sectorale instelling voor bedrijfspensioenvoorziening, vergund op 19 november 2018, met ondernemingsnummer 0715.441.019, FSMA-identificatienummer 50.624 en maatschappelijke zetel te Marlylaan 15/8, 1120 Brussel. Sefoplus OFP is met andere woorden aangeduid als pensioeninstelling.
De pensioenverplichtingen en de activa verbonden aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf worden binnen Sefoplus OFP beheerd in een afgezonderd vermogen opgezet voor het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") in de zin van artikel 2, 15° WIBP. De beheers- en werkingsregels die worden afgesproken tussen de Inrichter en Sefoplus OFP als pensioeninstelling worden vastgelegd in de beheersovereenkomst en de toetredingsakte daartoe, alsook in een algemeen en specifiek luik bij de verklaring inzake de beleggingsbeginselen (SIP) en het financieringsplan van Sefoplus OFP. § 4. De regels en modaliteiten betreffende de pensioentoezegging worden verder vastgelegd in het pensioenreglement dat wordt opgenomen in Bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, die er integraal deel vanuit maakt.
HOOFDSTUK VII. - Financiering, bijdragen en inningsmodaliteiten
Art. 7.§ 1. De financiering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf gebeurt via een patronale bijdrage. De totale jaarlijkse bruto bijdrage is per actieve aangeslotene bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf gelijk aan 1,10 pct. van het bruto jaarloon waarop inhoudingen door de RSZ worden verricht. § 2. De totale jaarlijkse bruto bijdrage per actieve aangeslotene bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wordt verminderd met 4,5 pct. beheerskosten, aangerekend door de Inrichter, wat resulteert in een totale jaarlijkse netto pensioenbijdrage per actieve aangeslotene van 1,05 pct. van het bruto jaarloon waarop inhoudingen door de RSZ worden verricht. § 3. Dit resulteert, na vermeerdering van de netto pensioenbijdrage met 0,09 pct. ter dekking van de verschuldigde, bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct., in een globale jaarlijkse bruto bijdrage van 1,19 pct. voor elke actieve aangeslotene bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Deze bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. wordt door de RSZ afgehouden aan de bron.
De Werkgevers, die onder het toepassingsgebied vallen van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, moeten deze niet apart berekenen en aangeven. § 4. De inning en de invordering van deze patronale bijdrage gebeurt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) via een gedifferentieerde inning, overeenkomstig de daartoe afgesloten beheersovereenkomst met de RSZ. Elke Werkgever die onder het toepassingsgebied van SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf valt, is gehouden tot de betaling van deze bijdrage.
De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid maakt de patronale bijdragen voor het sectoraal pensioenstelsel over aan de Inrichter. Vervolgens maakt de Inrichter de ontvangen patronale bijdragen over aan de pensioeninstelling waar deze worden ondergebracht in het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.
HOOFDSTUK VIII. - Uitbetaling van de voordelen
Art. 8.De procedure, de modaliteiten en de vorm van de uitbetaling van de voordelen krachtens het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf worden beschreven in het bijgevoegde pensioenreglement (opgenomen als Bijlage 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst).
HOOFDSTUK IX. - Uittreding
Art. 9.De procedure van uittreding uit het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wordt geregeld overeenkomstig de bepalingen vermeld in het bijgevoegde pensioenreglement (opgenomen als Bijlage 1 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst).
HOOFDSTUK X. - Uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("buiten toepassingsgebied") - geen mogelijkheid tot opting out
Art. 10.§ 1. De Werkgevers die voor al hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf in de betrokken Technische Bedrijfseenheid op 1 juli 2025 reeds voorzien in een of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau die minstens gelijkwaardig zijn aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, overeenkomstig de regels zoals vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Daarnaast kunnen Werkgevers, die op of na 1 juli 2025 worden opgericht of pas vanaf of na 1 juli 2025 ten gevolge van gewijzigde omstandigheden (zoals onder meer een fusie, een splitsing, een overname of een andere transactie, een wijziging van paritair comité, een wijziging van activiteiten,...) hetzij (i) voor het eerst ressorteren onder PC 200 voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, hetzij (ii) voor het eerst Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf tewerkstellen, hetzij (iii) voor het eerst ressorteren onder Paritair Comité voor het garagebedrijf voor (een deel van) hun arbeiders, ook worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, op voorwaarde dat zij aantonen dat zij op dat moment voor al hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf in de betrokken Technische Bedrijfseenheid voorzien in een of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau die minstens gelijkwaardig zijn aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.
De voorwaarden en modaliteiten om uitgesloten te worden uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("buiten toepassingsgebied") worden verder vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst, die integraal deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Deze Werkgevers en de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf in de betrokken Technische Bedrijfseenheid die zij tewerkstellen nemen bijgevolg niet deel aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, in zoverre en voor zolang de ondernemingspensioenstelsels van de betrokken Werkgevers te allen tijde gelijkwaardig zijn aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en de betrokken Werkgevers (blijven) voldoen aan de voorwaarden van "buiten toepassingsgebied", zoals vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De Werkgevers die op basis van artikel 10, § 1 uitgesloten worden uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf in de betrokken Technische Bedrijfseenheid, kunnen nadien op eender welk moment beslissen om voor de toekomst voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf toch deel te nemen aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.
Zij dienen in dat geval hun wens tot deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf te melden aan de Inrichter, volgens de modaliteiten die worden vastgelegd in Bijlage 2 bij deze collectieve arbeidsovereenkomst. De deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf zal ingaan vanaf het eerstvolgend kwartaal na de bevestiging van deelname door de Inrichter aan de betrokken Werkgever. § 3. Er wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot opting-out zoals voorzien in artikel 9 van de WAP.
HOOFDSTUK XI. - Duur en algemeen verbindend verklaring
Art. 11.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 13 juni 2024, met dien verstande dat het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf slechts van toepassing is vanaf 1 juli 2025. Zij wordt gesloten voor een onbepaalde duur. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan enkel bij eenparig akkoord van de ondertekenende partijen met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden worden opgezegd. De opzegging wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, die een kopie van de opzegging aan ieder van de ondertekenende partijen overmaakt. § 3. De opzegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst, ingeval een van de ondertekenende partijen het vraagt, kan slechts gebeuren indien het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden de beslissing neemt om het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf op te heffen, waarbij rekening zal moeten worden gehouden met de regels van de WAP inzake de Harmoniseringsverplichting.
Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt neergelegd ter Griffie van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg en de algemeen verbindende kracht bij koninklijk besluit wordt gevraagd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2025.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") Pensioenreglement
HOOFDSTUK I. - Voorwerp
Artikel 1.§ 1. Dit sectoraal pensioenreglement is opgemaakt in uitvoering van artikel 6, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf").
Dit reglement omvat de rechten en verplichtingen van de Inrichter, van de Werkgevers, van de Aangeslotenen en hun rechthebbenden, van de pensioeninstelling, de aansluitingsvoorwaarden, alsook de regels inzake de uitvoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf § 2. Dit reglement is onderworpen aan de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (WAP) en het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 18/12/2003 numac 2003201595 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen sluiten tot uitvoering van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten (KB WAP) en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van de WAP en/of het KB WAP vervangt en/of aanvult. § 3. De rechten van de gewezen Aangeslotenen worden in de regel bepaald door het pensioenreglement zoals van toepassing op het ogenblik van hun Uittreding, behoudens ingeval van andersluidende wettelijke bepalingen.
HOOFDSTUK II. - Definities Art. 2. 1. Aanvullend pensioen Het rust- en/of overlevingspensioen bij overlijden van de Aangeslotene vóór of na de Pensionering, of de daarmee overeenstemmende kapitaalswaarde, die op basis van de in dit pensioenreglement bepaalde verplichte stortingen worden toegekend ter aanvulling van een krachtens een wettelijke sociale zekerheidsregeling vastgesteld pensioen.2. Pensioentoezegging De toezegging van een aanvullend pensioen door de Inrichter aan de Aangeslotenen en/of hun rechthebbenden in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") en dit pensioenreglement. De toezegging die de Inrichter hier doet betreft een Pensioentoezegging van het type vaste bijdragen zonder gewaarborgd rendement. De Inrichter garandeert dus enkel de betaling van de vaste bijdrage maar doet geen enkele belofte op het gebied van de kapitalisatie van de bijdragen. De Inrichter zal weliswaar voldoen aan de verplichtingen inzake de minimum rendementsgarantie conform de bepalingen van artikel 24 van de WAP. Sefoplus OFP gaat, inzake het beheer van de pensioentoezegging, op haar beurt, als pensioeninstelling, een middelenverbintenis aan. Dit houdt in dat Sefoplus OFP er zich toe verbindt om de vaste bijdragen die door de Inrichter worden gestort zo goed en zo zorgvuldig mogelijk te beheren (als een voorzichtig en redelijk persoon) met het oog op de verwezenlijking van haar doel, zonder dat zij zich verbindt tot een resultaat. De bijdragen gestort door de Inrichter zullen worden gekapitaliseerd aan het Netto Financieel Rendement zoals gedefinieerd in artikel 2.4 van dit pensioenreglement. 3. Pensioenstelsel Een collectieve Pensioentoezegging.4. Netto Financieel Rendement (NFR) Het Netto Financieel Rendement (afgekort als "NFR") van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wordt voor het afgelopen boekjaar berekend per 31 december van het boekjaar.Hiertoe worden de investeringskosten in mindering gebracht van het financieel rendement van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en desgevallend ook het overschrijdend gedeelte van de beheerskosten die niet gedekt zijn door het daartoe aan Sefoplus OFP gestort bedrag, overeenkomstig artikel 14, § 4 van dit pensioenreglement.
Vervolgens wordt voor de vaststelling van het Netto Financieel Rendement dat wordt ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen rekening gehouden met de beschikbare Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die dient als buffer. Deze Vrije Reserve of buffer is gelijk aan het bedrag van de activa van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die volgend bedrag overstijgen: - de reserves ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen, in overeenstemming met dit pensioenreglement; hierbij wordt voor de berekening van deze reserves voor de periode gelegen tussen 1 januari en 31 december van het berekeningsjaar uitgegaan van een Netto Financieel Rendement dat gelijk is aan de rentevoet van toepassing voor de berekening van de minimum rendementsgarantie conform artikel 24 van de WAP; - desgevallend verhoogd met de minimum rendementsgarantie conform artikel 24 van de WAP. Bij de toekenning van het Netto Financieel Rendement geldt als basisprincipe dat de Inrichter ernaar streeft, vanuit de doelstelling van een veilig en prudent beheer van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, om steeds een buffer te hebben die gelijk is aan 10 pct. teneinde eventuele, toekomstige negatieve schommelingen in de beleggingen te kunnen opvangen. Echter, zelfs indien de buffer lager is dan 10 pct. en er een positief Netto Financieel Rendement is, dan zal dit tot aan de minimum rendementsgarantie conform artikel 24 van de WAP toch worden toegekend, zoals hierna bepaald.
Indien deze Vrije Reserve of buffer van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf hoger is dan of gelijk aan 10 pct.: - in geval van een positief Netto Financieel Rendement wordt dit volledig Netto Financieel Rendement, evenwel verminderd met het bedrag nodig om ervoor te zorgen dat ook na de toekenning van het Netto Financieel Rendement de Vrije Reserve of buffer van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf gelijk is aan 10 pct., ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen; - in geval van een negatief Netto Financieel Rendement wordt dit volledig Netto Financieel Rendement ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen.
Indien deze Vrije Reserve of buffer van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf lager is dan 10 pct. dan wordt het volledig negatief Netto Financieel Rendement ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen. Het positief Netto Financieel Rendement dat wordt ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen wordt dan beperkt tot de rentevoet van toepassing voor de berekening van de minimum rendementsgarantie conform artikel 24 van de WAP (per 1 juli 2024 gelijk aan 1,75 pct.). Het overstijgend gedeelte wordt toegekend aan de Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ter verhoging van de buffer.
Schematisch kan dit als volgt worden voorgesteld:
Réserve libre (tampon)
RFN inscrit sur les comptes individuels
Vrije reserve (buffer)
NFR ingeschreven op de individuele rekeningen
négatif
positif
negatief
positief
< 10 p.c.
RFN
RFN (maximum 1,75 p.c.*)
< 10 pct.
NFR
NFR (maximum 1,75 pct.*)
? 10 p.c.
RFN
RFN**
? 10 pct.
NRF
NRF**
* per 1 juli 2024 ** met behoud van Vrije Reserve (buffer) binnen het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf van 10 pct. na toekenning NFR Wanneer prestaties verschuldigd zijn alvorens het Netto Financieel Rendement is berekend voor een gegeven jaar, dan zal het Netto Financieel Rendement dat wordt ingeschreven voor het betrokken jaar gelijk zijn aan de rentevoet die wordt gebruikt voor de vaststelling van de minimum rendementsgarantie conform artikel 24 van de WAP. 5. WAP
Wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
28/04/2003
pub.
15/05/2003
numac
2003022481
bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid
sluiten (betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid, aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, erratum Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003).De begrippen die in het vervolg van dit reglement opgenomen zijn, moeten worden opgevat in hun betekenis zoals verduidelijkt in artikel 3 (definities) van de voormelde wet. 6. Inrichter Het "Fonds voor Bestaanszekerheid Sectoraal Aanvullend Pensioen Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf" (FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf), daartoe aangeduid door middel van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf dat optreedt als multi-sectorale Inrichter van het sectoraal aanvullend pensioenstelsels voor de arbeiders en de bedienden in de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en tot vaststelling van de statuten van de multi-sectorale Inrichter.7. Werkgever Een Werkgever zoals bedoeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), alsook de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan, met uitzondering van de ondernemingen of vestigingseenheden van de Werkgevers die overeenkomstig artikel 10 van die collectieve arbeidsovereenkomst uitgesloten zijn uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.8. Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf De bedienden die ressorteren onder Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en werkzaam zijn in de Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, die zich in een vergelijkbare situatie bevinden als de Arbeiders Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf met wie zij voor doeleinden van het aanvullend pensioen "spiegelen" in de zin van artikel 14 van de WAP.Zij worden overeenkomstig de regels van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), toegewezen aan deze specifieke subcategorie en aangegeven in DmfA onder het RSZ werkgeverskengetal 064. 9. Aangeslotenen De Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden, zoals vermeld in artikel 3 van dit pensioenreglement, alsook de gewezen Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die nog steeds actuele of uitgestelde rechten genieten overeenkomstig dit pensioenreglement. De Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die in dienst komen of blijven bij een Werkgever na ingang van het (vervroegd) wettelijk pensioen worden niet (verder) aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. 10. Uittreding Onder Uittreding moet worden begrepen: - hetzij de beëindiging van een arbeidsovereenkomst (anders dan door overlijden of Pensionering) voor zover die niet wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst met een andere Werkgever als Bediende Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die aangesloten is aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf; - hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werknemer niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of Pensionering; - hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de Werkgever of, ingeval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe Werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), alsook de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan, dan wel uitgesloten is uit dat toepassingsgebied (buiten toepassing). 11. Sefoplus OFP: Pensioeninstelling Sefoplus OFP is de multi-sectorale instelling voor bedrijfspensioenvoorziening (IBP), vergund door de FSMA op 19 november 2018 met identificatienummer 50.624, met ondernemingsnummer 0715.441.019 en met maatschappelijke zetel te Marlylaan 15/8, 1120 Brussel. 12. Verworven Prestaties Wanneer de Aangeslotene ingeval van Uittreding ervoor kiest om zijn Verworven Reserves bij de pensioeninstelling te laten, dan is de Verworven Prestatie de prestatie waarop de Aangeslotene aanspraak kan maken op het moment van Pensionering.13. Verworven Reserves De reserves waarop de Aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement.Deze reserves zijn gelijk aan: 1. de individuele rekening (nettobijdragen gestort door de Inrichter, desgevallend verhoogd met de reserves die door de betrokken Aangeslotene werden overgedragen vanuit een andere pensioeninstelling, overeenkomstig artikel 18);plus 2. in voorkomend geval, de deelname in de winst; 3. gekapitaliseerd aan het Netto Financieel Rendement van Sefoplus OFP, zoals gedefinieerd in artikel 2.4.
De Verworven Reserves worden desgevallend verhoogd ter waarborging van de minimum rendementsgarantie, zoals bepaald in artikel 24 van de WAP. In geval van een wijziging van de rentevoet voor de berekening van de minimum rendementsgarantie conform artikel 24 van de WAP wordt de verticale methode toegepast. Dit betekent dat de oude rentevoet(en) van toepassing was (waren) tot op het moment van de wijziging, op de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement vóór de wijziging, en de nieuwe rentevoet wordt toegepast op de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement vanaf de wijziging en op het bedrag resulterend uit de kapitalisatie tegen de oude rentevoet(en) van de bijdragen verschuldigd op basis van het pensioenreglement tot op het moment van de wijziging. 14. Jaarbezoldiging Het jaarlijkse brutoloon waarop de inhoudingen voor de sociale zekerheid worden gedaan.15. Pensioenleeftijd Met de Pensioenleeftijd wordt de wettelijke Pensioenleeftijd bedoeld, volgens artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 23 december 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 17/11/2015 numac 2015000648 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 23/12/1996 pub. 04/02/2014 numac 2014000075 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten tot uitvoering van de artikelen 15, 16 en 17 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenen. Deze Pensioenleeftijd bedraagt in principe 65 jaar tot 31 januari 2025, 66 jaar vanaf 1 februari 2025 tot 31 januari 2030 en 67 jaar vanaf 1 februari 2030. 16. Pensionering De effectieve ingang van het vervroegd rustpensioen of van het rustpensioen op de wettelijke Pensioenleeftijd met betrekking tot de beroepsactiviteit die aanleiding gaf tot de opbouw van de prestaties, zijnde in dit geval het wettelijk rustpensioen als werknemer.17. Herberekeningsdatum De Herberekeningsdatum voor dit pensioenreglement wordt vastgesteld op 1 januari.18. Vrije Reserve Overeenkomstig artikel 4-8 van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 18/12/2003 numac 2003201595 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen sluiten tot uitvoering van de WAP wordt een Vrije Reserve aangelegd in het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Deze Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wordt gefinancierd met: - het gedeelte van het Netto Financieel Rendement dat desgevallend, overeenkomstig artikel 2.4, niet onmiddellijk wordt ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen; - de prestaties die - om redenen die niet aan Sefoplus OFP te wijten zijn - niet kunnen worden uitbetaald door Sefoplus OFP; - en, desgevallend, een bijkomende bijdrage gestort door de Inrichter in de Vrije Reserve.
Deze Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf dient als buffer binnen dit afzonderlijk vermogen en wordt aangewend om een tekort ten aanzien van de minimum rendementsgarantie conform artikel 24 van de WAP aan te zuiveren op de individuele rekeningen binnen het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, indien noodzakelijk, en desgevallend om bijkomende rendementen toe te kennen.
De raad van bestuur van Sefoplus OFP kan, na overleg met de sectorale Inrichter, besluiten tot de toekenning van een bijkomend rendement of een bijkomende bijdrage - die wordt ingeschreven op de individuele rekeningen van de Aangeslotenen - in geval de Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die dient als buffer hoger is dan 20 pct. Deze toekenning wordt bekrachtigd door een collectieve arbeidsovereenkomst. 19. Kind Elk wettig geboren of verwekt Kind van de Aangeslotene alsook elk erkend natuurlijk Kind of elk geadopteerd Kind van de Aangeslotene.20. Wettelijk Samenwonende De persoon die samen met zijn of haar samenwonende partner een verklaring heeft afgelegd overeenkomstig artikel 1476 van het Oud Burgerlijk Wetboek.21. Sefocam Het administratief en logistiek coördinatiecentrum van de sociale sectorale pensioenstelsels voor de arbeiders uit het garagebedrijf, het koetswerk, de metaalhandel, de terugwinning van metalen en de edele metalen. De maatschappelijke zetel van Sefocam, is gevestigd te Marlylaan 15/8, 1120 Brussel.
Sefocam is telefonisch bereikbaar op het nummer 0032.2.761.00.70 en per mail op het adres helpdesk@sefocam.be.
Sefocam beschikt over een website: www.sefocam.be. 22. Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf Binnen Sefoplus OFP worden afzonderlijke vermogens ingericht in de zin van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening voor het beheer van de sectorale Pensioentoezeggingen enerzijds en voor het afzonderlijk beheer van de sectorale solidariteitstoezeggingen anderzijds, in lijn met de toepasselijke regelgeving. Het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wordt beheerd in het Afzonderlijk Vermogen Pensioen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Concreet betekent dit dat de reserves en activa die verbonden zijn aan deze sectorale Pensioentoezegging afgescheiden zijn van de overige activa en de overige afzonderlijke vermogens binnen Sefoplus OFP, en dus niet kunnen aangewend worden in het kader van andere sectorale pensioen- en solidariteitstoezeggingen ingericht door andere sectorale Inrichters, die beheerd worden door Sefoplus OFP.
HOOFDSTUK III. - Aansluiting
Art. 3.§ 1. Alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die op of na 1 juli 2025 verbonden zijn via een arbeidsovereenkomst met een Werkgever die overeenkomstig artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") niet is uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, met uitsluiting van studenten, leerlingen en uitzendkrachten, worden aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 2. De Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf bedoeld in artikel 3, § 1 van dit pensioenreglement worden onmiddellijk aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, dit wil zeggen hetzij op 1 juli 2025 voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die op dat moment reeds in dienst zijn van een Werkgever, hetzij op de datum van indiensttreding bij een Werkgever voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die vanaf 1 juli 2025 in dienst treden van een Werkgever. Zij blijven aangesloten zolang zij in dienst zijn van een Werkgever. De WAP voorziet hierop evenwel één uitzondering: de personen die effectief hun wettelijk (vervroegd) pensioen hebben opgenomen, maar vervolgens verder of opnieuw tewerkgesteld worden met een arbeidsovereenkomst afgesloten met een Werkgever, blijven of worden niet aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 3. Een uitzondering geldt voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die gebruik hebben gemaakt, voorafgaand aan de invoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf van hun wettelijk weigeringsrecht overeenkomstig artikel 16, § 3 van de WAP, op voorwaarde dat het bestaand pensioenstelsel van de Werkgever zoals van toepassing onmiddellijk voorafgaand aan de invoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en van toepassing op de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, per 1 juli 2025 wordt vervangen door het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf in het kader van de Harmonisatieverplichting. De Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die in dit kader gebruik hebben gemaakt van dit weigeringsrecht worden niet aangesloten bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, en dit zolang dit weigeringsrecht verdere toepassing heeft, overeenkomstig artikel 4, § 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf").
HOOFDSTUK IV. - Rechten en plichten van de Inrichter
Art. 4.§ 1. De Inrichter gaat tegenover alle Aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat voor de goede uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), alsook de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan, vereist is. § 2. De bijdrage die de Inrichter verschuldigd is ter financiering van de Pensioentoezegging wordt door de Inrichter zonder verwijl aan Sefoplus OFP overgemaakt. Dit geschiedt minstens 1 maal per maand. § 3. De Inrichter zal op regelmatige tijdstippen alle nodige gegevens (laten) overmaken aan Sefoplus OFP. § 4. Sefoplus OFP is slechts tot uitvoering van zijn verplichtingen gehouden voor zover het, tijdens de duur van dit pensioenreglement volgende gegevens meegedeeld werden: 1. de na(a)m(en), de voorna(a)m(en) en de geboortedatum van de Aangeslotene alsook het geslacht, taalstelsel, burgerlijke staat en identificatienummer in de sociale zekerheid;2. het adres van de Aangeslotene;3. de benaming, de maatschappelijke zetel en het KBO-nummer van de Werkgever, waarmee de Aangeslotene via een arbeidsovereenkomst verbonden is bij de Kruispuntbank van Ondernemingen;4. het bruto kwartaalloon van de Aangeslotene;5. alle andere noodzakelijke gegevens zoals gevraagd door de pensioeninstelling. Naderhand: de wijzigingen welke, tijdens de duur van de aansluiting, in voormelde gegevens voorkomen. § 5. De Inrichter organiseert ten voordele van de Aangeslotenen een "helpdesk" waarvan de coördinatie is toevertrouwd aan Sefocam.
HOOFDSTUK V. - Rechten en plichten van de Aangeslotenen
Art. 5.§ 1. De Aangeslotene onderwerpt zich aan de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), alsook de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan en van dit pensioenreglement. Deze documenten maken één geheel uit met dit pensioenreglement. § 2. De Aangeslotene maakt in voorkomend geval de ontbrekende noodzakelijke inlichtingen over aan Sefoplus OFP, via Sefocam, zodat Sefoplus OFP, zijn verplichtingen tegenover de Aangeslotene of tegenover zijn begunstigde(n) kan nakomen. § 3. Mocht de Aangeslotene een hem door dit pensioenreglement of de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), alsook de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan, opgelegde voorwaarde niet nakomen, en mocht daardoor voor hem enig verlies van recht ontstaan, dan zullen de Inrichter en de Pensioeninstelling in dezelfde mate ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de Aangeslotene in verband met het bij dit pensioenreglement geregeld aanvullend pensioen.
HOOFDSTUK VI. - Rechten en plichten van de Pensioeninstelling
Art. 6.§ 1. Sefoplus OFP is belast met het beheer en de uitvoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 2. Sefoplus OFP heeft in dit verband een middelenverbintenis. § 3. Sefoplus OFP beheert de activa op prudentiële wijze, in het belang van de Aangeslotenen en de begunstigden.
Sefoplus OFP werkt een beleggingsbeleid uit en legt dit vast in een verklaring inzake de beleggingsbeginselen of "statement of investment principles" (SIP).
HOOFDSTUK VII. - Gewaarborgde prestaties
Art. 7.§ 1. De Pensioentoezegging heeft, ter aanvulling van een krachtens een wettelijke sociale zekerheidsregeling vastgesteld pensioen, tot doel: - een kapitaal (of een hiermee overeenstemmende rente) samen te stellen dat op het moment van Pensionering aan de Aangeslotene wordt uitgekeerd indien hij in leven is; - een overlijdenskapitaal uit te keren aan de begunstigde(n) indien de Aangeslotene overlijdt vóór of na Pensionering, in dit laatste geval zo het aanvullend pensioen nog niet werd uitbetaald aan de Aangeslotene zelf. § 2. De Inrichter garandeert enkel de betaling van de vaste bijdrage maar doet geen enkele belofte op het gebied van de kapitalisatie van de bijdragen. De Inrichter zal weliswaar voldoen aan de verplichtingen inzake de minimum rendementsgarantie conform de bepalingen van artikel 24 van de WAP. Sefoplus OFP gaat een middelenverbintenis aan en garandeert geen rendement. De bijdragen gestort door de Inrichter worden gekapitaliseerd op basis van het Netto Financieel Rendement, overeenkomstig artikel 2.4. § 3. De kapitalisatie loopt tot de Pensionering of de datum van overlijden.
HOOFDSTUK VIII. - Uitbetaling van de aanvullende pensioenen en de prestatie bij overlijden
Art. 8.§ 1. Via de MyBenefit web-toepassing, kunnen de Aangeslotenen hun persoonlijk dossier bij Sefoplus OFP opvolgen. De web-toepassing is toegankelijk met de elektronische identiteitskaart (eID) of de ITSME-app via een PC, laptop, smartphone of tablet, via de link vermeld op de website van Sefoplus OFP (www.sefoplus.be) onder de rubriek "MyBenefit" of rechtstreeks via www.mybenefit.be. § 2. Enerzijds geeft MyBenefit de Aangeslotenen de mogelijkheid om hun persoonlijk dossier online te raadplegen (persoonsgegevens, bijdragen, pensioenoverzichten, eerdere correspondentie met Sefoplus OFP,...).
Anderzijds kunnen Aangeslotenen op het moment van Pensionering, in de hierna in § 3 omschreven gevallen, via de MyBenefit web-toepassing hun dossier tot uitbetaling van het aanvullend pensioen elektronisch indienen. § 3. Concreet betekent dit dat de Aangeslotene de uitbetaling van het aanvullend pensioen op de volgende manieren kan aanvragen: - hetzij online via de MyBenefit web-toepassing (via de link vermeld op de website van Sefoplus OFP (www.sefoplus.be) onder de rubriek "MyBenefit") of rechtstreeks via www.mybenefit.be waar het aanmeldingsformulier online kan worden ingevuld en de daarin opgevraagde documenten elektronisch worden toegevoegd; dit kan enkel in geval van Pensionering op de wettelijke (vervroegde) Pensioenleeftijd en naar aanleiding van de uitbetaling bij stopzetting van toegelaten arbeid, maar niet bij uitbetaling bij werkloosheid met bedrijfstoeslag, noch bij uitbetaling van de prestatie bij overlijden; - hetzij door het versturen van het aanmeldingsformulier en de daarin opgevraagde documenten per e-mail aan helpdesk@sefocam.be; - hetzij door het versturen per gewone post van het aanmeldingsformulier en de daarin opgevraagde documenten aan Sefocam, Marlylaan 15/8, 1120 Brussel. Afdeling 1. - Uitbetaling bij Pensionering op de wettelijke
(vervroegde) Pensioenleeftijd
Art. 9.§ 1. Het kapitaal (of de hiermee overeenstemmende rente) wordt uitbetaald naar aanleiding van de effectieve opname door de Aangeslotene van zijn (vervroegd) wettelijk rustpensioen conform de wettelijke bepalingen ter zake, of zijn wettelijk rustpensioen ten vroegste bij het bereiken van de wettelijke Pensioenleeftijd. § 2. Het kapitaal bij Pensionering is gelijk aan het bedrag op de individuele rekening van de Aangeslotene bij Sefoplus OFP op dat moment. Desgevallend wordt dit bedrag verhoogd ter waarborging van de minimum rendementsgarantie, conform artikel 24 van de WAP. § 3. Voorafgaand aan de Pensionering, en wanneer Sefoplus OFP in kennis gesteld wordt van de datum van Pensionering via Sigedis, ontvangt de Aangeslotene een schrijven van de Inrichter, via Sefocam, waarin het bedrag van zijn op dat moment Verworven Reserves binnen het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf worden meegedeeld en de te vervullen formaliteiten in het kader van de uitbetaling van het aanvullend pensioen. Hierbij wordt ook de in artikel 8 vermelde MyBenefit webtoepassing toegelicht, die kan gebruikt worden voor de te vervullen formaliteiten. § 4. Om tot de uitbetaling van het aanvullend pensioen over te gaan dient de Aangeslotene het aanmeldingsformulier volledig en correct ingevuld over te maken aan Sefocam, alsook de daarin vermelde bijlagen en attesten of bewijsstukken, op één van de wijzen vermeld in artikel 8, § 3. § 5. Desgevallend vervalt het recht tot opvragen van het aanvullend pensioen, conform artikel 55 van de WAP, na 5 jaar voor vorderingen die voortvloeien uit of verband houden met het aanvullend pensioen of het beheer ervan. De termijn van 5 jaar begint te lopen de dag nadat de Aangeslotene kennis krijgt of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen van het voorval dat de vordering doet ontstaan. In geval van overmacht om binnen deze termijn op te treden, wordt ze geschorst. Bij ontstentenis van enige aanvraag binnen de voormelde termijn wordt het voordeel gestort in de Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. In geval het aanvullend pensioen niet kan worden uitbetaald binnen de voormelde termijn om redenen die vreemd zijn aan Sefoplus OFP, de Inrichter en Sefocam, wordt dit gestort in de Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Afdeling 2. - Prestatie bij overlijden
Art. 10.§ 1. Indien de Aangeslotene overlijdt en mocht het aanvullend pensioen nog niet of onvolledig zijn uitgekeerd, wordt een prestatie bij overlijden uitgekeerd gelijk aan de Verworven Reserves van de Aangeslotene op het moment van overlijden. Deze wordt uitgekeerd aan zijn begunstigde(n), volgens onderstaande volgorde: 1. ten bate van (een) natuurlijke perso(o)n(en) die door de Aangeslotene door middel van een aangetekend schrijven kenbaar werd gemaakt aan Sefoplus OFP, via Sefocam.Het bewuste aangetekend schrijven dient zowel voor Sefoplus OFP als voor de Aangeslotene als bewijs van de aanduiding. De Aangeslotene kan te allen tijde deze aanduiding herroepen door middel van een nieuw aangetekend schrijven; 2. bij ontstentenis, ten bate van zijn of haar echtgeno(o)t(e) op voorwaarde dat de betrokkenen: - niet uit de echt gescheiden zijn (alsook niet in aanleg tot echtscheiding); - niet gerechtelijk gescheiden van tafel en bed (alsook niet in aanleg tot gerechtelijke scheiding van tafel en bed); 3. bij ontstentenis, ten bate van de Wettelijk Samenwonende partner (in de zin van artikels 1475 tot 1479 van het Oud Burgerlijk Wetboek);4. bij ontstentenis, ten bate van zijn Kind(eren) of van hun rechtverkrijgenden, bij plaatsvervulling, voor gelijke delen;5. bij ontstentenis, ten bate van zijn ouders, voor gelijke delen;6. bij ontstentenis van de hiervoor vermelde begunstigden worden de Verworven Reserves niet uitgekeerd, maar worden deze toegekend aan de Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 2. Wanneer het overlijden van de Aangeslotene het gevolg zou zijn van opzettelijke doding vanwege de begunstigde, kan de begunstigde geen aanspraak maken op een prestatie bij overlijden. In dat geval hebben eventuele andere begunstigden van hetzelfde niveau of de eerstvolgende begunstigde wel recht op een prestatie bij overlijden. § 3. Sefoplus OFP zal in ieder geval de prestatie bij overlijden maar eenmaal uitbetalen. Sefoplus OFP, de Inrichter of Sefocam kunnen nooit aansprakelijk gesteld worden voor eventuele fiscale, burgerrechtelijke, huwelijksvermogensrechtelijke of andere gevolgen van de begunstigingsvolgorde. § 4. Het recht tot opvragen van deze prestatie bij overlijden vervalt, conform artikel 55 van de WAP, na 5 jaar voor vorderingen die voortvloeien uit of verband houden met het aanvullend pensioen of het beheer ervan. De termijn van 5 jaar begint te lopen de dag nadat de begunstigde kennis krijgt of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen van het bestaan van de prestatie bij overlijden, zijn hoedanigheid van begunstigde en het voorval dat de vordering doet ontstaan. In geval van overmacht om binnen deze termijn op te treden, wordt ze geschorst.
Bij ontstentenis van enige aanvraag binnen de voormelde termijn worden de Verworven Reserves van de betrokken Aangeslotene toegekend aan de Vrije Reserve van het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 5. Sefoplus OFP zal, nadat het op de hoogte is van een overlijdensdatum, via Sefocam een schrijven richten op het domicilie van de overleden Aangeslotene waarbij hij de begunstigde(n) oproept tot het vervullen van de nodige formatiteiten met het oog op de uitbetaling van deze prestatie bij overlijden, gelijk aan de Verworven Reserves. § 6. Om de prestatie bij overlijden te kunnen ontvangen dient/dienen de begunstigde(n) het aanmeldingsformulier volledig en correct ingevuld over te maken aan Sefocam, alsook de daarin vermelde bijlagen en attesten of bewijsstukken, hetzij per e-mail (helpdesk@sefocam.be), hetzij per gewone post (Sefocam vzw, Marlylaan 15/8, 1120 Brussel).
HOOFDSTUK IX. - Modaliteiten van de uitbetaling
Art. 11.§ 1. Opdat Sefoplus OFP tot de effectieve betaling van het aanvullend pensioen of de prestatie bij overlijden kan overgaan, dient ze te beschikken over de loongegevens van de volledige aansluitingsduur bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 2. De Aangeslotene, respectievelijk de begunstigde, zal een voorschot ontvangen binnen de 15 werkdagen nadat Sefoplus OFP, via Sefocam, de nodige stukken en de keuzemodaliteit van opname, zoals bepaald in respectievelijk artikels 9 en 10 en artikels 12 en 13, heeft ontvangen, zij het niet vroeger dan de datum van Pensionering, en dit op basis van de beschikbare loongegevens op het ogenblik van de aanvraag. § 3. Het eventueel resterende saldo - met een minimum van 15 EUR - van het aanvullend pensioen of de prestatie bij overlijden zal ten laatste uitbetaald worden in de maand september van het jaar volgend op de datum waarop de aanmelding gebeurde.
HOOFDSTUK X. - Uitbetalingsvorm
Art. 12.De Aangeslotene of in voorkomend geval diens begunstigde(n) kan/ kunnen kiezen voor: - hetzij een eenmalige uitbetaling in kapitaal; - hetzij een omzetting in een jaarlijks levenslange rente.
Art. 13.§ 1. Een omvorming is echter niet mogelijk wanneer het jaarlijks bedrag van de rente bij de aanvang ervan niet meer bedraagt dan 500 EUR bruto. Dit bedrag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, bijdragen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, evenals de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld (bedrag zoals gekend bij de ondertekening van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijven ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijven"): 772,99 EUR). § 2. Het recht op omvorming van kapitaal naar rente wordt, rekening houdend met § 1 van dit artikel, opgenomen binnen het schrijven dat de Aangeslotene of in voorkomend geval diens begunstigde(n) bij vooroverlijden ontvangen via Sefocam zoals vermeld onder hoofdstuk VIII. § 3. Indien binnen de maand te rekenen vanaf de hiervoor vermelde kennisgeving, geen aanvraag in deze zin door de Aangeslotene aan Sefoplus OFP wordt betekend, wordt verondersteld dat hij geopteerd heeft voor de eenmalige kapitaalsuitkering. De begunstigde(n) van de prestatie bij overlijden zullen, in voorkomend geval, hun keuze voor een rente uitkering kenbaar maken op de aanvraag tot uitbetaling van het voordeel, zo niet wordt (worden) hij/zij geacht te hebben geopteerd voor de eenmalige kapitaaluitkering.
HOOFDSTUK XI. - Bijdragen
Art. 14.§ 1. Alle vereiste uitgaven tot het waarborgen van de voordelen vermeld in artikel 7 hiervoor vallen geheel ten laste van de Inrichter. Deze netto bijdrage bedraagt per actieve Aangeslotene 1,05 pct. van diens bruto Jaarbezoldiging.
De inning en de invordering van deze bijdrage wordt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) verzekerd bij toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid. § 2. Deze bijdrage wordt bepaald door artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), alsook de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan. § 3. De Inrichter zal de netto bijdrage minstens maandelijks aan Sefoplus OFP storten. § 4. De beheerkost van 4,5 pct. verschuldigd in uitvoering van artikel 7, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), alsook de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan, wordt betaald door de Inrichter samen met de verschuldigde bijdrage weergegeven in artikel 14, § 1. § 5. De bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. verschuldigd op de netto pensioenbijdrage van 1,05 pct. weergegeven in artikel 5, § 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), wordt voldaan ten aanzien van de Rijksdienst voor de Sociale Zekerheid bij wijze van verhoging van de bijdrage met 0,09 pct. en wordt door de RSZ afgehouden aan de bron.
Bijgevolg dient de bijzondere bijdrage van 8,86 pct. niet apart te worden aangegeven.
HOOFDSTUK XII. - Verworven Reserves en Verworven Prestaties
Art. 15.§ 1. De Actieve Aangeslotene maakt onmiddellijk aanspraak op Verworven Reserves en Verworven Prestaties, zonder dat er sprake is van enige verwervingsperiode. § 2. Indien de Aangeslotene er naar aanleiding van de Uittreding voor opteert om zijn Verworven Reserves opgebouwd in het kader van dit SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf over te dragen naar een andere pensioeninstelling (overeenkomstig artikel 32, § 1 van de WAP en zoals hierna omschreven in artikel 16, § 3 van dit pensioenreglement) is de Inrichter er op het tijdstip van de overdracht toe gehouden om de tekorten ten aanzien van de WAP Rendementsgarantie, op datum van de Uittreding, aan te zuiveren.
HOOFDSTUK XIII. - Procedure ingeval van Uittreding
Art. 16.§ 1. Ingeval van Uittreding van een Aangeslotene, stelt de Inrichter Sefoplus OFP, via Sefocam, hiervan elektronisch in kennis.
Deze kennisgeving zal minimaal tweemaal per jaar gebeuren. De uittredende Aangeslotene wiens Verworven Reserves echter lager zijn dan 150 EUR (te indexeren bedrag) overeenkomstig artikel 31, § 1 van de WAP en § 4 van dit artikel zal deze kennisgeving niet ontvangen. § 2. Sefoplus OFP zal, via Sefocam uiterlijk binnen de 30 dagen na deze kennisgeving het bedrag van de Verworven Reserves en Prestaties, het behoud van de overlijdensdekking en het type ervan en de hierna opgesomde keuzemogelijkheden schriftelijk meedelen aan de uittredende Aangeslotene. § 3. De uittredende Aangeslotene heeft op zijn beurt 30 dagen de tijd (te rekenen vanaf de kennisgeving door Sefoplus OFP) om zijn keuze te bepalen uit de hierna volgende mogelijkheden betreffende de aanwending van diens Verworven Reserves, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP: 1. de Verworven Reserves overdragen naar de pensioeninstelling van: - ofwel de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst gesloten heeft, zo hij aangesloten wordt bij de pensioentoezegging van die werkgever; - ofwel de nieuwe sectorale inrichter van een sectoraal pensioenstelsel waaronder de werkgever ressorteert met wie hij een arbeidsovereenkomst gesloten heeft, zo hij aangesloten wordt bij de pensioentoezegging van die sectorale inrichter; 2. de Verworven Reserves overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de Aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning;3. de Verworven Reserves bij de pensioen-instelling laten en behouden zonder wijziging van de Pensioentoezegging, (vanzelfsprekend zonder verdere betaling van de bijdragen) en met behoud van de overlijdensdekking gelijk aan de Verworven Reserves. § 4. De uittredende Aangeslotene beschikt niet over de keuzes vermeld in § 3 van dit artikel indien de Verworven Reserves op het moment van Uittreding minder bedragen dan 150 EUR overeenkomstig artikel 32, § 1 van de WAP. Dit bedrag wordt geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, bijdragen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Het bedrag van de Verworven Reserves blijft bij Sefoplus OFP zonder wijziging van de Pensioentoezegging. § 5. Wanneer de Aangeslotene de voormelde termijn van 30 dagen laat verstrijken, wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid bedoeld in artikel 16, § 3, 3. Na het verstrijken van deze termijn kan de Aangeslotene evenwel ten alle tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een pensioeninstelling bedoeld in artikel 16, § 3, 1. of 2. hiervoor. § 6. Sefoplus OFP zal ervoor zorgen dat de door de Aangeslotene gemaakte keuze binnen de 30 daaropvolgende dagen uitgevoerd wordt. De over te dragen Verworven Reserve van de keuze bedoeld in artikel 16, § 3 1. en 2. zal geactualiseerd worden tot op de datum van de effectieve overdracht. § 7. Wanneer een gewezen Aangeslotene heeft geopteerd voor één van de keuzes vermeld onder artikel 16, § 3, 1. of 2. en nadien herintreedt tot het sectorplan wordt hij als een nieuwe Aangeslotene beschouwd.
HOOFDSTUK XIV. - Beëindiging van het pensioenstelsel
Art. 17.Ingeval van stopzetting of opheffing van het pensioenstelsel, verwerven de betrokken Aangeslotenen de Verworven Reserves, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP en ingeval van opheffing mogelijk proportioneel verminderd op basis van de op het ogenblik van de opheffing aanwezige totale reserves in het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (met inbegrip van de Vrije Reserve).
HOOFDSTUK XV. - Vrije Reserve
Art. 18.§ 1. Zoals bepaald in artikel 2.18 wordt in het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf een Vrije Reserve ingericht. § 2. Ingeval van stopzetting of opheffing van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, zullen de gelden van de Vrije Reserve binnen het Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf in geen geval noch volledig, noch gedeeltelijk worden teruggestort aan de Inrichter. Deze Vrije Reserve zal daarentegen onder alle Aangeslotenen van dit SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf worden verdeeld in verhouding met hun Verworven Reserves, desgevallend aangevuld tot de minimumbedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP.
HOOFDSTUK XVI. - Transparantieverslag
Art. 19.§ 1. Onder de naam "transparantieverslag" zal Sefoplus OFP jaarlijks een verslag opstellen over het beheer van de Pensioentoezegging en dit ter beschikking stellen van de Inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de Aangeslotenen. § 2. Het verslag omvat minstens de volgende elementen en/of desgevallend de elementen bijkomend opgelegd bij of krachtens de wet: - de financieringswijze van de Pensioentoezegging en de structurele wijzigingen in die financiering; - het beleggingsprofiel, waaronder de beleggingsstrategie op lange en korte termijn en de mate waarin daarbij rekening wordt gehouden met sociale, ethische en leefmilieuaspecten; - het rendement van de beleggingen; - de kostenstructuur; - in voorkomend geval, de winstdeling; - de technische grondslagen voor de tarifering alsook in welke mate en voor welke duur de technische grondslagen van de tarifering worden gewaarborgd; - de toepasselijke methode in geval van wijziging van de rentevoet voor de berekening van de minimum rendementsgarantie overeenkomstig artikel 24 van de WAP (met name verticale of horizontale methode); - het huidige niveau van financiering van de minimum rendementsgarantie bedoeld in artikel 24 van de WAP.
HOOFDSTUK XVII. - Jaarlijkse informatie aan de Aangeslotenen: het pensioenoverzicht
Art. 20.§ 1. Elk jaar (uiterlijk in november of december) verstuurt Sefoplus OFP een pensioenoverzicht aan elke Actieve Aangeslotene met uitzondering van de rentegenieters en de Aangeslotenen die reeds een voorschot op hun aanvullend pensioen ontvingen, zoals bedoeld in artikel 11, § 2 en voor zover de Actieve Aangeslotenen dit niet op een andere manier ter beschikking gesteld gekregen hebben (bijvoorbeeld via Sigedis, via MyPension.be).
Aan elke Passieve Aangeslotene wordt een pensioenoverzicht ter beschikking gesteld door Sigedis, via MyPension. be. § 2. Dit pensioenoverzicht is opgesteld conform de bepalingen van artikel 26 van de WAP.
HOOFDSTUK XVIII. - Wijzigingsrecht
Art. 21.§ 1. Dit pensioenreglement wordt afgesloten in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"). Het is dan ook onlosmakelijk verbonden met de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. Bijgevolg zal dit pensioenreglement worden gewijzigd en/of worden stopgezet indien en in de mate dat ook deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gewijzigd en/of stopgezet.
HOOFDSTUK XIX. - Niet-betaling van de bijdragen - onderfinanciering
Art. 22.§ 1. Alle bijdragen die in uitvoering van dit pensioenreglement (met inbegrip van de beheersovereenkomst zoals afgesloten tussen Sefoplus OFP en de Inrichter ter regeling van de beheers- en werkingsregels van de Sefoplus OFP) verschuldigd zijn of zullen worden, dienen door de Inrichter maandelijks te worden voldaan. § 2. Bij niet-betaling van de bijdragen door de Inrichter, zal deze door Sefoplus OFP door middel van een aangetekend schrijven in gebreke gesteld worden. § 3. Deze ingebrekestelling, die de Inrichter aanmaant tot betaling en hem op de gevolgen van de niet-betaling wijst, wordt ten vroegste 30 dagen na de vervaldag van de onbetaalde bijdrage verzonden. Indien, om welke reden ook, deze ingebrekestelling niet zou zijn verzonden aan de Inrichter, dan zal iedere Aangeslotene uiterlijk drie maanden na de vervaldag van de bijdragen van de niet-betaling op de hoogte gebracht worden. § 4. De Inrichter is verantwoordelijk voor de minimum rendementsgarantie conform de bepalingen van artikel 24 van de WAP, die moet worden gegarandeerd op het moment van de individuele overdracht van de Verworven Reserves door de Aangeslotenen na Uittreding, op het moment van Pensionering of wanneer de prestaties verschuldigd zijn, of op het moment van opheffing van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel. Indien er in dit kader sprake zou zijn van een onderfinanciering in Afzonderlijk Vermogen PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (met inbegrip van de Vrije Reserve) dan zal Sefoplus OFP een bijkomende bijdrage opvragen bij de Inrichter, die er zich toe verbindt deze te storten.
HOOFDSTUK XX. - De bescherming en verwerking van persoonsgegevens
Art. 23.§ 1. Alle partijen betrokken bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, met inbegrip van alle partijen belast met het beheer en de uitvoering ervan (dit is onder meer Sefoplus OFP en desgevallend de externe dienstverleners waarop het een beroep doet) verbinden zich ertoe de geldende wet- en regelgeving tot bescherming van de persoonsgegevens te eerbiedigen. Zij zullen de persoonsgegevens van de Aangeslotenen en de Begunstigden waarvan zij in kennis gesteld worden in het kader van de inrichting, het beheer en de uitvoering van SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf slechts mogen verwerken in overeenstemming met de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), evenals aan de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan, de beheersovereenkomst afgesloten tussen de Inrichter en de Pensioeninstelling en de toepasselijke dienstverleningsovereenkomsten (desgevallend met inbegrip van de verwerkingsovereenkomsten). Deze partijen verbinden zich ertoe om binnen de opgelegde of vastgestelde termijnen de gegevens bij te werken, te verbeteren, alsook de onjuiste of overbodige gegevens te verwijderen. § 2. Zij zullen de gepaste technische en organisatorische maatregelen treffen die nodig zijn voor de bescherming van de persoonsgegevens tegen toevallige of ongeoorloofde vernietiging, het toevallig verlies, de wijziging van of de toegang tot, en iedere andere niet toegelaten verwerking van persoonsgegevens. § 3. Partijen zullen de nodige middelen aanwenden ter eerbiediging van de onder dit artikel aangegane verbintenissen en om ervoor te zorgen dat ieder gebruik van de persoonsgegevens van de Aangeslotenen en de Begunstigden voor andere doeleinden dan het beheer en de uitvoering van de Sectorale Pensioentoezegging of door andere personen dan deze die bevoegd zijn om deze persoonsgegevens te verwerken, uitgesloten is. § 4. De Inrichter, de Pensioeninstelling en Sefocam zijn in het kader van de uitvoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijken. De respectievelijke verantwoordelijkheden van de Inrichter en de Pensioeninstelling worden nader bepaald in de beheersovereenkomst afgesloten tussen de Inrichter en de Pensioeninstelling. § 5. De Aangeslotenen en/of hun Begunstigde(n) kunnen meer informatie terugvinden in het kader van de verwerking van hun persoonsgegevens op de website van Sefoplus OFP (www.sefoplus.be).
HOOFDSTUK XXI. - Aanvang
Art. 24.§ 1. Dit pensioenreglement treedt in werking op 1 juli 2025 en wordt voor onbepaalde duur aangegaan. Het bestaan van dit pensioenreglement is gekoppeld aan het bestaan van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), evenals aan de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan. § 2. Dit pensioenreglement kan enkel worden gewijzigd of opgezegd per sectorale collectieve arbeidsovereenkomst waarbij rekening moet worden gehouden met de modaliteiten zoals voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), evenals aan de eventuele latere collectieve arbeidsovereenkomsten tot wijziging hiervan.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2025.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") Voorwaarden en modaliteiten van uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf
Artikel 1.Voorwerp § 1. Deze Bijlage heeft als doel om, in uitvoering van artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") de voorwaarden en modaliteiten te bepalen voor de uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 2. De begrippen gebruikt in deze Bijlage moeten op dezelfde wijze begrepen worden als in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") en het pensioenreglement.
Art. 2.Voorwaarden tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf § 1. De Werkgevers die onder het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") en die ten laatste op 1 december 2024 aantonen dat zij voorzien in één of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau die uiterlijk op 1 juli 2025: - van toepassing is (zijn) op alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die zij tewerkstellen, met uitsluiting van studenten en leerlingen; en - minstens gelijkwaardig is (zijn) aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf zoals hierna bepaald in artikel 3 van deze bijlage, worden uitgesloten uit het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") en het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. § 2. Daarnaast worden ook de Werkgevers die op of na 1 juli 2025 (dit is de datum van inwerkingtreding van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf) worden opgericht of pas vanaf of na 1 juli 2025 ten gevolge van gewijzigde omstandigheden (zoals onder andere een fusie, een splitsing, een overname, of een andere transactie, een wijziging van paritair comité, een wijziging van activiteiten,...) hetzij (i) voor het eerst ressorteren onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, hetzij (ii) voor het eerst Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf tewerkstellen, hetzij (iii) voor het eerst ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf voor (een deel van) hun arbeiders, uitgesloten uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, op voorwaarde dat zij aantonen dat zij voorzien in één of meerdere aanvullende pensioenstelsels op ondernemingsniveau dat/die: - van toepassing is (zijn) op alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die zij tewerkstellen, met uitsluiting van studenten en leerlingen; en - minstens gelijkwaardig is (zijn) aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf zoals hierna bepaald in artikel 3 van deze Bijlage. § 3. De Werkgevers die wensen gebruik te maken van deze mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, dienen hiervoor de procedure te volgen zoals bepaald in artikel 4 van deze Bijlage.
Art. 3.Gelijkwaardigheid van het aanvullend pensioenstelsel op ondernemingsniveau met het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf § 1. Voor ondernemingspensioenstelsels die deels gefinancierd worden met persoonlijke bijdragen, wordt de gelijkwaardigheid uitsluitend gemeten op basis van: (i) de werkgeversbijdragen in de ondernemings-pensioenstelsels bedoeld in artikel 3, § 2; (ii) het door de werkgeversbijdragen opgebouwde aanvullend pensioen in de ondernemings-pensioenstelsels bedoeld in artikel 3, § 3. § 2. De gelijkwaardigheid aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf wordt voor het ondernemingspensioenstelsel van het type vaste bijdragen en van het type cash balance gemeten op basis van de laagste (toegekende) werkgeversbijdrage per werknemer zoals die in het pensioenreglement/de pensioenreglementen van het (de) ondernemingspensioenstelsel(s) is bepaald. Deze gelijkwaardigheidstoets dient te gebeuren op basis van de netto werkgeversbijdrage na aftrek van de beheerskosten en exclusief de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. Opdat de ondernemings-pensioenstelsels als gelijkwaardig kunnen worden beschouwd, moet de laagste netto werkgeversbijdrage per bediende minstens gelijk zijn aan de netto pensioenbijdrage in het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Voor deze gelijkwaardigheidstoets wordt deze netto werkgeversbijdrage van de betrokken ondernemings-pensioenstelsels berekend op de pensioengrondslag gebruikt in het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, met name het bruto jaarloon waarop inhoudingen door de RSZ worden verricht.
Voor de Werkgevers die vallen onder artikel 2, § 1 van deze Bijlage en uiterlijk op 1 december 2024 een beroep doen op de uitsluiting uit het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, dient de hiervoor vermelde netto werkgeversbijdrage in het ondernemingspensioenstelsel (of de ondernemingspensioenstelsels indien het er meerdere zijn) minstens gelijk te zijn aan de netto pensioenbijdrage zoals vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), namelijk 1,05 pct. van het bruto jaarloon waarop inhoudingen door de RSZ worden verricht.
Voor de Werkgevers die vallen onder artikel 2, § 2 van deze Bijlage en die na 1 juli 2025 een beroep doen op de uitsluiting uit het sectoraal aanvullend pensioenstelsel, dient de hiervoor vermelde netto werkgeversbijdrage in het ondernemingspensioenstelsel (of de ondernemingspensioenstelsels indien het er meerdere zijn) minstens gelijk te zijn aan de netto pensioenbijdrage zoals vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") of in de collectieve arbeidsovereenkomst die deze heeft gewijzigd of vervangen, zoals van toepassing op het moment van de uitsluiting. § 3. Voor ondernemingspensioenstelsels van het type vaste prestaties, gebeurt de gelijkwaardigheidstoets op basis van het aanvullend pensioenkapitaal dat op de leeftijd van 65 jaar wordt opgebouwd op basis van de werkgeversbijdrage in het (de) de betrokken ondernemingspensioenstelsel(s).
Het hiervoor vermelde aanvullend pensioenkapitaal op de leeftijd van 65 jaar opgebouwd op basis van de werkgeversbijdrage in het (de) ondernemings-pensioenstelsel(s), waarvoor een beroep wordt gedaan op de uitsluiting uit het toepassingsgebied, moet worden berekend zonder toekomstige loonstijgingen (inclusief indexeringen) en op basis van de eventueel in het pensioenreglement voorziene plafonds en andere relevante parameters zoals van kracht op het moment dat een beroep wordt gedaan op de uitsluiting. Er wordt, voor de uitvoering van de gelijkwaardigheidstoets, gekozen voor die parameters die resulteren in het laagste pensioenkapitaal. In het bijzonder zal de laagste pensioengrondslag van de aan het ondernemingspensioenstelsel aangesloten populatie genomen worden. De gelijkwaardigheidstoets gebeurt op basis van het aanvullend pensioenkapitaal op de leeftijd van 65 jaar en hoeft dus niet op elk moment voorafgaand aan de leeftijd van 65 jaar te worden gerealiseerd.
Indien het aanvullend pensioen binnen het ondernemingspensioenstelsel wordt uitgedrukt in een rente, dient de omzetting van de rente naar een kapitaal te gebeuren conform de regels en de omzettingscoëfficiënt opgenomen in het ondernemingspensioenstelsel.
Het aanvullend pensioenkapitaal dat opgebouwd wordt in het (de) ondernemingspensioenstelsel(s) door de werkgeversbijdragen wordt berekend voor een werknemer die in dienst treedt op 25 jaar en moet minstens gelijk zijn aan 8,44 maal het maandloon. Indien het opgebouwde aanvullend pensioenkapitaal in het ondernemingspensioenstelsel uitgedrukt wordt als een forfaitair kapitaal, zonder enig verband met het maandloon, dan moet dit kapitaal minimaal gelijk zijn aan 23 357,02 EUR. Het werkgeversgedeelte in de ondernemings-pensioenstelsels van het type vaste prestaties die ook voorzien in werknemersbijdragen, wordt berekend door van het totale aanvullend pensioenkapitaal het kapitaal samengesteld door de werknemersbijdragen af te trekken. In dit geval wordt een rendement in aanmerking genomen dat gelijk is aan de intrestvoet gebruikt voor de berekening van de wettelijke minimumrendementsgarantie zoals bepaald in artikel 24 van de WAP. § 4. Voor cafetaria pensioenstelsels, zoals bedoeld in artikel 4-2 van het KB WAP, waarbij aan de aangeslotene de vrijheid wordt gegeven om het beschikbaar budget te verdelen over de financiering van verschillende prestaties, dient voor de gelijkwaardigheidstoets te worden uitgegaan van de standaardoptie voor een alleenstaande aangeslotene en van de standaard overlijdens- en/of invaliditeitsdekking.
Art. 4.Procedure om vrijgesteld te worden van deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf § 1. Elke Werkgever die, net voor de invoering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf overeenkomstig artikel 2, § 1 van deze Bijlage gebruik wil maken van de mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf dient ten laatste op 1 december 2024 per aangetekend schrijven de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest - volgens de bijgevoegde modellen - op te sturen naar de Inrichter, FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (Marlylaan 15/8, 1120 Brussel). De datum op de poststempel geldt als bewijs.
Dit verzoek tot uitsluiting is eenmalig en verklaringen en attesten die na 1 december 2024 worden ingediend, zullen niet meer in aanmerking genomen worden.
Aan de hand van de verklaringen en attesten en eventuele stavingstukken en na eventueel onderzoek, beslist de Inrichter over het buiten toepassingsgebied gedekt door deze documenten en zal de Inrichter dit officieel aan de betrokken Werkgever bevestigen binnen de 2 maanden na ontvangst van de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest. § 2. De Werkgever die overeenkomstig artikel 2, § 2 van deze Bijlage gebruik wil maken van de uitsluiting uit het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, dient zo snel mogelijk na de oprichting of de juridische wijziging, hetzij zo snel mogelijk na het moment waarop de Werkgever voor het eerst bedienden tewerkstelt die vallen onder het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf per aangetekend schrijven de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest - volgens de bijgevoegde modellen - op te sturen naar de Inrichter, FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (Marlylaan 15/8, 1120 Brussel). Daarenboven dient de betrokken Werkgever in dit aangetekend schrijven ook toe te lichten en aan te tonen dat zij aan de vermelde voorwaarden voldoet die zijn opgenomen in artikel 2, § 2 van deze Bijlage (namelijk details omtrent de oprichting of de betrokken juridische wijziging). De Werkgever dient in dit verband ook de nodige stavingstukken toe te voegen (zoals onder andere een kopie van de publicatie van de oprichting of de juridische wijziging in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad). Teneinde onmiddellijk na de oprichting of de juridische wijziging, hetzij na de eerste tewerkstelling van bedienden die vallen onder het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf uitgesloten te kunnen worden van het toepassingsgebied van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, dient de Inrichter de bovenvermelde documenten (aangetekend schrijven met de verklaring van de werkgever, het actuarieel attest en de stavingstukken) te hebben ontvangen uiterlijk 6 maanden na de oprichting of de juridische wijziging, hetzij 6 maanden na de datum waarop de Werkgever voor het eerst (i) ressorteert onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden voor hun Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, of (ii) Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf tewerkstelt, of (iii) voor het eerst ressorteert onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf voor een deel van zijn arbeiders. De datum op de poststempel geldt als bewijs.
Aan de hand van de verklaringen en attesten en eventuele stavingstukken en na eventueel onderzoek, beslist de Inrichter over de ingangsdatum van buiten toepassingsgebied gedekt door deze documenten en zal de Inrichter dit officieel aan de betrokken Werkgever bevestigen binnen de 2 maanden na de ontvangst van de verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest.
Indien de RSZ, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") in de tussentijd reeds de patronale bijdragen ter financiering van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf zou geïnd hebben bij deze Werkgever (die vervolgens op basis van dit artikel vrijgesteld is van deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf), dan zal de Inrichter de RSZ ervan op de hoogte brengen dat de betrokken Werkgever is vrijgesteld van deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf en zal dit rechtgezet worden via een annulatie in de DmfA op basis van de informatie die door de Inrichter aan de RSZ werd verstrekt.
Dit verzoek tot uitsluiting is eenmalig en verklaringen en attesten die na de voormelde periode van 6 maanden werden ingediend zullen niet meer in aanmerking worden genomen. § 3. De verklaring van de Werkgever en het actuarieel attest zullen slechts geldig zijn indien deze zijn opgesteld volgens de modellen, zoals opgenomen in deze Bijlage 2. Tevens moeten alle documenten correct en volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend zijn door de Werkgever respectievelijk de verantwoordelijke voor de actuariële functie van de pensioeninstelling(en) die de ondernemingspensioenstelsels uitvoert/uitvoeren en tijdig worden ingediend. § 4. De betrokken Werkgever zal op eenvoudig verzoek van de Inrichter alle bijkomende gegevens overmaken die de Inrichter toelaten de volledigheid en de juistheid van de geattesteerde gegevens te controleren.
De Werkgever is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit het doorgeven van onnauwkeurige, onvolledige, onjuiste of laattijdige gegevens aan de Inrichter. § 5. In de gevallen waarin de gelijkwaardigheid niet kan worden vastgesteld op basis van de regels vastgelegd in artikel 3 van deze Bijlage, kan de gelijkwaardigheid op een alternatieve wijze worden aangetoond door de verantwoordelijke voor de actuariële functie van de pensioeninstelling (die het/de ondernemingspensioenstelsel(s) uitvoert). De betrokken verantwoordelijke voor de actuariële functie zal die gelijkwaardigheid moeten attesteren en hierbij rekening houden met de (actuariële) principes voor de berekening van de gelijkwaardigheid, zoals bepaald in artikel 3 van deze Bijlage 2. In dat geval zal de verantwoordelijke voor de actuariële functie hier melding van maken op het actuarieel attest (volgens het bijgevoegde model) en de gebruikte berekeningswijze toelichten in een bijkomende verklaring.
Art. 5.Attesteringsplicht bij wijziging van de patronale bijdrage in het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf De Werkgever die op basis van artikel 3 en de procedure vermeld in artikel 4 buiten het toepassingsgebied valt van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, zal bij elke wijziging van de netto pensioenbijdrage zoals vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf") of in de collectieve arbeidsovereenkomst die deze heeft vervangen op dezelfde wijze een nieuwe verklaring en nieuw actuarieel attest moeten overmaken, binnen de bij collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde termijn.
Art. 6.Einde vrijstelling van deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf § 1. De Werkgever die op basis van artikel 3 en de procedure vermeld in artikel 4 buiten het toepassingsgebied valt van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, zal evenwel onder het toepassingsgebied ervan vallen vanaf het begin van het kwartaal tijdens hetwelk het ondernemingspensioenstelsel niet meer minstens gelijkwaardig is aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf zoals bepaald in artikel 3. § 2. De Werkgevers die op basis van artikel 3 en de procedure vermeld in artikel 4 buiten het toepassingsgebied vallen van het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, kunnen nadien op eender welk moment beslissen om voor de toekomst toch deel te nemen aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Zij dienen hiertoe hun wens tot deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf schriftelijk te melden aan de Inrichter. De Inrichter zal deze aanvraag schriftelijk bevestigen aan de aanvragende Werkgever. De deelname aan het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf zal ingaan vanaf het eerstvolgend kwartaal na de bevestiging van de Inrichter aan de betrokken Werkgever.
Indien op het moment van de overstap naar het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf sommige Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf van de betrokken Werkgever op basis van het wettelijk weigeringsrecht krachtens artikel 16, § 3 van de WAP hebben gekozen om aangesloten te blijven bij het (de) ondernemings-pensioenstelsel(s) en niet mee over te stappen naar het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, moet de betrokken Werkgever uiterlijk vóór het einde van het kwartaal voorafgaand aan het kwartaal dat de betrokken Werkgever aansluit bij het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf aan de Inrichter de lijst van de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf meedelen die van hun wettelijk weigeringsrecht hebben gebruik gemaakt. Ook eventuele latere wijzingen aan deze lijst van Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die van hun wettelijk weigeringsrecht hebben gebruik gemaakt, moeten onverwijld aan de Inrichter meegedeeld worden. De Inrichter zal de naam en het KBO-nummer van de betrokken Werkgevers meedelen aan de RSZ, zodat deze Werkgevers in de DmfA de mogelijkheid hebben om aan te duiden dat er voor bepaalde Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf geen patronale bijdragen voor het SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf moeten worden geïnd.
Model 1 Verklaring Werkgever - buiten toepassingsgebied SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) De Werkgever(1), Naam: . . . . .
Maatschappelijke zetel: . . . . . . . . . .
Ondernemingsnummer (KBO-nummer): . . . . .
Nummer vestigingseenheid (indien van toepassing): . . . . .
Vertegenwoordigd door, Naam: . . . . .
Hoedanigheid: . . . . . - Verklaart buiten het toepassingsgebied van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), te willen vallen; - Verklaart op eer dat op datum van .../.../....... alle Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, (met eventuele uitzondering van studenten en leerlingen), die vallen onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200), aangesloten zijn aan één of meerdere ondernemingspensioenstelsel(s), die minstens gelijkwaardig zijn aan het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, conform de vereisten zoals bepaald in artikel 3 van de Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"); - Gaat akkoord om op eenvoudig verzoek van de Inrichter van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, Fonds voor Bestaanszekerheid Sectoraal Aanvullend Pensioen Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf (FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf) alle gegevens over te maken die deze nodig acht om de volledigheid en de juistheid van deze verklaring en van de geattesteerde gegevens te controleren; - Verbindt er zich toe om elke wijziging aan het ondernemingspensioenstelsel (de ondernemingspensioenstelsels) waardoor dit (deze) niet meer minstens gelijkwaardig is (zijn) aan het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf mee te delen aan FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf.
Indien de Werkgever meerdere ondernemingspensioenstelsels heeft, dan volgt hierna een opsomming van alle pensioenplannen met vermelding van de categorie van Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf die bij elk van deze pensioenplannen zijn aangesloten:
Pensioenplan (naam pensioeninstelling + polisnummer ingeval de pensioeninstelling een verzekeringsondernemer is)
Omschrijving categorie Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
Gedaan te . . . . . op . . . . .
Handtekening: . . . . .
Terug te sturen per aangetekend schrijven, samen met het actuarieel attest, naar: FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, Marlylaan 15/8, 1120 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs.
Voor het uitoefenen van zijn wettelijke opdrachten, verwerkt FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf uw persoonsgegevens. Voor elke info betreffende de verwerking van uw gegevens kan u www.sefocam.be consulteren of een mail sturen naar helpdesk@sefocam.be. _______ Nota (1) Dit is de juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), of desgevallend de vestigingseenheden (op basis van het vestigingseenheidsnummer) indien de juridische entiteit over meerder vestigingseenheden beschikt.
Model 2 Actuarieel attest - buiten toepassingsgebied SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (PC 200) Ik, ondergetekende, Naam: . . . . . zijnde de verantwoordelijke voor de actuariële functie van de pensioeninstelling(1) Naam pensioeninstelling: . . . . .
Maatschappelijke zetel: . . . . .
FSMA identificatienummer: . . . . .
Attesteer hierbij dat de hierna vermelde Werkgever(2) Naam: . . . . .
Maatschappelijke zetel: . . . . .
Ondernemingsnummer (KBO-nummer): . . . . .
Nummer vestigingseenheid (indien van toepassing): 1. het beheer en de uitvoering van één of meerdere aanvullende pensioenstelsels heeft toevertrouwd aan de hierboven vermelde pensioeninstelling;2. dit (deze) aanvullend(e) pensioenstelsel(s) ingericht word(t)(en) voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, (met eventuele uitzondering van studenten en leerlingen), die vallen onder het Aanvullend Paritair Comité voor de Bedienden (PC 200), en dewelke in het pensioenplan worden omschreven als: .. . . . (omschrijving van de categorie(ën) van Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf) 3. dit (deze) ondernemingspensioenstelsel(s) voldoet/voldoen aan de voorwaarden van gelijkwaardigheid zoals bepaald in artikel 3 van de Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf. Opmerking: In geval de verantwoordelijke voor de actuariële functie voor de gelijkwaardigheidstoets dient terug te vallen op artikel 4, § 5 van de Bijlage 2 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 juni 2024 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf ("SAP PC 200 Bedienden Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf"), dan maakt hij/zij hier in een bijlage bij dit attest melding van en licht hij/zij daarin de gebruikte berekeningswijze toe.
Gedaan te . . . . . op . . . . .
Handtekening: . . . . .
Terug te sturen per aangetekend schrijven naar: FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf, Marlylaan 15/8, 1120 Brussel. De datum van de poststempel geldt als bewijs.
Voor het uitoefenen van zijn wettelijke opdrachten, verwerkt FBZ SAP Ondernemingsactiviteit Garagebedrijf uw persoonsgegevens. Voor elke info betreffende de verwerking van uw gegevens kan u www.sefocam.be consulteren of een mail sturen naar helpdesk@sefocam.be. _______ Nota's (1) In de zin van de wet van 13 maart 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 13/03/2016 pub. 23/03/2016 numac 2016011092 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen sluiten op het statuut van en het toezicht op verzekerings- of herverzekeringsondernemingen of van de wet van 27 oktober 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/10/2006 pub. 10/11/2006 numac 2006023149 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorzieningen sluiten betreffende het toezicht op de instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening.(2) Dit is de juridische entiteit (op basis van het ondernemingsnummer), of desgevallend de vestigingseenheden (op basis van het vestigingseenheidsnummer) indien de juridische entiteit over meerder vestigingseenheden beschikt. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2025.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE