gepubliceerd op 02 juli 2014
Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het Beheerscomité van de dienst "Fonds voor de Medische Ongevallen"
18 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van het Beheerscomité van de dienst "Fonds voor de Medische Ongevallen"
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 137quater, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2012 pub. 23/11/2012 numac 2012024367 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de raad van bestuur van het Fonds voor de medische ongevallen sluiten tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de raad van bestuur van het Fonds voor de medische ongevallen;
Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 16 september 2013;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 december 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 februari 2014;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Ambtenarenzaken, gegeven op 7 april 2014;
Gelet op het advies 56.264/2 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2014;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De voorzitter en de ondervoorzitter van het Beheerscomité van de dienst "Fonds voor de Medische Ongevallen" (FMO) hebben elk recht op een jaarlijkse forfaitaire vergoeding van 4.462,09 EUR.
Art. 2.Per zitting van het Beheerscomité of van een werkgroep opgericht door het Beheerscomité, wordt een presentiegeld ten bedrage van respectievelijk 18,59 EUR en 4,96 EUR toegekend respectievelijk aan de aanwezige leden en secretaris van het Beheerscomité. Het bedrag dat wordt toegekend aan een lid die de voorzitter vervangt, wordt verdubbeld.
De plaatsvervangende leden hebben alleen recht op een presentiegeld wanneer ze het effectief lid dat afwezig is vervangen.
Voor de werkgroepen kunnen maximaal twee leden per vertegenwoordigde groep een presentiegeld ontvangen.
De bepalingen van het eerste lid zijn niet toepasbaar op de leden van het Beheerscomité die deel uitmaken van een Staatsdienst of een openbare dienst, behalve indien de zitting ten vroegste om 17 uur aanvangt of ze niet op een werkdag plaatsvindt, noch op de leden die het gezag vertegenwoordigen.
Art. 3.De bedragen vermeld in dit besluit zijn verbonden aan de spilindex 138,01 (basis 1981 = 100).
De vergoedingen en presentiegelden, die in dit besluit worden vastgesteld, worden per trimester na vervallen termijn uitbetaald. Ze zijn ten laste van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering.
Art. 4.Het koninklijk besluit van 5 november 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/11/2012 pub. 23/11/2012 numac 2012024367 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de raad van bestuur van het Fonds voor de medische ongevallen sluiten tot vaststelling van de vergoedingen en het presentiegeld van de voorzitter, de ondervoorzitter en de leden van de raad van bestuur van het Fonds voor de medische ongevallen, wordt opgeheven.
Art. 5.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 juni 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX