Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 februari 2000
gepubliceerd op 29 februari 2000

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 10, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2000022179
pub.
29/02/2000
prom.
18/02/2000
ELI
eli/besluit/2000/02/18/2000022179/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 10, § 2, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie, bekrachtigd door de wet van 26 juni 1997, en inzonderheid op artikel 10, § 2;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 januari 2000;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 31 januari 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat in toepassing van artikel 10, § 2, van het voormelde koninklijk besluit van 30 januari 1997 het in de artikelen 6, § 2, eerste lid, 3°, en 9, § 2, eerste lid, 3°, van hetzelfde besluit bedoelde bedrag om de twee jaar verhoogd kan worden door toepassing van een verhogingscoëfficiënt die gelijk dient te zijn aan de verhogingscoëfficiënt vastgesteld in uitvoering van artikel 7 van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

Overwegende dat bij koninklijk besluit van 18 maart 1999 het in artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers bedoelde jaarbedrag voor de jaren na 1998 vermenigvuldigd wordt met 1,029 en dat het derhalve past in de pensioenregeling voor zelfstandigen een gelijkaardige maatregel te nemen;

Overwegende dat het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen dringend de nodige maatregelen moet kunnen nemen om vanaf 1 januari 2000 correct de pensioenen te kunnen berekenen waarbij het jaar 1999 in de beroepsloopbaan als zelfstandige opgenomen wordt;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister van Middenstand en Landbouw en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het in de artikelen 6, § 2, eerste lid, 3°, en 9, § 2, eerste lid, 3°, van het koninklijk besluit van 30 januari 1997 betreffende het pensioenstelsel der zelfstandigen met toepassing van de artikelen 15 en 27 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de Europese en Monetaire Unie bedoelde bedrag wordt voor de jaren na 1998 vermenigvuldigd met 1,029.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en Onze Minister van Landbouw en Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 februari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

^