Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 augustus 1997
gepubliceerd op 29 augustus 1997

Koninklijk besluit houdende oprichting, binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer 'Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie' , met toepassing van artikel 3, § 1, 6° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie

bron
diensten van de eerste minister
numac
1997021261
pub.
29/08/1997
prom.
19/08/1997
ELI
eli/besluit/1997/08/19/1997021261/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit houdende oprichting, binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer 'Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie' (DWTI), met toepassing van artikel 3, § 1, 6° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, wordt genomen in het kader van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, inzonderheid op artikel 3, 1, 6°.

Het besluit heeft tot doel, binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden (DWTC), de Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie (DWTI) op te richten in de vorm van een Staatsdienst met afzonderlijk beheer.

Deze dienst heeft tot taak de opdrachten van het huidige Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke en Technische Documentatie (NCWTD) over te nemen en tevens een nieuwe functie van federaal observatorium inzake wetenschap en technologie op zich te nemen.

Gestart als een onderzoekprogramma in 1964, is het huidige NCWTD een v.z.w. die gevestigd is in de Koninklijke Bibliotheek Albert I en die deels gefinancierd wordt door een dotatie en deels door eigen inkomsten. Hoewel opgericht in de vorm van een v.z.w., kan deze instelling beschouwd worden als een instelling naar Belgisch recht waarover de Staat controle uitoefent. Zij werd immers opgericht door ambtenaren ter uitvoering van een beslissing van de Ministers van Nationale Opvoeding en tot op dit ogenblik wordt het dagelijks bestuur in hoofdzaak door federale ambtenaren waargenomen. Bovendien is ongeveer 70% van de financiële middelen afkomstig van de Staat en is de werking van de v.z.w. volledig geïntegreerd in de Koninklijke Bibliotheek. In toepassing van een overeenkomst gesloten tussen de v.z.w. en de Staat op 18 maart 1988, waarbij personeel van de Koninklijke Bibliotheek wordt overgenomen door de v.z.w., heeft de Staat ruime bevoegdheden inzake het personeelsbeleid en het wetenschappelijk beleid van de v.z.w. De functie van deze v.z.w kan omschreven worden als informatiemakelaar inzake wetenschap en techniek. Als zodanig worden onontbeerlijke ondersteunende diensten verleend aan zowel de federale overheid als aan het geheel van de Belgische wetenschappelijke gemeenschap.

De brede opdracht van informatiemakelaar inzake wetenschap en techniek is de jongste jaren sterk geëvolueerd, vooral dan naar het beheren van en het werken met metadatabanken.

De federale overheid heeft een groeiende behoefte inzake metadatabanken. Er is met name behoefte aan het beheren en ter beschikking stellen van wetenschappelijke en technische informatie ter ondersteuning van de bevoegdheden van de federale overheid, het ter beschikking stellen en toegankelijk maken van internationale databanken ten behoeve van het federale wetenschapsbeleid en het beschikken over een nationaal verankeringspunt voor internationale databanken of informatieverstrekkers inzake wetenschap en techniek.

Het is daarom wenselijk dat de activiteiten die nu door een v.z.w. worden uitgevoerd, worden overgenomen door de overheid, die tot op heden weinig controle heeft over de door haar aan de v.z.w. ter beschikking gestelde dotatie.

Bovendien is het nodig een gepaste structuur te creëren voor een meer operationele uitvoering van de beslissing van de Ministerraad van 17 maart 1995 met betrekking tot de oprichting van een observatorium voor wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen.

Wegens de specifieke aard van de dienstverlening aan externe gebruikers en de context van economische concurrentie waarbinnen deze verricht moet worden, is een efficiënt beheer binnen de beperkingen van de normale werking van een administratie moeilijk.

Vandaar dat aan de DWTI het statuut van Staatsdienst met afzonderlijk beheer verleend wordt. Dit garandeert dat deze dienst integraal deel blijft uitmaken van de federale overheid, terwijl er terzelfder tijd een ruime beheerautonomie aan kan worden toegekend.

Deze autonomie moet er onder meer toe bijdragen dat op een vlotte wijze ingespeeld kan worden op de snelle veranderingen die optreden op de activiteitsterreinen, zodat de beschikbare middelen efficiënter aangewend kunnen worden en de eigen inkomsten (opbrengsten uit voor derden uitgevoerde prestaties, waaronder raadplegingen van databanken) geoptimaliseerd kunnen worden. Bovendien ontstaat er in ruime mate een rechtstreekse band tussen de dienstverlening en de vergoeding daarvan, wat zeker bijdraagt tot een efficiënter financieel beheer en mogelijk maakt de samenwerking met externe partners beter te organiseren.

Op deze wijze worden de efficiëntie en de doeltreffendheid van deze activiteiten van openbare dienst gewaarborgd.

Commentaar bij de artikelen Artikel 1 Met dit artikel wordt de Staatsdienst met afzonderlijk beheer opgericht en wordt de Koning opgedragen de voorwaarden van het financieel en materieel beheer ervan te bepalen, conform de bepalingen van artikel 140 van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit. Tevens wordt in dit artikel aangeduid wat het doel is van de oprichting van deze dienst.

Artikel 2 Dit artikel bepaalt dat het geheel van de inkomsten, met inbegrip van deze voortvloeiend uit de door de dienst georganiseerde activiteiten, aangewend kunnen worden voor de financiering van de werking.

Artikel 3 Dit artikel bepaalt dat de datum van inwerkingtreding van de Staatsdienst door de Koning wordt vastgelegd.

Er werd rekening gehouden met de opmerkingen van de Raad van State.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, eerste kamer, op 4 juli 1997 door de Minister van Wetenschapsbeleid verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende oprichting, binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer « Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie » (DWTI), met toepassing van artikel 3, 1, 6° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie", heeft op 8 juli 1997 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, moeten in de adviesaanvraag de redenen worden opgegeven tot staving van het spoedeisend karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering als volgt : « Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat het besluit dient getekend te worden vooraleer de machtiging verleend aan de Koning door de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie vervalt op 31 augustus 1997, had ik graag dat het advies zou worden verstrekt binnen de bij artikel 84 eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten voorgeschreven termijn. » . 1. Met toepassing van het bepaalde in artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996, heeft de afdeling wetgeving zich beperkt tot "het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.» .

Dat onderzoek noopt tot het maken van de volgende opmerkingen. 2. Het voorliggend ontwerp van koninklijk besluit beoogt de oprichting van een staatsdienst met afzonderlijk beheer, "Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie" genoemd (1) en dit binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden (artikel 1).Aan deze staatsdienst wordt bovendien een dotatie toegekend en de machtiging verleend inkomsten te putten uit eigen activiteiten (artikel 2). Uit het verslag aan de Koning moet ten slotte worden afgeleid dat de taak van de dienst erin zal bestaan de opdrachten van het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke en Technische documentatie over te nemen en tevens een nieuwe functie van federaal observatorium inzake wetenschap en technologie op zich te nemen. 3. De rechtsgrond van het ontwerp blijkt, volgens de stellers ervan, te moeten worden gevonden in artikel 3, 1, 6°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, luidens welke bepaling de Koning maatregelen kan nemen om, met betrekking tot de instellingen van openbaar nut, tot de openbare instellingen die afhangen van de Staat, alsook tot elke instelling naar Belgisch recht, waarover de Staat controle uitoefent of waarin de Staat een meerderheidsparticipatie heeft, over te gaan tot de opheffing, de omvorming, de reorganisatie of de samensmelting ervan en de werking, de organisatie, het beheer en de activiteit ervan te verbeteren, alsmede de controle erop te versterken. 3.1. Het bepalend gedeelte van het ontwerp maakt uitsluitend gewag van de oprichting van een staatsdienst met afzonderlijk beheer, zoals bedoeld in artikel 140 van de wetten op de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991. Van enige opheffing, omvorming, reorganisatie of samensmelting van bestaande instellingen zoals bedoeld in artikel 3, 1, 6°, van de voornoemde wet van 26 juli 1996 is in het normatief gedeelte van het ontwerp evenwel geen sprake, zodat deze laatste wetsbepaling dan ook bezwaarlijk als rechtsgrond kan dienen voor een regeling zoals geconcipieerd door de stellers van het ontwerp. Deze kan immers niet worden beschouwd als een "bijzondere wetsbepaling" in de zin van artikel 140 van de gecoördineerde wetten op de rijkscomptabiliteit. 3.2. Zelfs indien men de in het verslag aan de Koning geëxpliciteerde overdracht van de taken van het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke en Technische Documentatie mede in aanmerking zou nemen, dan nog kan worden betwijfeld of dat centrum zonder meer kan worden beschouwd hetzij als een instelling van openbaar nut, hetzij als een openbare instelling die afhangt van de Staat, hetzij als een instelling naar Belgisch recht, waarover de Staat controle uitoefent of waarin de Staat een meerderheidsparticipatie heeft (zie artikel 3, 1, 6°, van de voornoemde wet van 26 juli 1996).

Volgens het verslag aan de Koning is het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke en Technische Documentatie een vereniging zonder winstoogmerk welke gevestigd is in de Koninklijke Bibliotheek Albert I en deels gefinancierd wordt met een dotatie, deels met eigen inkomsten. Volgens de uitleg verstrekt door de gemachtigde van de regering werd deze vereniging eertijds opgericht overeenkomstig de instructies van de toenmalige minister(s) van Onderwijs, en is ze grotendeels samengesteld uit ambtenaren werkzaam in de Koninklijke Bibliotheek Albert I. Tevens zou het centrum in hoofdzaak werken met middelen die door de overheid ter beschikking worden gesteld. 3.3. Uit de voorgaande vaststellingen volgt dat, wil het ontwerp een rechtsgrond vinden in artikel 3, 1, 6°, van de voornoemde wet van 26 juli 1996, op zijn minst voldoende duidelijk zal moeten worden aangegeven, zowel in het bepalend gedeelte als in het verslag aan de Koning, over welke precieze omvorming het gaat en, in het bijzonder, welke de elementen zijn waaruit kan worden afgeleid dat het Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke en Technische Documentatie kan worden beschouwd als zijnde een instelling in de zin van artikel 3, 1, 6°, van de voornoemde wet van 26 juli 1996. Binnen de hem toegemeten tijd om dit advies te verlenen, is het de Raad van State niet mogelijk om, bij ontstentenis van voldoende gegevens, hieromtrent een oordeel te vellen. 19 AUGUSTUS 1997. Koninklijk besluit houdende oprichting, binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer "Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie" (DWTI), met toepassing van artikel 3, 1, 6° van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese Economische en Monetaire Unie, inzonderheid op het artikel 3, 1, 6°;

Overwegende de noodzaak om op een meer efficiënte wijze toegang te verkrijgen tot wetenschappelijke en technische informatie ter ondersteuning van de uitoefening van de bevoegdheden van de federale overheid;

Overwegende de noodzaak om de gehele Belgische wetenschappelijke gemeenschap toegang te waarborgen tot de internationale informatienetwerken en databanken inzake wetenschappelijke en technische informatie;

Overwegende dat dit dient te gebeuren in een context van economische concurrentie die een ruime beheerautonomie noodzakelijk maakt;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 10 juni 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting van 23 juni 1997;

Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door de omstandigheid dat het besluit dient ondertekend te worden vooraleer de machting verleend aan de Koning door de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de europese economische en Monetaire Unie vervalt op 31 augustus 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 8 juli 1997, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden wordt een dienst opgericht, genoemd "Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie", afgekort "DWTI", die een Staatsdienst met afzonderlijk beheer is.

De DWTI heeft onder meer tot doel de taken over te nemen die voor rekening en onder toezicht van de Staat worden uitgeoefend door de v.z.w. "Nationaal Centrum voor Wetenschappelijke en Technische Documentatie", die werd opgericht bij de Koninklijke Bibliotheek Albert I, en een synergie te onwikkelen met de opdrachten van de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden.

De voorwaarden van het financieel en materieel beheer van deze dienst worden door Ons bepaald, conform de bepalingen van artikel 140 van de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991.

Art. 2.De inkomsten van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer bedoeld in artikel 1 bestaan uit een dotatie van de Staat en de opbrengst van zijn eigen activiteiten. Ze mogen zonder onderscheid aangewend worden om alle uitgaven van deze dienst te dekken.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op een door Ons bepaalde datum.

Art. 4.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 19 augustus 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, Y. YLIEFF Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^