Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 april 2023
gepubliceerd op 26 mei 2023

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2023201589
pub.
26/05/2023
prom.
18/04/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 APRIL 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 april 2023.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" (Overeenkomst geregistreerd op 9 september 2022 onder het nummer 175232/CO/214) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid (PC 214) en op de bedienden die ze tewerkstellen. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2000 tot coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk". HOOFDSTUK II. - Voorwerp

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wijzigt en coördineert de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid". De gewijzigde en gecoördineerde statuten worden opgenomen in de bijlage aan deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK III. - Duur van de overeenkomst

Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van onbepaalde duur en treedt in werking op 29 juni 2022, zonder dat zij evenwel afbreuk doet aan de nog geldende bepalingen omtrent de in deze statuten opgenomen aanvullende sociale voordelen, zoals bepaald in eerdere (algemene nationale) collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid (PC 214). § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door elk van de ondertekenende partijen, mits inachtneming van een opzeggingstermijn van zes maanden, per aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de andere ondertekenende partijen. HOOFDSTUK IV. - Algemeen verbindend verklaring

Art. 4.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden per koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 juni 2022, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid" STATUTEN I. Benaming en maatschappelijke zetel

Artikel 1.Met ingang van 1 januari 1981 is een fonds voor bestaanszekerheid opgericht, genaamd "Fonds voor bestaanszekerheid voor de bedienden van de textielnijverheid", hierna "het fonds".

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het fonds is gevestigd te Poortakkerstraat 100, 9051 Gent (Sint-Denijs-Westrem). De zetel van het fonds kan bij beslissing van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid worden overgebracht naar elke andere plaats in België.

II. Doel

Art. 3.Het fonds heeft tot doel : 1° het innen of laten innen van de bijdragen nodig voor zijn werking;2° het innen van de bijdragen bestemd voor de financiering van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de bedienden van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid in naam en voor rekening van het "Fonds voor Bestaanszekerheid - Sectoraal Aanvullend Pensioen voor de textielnijverheid" (FBZ-SAP Textiel), de sectorale inrichter van dit sectoraal aanvullend pensioenstelsel alsook het aanleggen en eventueel doorstorten van een buffer vanuit de reserves van het fonds in het geval van een tekort ten opzichte van de wettelijke rendementsgarantie voorzien in artikel 24, § 2 van de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen (WAP) overeenkomstig de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid over het sectoraal aanvullend pensioenstelsel;3° de terugbetaling aan de werkgevers en het ten laste nemen van de aanvullende vergoedingen en de bijzondere werkgeversbijdragen in het kader van de stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag;4° de terugbetaling aan de werkgever en het ten laste nemen van de sectorale coronapremie zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021 met betrekking tot de toekenning van een coronapremie in de vorm van consumptiecheques;5° het financieren van opleidings- en tewerkstellingsbevorderende initiatieven voor de bedienden en georganiseerd door de in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid vertegenwoordigde organisaties;6° het financieren van sectorale initiatieven in het kader van werkbaar werk;7° het financieren van de lasten met betrekking tot de verbetering van de industriële relaties en de promotie van de werkgelegenheid in de textielnijverheid;8° de bestuurs- en beheerslasten met betrekking tot de uitbetaling van de sociale voordelen aan de vertegenwoordigde organisaties vergoeden. III. Toepassingsgebied

Art. 4.§ 1. Deze statuten zijn van toepassing op alle textielondernemingen en op alle erin tewerkgestelde bedienden die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid (hierna "de bediende(n)" enerzijds en "de textielonderneming(en)" of "de werkgever(s)" anderzijds). § 2. In afwijking van § 1, is artikel 7, § 3 van deze statuten niet van toepassing op de textielondernemingen en de erin tewerkgestelde bedienden die, wat hun arbeiders betreft, onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in zakken in jute of in vervangingsmaterialen (PSC 120.03).

IV. Toekenning en uitkering van de aanvullende sociale voordelen

Art. 5.§ 1. De bedienden hebben recht op de aanvullende sociale voordelen ten laste van het fonds waarvan de aard, het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringsmodaliteiten worden vastgesteld bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit. Deze aanvullende sociale voordelen worden in eerste instantie gedragen door de werkgever, die deze met inbegrip van de capitatieve bijdragen vervolgens kan terugvorderen bij het fonds. § 2. Meer in het bijzonder gaat het om de volgende aanvullende sociale voordelen : - de aanvullende vergoedingen in het kader van de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag, zoals bepaald in de betrokken collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit; - de sectorale coronapremie zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 november 2021 met betrekking tot de toekenning van een coronapremie in de vorm van consumptiecheques, die wordt toegekend voor de referteperiode van 1 november 2020 tot en met 31 oktober 2021 en kan worden teruggevorderd tot en met 31 december 2022.

Art. 6.§ 1. Jaarlijks wordt een globale werkingstoelage toegekend aan de representatieve werknemersorganisaties en de representatieve werkgeversorganisatie die vastgesteld wordt op 0,125 pct. van de onbegrensde bruto jaarlonen waarop de bijdragen worden geïnd, zoals bepaald in artikel 7, § 2. De werkingstoelage voor de werknemersorganisaties wordt onder de werknemersorganisaties verdeeld volgens de sinds 2007 bepaalde verdeelsleutel. § 2. De werknemersorganisaties kunnen deze werkingstoelage besteden voor de toekenning van een syndicale premie van maximum 145 EUR per gesyndiceerde en per jaar.

V. Financiering

Art. 7.§ 1. De financiering van de aanvullende sociale voordelen zoals bepaald in hoofdstuk IV gebeurt door middel van een werkgeversbijdrage van 0,80 pct. op de begrensde brutolonen.

Met ingang vanaf 1 januari 2022 (dit wil zeggen op de lonen betaald vanaf 1 januari 2022) wordt een bijdrageschorsing van 0,20 procentpunt toegepast voor een periode van drie jaar (dit is tot 1 januari 2025).

Met ingang van 1 januari 2025 zullen de sociale partners tweejaarlijks evalueren of deze bijdrageschorsing voor een periode van twee jaar kan verdergezet worden rekening houdend met de financiële situatie van het fonds.

Deze bijdrage wordt geïnd op de brutolonen waarbij enkel de onder DmfA looncode 1 aangegeven lonen in aanmerking komen, die op kwartaalbasis worden begrensd tot een kwartaalloongrens. Deze kwartaalloongrens is gelijk aan 3 x de maandgrens die op 1 januari van het betrokken jaar is vastgelegd overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17, gesloten op 19 december 1974 in de Nationale Arbeidsraad. § 2. De financiering van de opleidings- en tewerkstellingsbevorderende initiatieven zoals bepaald in artikel 3, 5° van deze statuten gebeurt door middel van een werkgeversbijdrage van 0,30 pct.

Deze bijdrage wordt geïnd op de onbegrensde brutolonen die aangegeven worden onder de DmfA looncodes 1, 2, 3, 4, 6 en 7. § 3. Met ingang van 1 januari 2021 (dit wil zeggen op de lonen betaald vanaf 1 januari 2021) wordt een patronale bijdrage van 1,20 pct. geïnd op de onbegrensde brutolonen onderworpen aan de gewone RSZ-bijdragen en aangegeven onder DmfA looncode 1, verminderd met het enkel vakantiegeld.

Deze patronale bijdrage dient ter financiering voor het sectoraal aanvullend pensioenplanstelsel voor de bedienden van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid, zoals bepaald in artikel 3, 2° van deze statuten en in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en algemeen verbindend verklaard per koninklijk besluit.

Deze patronale bijdrage is niet van toepassing op de ondernemingen die in het kader van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel gebruik maken van de mogelijkheid tot uitsluiting uit het toepassingsgebied zoals bepaald in de toepasselijke collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en algemeen verbindend verklaard per koninklijk besluit.

In het kader van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel en in uitvoering van artikel 7, § 4 van de collectieve arbeids overeenkomst van 22 december 2021Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 22/12/2021 pub. 28/01/2022 numac 2021043620 bron federaal agentschap voor nucleaire controle Technisch reglement houdende de aanduiding van de leden van de commissie radiofarmacie sluiten tot wijziging en coördinatie van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en overgang van solidariteitsinstelling met overdracht van het solidariteitsfonds, wordt vanuit de reserves van het fonds jaarlijks - indien er sprake is van een tekort ten opzichte van de wettelijke rendementsgarantie zoals voorzien in artikel 24, § 2 van de WAP - een buffer aangelegd ten belope van het verschil tussen de bedragen inschreven op de individuele rekeningen van de aangeslotenen bij de pensioeninstelling (Sefoplus OFP) en worden deze bedragen aangevuld tot de wettelijke rendementsgarantie voorzien in artikel 24, § 2 van de WAP. De totale som overeenstemmend met het hiervoor vermelde verschil zal jaarlijks overgemaakt worden aan het "Fonds voor Bestaanszekerheid - Sectoraal Aanvullend Pensioen voor de textielnijverheid", volgens de afspraken vastgelegd in de overeenkomst hieromtrent tussen het "Fonds voor Bestaanszekerheid - Sectoraal Aanvullend Pensioen voor de textielnijverheid" en het fonds.

Art. 8.§ 1. De werkgeversbijdragen worden door het fonds geïnd en ingevorderd. § 2. De werkgeversbijdragen zijn op trimestriële basis door de werkgevers verschuldigd en worden berekend op de begrensde en onbegrensde brutolonen van de respectieve refertekwartalen die overeenstemmen met de vier kalenderkwartalen. De werkgevers moeten ervoor zorgen dat deze werkgeversbijdragen uiterlijk op de volgende vervaldata effectief op de bankrekening van het fonds staan : - eerste kwartaal van het lopende jaar : 31 juli van het lopende jaar; - tweede kwartaal van het lopende jaar : 31 oktober van het lopende jaar; - derde kwartaal van het lopende jaar : 31 januari van het jaar volgend op het lopende jaar; - vierde kwartaal van het lopende jaar : 30 april van het jaar volgend op het lopende jaar.

Indien een vervaldag samenvalt met een inactiviteitsdag (wettelijke feestdag, zaterdag of zondag), wordt deze verschoven naar de eerstvolgende werkdag.

Art. 9.§ 1. Bij laattijdige betaling moet de werkgever voor elk kwartaal waarop de bijdragen betrekking hebben, vanaf de eerste dag volgend op de in artikel 8, § 2 bepaalde vervaldag, verplicht een verhoging van 10 pct. op het bedrag van de verschuldigde werkgeversbijdragen betalen. Daarenboven is de werkgever een nalatigheidsintrest verschuldigd, zonder dat hiervoor een ingebrekestelling vereist is, die gelijk is aan de nalatigheidsintrest van toepassing op de RSZ-bijdragen. § 2. Voor de inning van de bijdragen geldt de verjaringstermijn toegepast door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

Art. 10.Onverminderd de toepassing van artikel 14 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, kunnen de percentages van de bijdragevoeten van de werkgeversbijdragen slechts gewijzigd worden per collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit.

VI. Beheer

Art. 11.Het fonds wordt beheerd door een raad van beheer die paritair is samengesteld uit vertegenwoordigers van de werkgevers en de bedienden, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid. Deze raad bestaat uit tien leden, met name : vijf vertegenwoordigers van de werkgevers en vijf vertegenwoordigers van de bedienden.

De leden van de raad van beheer worden aangeduid door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid onder de gewone of de plaatsvervangende leden van dit comité. Hun mandaat eindigt wanneer zij ophouden lid te zijn van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid. In dat geval worden zij vervangen door een lid van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid dat behoort tot dezelfde groep als het lid van wie het mandaat een einde nam.

Art. 12.Ieder jaar duidt de raad van beheer onder de leden van de raad van beheer een voorzitter en twee ondervoorzitters aan. Er zal voor het voorzitterschap en het eerste ondervoorzitterschap een beurtregeling worden toegepast onder de vertegenwoordigers van de werkgevers en van de bedienden. De tweede ondervoorzitter behoort steeds tot de groep van de vertegenwoordigers van de bedienden.

Art. 13.De raad van beheer vergadert minstens éénmaal per semester en telkens wanneer twee leden van de raad hierom verzoeken. De uitnodigingen moeten de agenda vermelden. De notulen worden opgemaakt door de administratie van het fonds en ondertekend door diegene die de vergadering heeft voorgezeten.

De uittreksels uit de notulen worden ondertekend door de voorzitter of door twee leden van de raad van beheer.

De beslissingen worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen der aanwezige leden. De stemming is geldig indien eraan deelgenomen wordt door ten minste één lid van iedere groep en op voorwaarde dat het ter stemming gebrachte punt duidelijk vermeld werd op de agenda van de bijeenroeping van de vergadering.

Art. 14.De raad van beheer heeft tot opdracht het fonds te beheren en alle maatregelen te treffen die nodig blijken voor zijn goede werking.

Hij beschikt over de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer van het fonds. Hij treedt in rechte op in naam van het fonds.

Art. 15.De raad van beheer kan bijzondere bevoegdheden aan één of meer van zijn leden of aan derden overdragen. Voor alle andere handelingen dan die waarvoor door de raad van beheer bijzondere opdrachten werden gegeven, volstaat de gezamenlijke handtekening van twee leden van de raad van beheer, één van iedere groep, opdat het fonds geldig vertegenwoordigd zou zijn tegenover derden, zonder dat zij enige rechtvaardiging aan derden hoeven voor te leggen van voorafgaande beraadslaging of machtiging.

Art. 16.De beheerders zijn slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van hun mandaat en zij gaan geen enkele persoonlijke verplichting aan ten gevolge van de uitvoering van hun mandaat van beheerder, ten opzichte der verbintenissen van het fonds.

VII. Begrotingen en rekeningen

Art. 17.Het dienstjaar neemt een aanvang op 1 januari en sluit op 31 december.

Art. 18.Elk jaar, uiterlijk tijdens de maand december, wordt een begroting voor het volgende jaar ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid voorgelegd.

Op 31 december worden de rekeningen van het verlopen jaar afgesloten.

De boekhouding wordt gevoerd en de jaarrekeningen worden opgesteld in overeenstemming met het koninklijk besluit van 15 januari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/01/1999 pub. 10/02/1999 numac 1999012060 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de Fondsen voor bestaanszekerheid sluiten betreffende de boekhouding en de jaarrekening met betrekking tot de fondsen voor bestaanszekerheid.

VIII. Toezicht

Art. 19.De raad van beheer, alsmede bij toepassing van artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid de door het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid aangewezen revisor, brengen jaarlijks ieder een schriftelijk verslag uit over het vervullen van hun opdracht tijdens het verlopen jaar.

Art. 20.De jaarrekening, het jaarverslag en het verslag van de revisor dienen uiterlijk tijdens de maand juni ter goedkeuring aan het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid voorgelegd te worden.

IX. Ontbinding en vereffening

Art. 21.Het fonds kan slechts ontbonden worden bij éénparige beslissing van het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid.

Art. 22.Ingeval bij de ontbinding van het fonds gelden beschikbaar blijven, wijst het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid de vereffenaars aan, bepaalt hun bevoegdheden en bezoldiging en beslist over de bestemming van het overblijvende vermogen van het fonds (na vereffening van alle schulden). Deze bestemming zal zo nauw mogelijk aansluiten bij het doel waarvoor het fonds werd opgericht, zoals bepaald in artikel 3 van deze statuten.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april 2023.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^