18 NOVEMBER 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het sectorieel tewerkstellingsakkoord - brugpensioen (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr 60 van 20 december 1994, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot bepaling van de doelstellingen in de procedure voor het sluiten van collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de bevordering van de werkgelegenheid, ter uitvoering van het centraal akkoord van 7 december 1994, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 27 januari 1995;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen, betreffende het sectorieel tewerkstellingsakkoord - brugpensioen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 27 januari 1995, Belgisch Staatsblad van 15 maart 1995.

Bijlage Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 1995 Sectorieel tewerkstellingsakkoord - brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 19 juli 1995 onder het nummer 38509/CO/320) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers in het algemeen en hun werkgevers die onder het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen ressorteren.

Onder "werknemers" wordt verstaan het vrouwelijk en mannelijk personeel. HOOFDSTUK II. - Tewerkstelling

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 7 december 1994 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 60 van de Nationale Arbeidsraad van 20 december 1994.

Art. 3.Ter bevordering van de werkgelegenheid wordt volgende maatregel vastgelegd : De leeftijd om te kunnen genieten van het brugpensioen, zoals bedoeld bij koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen is vastgelegd op 55 jaar voor werknemers die : - tijdens de looptijd van deze overeenkomst ontslagen zijn en - 33 jaar beroepsverleden of de ermee gelijkgestelde periodes als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en - die een beroepsloopbaan hebben van 10 jaar in het bedrijf of de sector.

Art. 4.In uitvoering van het interprofessioneel akkoord hebben de werkgevers, tijdens de duur van het huidig akkoord, per netto bijkomende werknemer recht op een vrijstelling van de patronale R.S.Z.-bijdragen, ten belope van maximum 37 500 F per trimester. Als het gaat om een werkzoekende die op het ogenblik van de aanwerving reeds meer dan één jaar werkloos is, dan is de formule voorgesteld onder het hiernavolgende lid van toepassing.

Bij aanwerving tijdens de periode 1995-1996 van een werkzoekende die sedert meer dan één jaar werkloos is, geniet de werkgever automatisch een vermindering van de patronale bijdragen ten belope van : a) 75 pct.voor het trimester van de aanwerving en voor de 4 navolgende trimesters; b) 50 pct.voor het 5de tot en met het 8ste trimester volgend op het trimester van aanwerving.

Wanneer het om een werkzoekende gaat die reeds twee jaar werkloos is, wordt vrijstelling verleend van de patronale bijdrage voor het trimester van de aanwerving en voor de 4 navolgende trimesters, en wordt 75 pct. van de patronale bijdrage vrijgesteld voor het 5de tot en met het 8ste trimester volgend op het trimester van aanwerving.

Voor de berekening van de periode van werkloosheid wordt de wachttijd inbegrepen.

Werklozen die sinds één jaar, respectievelijk twee jaar, het bestaansminimum genieten voorzien bij de wet van 7 augustus 1974, komen eveneens in aanmerking voor deze vermindering van bijdragen. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1996.

Ze kan opgezegd worden door elk van de partijen, mits een opzeggingstermijn van 3 maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor de begrafenisondernemingen en aan elk van de contracterende partijen.

Deze opzeggingstermijn vangt aan op de dag van de betekening.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 1999.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX