gepubliceerd op 16 februari 2001
Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding aan militairen voor de verzorging van een erkende hond
18 JANUARI 2001. - Koninklijk besluit tot toekenning van een vergoeding aan militairen voor de verzorging van een erkende hond
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 mei 1994 betreffende de geldelijke rechten van de militairen inzonderheid op artikel 11, §§ 2 en 3;
Gelet op het protocol van het onderhandelingscomité van het militair personeel van de krijgsmacht, afgesloten op 15 januari 2000;
Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 20 juli 1999;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 28 maart 2000;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 26 april 2000;
Gelet op het advies 30.657/4 van de Raad van State, gegeven op 22 november 2000;
Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een maandvergoeding wordt toegekend aan de militair die een erkende hond thuis verzorgt buiten de periodes waarin hij met de hond dienstprestaties levert.
De maandelijkse vergoeding bedraagt 2 700 frank (66,94 euro) wanneer de voeding van de hond door de Staat ten laste wordt genomen. Ze bedraagt 3 600 frank (89,25 euro) wanneer de Staat, in geval van overmacht, deze voeding niet ten laste heeft kunnen nemen.
Art. 2.§ 1. Deze vergoeding is in alle, op volle of gedeeltelijke wedde rechtgevende administratieve standen verschuldigd.
Zij wordt maandelijks, samen met en onder dezelfde voorwaarden als de wedde betaald. § 2. Wanneer de toekenningsvoorwaarden van deze vergoeding vervuld worden of ophouden te bestaan op een andere datum dat de eerste dag van een maand, heeft dit slechts uitwerking op de eerste dag van de volgende maand.
Art. 3.De voorwaarden waaronder een hond thuis mag worden verzorgd, worden bepaald in een door de Minister van Landsverdediging goedgekeurd reglement.
Naargelang van de operationele behoeften bepaalt de Minister van Landsverdediging, op voorstel van de Commandant van het Intermachten Territoriaal Commando het aantal honden dat thuis mag worden verzorgd.
Art. 4.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Gegeven te Brussel, 18 januari 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT