gepubliceerd op 25 februari 2014
Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het kalenderjaar 2014
18 FEBRUARI 2014. - Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het kalenderjaar 2014
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikel 19, eerste paragraaf, vijfde lid, gewijzigd bij de wetten van 8 april 2003, 23 december 2009 en 10 januari 2010;
Gelet op het advies van de Kansspelcommissie, gegeven op 5 juni 2013;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 november 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, d.d. 4 december 2013;
Overwegende dat het belang dat de inkomsten van de Kansspelcommissie de uitgaven kunnen dekken;
Overwegende dat het toenemend belang van de diensten van de informatiemaatschappij en de rol van zij die ze leveren, wordt in een bijkomende bijdrage voorzien voor de vergunninghouder E;
Overwegende dat het feit dat dit bedrag gebaseerd is op de bijdrage voor de inrichters van online weddenschappen (F+), omdat zij het meest beroep doen op diensten van de informatiemaatschappij.
Gelet op het advies 54.842/2 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2014, met toepassing van het artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Justitie, van de Minister van Economie, van de Minister van Binnenlandse Zaken, van de Minister van Volksgezondheid, van de Minister van Financiën en van de Nationale Loterij, en op advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Voor het kalenderjaar 2014 bedraagt de retributie voor een vergunning klasse A 20.939 euro, voor een vergunning klasse A+ 20.939 euro, voor een vergunning klasse B 10.469 euro en voor een vergunning klasse B+ 10.469 euro.
Daarenboven bedraagt de retributie voor de houders van een vergunning klasse A, die automatische toestellen exploiteren, 677 euro per toestel met een minimum van 20.375 euro. § 2. Voor de houders van een vergunning klasse C die hun vergunning ontvangen in het kalenderjaar 2014, bedraagt de bijdrage 710 euro.
Voor de houders die een vergunning klasse C ontvangen vóór 1 januari 2011 bedraagt de retributie 142 euro. § 3. De retributie voor een vergunning klasse E bedraagt 3.491 euro voor de houders die enkel diensten leveren inzake onderhoud, herstelling of uitrusting van kansspelen. Voor de houders van een vergunning klasse E die instaan voor het leveren van diensten van de informatiemaatschappij, bedraagt de retributie 11.949 euro. Voor de andere houders van een vergunning klasse E bedraagt de retributie 1.746 euro per aangevatte schijf van 50 toestellen. § 4. De retributie voor een vergunning klasse F1 bedraagt 11.949 euro, voor een vergunning klasse F1+ 11.949 euro en voor een vergunning F2 voor het aannemen van weddenschappen binnen een kansspelinrichting klasse IV 3.584 euro. Voor de houders van een vergunning F2 die weddenschappen aannemen buiten een kansspelinrichting klasse IV bedraagt de retributie 1.646 euro.
De retributie voor automatische kansspelen zoals bedoeld in artikel 43/4, § 2, 3de lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, bedraagt 422 euro. § 5. Voor een vergunning klasse G1 bedraagt de retributie 20.939 euro en voor een vergunning klasse G2 117 euro.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 3.De minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken, de minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Financiën en voor de Nationale Loterij, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, op 18 februari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister van Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, K. GEENS