Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 augustus 1998
gepubliceerd op 29 augustus 1998

Koninklijk besluit betreffende de machtiging van erkende organisaties ter uitvoering van de reglementaire diensten die verbonden zijn aan de afgifte van certificaten aan de in België geregistreerde schepen

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1998014213
pub.
29/08/1998
prom.
19/08/1998
ELI
eli/besluit/1998/08/19/1998014213/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 AUGUSTUS 1998. - Koninklijk besluit betreffende de machtiging van erkende organisaties ter uitvoering van de reglementaire diensten die verbonden zijn aan de afgifte van certificaten aan de in België geregistreerde schepen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Gemeenschap, goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957, inzonderheid op het artikel 84, lid 2;

Gelet op de richtlijn 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties, gewijzigd bij de richtlijn 97/58/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 26 september 1997;

Gelet op de IMO-Resolutie A.739 (18) van 4 november 1993 over richtlijnen voor het machtigen van organisaties die namens de overheid optreden;

Gelet op de IMO-Resolutie A.789 (19) van 23 november 1995 over specifieke voorschriften inzake de controlerende en certificerende functies van erkende organisaties die namens de overheid optreden;

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 27 december 1968 houdende goedkeuring van het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966, en van de Bijlagen, opgemaakt te Londen op 5 april 1966;

Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid der schepen, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 241 van 31 december 1983;

Gelet op de wet van 10 augustus 1979 houdende goedkeuring van het Internationaal Verdrag van 1974 voor de beveiliging van mensenlevens op zee, en van de Bijlage, opgemaakt te Londen op 1 november 1974, en van het Protocol van 1978 betreffende dit Verdrag, en van de Bijlage, opgemaakt te Londen op 17 februari 1978;

Gelet op de wet van 17 januari 1984 houdende goedkeuring van volgende Internationale Akten : a) Internationaal Verdrag van 1973 ter voorkoming van verontreiniging door schepen, en Bijlagen, opgemaakt te Londen op 2 november 1973, b) Protocol van 1978 bij het Internationaal Verdrag van 1973 ter voorkoming van verontreiniging door schepen, en Bijlage, opgemaakt te Londen op 17 februari 1978; Overwegende dat de gewestregeringen zijn betrokken bij het ontwerpen van de regelgeving opgenomen in dit besluit;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen bij arrest van 14 mei 1998 heeft geoordeeld dat het Koninkrijk België, door niet binnen de voorgeschreven termijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen vast te stellen om aan Richtlijn 94/57/EG van de Raad van 22 november 1994 inzake de gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties te voldoen, zijn verplichtingen uit hoofde van artikel 16, lid 1, van deze richtlijn niet is nagekomen; dat België bijgevolg onverwijld deze richtlijn moet omzetten in nationaal recht;

Op de voordracht van Onze Minister van Vervoer, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : a) "schip" : een vaartuig waarop de internationale verdragen van toepassing zijn;b) "internationale verdragen" : de meest recente versie van : - het Internationaal Verdrag van 1974 voor de beveiliging van mensenlevens op zee (SOLAS), en de Bijlage, opgemaakt te Londen op 1 november 1974, alsmede het Protocol van 1978 betreffende dit Verdrag, en de Bijlage, opgemaakt te Londen op 17 februari 1978; - het Internationaal Verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966, en de Bijlagen, opgemaakt te Londen op 5 april 1966; - het Internationaal Verdrag van 1973 ter voorkoming van verontreiniging door schepen, en Bijlagen, opgemaakt te Londen op 2 november 1973, alsmede het Protocol van 1978 bij het Internationaal Verdrag van 1973 ter voorkoming van verontreiniging door schepen, en Bijlage, opgemaakt te Londen op 17 februari 1978, samen met de latere protocollen en de latere wijzigingen van de verdragen en de daarmee verband houdende codes die voor België internationaal bindend zijn; c) "organisatie" : een classificatiebureau of andere particuliere instelling die veiligheidsbeoordelingen uitvoert voor een overheidsinstantie;d) "erkende organisatie" : een organisatie die is erkend overeenkomstig artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 juli 1998 betreffende de erkenning van met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties;e) "certificaat" : een getuigschrift dat door of namens een Lid-Staat is afgegeven overeenkomstig de internationale verdragen;f) "de Minister" : de minister die de maritieme zaken en de scheepvaart in zijn bevoegdheid heeft;

Art. 2.§ 1. Een erkende organisatie kan door de Minister worden gemachtigd, voor de schepen die in België geregistreerd zijn, tot de volledige of gedeeltelijke uitvoering van inspecties en controles in verband met certificaten met inbegrip van het afgeven en vernieuwen van de betrokken certificaten. Deze machtiging kan echter niet de afgifte van het certificaat van deugdelijkheid bedoeld in artikel 5 van de wet op de veiligheid der schepen van 5 juni 1972 omvatten. § 2. Deze machtiging kan enkel worden verstrekt aan een erkende organisatie die in België een plaatselijke vertegenwoordiging heeft.

Deze plaatselijke vertegenwoordiging dient rechtspersoonlijkheid overeenkomstig de Belgische wetgeving te hebben. § 3. Deze schriftelijke machtiging, « werkafspraak » genoemd, wordt meegedeeld aan de organisatie.

Zij bevat de omschrijving van de taken waarop zij betrekking heeft en behelst inzonderheid : 1° de eisen van bijlage II bij resolutie A 739(18) van de IMO over richtlijnen voor het machtigen van organisaties die namens de overheid optreden, 2° een periodieke controle door de dienst van de zeevaartinspectie van de uitvoering van de taken waartoe de organisatie werd gemachtigd, 3° de mogelijkheid van gedetailleerde en aselecte inspecties van schepen, 4° de rapportering van belangrijke gegevens betreffende de door hen geklasseerde vloot en de wijzigingen of de intrekking van de klassering van vaartuigen. § 4. De Minister legt een kopie van deze schriftelijke machtiging over aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. § 5. De dienst van de zeevaartinspectie kan te allen tijde onderzoeken of een erkende organisatie de taken waartoe zij werd gemachtigd daadwerkelijk uitvoert en of zij voldoet aan de criteria van de bijlage van het ministerieel besluit van 30 juli 1998 betreffende de erkenning van met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties.

Daarenboven voert de dienst van de zeevaartinspectie tweejaarlijkse controles uit en legt uiterlijk op 31 maart van het jaar dat volgt op de jaren waarvoor de naleving werd beoordeeld een verslag over de resultaten van die controles voor aan de andere Lid-Staten en aan de Commissie van de Europese Gemeenschappen. § 6. De Minister kan de machtiging bedoeld in § 1, schorsen wegens ernstig gevaar voor de veiligheid of het milieu.

De Minister stelt de Commissie van de Europese Gemeenschappen en de andere Lid-Staten onverwijld in kennis van zijn met redenen omklede besluit.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 augustus 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Vervoer, M. DAERDEN

^