gepubliceerd op 26 februari 2018
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten
18 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 16 van de wet van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten;
Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/02/1999 pub. 03/03/1999 numac 1999003101 bron ministerie van financien Koninklijk besluit tot goedkeuring van het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten sluiten tot goedkeuring van het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten;
Gelet op de beslissing van het Bestuurscomité van 30 januari 2018 betreffende het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten;
Overwegende dat het dienstig is het organisatiereglement te wijzigen na de opheffing van artikel 11 van de wet van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten en teneinde een nieuw dagelijks beheer in te stellen;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegde organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten is goedgekeurd.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 15 februari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/02/1999 pub. 03/03/1999 numac 1999003101 bron ministerie van financien Koninklijk besluit tot goedkeuring van het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten sluiten tot goedkeuring van het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten wordt opgeheven.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 4.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 februari 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT
Bijlage bij het koninklijk besluit van 18 februari 2018 tot goedkeuring van het organisatiereglement van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten.
Organisatiereglement vastgesteld op 30 janvier 2018 door het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten, in uitvoering van artikel 16 van de wet van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten Het Bestuurscomité van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten, Gelet op de wet van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten, inzonderheid op artikel 9, eerste lid; 10 en 16;
Na rechtsgeldig erover beraadslaagd te hebben in vergadering van 30 janvier 2018, Stelt het onderhavige reglement op: HOOFDSTUK 1. - Voorwerp van het Reglement
Artikel 1.Het Reglement verduidelijkt de regels die de organisatie en de werking beheersen van de organen van het Beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten, hierna "het Fonds" genoemd, alsook de uitvoeringsmodaliteiten van de taken die dezelfde wet van 17 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/12/1998 pub. 31/12/1998 numac 1998003685 bron ministerie van financien Wet tot oprichting van een beschermingsfonds voor deposito's en financiële instrumenten en tot reorganisatie van de beschermingsregelingen voor deposito's en financiële instrumenten sluiten, hierna "de wet" genoemd, aan het Fonds oplegt. HOOFDSTUK 2. - Beslissings- en uitvoeringsorganen
Art. 2.De beslissingsorganen van het Fonds zijn de Voorzitter en het Bestuurscomité.
Art. 3.Het Bestuurscomité heeft, binnen de beperkingen van het bij wet vastgelegde doel van het Fonds, de ruimste bevoegdheden om alle daden van bestuur en van beschikking te stellen. Het Bestuurscomité kan bepaalde van zijn bevoegdheden overdragen aan bepaalde personen die door dit comité nominatief zullen aangeduid worden.
Art. 4.De voorzitter roept het Bestuurscomité samen telkens als de uitvoering van de opdracht van het Fonds het vereist of telkens als tenminste twee leden of de Regeringscommissaris erom verzoeken. Hij zit de vergaderingen van het Bestuurscomité voor. Hij stelt de agenda ervan vast. Hij ziet toe op de voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen van het Bestuurscomité, alsook op de toepassing van de wettelijke en reglementaire voorschriften m.b.t. de aan het Fonds opgelegde opdracht.
De voorzitter duidt, met de goedkeuring van de Minister van Financiën, het lid van het Bestuurscomité aan dat hem bij belet zal vervangen.
Art. 5.De beslissingen van het Bestuurscomité worden uitgevoerd door het secretariaat, onder de autoriteit van de Voorzitter.
Het Bestuurscomité legt de wijze van praktische organisatie van het secretariaat vast. Het duidt de personen aan belast met de operationele taken. Toewijzing van personen in dienstverband van FOD Financiën is toegelaten mits instemming van deze instellingen.
Het Bestuurscomité kan een van zijn leden gelasten met de uitvoerende taak van toezicht op de secretariaatswerking.
De zetel van het Fonds en zijn secretariaat zijn gevestigd op de Algemene Administratie van de Thesaurie, Kunstlaan, 30 te 1000 Brussel. De lopende dossiers en archieven van het Fonds en deze van de beschermingsregelingen die het Fonds heeft overgenomen, worden op deze plaats bewaard.
Het Bestuurscomité kan een lid of een externe dienstverlener gelasten met opdrachten van uiteenlopende aard die het nuttig acht om de adequate werking veilig te stellen van de stelsels voor deposito- en beleggersbescherming, overeenkomstig de Europese regelgeving ter zake, alsook de overdracht van de opdrachten van het Fonds aan het Garantiefonds voor financiële diensten.
Het Bestuurscomité bepaalt de vergoedingswijze van de genoemde prestatieverleners. Het Bestuurscomité is een vergoeding verschuldigd aan de organisatie belast met de secretariaatstaken. Deze vergoedingen wordt ten laste genomen door het Fonds.
Art. 6.De taken uit te voeren door het secretariaat in overeenstemming met de beslissingen van het Bestuurscomité, omvatten: 1. de opvolging van de toetreding tot de beschermingsregeling voor financiële instrumenten opgericht of beheerd door het Fonds, door instellingen en ondernemingen waarvan de verbintenissen door deze regelingen gedekt zijn;2. de inning en de controle van de bijdragen en de uitvoering van de beslissingen van het Bestuurscomité over het beheer van de tegoeden van het Fonds;3. de voorbereiding en de uitvoering van de tegemoetkomingen van het Fonds inzake de bescherming van financiële instrumenten; 4. de overmaking van informatie, o.m. over de financiële staat van het Fonds, aan de Minister van Financiën, aan de Regeringscommissaris, aan de leden van het Bestuurscomité en aan de instellingen en ondernemingen waarvan de verbintenissen door het Fonds gedekt zijn; 5. de voering van de boekhouding, de bijstand aan de revisoren, de opstelling en de neerlegging van de jaarrekening, de uitvoering van de fiscale verplichtingen;6. de voorbereiding van het activiteitenverslag;7. de beantwoording van vragen om inlichtingen over de beschermingsregeling voor financiële instrumenten opgericht of beheerd door het Fonds; 8. de opvolging op nationaal en internationaal vlak van de problematiek over de bescherming van financiële instrumenten, alsook alle contacten en gegevensuitwisselingen met de bevoegde Belgische en buitenlandse autoriteiten, i.v.m. de tegemoetkomingen van het Fonds 9. alle taken van bijkomstige aard die met voorgaande operationele taken verband houden. Het aanstellen van externe diensten door het secretariaat, voor de uitvoering van operationele taken, moet voorafgaand worden goedgekeurd door de Voorzitter of het bestuurslid belast met het toezicht op het secretariaat. HOOFDSTUK 3. - Beraadslagingen van het Bestuurscomité Afdeling 1. - Algemeen
Art. 7.Het Bestuurscomité moet minstens éénmaal per jaar worden samengeroepen. Andere vergaderingen kunnen per schriftelijke procedure (e-mail) worden georganiseerd.
Art. 8.De beraadslagingen van het Bestuurscomité worden opgenomen in notulen die worden opgemaakt op losse genummerde bladen die aan het einde van elk jaar worden ingebonden. Elk blad wordt door de voorzitter en een lid ondertekend. De notulen worden op de zetel van het Fonds bewaard. De notulen worden ter goedkeuring aan het Bestuurscomité voorgelegd. Ze kunnen goedgekeurd worden d.m.v. een schriftelijke procedure.
Art. 9.De vergoeding van de voorzitter en het bedrag van de zitpenningen van de leden van het Bestuurscomité worden door de Minister van Financiën vastgelegd en worden ten laste gelegd van het Fonds. Afdeling 2. - Quorums
Art. 10.Het Bestuurscomité kan slechts geldig beraadslagen indien minstens zes leden, inbegrepen de voorzitter, of bij belet zijn plaatsvervanger, aanwezig zijn.
Wanneer het Bestuurscomité beraadslaagt in een van de gevallen voorzien onder artikel 13, § 2 van het Reglement, wordt dit aantal op acht gebracht, waarvan : 1. de Voorzitter of diegene die hem vervangt;2. minstens drie leden door de Koning benoemd overeenkomstig artikel 7, eerste lid, 2° van de wet;3. minstens drie leden door de Koning benoemd overeenkomstig artikel 7, eerste lid, 3° van de wet;4. minstens een lid door de Koning benoemd overeenkomstig artikel 7, eerste lid, 4° van de wet.
Art. 11.Wanneer een beraadslaging de sector van de beleggingsondernemingen of een bepaalde beleggingsonderneming betreft en in afwezigheid van een vertegenwoordiger van beleggingsondernemingen onder de leden van het Bestuurscomité, wordt het mandaat van een van de leden van het Bestuurscomité, aangeduid overeenkomstig artikel 7, eerste lid, 4° van de wet, uitgeoefend door de gebeurlijke vertegenwoordiger van de beleggingsondernemingen aangeduid onder de plaatsvervangers bedoeld in lid 2 van hetzelfde artikel, onverminderd artikel 14, tweede lid, van het Reglement.
Art. 12.Een lid dat belet is om aan een vergadering van het Bestuurscomité deel te nemen, mag geen volmacht geven aan een ander lid.
Bij belet stelt het lid onmiddellijk de Voorzitter ervan op de hoogte.
Hij wordt vervangen door de plaatsvervanger van dezelfde categorie met de grootste anciënniteit of, bij gelijke anciënniteit, door de oudste, en bij belet van laatstgenoemde, door de tweede plaatsvervanger van dezelfde categorie. Wanneer een lid, dat benoemd is door de Koning overeenkomstig artikel 7, eerste lid, 4° van de wet, belet is, wordt hij, zonder afbreuk te doen aan artikel 11 van het reglement, bij voorrang vervangen door een plaatsvervanger die behoort tot dezelfde categorie van beleggingsondernemingen.
Wanneer een lid geroepen wordt de voorzitter te vervangen overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van het Reglement, wordt hij vervangen door de plaatsvervanger met de grootste anciënniteit, of bij gelijke anciënniteit, door de oudste van de categorie waarvan sprake in artikel 7, eerste lid, 2° van de wet. Bij belet van laatstgenoemde wordt hij vervangen door de tweede plaatsvervanger van dezelfde categorie. Afdeling 3. - Vereiste meerderheid
Art. 13.§ 1. De beslissingen van het Bestuurscomité worden genomen bij meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen van de aanwezige leden is de stem van de Voorzitter doorslaggevend. § 2. Worden slechts met een meerderheid van ten minste drie vierde van de stemmen van de aanwezige leden genomen, de beslissingen over: 1° het principe en de tegemoetkomingsmodaliteiten van de beschermingsregeling voor financiële instrumenten opgericht of beheerd door het Fonds teneinde de deficiëntie te voorkomen van een kredietinstelling of van een beleggingsonderneming waarvan de verbintenissen door deze regelingen gedekt zijn;2° het principe en de modaliteiten van de nodige aanvullende bijdragen van de deelnemende instellingen en ondernemingen die noodzakelijk zijn wanneer de middelen van de vermelde regeling niet volstaan om een preventieve tegemoetkoming uit te voeren;3° de beslissingen die een bijzondere meerderheid zouden vereisen voor handelingen die verband houden met de oprichting van de beschermingsregeling voor financiële instrumenten opgericht of beheerd door het Fonds.
Art. 14.Een lid van het Bestuurscomité mag zich niet onthouden.
Het lid van het Bestuurscomité dat, persoonlijk of in een andere hoedanigheid, een rechtstreeks of onrechtstreeks belang heeft bij een zaak die aan het Bestuurscomité wordt voorgelegd, stelt hiervan de Voorzitter onmiddellijk op de hoogte. Hij wordt vervangen conform de principes vermeld in artikel 12, tweede en derde lid van het Reglement.
Indien de in vorige lid beoogde belangenvermenging tijdens de vergadering vastgesteld wordt, verwittigt het lid het Bestuurscomité ervan en doet het deze verklaring in de notulen van de vergadering optekenen. Hij mag aan de betrokken beraadslaging niet deelnemen. Het Bestuurscomité kan in dit geval slechts geldig beraadslagen indien de andere leden het door het Reglement vereiste quorum bereiken. HOOFDSTUK 4. - Vertegenwoordiging van het Fonds
Art. 15.Behalve bijzondere machtiging van het Bestuurscomité, worden alle akten van beschikking gezamenlijk ondertekend door de Voorzitter en een ander lid van het Bestuurscomité of een gevolmachtigde die daartoe speciaal aangeduid werd door het Bestuurscomité. De andere akten worden ondertekend door de voorzitter of een lid van het Bestuurscomité. Deze laatsten mogen voor deze andere akten handtekeningsbevoegdheid verlenen.
Voor de betalingen van vergoedingen en zitpenningen van de leden van het Bestuurscomité, volstaat een goedkeuring van de Voorzitter en een ander Bestuurslid via e-mail.
Het Fonds wordt in rechtszaken vertegenwoordigd, als eiser en verweerder, door zijn voorzitter of door een of meerdere personen die door het Bestuurscomité worden aangeduid. HOOFDSTUK 5. - Belegging van de tegoeden
Art. 16.Het Bestuurscomité beslist over de belegging van de tegoeden van het Fonds mits naleving van de in onderhavig artikel voorziene regels.
De tegoeden van het Fonds worden aangehouden op onmiddellijk beschikbare rekeningen bij BPost of een andere financiële instelling of worden op korte termijn belegd (tot maximum 1 jaar) in schuldvorderingsbewijzen uitgegeven of gewaarborgd door een lidstaat van de Europese Unie, door zijn plaatselijke besturen of door internationale publiekrechtelijke instellingen. waarin een of meerdere Staten deelnemen. HOOFDSTUK 6. - Jaarrekening en verslag
Art. 17.De jaarrekening wordt op 31 december afgesloten. Het secretariaat legt een ontwerp van de jaarrekening en van het activiteitenverslag voor aan het Bestuurscomité en aan de Regeringscommissaris, uiterlijk op 30 april. Vóór 31 mei van elk jaar keurt het Bestuurscomité de jaarrekening en het activiteitenverslag van het Fonds goed.
Na goedkeuring door het Bestuurscomité worden de jaarrekening en het activiteitenverslag bekendgemaakt en verzonden aan alle instellingen en ondernemingen waarvan de verbintenissen gedekt zijn door de beschermingsregeling voor financiële instrumenten opgericht of beheerd door het Fonds.
Brussel, 30 januari 2018.
De Voorzitter, A. De Geest.
Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 18 februari 2018.
Gegeven te Brussel, 18 februari 2018.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT