gepubliceerd op 04 juli 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd
19 APRIL 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoor-waarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 2013.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2011 Arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd (Overeenkomst geregistreerd op 21 september 2011 onder het nummer 105848/CO/102.06) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden van de grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, de witzandexploitaties uitgezonderd.
Met "werklieden" worden : de arbeiders en arbeidsters bedoeld. HOOFDSTUK II. - Lonen
Art. 2.De minimum uurlonen van de werklieden worden op 1 juni 2011 op basis van een wekelijkse arbeidsduur van 40 uren als volgt vastgesteld :
EUR -
EUR
Catégorie I, manoeuvres
13,8967
Categorie I, handlangers
13,8967
Catégorie IA, manoeuvres
14,0715
Categorie IA, handlangers
14,0715
Catégorie II, spécialisés
14,2478
Categorie II, geoefenden
14,2478
Catégorie III, hommes de métier
14,5967
Categorie III, vaklieden
14,5967
Catégorie IV, chefs d'équipe
14,9495
Categorie IV, ploegbazen
14,9495
HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
Art. 3.De in artikel 2 vastgestelde lonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.De in artikel 2 vastgestelde lonen stemmen overeen met het indexcijfer 115,49.
Telkens wanneer het vorig indexcijfer met 2 pct. stijgt of daalt, worden de laatst uitbetaalde lonen met 2 pct. verhoogd of verlaagd.
De indexcijfers die een loonsverhoging tot gevolg hebben zijn als volgt vastgesteld : 115,49 - 117,80 - enz.
De indexcijfers die een loonsverlaging tot gevolg hebben zijn als volgt vastgesteld : De loonsverlaging die uit een daling van het indexcijfer voortvloeit wordt slechts toegepast, wanneer het indexcijfer daalt met een halve schijf beneden de volgende waarde. 113,23,...
Art. 5.De loonswijzigingen voortvloeiend uit de toepassing van artikel 4 gaan in de eerste dag van de maand volgend op die waarvan het indexcijfer aanleiding geeft tot aanpassing van de lonen. HOOFDSTUK IV. - Ploegenpremie
Art. 6.Er wordt vanaf 1 januari 1993, in de ondernemingen waar men in ploegen werkt, een ploegenpremie toegekend berekend op het minimum uurloon van categorie 1 van : 4 pct. voor de morgenploeg; 5,5 pct. voor de namiddagploeg; 10 pct. voor de nachtploeg.
Alleen het werk dat niet aanvangt tussen 7 en 9 uur geldt als ploegwerk, tenzij een andere arbeidsregeling ingevolge bepaalde omstandigheden wordt toegepast op verzoek van de werklieden. Indien de arbeidsprestaties vóór 7 uur aanvangen en aanleiding geven tot betaling van een supplement voor overwerk is er evenmin aanleiding tot betaling van de ploegenpremie. HOOFDSTUK V. - Zaterdagwerk
Art. 7.Voor het werk op zaterdag ontvangen de werklieden een bijkomende premie die gelijk is aan een derde van het basisuurloon per uur prestatie. HOOFDSTUK VI. - Eindejaarspremie
Art. 8.Uiterlijk op 25 december van het lopende jaar wordt een eindejaarspremie uitbetaald volgens de volgende modaliteiten : a) de referteperiode loopt van 1 december van het voorgaand jaar tot 30 november van het lopende jaar;b) elke gewerkte en/of begonnen maand tijdens de referteperiode geeft recht op 1/12e van een maandloon.Iemand die de hele referteperiode in dienst was heeft dus recht op een maand loon. Het in aanmerking genomen loon is dat van december van het lopende jaar; c) bij overlijden van de werklieden wordt de proportionele eindejaarspremie uitbetaald aan de rechtverkrijgenden;d) indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd tijdens de referteperiode, wordt de verschuldigde proportionele eindejaarspremie betaald samen met de eindafrekening;e) in geval van langdurige ziekte : - indien de werknemer meer dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, heeft hij recht op de volledige eindejaarspremie; - indien hij minder dan 75 dagen effectief gewerkt heeft, ontvangt hij 1/12e per effectief begonnen maand.
Art. 9.Eventuele klachten betreffende de toepassing van artikel 8 kunnen op verzoek van de betrokken partijen voorgelegd worden aan het bevoegd paritair comité, dat als verzoeningscomité zetelt. HOOFDSTUK VII. - Anciënniteitsverlof
Art. 10.Aan alle werklieden die tien jaar anciënniteit hebben in een of meerdere ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven die in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, zal één dag anciënniteitsverlof toegekend worden.
Voor de betrokkenen die 15 jaar anciënniteit hebben wordt dit twee dagen.
Voor de betrokkenen die 20 jaar anciënniteit hebben wordt dit drie dagen.
Voor de betrokkenen die 25 anciënniteit hebben wordt dit vier dagen.
Voor de betrokkenen die 30 jaar anciënniteit hebben wordt dit vijf dagen.
Voor de betrokkenen die 35 jaar anciënniteit hebben wordt dit zes dagen. HOOFDSTUK VIII. - Dienstjarenpremie
Art. 11.De werklieden die in de loop van het dienstjaar vijf jaren dienst tellen, hebben recht op een dienstjarenpremie van 41,43 EUR. Dit bedrag wordt vanaf het zesde dienstjaar verhoogd met 8,29 EUR per bijkomend dienstjaar, inclusief interim periode, zo deze op een ononderbroken periode slaat.
De arbeider die in de loop van het kalenderjaar om eender welke reden uit dienst treedt, heeft per gepresteerde maand recht op 1/12e van de dienstjarenpremie.
Wat de arbeiders betreft die tijdens de eerste helft van het dienstjaar uit dienst zijn getreden geeft bovenstaande regeling onmiddellijk aanleiding tot uitbetaling.
De betaling van deze dienstjarenpremie geschiedt samen met de afrekening van het loon voor de maand juli van het lopende dienstjaar. HOOFDSTUK IX. - Vakbondspremie
Art. 12.De werklieden, die de hierna vastgestelde voorwaarden vervullen, ontvangen vanaf de betaling in 2009 een vakbondspremie van 135 EUR per jaar.
De bruggepensioneerden, die de hierna vastgestelde voorwaarden vervullen, ontvangen vanaf de betalingen 2011 en 2012, een vakbondspremie van 87 EUR per jaar.
Hebben recht op de vakbondspremie, de werklieden die gedurende het betrokken jaar ingeschreven zijn geweest in het personeelsregister van een in artikel 1 bedoelde onderneming, evenals de bruggepensioneerden, en die tezelfdertijd lid zijn geweest van een van de interprofessionele werknemersorganisaties, die op nationaal vlak verbonden zijn.
De rechthebbenden die aan deze voorwaarden niet voldoen gedurende het gehele jaar, ontvangen één twaalfde van de vakbondspremie per maand tijdens dewelke zij voldoen aan voornoemde voorwaarden.
Art. 13.De werkgevers overhandigen aan de rechthebbenden een kaart in drievoud waarop zij vermelden : a) de naam en het adres van de onderneming;b) de naam en het adres van de betrokken rechthebbende;c) het aantal in aanmerking te nemen maanden gedurende het jaar. Tezelfdertijd stort de werkgever een bedrag gelijk aan de in artikel 12, vastgestelde premie per in het personeelsregister ingeschreven werkman en per bruggepensioneerde aan het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" (rekening nr. 001-1862473-52), Mgr. Broekxplein 6, te 3500 Hasselt.
De rechthebbenden overhandigen hun kaart aan hun vakbond.
De vakbond vermeldt op de hem overhandigde kaarten de duur van het lidmaatschap van het betrokken lid bij de vakbond gedurende het dienstjaar en betaalt de premie aan de rechthebbende.
De vakbond zendt de ingevulde kaarten aan het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven".
Na ontvangst van de kaarten maakt het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" aan de vakorganisaties de afrekening van de te storten bedragen. HOOFDSTUK X. - Bestaanszekerheid
Art. 14.De werklieden hebben recht op een bestaanszekerheidsuitkering van 11,85 EUR per dag wanneer ze door de werkgever tijdelijk werkloos worden gesteld. Deze bestaanszekerheidsuitkering wordt op 15,81 EUR gebracht vanaf 1 mei 2011.
In geval van werkloosheid wegens slecht weer, wordt voormeld bedrag verhoogd met 18,56 EUR per dag.
De betaling van de bestaanszekerheidsuitkering gebeurt op de normale dagen van de loonbetaling.
Art. 15.In geval van tijdelijke werkloosheid zal de invoering van een beurtregeling besproken worden op het vlak van de onderneming. HOOFDSTUK XI. - Werkzekerheid binnen de sector
Art. 16.Ingeval tot ontslag om economische reden moet worden overgegaan zal voorafgaandelijk op bedrijfsvlak met de vakbondsafvaardigingen worden onderhandeld.
Zo deze procedure wordt toegepast, wordt uiteindelijk de beslissing van de werkgever als geldig aanvaard.
Zo deze procedure niet wordt toegepast, wordt het verzoeningscomité van het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant samengeroepen. Bij het in gebreke stellen van de werkgever wordt als sanctie een mogelijke verdubbeling van de opzegperiode vooropgesteld. HOOFDSTUK XII. - Vervoerskosten
Art. 17.Onverminderd de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19octies van 20 februari 2009, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, ter vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19ter van 5 maart 1991, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 19 betreffende de financiële bijdrage van de werkgevers in de prijs van het vervoer van de werknemers, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 mei 1991, ontvangen de werklieden, vanaf 1 mei 2009, ongeacht het vervoermiddel dat zij gebruiken, een bedrag gelijk aan minstens 110 pct. van de prijs van de treinkaart geldend als trajectkaart (één maand/tweede klasse) voor de afstand langs de weg tussen de woonplaats en de werkplaats, zoals gepubliceerd in de officiële verzameling van de tarieven van de Maatschappij der Belgische Spoorwegen (zie bijlage).
De terugbetaling heeft minstens maandelijks plaats. HOOFDSTUK XIII. - Brugpensioen
Art. 18.Ter financiering van het conventioneel brugpensioen wordt 1,50 pct. van de onbegrensde brutolonen aan het sociaal fonds, uitsluitend aangewend voor de financiering van de bijkomende vergoeding (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad), gestort.
De aanvullende vergoedingen van de verschillende stelsels brugpensioen zijn ten laste van het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven" op voorwaarde dat : - een anciënniteit in de sector van minimum 3 jaren in de loop van de laatste vijf jaar onmiddellijk voorafgaand aan de datum van aanvraag; - voor deze werklieden die de leeftijd van 58 jaar zullen bereiken of bereikt hebben en die drie jaar in het buitenland in de grindactiviteit werken op verzoek van de Belgische werkgever, wordt die periode als gelijkgestelde periode beschouwd. - in de loop van de laatste zes jaar geen vergoedingen ontvangen hebben uit één van de luiken van het Sociaal Beleidsplan van het Sociaal Comité ten laste van het Grindfonds, zoals gepubliceerd in het Grindblad.
Indien niet aan deze voorwaarden voldaan is, blijft het recht op de verschillende stelsels brugpensioen bestaan; maar dan zijn de aanvullende vergoedingen ten laste van de laatste werkgever zelf.
HOODFSTUK XIV. - Tewerkstelling van risicogroepen onder de werkzoekenden
Art. 19.Bij brugpensioen zal het vervangingsengagement worden ingevuld met personen behorende tot de risicogroepen zoals omschreven bij artikel 173 van de wet van 29 december 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/12/1990 pub. 02/12/2011 numac 2011000753 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende sociale bepalingen Officieuze coördinatie in het Duits van uittreksels sluiten houdende sociale bepalingen.
Art. 20.Van de werkgeversbijdrage aan het "Sociaal Fonds voor de grind- en zandgroeven", wordt tijdens de jaren 2011 en 2012 een gedeelte gelijk aan 0,10 pct. van de onbegrensde brutolonen uitsluitend aangewend voor de financiering van het bij artikel 19 bepaalde. HOOFDSTUK XV. - Carenzdag
Art. 21.Vanaf 2001 wordt de carenzdag betaald. HOOFDSTUK XVI. - Kernactiviteit in onderaanneming
Art. 22.De kernactiviteit moet bij voorkeur uitgeoefend worden door personeel eigen aan het bedrijf.
Zo de noodzaak zich voordoet derden in te schakelen, wordt dit voorafgaandelijk en gemotiveerd gemeld aan de vakbondsafvaardigingen, of bij ontstentenis, aan de ondertekenende vakorganisaties. HOOFDSTUK XVII. - Vormingsrecht
Art. 23.De vorming bedraagt 1,90 pct. van de loonmassa.
Het vormingsrecht wordt ingesteld per bedrijf, met dien verstande dat per bedrijf een vormingsplan en een verslag worden opgesteld die in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven die geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant worden geëvalueerd.
De partijen zullen de geplande inspanningen verder zetten met inacht name van de bepalingen van de wet van 12 april 2011Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/2011 pub. 28/04/2011 numac 2011012030 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord sluiten houdende aanpassing van de wet van 1 februari 2011 houdende verlenging van de crisismaatregelen en uitvoering van het interprofessioneel akkoord, en tot uitvoering van het compromis van de Regering met betrekking tot het ontwerp van interprofessioneel akkoord.
In uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact en het koninklijk besluit van 11 oktober 2007 gaan de ondertekenende partijen het engagement aan om voor de periode 2011- 2012 : - In 2011 : meer opleidingen organiseren zodat de participatiegraad wordt verhoogd met 5 pct. - In 2012 : meer opleidingn organiseren zodat de participatiegraad wordt verhoogd met 5 pct.
Deze opleidingen zullen in hoofdzaak betrekking hebben op zowel collectieve als individuele on the job trainingen, om de toekomstige tewerkstellingskansen op de arbeidsmarkt van de betrokken werknemers te verhogen. HOOFDSTUK XVIII. - Tijdskrediet - werknemers in moeilijkheden
Art. 24.De grens van 5 pct. zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis en nr. 77ter gesloten in de Nationale Arbeidsraad wordt gebracht op 10 pct.
Art. 25.Elke aanvraag van een "werknemer in moeilijkheden" die gebruik wenst te maken van halftijds of 1/5e vermindering in het stelsel tijdskrediet, zal door de werkgever positief onderzocht en in principe aanvaard worden. Indien een aanvraag geweigerd zou worden, zal het verzoeningsbureau van het paritair subcomité hierover een definitieve uitspraak doen.
Voor toepassing van dit hoofdstuk "werknemer in moeilijkheden" gelden volgende voorwaarden : - de leeftijd van 50 jaar bereikt hebben; - een arbeidsongeschiktheid bewijzen van minimum 5 pct. (te attesteren door ofwel de arbeidsgeneesheer, het "Fonds voor arbeidsongevallen", het "Fonds voor beroepsziekten"); - een anciënniteit hebben in de sector van 10 jaar.
Deze werknemer ontvangt van zijn werkgever (bovenop de vergoeding tijdskrediet) een sectorale toeslag. Deze toeslag is gelijk aan de helft van de respectievelijke vergoedingen tijdskrediet.
Art. 26.De werknemers kunnen gebruik maken van de aanmoedigingspremies toegekend door de gewesten of de gemeenschappen.
Art. 27.Sociale partners maken verslag inzake de voorkoming van arbeidsongevallen in de sector. HOOFDSTUK XIX. - Maaltijdcheques
Art. 28.Vanaf 2010, worden er maaltijdcheques toegekend aan de werknemers.
De nominale waarde van de maaltijdcheques bedraagt 2,25 EUR/dag waarvan 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer.
Met ingang van 1 januari 2012 zal de nominale waarde van de maaltijdcheques op 6 EUR/dag gebracht worden waarvan 1,09 EUR/dag ten laste is van de werknemer. HOOFDSTUK XX. - Veiligheidsvoorschriften
Art. 29.In een werkgroep van het paritair subcomité, zal een aanbeveling werden uitgewerkt omtrent specifieke veiligheidsvoorschriften, in het bijzonder voor werknemers die alleen tewerkgesteld worden op de arbeidsplaats. Voor 31 december 2011 zal de werkgroep verslag uitbrengen aan het paritair subcomité. HOOFDSTUK XXI. - Geldigheid
Art. 30.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2011 en treedt buiten werking op 31 december 2012.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 juli 2011, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf der grind- en zandgroeven welke in openlucht geëxploiteerd worden in de provincies Antwerpen, West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen, Limburg en Vlaams-Brabant, betreffende de arbeidsvoorwaarden in de grind- en zandexploitaties, de witzandexploitaties uitgezonderd
Carte-train hebdomadaire/Weektreinkaart
Montants journaliers/Dagbedragen
Distance (km)/Afstand (km)
100 p.c./pct.
110 p.c./pct.
110 p.c./pct.
0-3
9,50 EUR
10,45 EUR
2,09 EUR
4
10,30 EUR
11,33 EUR
2,27 EUR
5
11,00 EUR
12,10 EUR
2,42 EUR
6
11,70 EUR
12,87 EUR
2,57 EUR
7
12,40 EUR
13,64 EUR
2,73 EUR
8
13,10 EUR
14,41 EUR
2,88 EUR
9
13,80 EUR
15,18 EUR
3,04 EUR
10
14,50 EUR
15,95 EUR
3,19 EUR
11
15,20 EUR
16,72 EUR
3,34 EUR
12
15,90 EUR
17,49 EUR
3,50 EUR
13
16,60 EUR
18,26 EUR
3,65 EUR
14
17,30 EUR
19,03 EUR
3,81 EUR
15
18,00 EUR
19,80 EUR
3,96 EUR
16
18,70 EUR
20,57 EUR
4,11 EUR
17
19,40 EUR
21,34 EUR
4,27 EUR
18
20,10 EUR
22,11 EUR
4,42 EUR
19
20,90 EUR
22,99 EUR
4,60 EUR
20
21,60 EUR
23,76 EUR
4,75 EUR
21
22,30 EUR
24,53 EUR
4,91 EUR
22
23,00 EUR
25,30 EUR
5,06 EUR
23
23,70 EUR
26,07 EUR
5,21 EUR
24
24,40 EUR
26,84 EUR
4,37 EUR
25
25,00 EUR
27,50 EUR
5,50 EUR
26
26,00 EUR
28,60 EUR
5,72 EUR
27
26,50 EUR
29,15 EUR
5,83 EUR
28
27,00 EUR
29,70 EUR
5,94 EUR
29
28,00 EUR
30,80 EUR
6,16 EUR
30
28,50 EUR
31,35 EUR
6,27 EUR
31-33
29,50 EUR
32,45 EUR
6,49 EUR
34-36
31,50 EUR
34,65 EUR
6,93 EUR
37-39
33,00 EUR
36,30 EUR
7,26 EUR
40-42
35,00 EUR
38,50 EUR
7,70 EUR
43-45
36,50 EUR
40,15 EUR
8,03 EUR
46-48
38,50 EUR
42,35 EUR
8,47 EUR
49-51
40,00 EUR
44,00 EUR
8,80 EUR
52-54
41,50 EUR
45,65 EUR
9,13 EUR
55-57
42,50 EUR
46,75 EUR
9,35 EUR
58-60
44,00 EUR
48,40 EUR
9,68 EUR
61-65
45,50 EUR
50,05 EUR
10,01 EUR
66-70
47,50 EUR
52,25 EUR
10,45 EUR
71-75
49,50 EUR
54,45 EUR
10,89 EUR
76-80
52,00 EUR
57,20 EUR
11,44 EUR
81-85
54,00 EUR
59,40 EUR
11,88 EUR
86-90
56,00 EUR
61,60 EUR
12,32 EUR
91-95
58,00 EUR
63,80 EUR
12,76 EUR
96-100
60,00 EUR
66,00 EUR
13,20 EUR
101-105
62,00 EUR
68,20 EUR
13,64 EUR
106-110
64,00 EUR
70,40 EUR
14,08 EUR
111-115
66,00 EUR
72,60 EUR
14,52 EUR
116-120
68,00 EUR
74,80 EUR
14,96 EUR
121-125
70,00 EUR
77,00 EUR
15,40 EUR
126-130
72,00 EUR
79,20 EUR
15,84 EUR
131-135
74,00 EUR
81,40 EUR
16,28 EUR
136-140
76,00 EUR
83,60 EUR
16,72 EUR
141-145
78,00 EUR
85,80 EUR
17,16 EUR
146-150
81,00 EUR
89,10 EUR
17,82 EUR
151-155
82,00 EUR
90,20 EUR
18,04 EUR
156-160
84,00 EUR
92,40 EUR
18,48 EUR
161-165
86,00 EUR
94,60 EUR
18,92 EUR
166-170
88,00 EUR
96,80 EUR
19,36 EUR
171-175
91,00 EUR
100,10 EUR
20,02 EUR
176-180
93,00 EUR
102,30 EUR
20,46 EUR
181-185
95,00 EUR
104,50 EUR
20,90 EUR
186-190
97,00 EUR
106,70 EUR
21,34 EUR
191-195
99,00 EUR
108,90 EUR
21,78 EUR
196-200
101,00 EUR
111,10 EUR
22,22 EUR
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 april 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK