Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 februari 2003
gepubliceerd op 08 januari 2004

Koninklijk besluit tot bepaling van de informatie betreffende een stof of een preparaat die naar aanleiding van de levering aan de werkgevers moet worden verstrekt en tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 28 januari 1999 betreffende de waarborgen die de stoffen en preparaten inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers met het oog op hun welzijn moeten bieden, alsmede van haar uitvoeringsbesluiten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012047
pub.
08/01/2004
prom.
18/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/18/2003012047/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot bepaling van de informatie betreffende een stof of een preparaat die naar aanleiding van de levering aan de werkgevers moet worden verstrekt en tot aanwijzing van de ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 28 januari 1999 betreffende de waarborgen die de stoffen en preparaten inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers met het oog op hun welzijn moeten bieden, alsmede van haar uitvoeringsbesluiten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 januari 1999 betreffende de waarborgen die de stoffen en preparaten inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers met het oog op hun welzijn moeten bieden, inzonderheid op artikel 7, eerste lid, 4° en artikel 12;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, gegeven op 28 februari 2001;

Gelet op advies 32.376/1 van de Raad van State, gegeven op 14 maart 2002;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De leverancier bezorgt de werkgever, zelfs indien deze daarom niet verzoekt, de informatie die hij nodig heeft voor het uitvoeren van de risicobeoordeling, het vaststellen van de preventiemaatregelen en het veilig gebruik van de stof of het preparaat, met inbegrip van het veiligheidsinformatieblad, bij de eerste levering en later bij elke beduidende kwalitatieve of kwantitatieve wijziging in de samenstelling van de stof of het preparaat.

Art. 2.Wanneer een chemisch agens wordt gebruikt dat niet op basis van het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk zijn voor de mens of zijn leefmilieu of het koninklijk besluit van 11 januari 1993 tot regeling van de indeling, de verpakking en het kenmerken van gevaarlijke preparaten met het oog op het op de markt brengen of het gebruik ervan, moet worden gekenmerkt, verstrekt de leverancier niettemin aan de werkgever, zelfs als deze daarom niet verzoekt, alle nodige informatie opdat deze de risico's zou kunnen beoordelen bij de eerste levering en later bij elke kwalitatieve of kwantitatieve wijziging in de samenstelling van de stof of het preparaat, die een invloed kan hebben op de evaluatie van de risico's.

Wanneer het hierbij gaat om een preparaat dat niet als gevaarlijk is ingedeeld, moet daarenboven een veiligheidsinformatieblad verstrekt worden, waarop proportionele informatie wordt gegeven, indien dit preparaat in een afzonderlijke concentratie van => 1 gewichtsprocent voor een niet gasvormig preparaat en => 0,2 volumeprocent voor een gasvormig preparaat ten minste één van de volgende stoffen bevat : 1° ofwel een stof met gevaarlijke effecten voor de gezondheid of het milieu;2° ofwel een stof, waarvoor in bijlage I bij het koninklijk besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van chemische agentia op het werk, een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling is vastgesteld.

Art. 3.§ 1. Onverminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie worden de volgende ambtenaren en beambten aangewezen als ambtenaren belast met het toezicht op de naleving van de wet van 28 januari 1999 betreffende de waarborgen die de stoffen en preparaten inzake de veiligheid en de gezondheid van de werknemers met het oog op hun welzijn moeten bieden, alsmede van haar uitvoeringsbesluiten : 1° de geneesheren, en sociaal controleurs van de Medische Inspectie van de Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;2° de adviseurs en adjunct-adviseurs van de Medische inspectie van de Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, die houder zijn van het diploma van licentiaat in de wetenschappen of industrieel ingenieur zijn;3° de ingenieurs, industrieel ingenieurs, technische ingenieurs, technici en technische controleurs van de Technische inspectie van de Administratie van de Arbeidsveiligheid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg;4° de mijningenieurs, ingenieurs, industrieel ingenieurs en afgevaardigden-werklieden bij het toezicht in de groeven en graverijen van de afdeling Veiligheid van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken die overgenomen werden door de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg in toepassing van het ministerieel besluit van 20 december 2002 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 3 februari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. § 2. De in § 1 bedoelde ambtenaren en beambten oefenen het toezicht uit binnen de grenzen bepaald door het koninklijk besluit van 23 december 1957 betreffende de verdeling van de bevoegdheden der ambtenaren en beambten van het Ministerie van Arbeid en Sociale Voorzorg en de Administratie der Mijnen, belast met de arbeidsinspectie.

Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 februari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 28 januari 1999, Belgisch Staatsblad van 14 april 1999. Koninklijk besluit van 11 maart 2002, Belgisch Staatsblad van 14 maart 2002.

Ministerieel besluit van 20 december 2002, Belgisch Staatsblad van 14 januari 2003.

^