17 JULI 2013. - Koninklijk besluit tot oprichting van het Commissariaat-generaal van de Belgische Regering bij de Wereldtentoonstelling van Milaan 2015

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 16 februari 1931 houdende goedkeuring van de Conventie betreffende de Internationale Tentoonstellingen, ondertekend te Parijs op 22 november 1928;

Gelet op de erkenning van de Wereldtentoonstelling van Milaan 2015 door de Algemene Vergadering van het Internationaal Bureau voor Tentoonstellingen op datum van 23 november 2010;

Gelet op de beslissing van de Ministerraad van 1 maart 2013 om deel te nemen aan deze Wereldtentoonstelling;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 5 juli 2013;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het Commissariaat-generaal van de Belgische Regering bij de Wereldtentoonstelling van Milaan 2015 heeft als opdracht, onder het gezag van de minister bevoegd voor Economie, het ontwerp, de voorbereiding, de organisatie en de vereffening van de officiële Belgische deelname aan dit evenement.

Art. 2.De commissaris-generaal beschikt, binnen het kader van de kredieten die te zijner beschikking worden gesteld, over alle bevoegdheden welke nodig zijn voor het volbrengen van zijn opdracht.

Met dat doel mag hij namelijk : 1° zich verbinden en bedingen, alle onroerende goederen huren, onderhuren en beheren;alle roerende goederen kopen, vervreemden, ruilen of huren; onderhandelen over of schikkingen treffen voor alle aankopen binnen het kader van zijn bevoegdheden; 2° alle overeenkomsten sluiten of overheidsopdrachten afsluiten in verband met zijn bevoegdheden, bepaald in dit besluit;3° de reglementen van de Belgische sectie uitvaardigen.

Art. 3.§ 1. Binnen het kader van de middelen waarvan sprake in artikel 7 van dit besluit, mag de commissaris-generaal alle bouw- en versieringswerken doen uitvoeren, plannen en bestekken opmaken, eventueel in samenwerking met deskundigen door hem aangeduid. § 2. Hij mag ook, mits kennisgeving aan de Minister bevoegd voor Economie : 1° medewerkers van het Commissariaat-generaal aanwerven en ontslaan;2° de bevoegdheden van de medewerkers van het Commissariaat-generaal bepalen;3° de wedden, vergoedingen, erelonen en representatiekosten van de medewerkers van het Commissariaat-generaal bepalen.

Art. 4.In de uitoefening van ambtsverrichtingen, vertegenwoordigen de commissaris-generaal en de adjunct-commissaris-generaal de Belgische Regering bij de Italiaanse autoriteiten belast met de realisatie van de Wereldtentoonstelling van Milaan 2015.

Art. 5.De commissaris-generaal mag, onder zijn verantwoordelijkheid en binnen de grenzen door hem bepaald, een deel van de hem toegekende bevoegdheden overdragen almede de ondertekening van bepaalde stukken en briefwisseling.

Art. 6.De commissaris-generaal legt aan de minister bevoegd voor Economie het financieel plan voor dat erop gericht is de Belgische deelname aan de Wereldtentoonstelling van Milaan 2015 mogelijk te maken.

Dit plan zal het ontwerp van de begroting van het Commissariaat-generaal dienen te bevatten.

De in deze begroting voorziene uitgaven moeten steeds in evenwicht zijn met de hiertoe voorziene variabele kredieten op het Fonds voor de Organisatie van Internationale Tentoonstellingen.

Art. 7.De commissaris-generaal beschikt over de kredieten hem door de minister bevoegd voor Economie ter beschikking gesteld in het kader van de machtigingen en kredieten te dien einde voorzien in de begroting van zijn departement. De commissaris-generaal beschikt eveneens over de middelen die hem door derden ter beschikking zijn gesteld.

De begroting van het Commissariaat-generaal behelst als uitgaven alle voor zijn werking nodige kosten en als ontvangsten, buiten de hem door de minister bevoegd voor Economie ter beschikking gestelde kredieten, de ontvangsten voortvloeiend uit stortingen van derden evenals de ontvangsten ingevolge de uitoefening van de opdracht van het Commissariaat-generaal.

De commissaris-generaal kan slechts verbintenissen aangaan tot beloop van de som van enerzijds de door de Staat toegezegde kredieten en anderzijds de verworven rechten op de eigen ontvangsten.

Art. 8.De commissaris-generaal beheert de begroting met de medewerking van een penningmeester benoemd door de minister bevoegd voor Economie. Hij legt de uitgaven vast en keurt ze goed, binnen het kader van de voorziene middelen.

Art. 9.De penningmeester stelt de verantwoordingsrekeningen op en voegt er, desgevallend, ten behoeve van de minister bevoegd voor Economie, de bemerkingen aan toe waartoe bedoelde rekeningen en de bijhorende verantwoordingsstukken aanleiding geven.

De commissaris-generaal ziet deze rekeningen na en ondertekent ze « voor waar en echt » waarna ze ter goedkeuring worden voorgelegd aan de minister bevoegd voor Economie die ze vervolgens aan het Rekenhof overmaakt.

De Inspectie van Financiën, geaccrediteerd bij de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, kan nazicht uitoefenen op de rekeningen van het Commissariaat-generaal.

Art. 10.De minister bevoegd voor Economie kan de commissaris-generaal, de adjunct-commissaris-generaal en de penningmeester een vergoeding toekennen voor hun kosten. Deze bedragen zijn aan te rekenen op de begroting van het Commissariaat-generaal.

Art. 11.Het statuut van het personeel en van de medewerkers van het Commissariaat-generaal wordt beheerd door de regelen van het privaat recht of door deze eigen aan de ambtenaren in openbare diensten die, inzonderheid via de detachering en het ter beschikking stellen, geroepen worden tot het uitvoeren van prestaties binnen het kader der verwezenlijking van de Tentoonstelling.

Art. 12.De minister bevoegd voor Economie bepaalt de datum waarop de opdracht van de commissaris-generaal en deze van de adjunct-commissaris-generaal en van de penningmeester ten einde loopt.

Art. 13.De commissaris-generaal zorgt ervoor dat, bij de beëindiging van zijn opdracht, de bundels, de documenten en alle stukken van de boekhouding alsmede verzamelingen, catalogi en reglementen in het archief van de FOD Economie, K.M.O, Middenstand en Energie worden overgebracht.

Art. 14.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2013.

Art. 15.De minister bevoegd voor Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juli 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, Consumenten en Noordzee, J. VANDE LANOTTE