gepubliceerd op 23 januari 2002
Koninklijk besluit tot vaststelling van de intrekkings- en schorsingsprocedure van de erkenning als havenarbeider alsmede de modaliteiten van zijn verdediging voor de administratieve commissie opgericht in de schoot van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen
19 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de intrekkings- en schorsingsprocedure van de erkenning als havenarbeider alsmede de modaliteiten van zijn verdediging voor de administratieve commissie opgericht in de schoot van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 49, eerste lid;
Gelet op de wet van 8 juni 1972 betreffende de havenarbeid, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 1977 tot vaststelling van de intrekkingsprocedure van de erkenning als havenarbeider alsmede de modaliteiten van zijn verdediging voor de administratieve commissie opgericht in de schoot van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 september 1980 en 19 december 2000;
Gelet op het advies van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, "Nationaal Paritair Comité der haven van Antwerpen" genaamd, gegeven op 22 januari 2001;
Gelet op het advies 31.601/1 van de Raad van State, gegeven op 27 september 2001;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. De bepalingen van het koninklijk besluit van 6 november 1969 tot vaststelling van de algemene regels voor de werking van de paritaire comités en paritaire subcomités, alsmede de bijzondere regels, zoals bepaald in de paragrafen 2 en 3, zijn van toepassing op de werking van de administratieve commissie bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 december 2000 betreffende de voorwaarden en modaliteiten van de erkenning van havenarbeiders in het Antwerps havengebied. § 2. De bepalingen van dit artikel zijn zowel van toepassing op de havenarbeiders van het algemeen contingent als op deze van het logistiek contingent.
Wanneer de administratieve commissie het voornemen heeft de erkenning van een havenarbeider in te trekken of te schorsen, dan wordt deze laatste door de commissiesecretaris op de door hem vastgestelde datum uitgenodigd om zich aan te bieden voor deze commissie. Wanneer de havenarbeider zich op de vastgestelde datum aanbiedt, wordt de beslissing van de administratieve commissie hem mondeling ter zitting meegedeeld en nadien per aangetekende brief bevestigd. De beslissing tot schorsing of intrekking gaat in vanaf de dag van de zitting tijdens dewelke zij is genomen. Wanneer de havenarbeider zich niet op de vastgestelde datum aanbiedt, wordt hij bij aangetekend schrijven opgeroepen voor een volgende zitting van de commissie.
De commissie kan bij verstek een beslissing nemen indien de havenarbeider zich niet aangeboden heeft vóór het einde van de tweede zitting waarvoor hij opgeroepen werd overeenkomstig het tweede lid.
De bij verstek genomen beslissing wordt aan de belanghebbende betekend door de commissiesecretaris binnen acht dagen na haar uitspraak, hetzij bij deurwaardersexploot, hetzij bij aangetekend schrijven dat uitwerking heeft op de derde werkdag na de datum van verzending.
Binnen acht dagen na de betekening kan de havenarbeider verzet aantekenen tegen deze beslissing.
Om op geldige wijze verzet te kunnen aantekenen, moet de havenarbeider, hetzij persoonlijk voor de commissiesecretaris verschijnen, hetzij hem een ter post aangetekend schrijven richten.
Bij aangetekend schrijven roept de commissiesecretaris de havenarbeider op voor een nieuwe zitting van deze commissie.
Wanneer de havenarbeider een tweede maal verstek laat gaan, is een nieuw verzet niet meer ontvankelijk. § 3. De havenarbeider mag zich tijdens de procedure tot intrekking of schorsing van de erkenning laten bijstaan door een advocaat of een vertegenwoordiger van één van de werknemersorganisaties die vertegenwoordigd zijn in het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen.
Art. 2.Wanneer de havenarbeider van het logistiek contingent geen nieuwe arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur of van bepaalde duur voor minimum 2 maanden heeft gesloten met een werkgever van het logistiek contingent binnen een periode van 3 maanden na het beëindigen van zijn arbeidsovereenkomst, wordt zijn erkenning ambtshalve ingetrokken.
De havenarbeider van het logistiek contingent wiens arbeidsovereenkomst wordt beëindigd bij een werkgever van het logistiek contingent, wordt bij aangetekend schrijven opgeroepen voor de administratieve commissie die hem in kennis stelt van de ambtshalve intrekking van erkenning.
Art. 3.Het koninklijk besluit van 2 juni 1977 tot vaststelling van de intrekkingsprocedure van de erkenning als havenarbeider alsmede de modaliteiten van zijn verdediging voor de administratieve commissie opgericht in de schoot van het Paritair Subcomité voor de haven van Antwerpen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 september 1980 en 19 december 2000, wordt opgeheven.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 december 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 8 juni 1972, Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1972.
Koninklijk besluit van 2 juni 1977, Belgisch Staatsblad van 21 juli 1977.