gepubliceerd op 09 juli 1999
Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijke besluiten van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend, en houdende vaststelling van de subsidie toegekend aan de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en -diensten en houdende regeling van de toekenningsprocedure
19 APRIL 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijke besluiten van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend, en houdende vaststelling van de subsidie toegekend aan de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en -diensten en houdende regeling van de toekenningsprocedure
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 9bis ingevoegd bij de wet van 30 december 1988 en gewijzigd bij de wet van 21 december 1994, en 68, eerste lid;
Gelet op de wet van 23 december 1998 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingjaar 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1997 waarbij sommige bepalingen van de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, toepasselijk worden verklaard op de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorgingsinstellingen en -diensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend, gewijzigd door het koninklijk besluit van 16 december 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de subsidie toegekend aan de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en -diensten en houdende regeling van de toekenningsprocedure;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, afdeling programmatie en erkenning, gegeven op 11 februari 1999;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 26 februari 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989 en de wet van 19 juli 1991;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de maatregelen inzake subsidies terstond genomen moeten worden teneinde de samenwerkingsverbanden die werkzaam zijn op het gebied van de palliatieve zorg proportioneel met het aantal inwoners van het gebied dat zij bestrijken te financieren, en hen toe te laten hun opdracht vanaf 1 januari 1999 voort te zetten zonder onderbreking van hun financiering;
Overwegende dat de rechtszekerheid gebiedt dat de beheerders van de vermelde samenwerkingsverbanden zo spoedig mogelijk geïnformeerd zouden zijn van de subsidies waarover zij zullen kunnen beschikken en de hoedanigheden van uitbetaling;
Op de voordracht van Onze Ministers van Volksgezondheid en Pensioenen en van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om te worden erkend
Artikel 1.In artikel 10 van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om erkend te worden, wordt § 1 vervangen door de volgende bepaling; « § 1. Het samenwerkingsverband beschikt, in verhouding met het aantal inwoners van het gebied dat het samenwerkingsverband bestrijkt tot 300 000, verhoudingsgewijs over een voltijds equivalent personeelslid.
In afwijking op de vorige alinea, in geval waar een samenwerkingsverband een gebied bestrijkt met minder dan 300 000 inwoners en de enige is in haar provincie of gemeenschap, beschikt zij over een voltijds equivalent personeelslid. ». HOOFDSTUK II. - Wijziging van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de subsidie toegekend aan de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en -diensten en houdende regeling van de toekenningsprocedure
Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 juni 1997 houdende vaststelling van de subsidie toegekend aan de samenwerkingsverbanden inzake palliatieve verzorging tussen verzorgingsinstellingen en diensten en houdende regeling van de toekenningsprocedure wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Artikel 1.§ 1. Per erkend samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg wordt, op jaarbasis en voor 300 000 inwoners, een subsidie toegekend van 1 250 000 frank.
Dit bedrag wordt verhoudingsgewijs aangepast, enerzijds aan de duur van de erkenning van het desbetreffende jaar, en anderzijds in verhouding van het aantal inwoners in het gebied dat het samenwerkingsverband bestrijkt tot het aantal inwoners vastgesteld in de voorgaande alinea.
In afwijking op de vorige alinea, in geval waar een samenwerkingsverband een gebied bestrijkt met minder dan 300 000 inwoners en de enige is in haar provincie of gemeenschap, wordt het basisbedrag van de subsidie verhoudingsgewijs aangepast aan de duur van de erkenning van het desbetreffende jaar, onafhandelijk van het aantal inwoners. § 2. Ten minste 80 % van de toegekende subsidie worden aangewend voor de betaling van remuneraties van de personeelsleden vermeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 19 juni 1997 houdende vaststelling van de normen waaraan een samenwerkingsverband inzake palliatieve zorg moet voldoen om erkend te worden. § 3. Vanaf 1 juli 1999 wordt de toegekende subsidie geindexeerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel van koppeling aan het indexcijfer van de consumptieprijzen. »
Art. 3.Een artikel 1bis, luidende als volgt, wordt ingevoegd in hetzelfde koninklijk besluit : «
Art. 1bis.§ 1. De betaling van de subsidie of het saldo in geval van voorschot verleend overeenkomstig § 2 hieronder, gebeurd nadat het begunstigde platform voor palliatieve zorg heeft voorgelegd : - de bewijzen waaruit blijkt dat het globaal percentage van de subsidies toegekend door de diverse machten of tussenkomende instellingen niet meer bedraagt dan 100 % van de totale lasten gedekt door deze subsidies; - de kopijen van de aanwervingscontracten van het gesubsidieerde personeel, voor het aantal voltijds equivalenten dat overeenstemd met de toegekende subsidie, op basis van de verhouding met het aantal inwoners gedefinieerd in artikel 1, alinea 2.
De toegekende subsidie kan worden verminderd rekening houdend met de voorgelegde bewijzen. § 2. Een voorschot ten bedrag van 60 % van de toegekende subsidie kan worden verleend. Daartoe dient het samenwerkingsverband een aanvraag in, binnen de maand na kennisgeving van de toekenning van de subsidie, bij het Bestuur van de Gezondheidszorg - Dienst Boekhouding en Beheer der Ziekenhuizen - Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. ». HOOFDSTUK III. - Slot bepalingen
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 1999.
Art. 5.Onze Ministers van Volksgezondheid en Pensioenen en van Sociale Zaken zijn belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 april 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN