Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 april 2021
gepubliceerd op 18 mei 2021

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2021040982
pub.
18/05/2021
prom.
18/04/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 APRIL 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart, inzake de waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 april 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de binnenscheepvaart Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 Waarborg van een compenserende vergoeding - bijkomend pensioen (Overeenkomst geregistreerd op 10 december 2020 onder het nummer 162298/CO/139)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart ressorteren.

Art. 2.Bevriezing van de rechten op 31 december 2006 De in artikel 1 bedoelde werknemers hebben, ten laste van het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart", rechten verworven op 31 december 2006, tot vorming van een jaarlijks bijkomend pensioen, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend pensioen". Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel deze opgebouwde rechten geheel of gedeeltelijk te vrijwaren door de bestaande verworven rechten op 31 december 2006 te bevriezen.

Art. 3.Modaliteiten De in artikel 1 bedoelde werknemers die gedurende ten minste 15 dienstjaren tewerkgesteld zijn geweest bij een in artikel 1 bedoelde werkgever en die ten minste 185 gewerkte en/of gelijkgestelde dagen gedurende de twaalf maanden die de dag van de pensionering voorafgaan tellen in dienst bij een artikel 1 bedoelde werkgever, zullen de verworven rechten opgebouwd op 31 december 2006 in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 november 2002 "bijkomend pensioen" zijnde 24,7 EUR per bedoeld dienstjaar met een maximum van 594,94 EUR als een compenserende vergoeding gewaarborgd krijgen, deels samengesteld uit rente/kapitaal verworven uit de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 augustus 2006.

Pensioenrente/kapitaal dat uit gelijkwaardige of betere aanvullende pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 inzake het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de binnenscheepvaart werd verworven, zal in dezelfde mate in rekening worden gebracht voor het aandeel volgens het sectoraal pensioenstelsel indien het bedrag van de compenserende vergoeding gelijk of hoger is dan 594,94 EUR op jaarbasis, zal geen compenserende vergoeding toegekend worden, uitgezonderd de werknemers bedoeld artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze compenserende vergoeding zal betaald worden door het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" op het tijdstip waarop de pensioeninstelling overgaat tot de uitkering van het pensioenkapitaal en of rente aan de bedoelde werknemers.

Art. 4.Uitsluiting verrekening Pensioenrente/kapitaal dat werd verworven uit gelijkwaardige of betere aanvullende pensioenstelsels zoals bedoeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 oktober 2020 tot de invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van de binnenscheepvaart die van toepassing waren op 1 januari 2007, werd verworven, zal niet in rekening worden gebracht voor het aandeel volgens het sectoraal pensioenstelsel.

Art. 5.Vermindering bij vervroegde pensionering De compenserende vergoeding is opvraagbaar op de wettelijke pensioendatum, of ten vroegste bij vervroegde pensionering. Bij vervroegde pensionering wordt de vergoeding verminderd volgens : - 0 tot 1 jaar : min 5 pct.; - 2 tot 3 jaar : min 13 pct.; - 3 tot 4 jaar : min 17 pct.; - 4 tot 5 jaar : min 20 pct.; - meer dan 5 jaar : schorsing van het recht tot aan een vervroeging van 5 jaar.

Art. 6.Omzetting naar een éénmalig te storten bedrag Het jaarlijks bedrag van de compenserende vergoeding, na vaststelling van het uiteindelijke recht, zal worden omgezet in een éénmalig te storten bedrag, indien het jaarlijks toe te kennen bedrag, door het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart", aan compenserende vergoeding kleiner is dan 50 EUR per jaar.

De omzetting van een jaarlijks bedrag naar een éénmalig te storten bedrag zal gebeuren op basis volgens de onderstaande sterftetabel : Omzettingstabel jaarlijks > éénmalig bedrag

Hommes

Femmes

Mannen

Vrouwen

60 ans : 16,85895

60 ans : 18,68830

60 jaar : 16,85895

60 jaar : 18,68830

61 ans : 16,49276

61 ans : 18,33351

61 jaar : 16,49276

61 jaar : 18,33351

62 ans : 16,12147

62 ans : 17,97148

62 jaar : 16,12147

62 jaar : 17,97148

63 ans : 15,74538

63 ans : 17,60239

63 jaar : 15,74538

63 jaar : 17,60239

64 ans : 15,36479

64 ans : 17,22636

64 jaar : 15,36479

64 jaar : 17,22636

65 ans : 14,98002

65 ans : 16,84365

65 jaar : 14,98002

65 jaar : 16,84365


Voorbeeld : het jaarlijks toe te kennen door het "Fonds voor de Rijn- en binnenscheepvaart" aan compenserende vergoeding is 40 EUR per jaar voor een man van 65 jaar. Het éénmalig te storten bedrag bedraagt : 40 EUR * 14,98002 = 599,20 EUR. De betaling van dit éénmalig te storten bedrag zal gebeuren bij de jaarlijks uitbetaling, einde van februari, volgend op het op het jaar van de pensionering.

Art. 7.Financiering In uitvoering van artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de statuten van het fonds voor bestaanszekerheid van 22 oktober 2020 en ter financiering van deze compenserende vergoeding zijn de in artikel 1 bedoelde werkgevers vanaf het eerste kwartaal 2021 en dit voor onbepaalde duur een forfaitaire kwartaalbijdrage van 39 EUR verschuldigd. Voor werknemers die onvolledige kwartaalprestaties verrichten wordt de forfaitaire bijdrage proportioneel berekend, rekening houdend met de prestatiebreuk.

De prestatiebreuk wordt als volgt berekend per tewerkstelling in de DmfA en desgevallend worden de diverse prestatiebreuken getotaliseerd tot een globale prestatiebreuk op het niveau van het DmfA-werknemerskengetal : - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA uitsluitend in dagen worden aangegeven : X/(13 x D), waarbij : X = het aantal dagen aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de dagen aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en met uitzondering van de dagen gedekt door een verbrekingsvergoeding D = het aantal dagen per week van het arbeidsstelsel - Voor de tewerkstellingen die in de DmfA in dagen en uren worden aangegeven : Z/(13 x U) waarbij : Z = het aantal uren aangegeven in de DmfA, met uitzondering van de uren aangegeven onder de prestatiecodes 13, 21, 22, 24, 25, 26, 30 en met uitzondering van de uren gedekt door een verbrekingsvergoeding U = het gemiddelde aantal uren per week van de referentiewerknemer - De prestatiebreuk wordt per tewerkstelling afgerond op twee cijfers na de komma, waarbij 0,005 naar boven wordt afgerond. De globale prestatiebreuk op het niveau van het DmfA-werknemerskengetal is hoogstens gelijk aan 1. In geval van overschrijding wordt het resultaat herleid tot 1.

Deze bijdrage, inclusief de bijzondere RSZ-bijdrage van 8,86 pct. is verschuldigd tot er voldoende reserves zijn opgebouwd om de rechten voortvloeiend uit deze collectieve arbeidsovereenkomst te vrijwaren.

De forfaitaire bijdrage is niet verschuldigd voor leerlingen en studenten met toepassing van de solidariteitsbijdrage.

Art. 8.Inning De bijdrage wordt geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in toepassing van artikel 7 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.

Art. 9.Opheffing bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 oktober 2016 (registratienummer 136289/CO/139), de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 december 2017 (registratienummer 144640/CO/139) en de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 2020 (registratienummer 158167/CO/139) op.

Art. 10.Duurtijd en opzegging Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur met ingang van 1 januari 2021.

Elk van de ondertekenende partijen kan ze opzeggen mits een opzeggingstermijn van 6 maanden in acht wordt genomen.

De opzegging wordt bij een ter post aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart en aan elk van de ondertekenende partijen betekend en heeft uitwerking de derde werkdag na de datum van verzending.

Art. 11.Specifieke clausule Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april 2021.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^