gepubliceerd op 09 augustus 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997 betreffende het conventioneel brugpensioen
17 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997 betreffende het conventioneel brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen ingeval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende het conventioneel brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 23 januari 1998, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997 betreffende het conventioneel brugpensioen, met uitzondering van de bepalingen die in strijd zijn met artikel 4, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 mei 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Koninklijk besluit van 23 januari 1998, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1998.
Bijlage Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juli 1998 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997 betreffende het conventioneel brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 46029/CO/311)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken.
Art. 2.Aan artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 april 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende het conventioneel brugpensioen wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt : « De aanvullende vergoeding bij brugpensioen ten laste van de werkgever krachtens deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt betaald aan de vrouwen tot 60 jaar indien zij de leeftijd van 60 jaar bereiken voor 1 juli 1997 en tot 61 jaar indien zij de leeftijd van 60 jaar bereiken vanaf 1 juli 1997 en aan mannen tot 65 jaar. »
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en heeft dezelfde geldigheidsduur als de collectieve arbeidsovereenkomst die ze wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX