Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 februari 2009
gepubliceerd op 16 maart 2009

Koninklijk besluit betreffende het huishoudelijk reglement van de Commissie voor nucleaire voorzieningen opgericht bij artikel 3 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales, gewijzigd door de wet houdende diverse bepalingen van 25 april 2007

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2009011052
pub.
16/03/2009
prom.
19/02/2009
ELI
eli/besluit/2009/02/19/2009011052/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 FEBRUARI 2009. - Koninklijk besluit betreffende het huishoudelijk reglement van de Commissie voor nucleaire voorzieningen opgericht bij artikel 3 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales, gewijzigd door de wet houdende diverse bepalingen van 25 april 2007


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales, artikel 10, gewijzigd bij de wet van 25 april 2007;

Gelet op het advies van de Commissie voor nucleaire voorzieningen, gegeven op 28 november 2008;

Op de voordracht van de Minister van Klimaat en Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bijlage bij dit besluit vormt het huishoudelijk reglement van de Commissie voor nucleaire voorzieningen.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De Minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 februari 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE

Bijlage Huishoudelijk reglement van de Commissie voor nucleaire voorzieningen belast met het toezicht op de voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van de splijtstoffen bestraald in deze centrales De Commissie voor nucleaire voorzieningen is overeengekomen hetgeen volgt :

Artikel 1.- Definities Voor de toepassing van het voorliggend huishoudelijk reglement wordt verstaan onder : 1°« de Commissie » : De advies- en controlecommissie over de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van de bestraalde splijtstoffen, opgericht door artikel 3 van de wet van 11 april 2003. 2° « de wet » : De wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales, gewijzigd door de wet houdende diverse bepalingen van 25 april 2007.3° « de kernprovisievennootschap » : de naamloze vennootschap Belgische Maatschappij voor Kernbrandstoffen Synatom, bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 10 juni 1994 en waarvan het statuut wordt geregeld door artikel 179, § 1, van de wet van 8 augustus 1980 betreffende de budgettaire voorstellen 1979-1980, of iedere rechtsopvolgende vennootschap.4° « het koninklijk besluit van 10 juni 1994 » : het koninklijk besluit van 10 juni 1994 tot invoering ten voordele van de Staat van een bijzonder aandeel in Synatom.4° « NIRAS » : de Nationale instelling voor radioactief afval en verrijkte splijtstoffen.5° « FANC » : het Federale agentschap voor nucleaire controle.

Artikel 2.- Opdrachten De Commissie heeft een advies- en controlebevoegdheid over de aanleg en het beheer van de voorzieningen voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van bestraalde splijtstoffen. Ze brengt adviezen uit in de gevallen die in punt 1° worden bedoeld en oefent controle uit op de in punt 2° bedoelde materies.

Met het oog op het vervullen van de bovengenoemde opdracht : 1° geeft de Commissie advies, op eigen initiatief of op verzoek van de bevoegde overheden, omtrent : a.de methoden voor het aanleggen van provisies voor de ontmanteling en het beheer van bestraalde splijtstoffen, en evalueert periodiek de geschiktheid van deze methoden, overeenkomstig artikel 12 van de wet; b. het herzien van het maximale percentage van de fondsen die de tegenwaarde vormen van de desbetreffende provisies die de kernprovisievennootschap kan lenen aan kernexploitanten, overeenkomstig artikel 14, § 2 van de wet;c. de categorieën van activa waarin de kernprovisievennootschap het deel van deze fondsen, dat zij niet mag lenen aan kernexploitanten, investeert, overeenkomstig artikel 14, § 5 en § 7 van de wet, alsook de voorwaarden waartegen deze investeringen worden uitgevoerd.2° controleert de Commissie : a.de gegevens die de kernprovisievennootschap ter beschikking stelt omtrent de toereikendheid van de provisies; b. de correcte toepassing van de methoden voor het aanleggen van provisies voor de ontmanteling en het beheer van bestraalde splijtstoffen;c. de voorwaarden tegen dewelke de kernprovisievennootschap deze fondsen leent aan kernexploitanten, overeenkomstig artikel 14, § 4 van de wet;d. de politiek van de kernexploitanten inzake voorrechten en hypotheken;e. de voorwaarden van de leningen die eventueel worden toegekend door de kernprovisievennootschap overeenkomstig artikel 14, § 5, tweede lid van de wet;f. de beschikbaarheid van de tegenwaarde van het bedrag van de in punt e bedoelde leningen, met inbegrip van de eventuele zekerheden, die door degenen die deze leningen hebben ontvangen, werden gesteld. De Commissie zorgt voor het overleg tussen de Staat en de kernprovisievennootschap voor de uitvoering van de hierboven genoemde opdrachten.

Artikel 3.- Beslissing De Commissie brengt adviezen uit en neemt besluiten bij gewone meerderheid.

Artikel 4.- Zetel De Commissie heeft haar zetel in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. Deze wordt gekozen op het adres van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, bij de Algemene Directie Energie.

Artikel 5.- Vergaderingen De leden en/of hun plaatsvervangers en het vast secretariaat wonen de vergaderingen van de Commissie bij.

De raadgevende leden of hun afgevaardigden van de NIRAS en het FANC wonen de vergadering bij, in toepassing van artikel 2 van het koninklijk besluit tot benoeming van de leden van de Commissie van 16 februari 2004. Zij wonen de vergadering bij met raadgevende stem.

De leden en de raadgevende leden of, in voorkomend geval, hun plaatsvervangers of hun afgevaardigden mogen zich laten bijstaan in de vergaderingen door de expert(en) van hun keuze. De expert(en) worden toegestaan voor bepaalde punten, indien vooraf gemeld en mits akkoord van de leden.

Plaatsvervangende leden en afgevaardigden mogen de vergadering bijwonen samen met het effectieve lid of raadgevend lid.

Artikel 6.- Betrekkingen met de kernprovisievennootschap en de kernexploitanten De Commissie kan beslissen de kernprovisievennootschap en/of de kernexploitanten te horen naar aanleiding van elk document dat de kernprovisievennootschap en/of de kernexploitanten moeten voorleggen aan de Commissie krachtens de wet. In geval een dergelijke beslissing genomen wordt, worden de kernprovisievennootschap en/of de kernexploitanten uitgenodigd op de eerstvolgende vergadering van de Commissie.

De Commissie kan eveneens beslissen de kernprovisievennootschap en/of de kernexploitanten te horen over elke andere aangelegenheid buiten de voorgelegde documenten, maar in het kader van de wet, die het van belang acht voor de uitvoering van haar opdrachten. In dit geval gebeurt de uitnodiging zoals in het vorige lid.

Artikel 7.- Verzoeken om adviezen § 1. Met betrekking tot het bestaan en de toereikendheid van de voorzieningen vergen de adviezen en besluiten van Commissie het eensluidend advies van de NIRAS. § 2. De Commissie kan eventueel andere adviezen vragen aan de NIRAS, het FANC en andere nationale, buitenlandse of internationale instellingen of gespecialiseerde kenniscentra overeenkomstig artikel 7, § 3 van de wet. Het vragen van een dergelijk advies wordt voorafgaandelijk goedgekeurd door de Commissie. De Commissie richt het verzoek om advies schriftelijk of elektronisch aan de betrokken instellingen of kenniscentra. De Commissie keurt voorafgaandelijk de formulering van het verzoek om advies goed. § 3. Na de ontvangst van het advies kan de Commissie beslissen de betrokken instellingen of kenniscentra te horen. In dit geval worden zij uitgenodigd op de eerstvolgende vergadering van de Commissie.

Artikel 8.- Voorzitterschap De voorzitter van de Commissie wordt verkozen onder de leden die de Staat vertegenwoordigen.

Indien de voorzitter verhinderd is, neemt het oudste aanwezige lid dat de Belgische Staat vertegenwoordigd, het voorzitterschap op zich. Dit lid heeft op dat moment dezelfde bevoegdheid als de voorzitter.

In geval van staking van stemmen, bij de goedkeuring van de adviezen bedoeld in artikel 6, § 1, van de wet van 11 april 2003, wordt de Commissie hersamengeroepen en zal er een nieuwe stemming plaatsvinden.

Indien er opnieuw een staking van stemmen wordt vastgesteld heeft de voorzitter, aangeduid door de Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft, een doorslaggevende stem.

Artikel 9.- Vertegenwoordiging van de Commissie De voorzitter en één van de leden vertegenwoordigen samen de Commissie in publieke akten en in rechtsgedingen. In alle andere gevallen kan de voorzitter de Commissie alleen vertegenwoordigen.

Artikel 10.- Taak van het vast secretariaat De taak van het vast secretariaat bestaat erin de Commissie bij te staan in de uitvoering van zijn opdrachten.

In het bijzonder wordt het vast secretariaat belast met : 1° het opstellen van de uitnodigingsbrieven tot deelname aan de vergaderingen;2° het opstellen van de dagorde, op instructie van de voorzitter;3° het opstellen van de verslagen van de vergaderingen;4° het analyseren en synthetiseren van documenten als de Commissie er om vraagt;5° de betrekkingen met de partijen waaraan de Commissie advies vraagt;6° het opstellen van verzoeken om advies;7° het bijhouden van de aanwezigheden op de vergaderingen van de Commissie met het oog op de uitbetaling van hun zitpenningen en hun forfaitaire verplaatsingsvergoedingen en overmaken van de aanwezigheden aan de kernprovisievennootschap;8° het onderzoek van de kostenstaten ontvangen in het kader van de gevraagde adviezen en het opstellen van een voorstel van beslissing over die kostenstaten;9° het bijhouden van de algemene boekhouding van de uitgaven ten laste van de aangelegde provisies;10° de opvolging van de situatie van de aangelegde provisies en verslaggeving daarvan aan de Commissie;11° het opstellen van het jaarlijks activiteitenverslag van de Commissie;12° iedere andere taak gevraagd door de Commissie.

Artikel 11.- Bijeenroepen van de Commissie § 1. De Commissie vergadert op uitnodiging van de voorzitter. § 2. De Commissie wordt samengeroepen op verzoek van één of meerdere leden. De aanvraag dient gericht te worden aan de voorzitter met vermelding van het onderwerp. De vergadering gaat dan door binnen de 10 werkdagen na de aanvraag. § 3. De uitnodiging tot de vergadering vermeldt de datum, het uur en de plaats van de bijeenkomst en wordt vergezeld van de dagorde en van de stukken die op de vergadering zullen besproken worden. § 4. De uitnodiging wordt door het vast secretariaat minstens 10 werkdagen vóór de vastgestelde datum van de vergadering verstuurd.

In geval van hoogdringendheid kan de termijn voor het versturen van de uitnodiging korter zijn dan 10 werkdagen.

Indien de documenten het toelaten, kunnen de stukken ook per elektronische post worden verstuurd.

Artikel 12.- Dagorde De voorzitter stelt de dagorde op, in samenwerking met het vast secretariaat.

Indien een lid een punt op de dagorde wil laten zetten, verwittigt hij daarvan de voorzitter. Vervolgens zet de voorzitter het op de dagorde.

In de loop van de vergadering kan alleen een punt toegevoegd worden aan de dagorde, indien drie vierden van de aanwezige leden van de Commissie daarmee instemt. In het tegenovergestelde geval wordt het punt ingeschreven op de dagorde van de volgende vergadering. Indien uit de bespreking van dit punt een advies of een besluit van de Commissie zou volgen dat niet door drie vierden van de leden wordt goedgekeurd, wordt dit advies of besluit opnieuw besproken in een volgende vergadering.

Artikel 13.- Aantal vergaderingen per jaar De Commissie vergadert in functie van de behoeften en ten minste viermaal per jaar.

Artikel 14.- Geldigheid van de vergaderingen De Commissie kan slechts geldig vergaderen indien ten minste zeven leden of hun plaatsvervangers aanwezig zijn. Indien aan deze voorwaarde niet voldaan is, wordt een tweede vergadering van de Commissie met dezelfde dagorde bijeengeroepen, uiterlijk binnen de 10 werkdagen.

Artikel 15.- Verslagen van de vergaderingen De ontwerpen van verslagen van de vergaderingen, opgesteld door het vast secretariaat, worden binnen 10 werkdagen na de vergadering voorgelegd aan de voorzitter. Na rekening te hebben gehouden met zijn opmerkingen, wordt het ontwerp opgestuurd aan de leden, aan de raadgevende leden en aan hun plaatsvervangers en dit binnen de maand na de vergadering. Zij kunnen hun eventuele opmerkingen op het ontwerp schriftelijk overmaken aan het vast secretariaat of die mondeling bekendmaken op de eerstvolgende vergadering.

Artikel 16.- Adviezen van de Commissie Voor elk advies dat de Commissie moet verstrekken krachtens de artikelen 5, 14 en 15 van de wet en voor elk ander advies dat hem zou kunnen gevraagd worden door de Minister die de Energie onder zijn bevoegdheid heeft, wordt een specifieke nota opgesteld die het advies weergeeft, alsook de rechtvaardiging van de inhoud van het advies.

De adviezen worden ondertekend door de voorzitter.

Wanneer een lid niet akkoord is met een beslissing, kan het lid een stemverklaring toevoegen.

Artikel 17.- Taal De eigen documenten van de Commissie (uitnodiging, dagorde, verslagen van vergaderingen, jaarverslagen, adviezen,...) worden zowel in het Nederlands als in het Frans opgesteld.

Artikel 18.- Vertrouwelijkheid De leden en het personeel van het secretariaat van de Commissie zijn gebonden door het beroepsgeheim en mogen de vertrouwelijke gegevens die hun ter kennis zijn gekomen op grond van hun functie bij de Commissie aan niemand bekendmaken, - behalve wanneer zij worden opgeroepen om in rechte te getuigen; - onverminderd de uitwisseling van informatie met de bevoegde instanties van andere lidstaten van de Europese Unie die uitdrukkelijk bepaald of toegestaan is door verordeningen of richtlijnen vastgesteld door de instellingen van de Europese Unie, zoals bepaald in artikel 8, § 2 van de wet; - indien noodzakelijk om het nodige overleg te verzekeren tussen de Staat en de kernprovisievenootschap, zoals bepaald in artikel 3, tweede alinea.

De Commissie neemt de nodige voorzorgen opdat deze regels eveneens zouden gelden in verbintenissen met derden.

Artikel 19.- Wijziging van het huishoudelijk reglement De Commissie kan wijzigingen aan zijn huishoudelijk reglement overeenkomen. De Commissie kan slechts geldig beraadslagen over wijzigingen aan het huishoudelijk reglement, indien de voorgestelde wijzigingen voorafgaandelijk op de dagorde zijn gezet.

Iedere wijziging overeengekomen door de Commissie moet bekrachtigd worden bij koninklijk besluit.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 19 februari 2009 betreffende het huishoudelijk reglement van de Commissie voor nucleaire voorzieningen opgericht bij artikel 3 van de wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze centrales, gewijzigd door de wet houdende diverse bepalingen van 25 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Klimaat en Energie, P. MAGNETTE

^