19 JANUARI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 januari 1989 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Gent

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, op artikel 85, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 86, op artikel 88, gewijzigd door de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd door de wet van 17 februari 1997, op artikel 90, op artikel 91, gewijzigd bij de wetten van 25 juli 1985, 3 augustus 1992 en 11 juli 1994, op artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 23 juni 1974, 25 juli 1985 en 3 augustus 1992 en op de artikelen 93, 95 en 96;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 1989 tot vaststelling van het bijzonder reglement van de rechtbank van koophandel te Gent, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 1997;

Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het Hof van beroep te Gent, van de eerste voorzitter van het Arbeidshof te Gent, van de procureur-generaal te Gent, van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Gent, van de procureur des Konings te Gent, van de hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Gent en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Gent;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 24 januari 1989 tot vaststelling van het bijzonder reglement van de rechtbank van koophandel te Gent, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 maart 1997, wordt vervangen door de volgende bepaling : « De rechtbank van koophandel te Gent bestaat uit zeven kamers, waarvan een tijdelijke kamer als bedoeld in artikel 89 van het Gerechtelijk Wetboek, te weten de zevende kamer. »

Art. 2.Artikel 2, enig lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « 7° kamer : de behandeling van gewone zaken haar toegewezen door de eerste kamer en van zaken met betrekking tot faillissementen en gerechtelijke akkoorden, uitgesproken door, toegewezen aan of ingediend bij deze kamer. »

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « De dagen van de terechtzittingen worden vastgesteld als volgt : 1° kamer : op vrijdag (eerste verdieping, zaal A);2° kamer : op maandag (eerste verdieping, zaal A);3° kamer : op dinsdag (eerste verdieping, zaal A);4° kamer : op woensdag (eerste verdieping, zaal A);5° kamer : op donderdag (gelijkvloers, zaal B);6° kamer : op donderdag (eerste verdieping, zaal A);7° kamer : op woensdag (gelijkvloers, zaal B).»

Art. 4.In artikel 5, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "de wet van 14 juli 1971 betreffende de handelspraktijken" vervangen door de woorden "de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument".

Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 6.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 januari 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS