Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juni 2002
gepubliceerd op 11 september 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het recht op deeltijdse loopbaanonderbreking van arbeiders die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012742
pub.
11/09/2002
prom.
17/06/2002
ELI
eli/besluit/2002/06/17/2002012742/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JUNI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het recht op deeltijdse loopbaanonderbreking van arbeiders die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het recht op deeltijdse loopbaanonderbreking van arbeiders die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juni 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1999 Recht op halftijdse loopbaanonderbreking van arbeiders die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben (Overeenkomst geregistreerd op 5 april 2000 onder het nummer 54540/CO/118.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de bakkerij, banketbakkerij (met uitzondering van het Paritair Subcomité 118.05) en verbruikszalen bij een banketbakkerij en die bijdrageplichtig zijn aan het Waarborg- en Sociaal Fonds van de bakkerij, banketbakkerij en verbruikszalen bij een banketbakkerij.

Art. 2.Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van artikel 12 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1999 betreffende de sociale programmatie 1999-2000. HOOFDSTUK II. - Halftijdse loopbaanonderbreking vanaf 55 jaar

Art. 4.Ongeacht het aantal werknemers in loopbaanonderbreking in de onderneming hebben voltijds tewerkgestelde arbeiders met een anciënniteit van ten minste twaalf maanden en die de leeftijd van 55 jaar bereikt hebben, recht op halftijdse loopbaanonderbreking.

Commentaar : Dit recht komt dus bovenop het minimumrecht op loopbaanonderbreking ten belope van 3 pct. van het gemiddeld aantal personeelsleden zoals bepaald in het koninklijk besluit van 10 augustus 1998.

Art. 5.De arbeiders die op dit recht een beroep doen, hebben evenwel geen terugstaprecht, dat wil zeggen zij hebben geen recht op reïntegratie in het oorspronkelijke voltijdse arbeidsregime, behoudens akkoord van de werkgever.

Art. 6.Gedurende de volledige periode van halftijdse loopbaanonderbreking hebben de arbeiders die gebruik maken van de mogelijkheid beschreven in artikel 4 recht op een aanvullende vergoeding van 3 000 BEF per maand ten laste van het sociaal fonds.

Art. 7.De arbeiders die op dit recht beroep wensen te doen verwittigen hiervan minstens drie maanden op voorhand en schriftelijk zijn werkgever.

Art. 8.Indien de werkgever kan aantonen dat hij geen vervanger vindt zoals de reglementering inzake de loopbaanonderbreking het voorschrijft, kan hij de uitoefening van het recht op halftijdse loopbaanonderbreking in overleg met de vakbondsafvaardiging uitstellen met een periode van maximum drie maanden.

Deze periode kan éénmalig verlengd worden met een periode van drie maanden na overleg met de syndicale afvaardiging.

Bij gebrek aan syndicale afvaardiging kan de werkgever de uitoefening van het recht op halftijdse loopbaanonderbreking met drie maanden uitstellen mits betekening van de ingeroepen reden bij de voorzitter van het paritair comité. Dit uitstel kan met drie maanden verlengd worden na goedkeuring van het paritair comité.

Art. 9.Werkgever en betrokken arbeider zullen het concreet halftijds uurrooster in onderling akkoord en schriftelijk vastleggen in functie van de arbeidsorganisatie.

De referteperiode voor de spreiding van de gemiddelde arbeidsduur, zoals bepaald in artikel 11bis van de wet op de arbeidsovereenkomsten van 3 juli 1978, uitgebreid tot één jaar.

Deze jaarlijkse referteperiode kan echter alleen ingeroepen worden indien werkgever en betrokken arbeider schriftelijk overeenkomen dat de halftijdse arbeidsregeling variabel is en dat de referteperiode één jaar is. Zoniet bedraagt de referentieperiode drie maanden.

Art. 10.Bij de eventuele overstap van een halftijdse loopbaanonderbreking naar het conventioneel brugpensioen, zal de bijkomende vergoeding van het brugpensioen worden berekend op basis van een voltijdse arbeidsprestatie. HOOFDSTUK III. - Toekenningsmodaliteiten

Art. 11.De werkgevers en de arbeiders verbinden er zich toe de in bijlage opgenomen, en door het sociaal fonds daartoe opgestelde formulier te gebruiken voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De arbeider stuurt het ingevulde aanvraagformulier terug naar het sociaal fonds vóór de aanvang van de halftijdse loopbaanonderbreking.

Het sociaal fonds betaalt de aanvullende vergoeding per maand op de bankrekening van de betrokken arbeider.

Art. 12.De aanvraag dient jaarlijks te worden bevestigd door werkgever en arbeider bij middel van hetzelfde type document. HOOFDSTUK IV. - Looptijd van de overeenkomst

Art. 13.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst treden in werking op 1 juni 1999 en komen te vervallen op 30 juni 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juni 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

Bijlage Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld BELANGRIJK Dit document is jaarlijks te vernieuwen en te verzenden naar het sociaal fonds.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juni 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^