gepubliceerd op 30 oktober 2008
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid"
18 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid" (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, inzonderheid op de artikelen 2, 3, 6 en 7 van de statuten;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;
Op de voordracht van De Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende de wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid".
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 september 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Koninklijk besluit van 11 december 1979, Belgisch Staatsblad van 9 januari 1980.
Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979 houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 20 maart 2008 onder het nummer 87525/CO/109)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2008 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan worden opgezegd door één van de partijen, mits een opzegging van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van en aan de organisaties die zijn vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf.
Art. 3.Artikel 2 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdenden coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomsten van 2 juli 2007 en van 29 november 2007, wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Zellik, Leliegaarde 22. Hij kan, bij beslissing van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, naar elke andere plaats in België worden overgebracht. »
Art. 4.In artikel 3, 3° van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2007, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « 3° het verrichten van de betaling van de aanvullende vergoeding in het kader van het conventioneel brugpensioen voorzien in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 2008 betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 58 jaar, in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 2008 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers met nachtprestaties indien zij worden ontslagen, in de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 2008 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde arbeid(st)ers vanaf 56 jaar met een loopbaan van 40 jaar en in de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 februari 2008 betreffende het conventioneel brugpensioen vanaf 60 jaar, evenals van de bijzondere werkgeversbijdragen, bepaald bij artikel 268 van de programmawet van 22 december 1989 en bij artikel 141 van de programmawet van 29 december 1990. » .
Art. 5.In artikel 6 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2007, wordt een achtste paragraaf toegevoegd als volgt : « § 8. Hebben eveneens recht op de aanvullende sociale toelage, de werklieden, leden van één van de representatieve interprofessionele werknemersorganisaties die op nationaal niveau zijn vertegenwoordigd in de schoot van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en op wie op de eerste referentiedatum die volgt op de datum van afdanking de volgende situatie van toepassing is : in de loop van de referteperiode de werkloosheid hebben onderbroken door een tewerkstelling in een onderneming die niet ressorteert onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, wanneer de duur van deze tewerkstelling niet langer was dan de helft van het nog te lopen gedeelte van de referteperiode, te rekenen vanaf het begin van de hiervoor bedoelde tewerkstelling, en wanneer de betrokkene opnieuw volledig en onvrijwillig werkloos is op de beschouwde refertedatum. »
Art. 6.Artikel 7 van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectienijverheid", vastgesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 1979, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, houdende coördinatie van de statuten van het "Sociaal Waarborgfonds voor de kleding- en confectiebedrijf", algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 december 1979, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2007, wordt als volgt gewijzigd : «
Art. 7.Het bedrag van de aanvullende sociale toelage, die elk dienstjaar aan de rechthebbenden dient toegekend, wordt vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.
De aanvullende sociale toelage wordt door het fonds, aan de belanghebbenden uitbetaald. Daartoe stuurt het fonds aan de mogelijk belanghebbenden een persoonlijke titel. Deze titel wordt vervolgens door de werknemersorganisatie waarbij zij zijn aangesloten nagezien en gevalideerd. De werknemersorganisatie bezorgt daarna de gevalideerde titels voor uitbetaling aan het fonds.
De raad van beheer van het fonds stelt alle andere modaliteiten vast met betrekking tot het uitreiken van en het toezicht over de titels. » Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 september 2008.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET