Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 januari 2021
gepubliceerd op 26 januari 2021

Koninklijk besluit tot wijziging, wat de toekenning van een minimum dagbedrag tijdens de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2021200266
pub.
26/01/2021
prom.
17/01/2021
ELI
eli/besluit/2021/01/17/2021200266/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 JANUARI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat de toekenning van een minimum dagbedrag tijdens de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel om, in fasen, een minimumbedrag voor de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering tijdens de eerste zes maanden van de primaire arbeidsongeschiktheid in te voeren.

In het licht van het advies nr. 68.474/2 van 11 januari 2021 van de Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige toelichting gegeven.

Momenteel wordt een minimumbedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering gewaarborgd vanaf de 7de maand van primaire arbeidsongeschiktheid.

Het doel van dit besluit is om een minimumuitkering te waarborgen vanaf de eerste maand van arbeidsongeschiktheid. De toekenning van deze minimumuitkering gebeurt geleidelijk: - vanaf de eerste dag van de vijfde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2021; - vanaf de eerste dag van de vierde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2022; - vanaf de eerste dag van de derde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2023; - vanaf de eerste dag van de eerste maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2024.

De Raad van State was in zijn advies van mening dat het ontwerp van besluit personen in verschillende situaties op dezelfde manier behandelt en dat het noodzakelijk is om dit te rechtvaardigen..

Om tot deze conclusie te komen, vergelijkt de Raad van State twee verschillende situaties: - de huidige situatie vanaf de 7de maand van primaire arbeidsongeschiktheid, waarbij het bedrag van de minimumuitkering gekoppeld is aan de "gezinssituatie" van de gerechtigde: met persoon ten laste, alleenstaand of samenwonend; - de situatie die gedurende de eerste zes maanden van primaire arbeidsongeschiktheid na de goedkeuring van dit ontwerp geleidelijk van toepassing zal zijn, waarbij het bedrag van de minimumuitkering voor alle gerechtigden gelijk zal zijn, ongeacht hun gezinssituatie.

Het is belangrijk om eraan te herinneren dat het bedrag van de primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering, d.w.z. het bedrag dat van toepassing is gedurende het eerste jaar van arbeidsongeschiktheid, momenteel is vastgesteld op 60 % van het geplafonneerde bruto gederfde loon. Dit percentage is hetzelfde voor alle gerechtigden, ongeacht hun "gezinssituatie".

De vaststelling van een minimumbedrag voor de eerste zes maanden van arbeidsongeschiktheid is gebaseerd op dit beginsel. De minimumuitkering die tijdens deze periode wordt toegekend, is een "mediane" minimumuitkering die overeenkomt met de minimumuitkering die aan de alleenstaande gerechtigde met de hoedanigheid van regelmatig werknemer wordt toegekend vanaf de 7de maand van de arbeidsongeschiktheid. Het gegeven dat dit ene bedrag wordt gehanteerd, zorgt voor een snelle uitbetaling van deze minimumuitkering, ten behoeve van de gerechtigden met een laag inkomen, die geen specifieke bijkomende formaliteiten hoeven te vervullen om deze uitkering, tijdens soms korte periodes van arbeidsongeschiktheid, te verkrijgen.

De Raad van State merkt ook op dat het ontwerp van besluit voorbijgaat aan het beginsel dat bestuurshandelingen geen terugwerkende kracht mogen hebben, voor zover het in werking treedt op 1 januari 2021.

Hij verwijst naar het advies nr. 68.441/2 dat werd uitgebracht in het kader van een ander dossier om te oordelen dat een arbeidsongeschikte werknemer zich als gevolg van deze terugwerkende kracht in een ongunstigere situatie zou kunnen bevinden, voor zover voor de vaststelling van het dagelijks minimumbedrag van de uitkering die tijdens de periode van de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid wordt betaald, de verhoging van het gewaarborgde minimumpensioen die vanaf 1 januari 2021 van toepassing is als gevolg van de toepassing van het koninklijk besluit van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2020 pub. 31/12/2020 numac 2020205715 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen sluiten inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen niet langer met terugwerkende kracht in aanmerking zou worden genomen.

De Raad van State kan op dit punt niet worden gevolgd.

De automatische koppeling tussen sommige gewaarborgde minimumuitkeringen en het toepasselijke gewaarborgde minimumpensioen werd verbroken door het koninklijk besluit van 12 januari 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 12/01/2021 pub. 18/01/2021 numac 2021200087 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 214 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tot wijziging van artikel 214 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994: de bedragen van de minimumuitkeringen werden met ingang van 1 januari 2021 rechtstreeks vastgesteld in bovengenoemd koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten. Deze bedragen zijn vanaf 1 januari 2021 strikt identiek aan de bedragen die golden op 31 december 2020. De minimale daguitkering die vanaf 1 januari 2021 zal worden toegekend aan de gerechtigden met 5 maanden arbeidsongeschiktheid komt overeen met de minimumuitkering die vanaf de 7de maand van de arbeidsongeschiktheid wordt toegekend aan de alleenstaande gerechtigde met de hoedanigheid van regelmatig werknemer met als bedrag zoals dat van toepassing was op 31 december 2020 en zoals dat nu nog van toepassing is, namelijk 49,68 euro.

Het ontwerp van koninklijk besluit laat toe om vanaf 1 januari 2021 een gewaarborgde minimumuitkering toe te kennen aan de werknemer die gedurende minstens 5 maanden arbeidsongeschikt is.

Concreet betekent dit dat een werknemer die op 1 januari 2021 vijf maanden arbeidsongeschiktheid bereikt, een minimumuitkering van 49,68 euro per dag wordt gegarandeerd, wat voorheen niet het geval was. De terugwerkende kracht van het ontwerp van besluit is een gunstige maatregel voor de sociaal verzekerden: indien er geen terugwerkende kracht zou zijn, zou bovengenoemde werknemer immers niet kunnen genieten van deze minimumuitkering vanaf 1 januari 2021, maar ten vroegste op de datum van publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad, indien de datum van inwerkingtreding in die zin zou worden aangepast.

Het huidige ontwerp doet geenszins afbreuk aan de rechten van de sociale verzekerden, integendeel, aangezien het recht op een minimumuitkering vanaf de 5de maand van de arbeidsongeschiktheid wordt vastgelegd, in plaats vanaf de 7de maand op dit ogenblik. Dit is een duidelijke sociale vooruitgang voor talrijke gerechtigden met een laag inkomen.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken, Fr. VANDENBROUCKE

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 68.474/2 van 11 januari 2021 over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging, wat de toekenning van een minimum dagbedrag tijdens de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994' Op 11 december 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Vice eersteminister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging, wat de toekenning van een minimum dagbedrag tijdens de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994'.

Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 11 januari 2021. De kamer was samengesteld uit Pierre VANDERNOOT, kamervoorzitter, Patrick RONVAUX en Christine HOREVOETS, staatsraden, Sébastien VAN DROOGHENBROECK en Jacques ENGLEBERT, assessoren, en Béatrice DRAPIER, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Stéphane TELLIER, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre VANDERNOOT. Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 11 januari 2021.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten 'op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

STREKKING VAN HET ONTWERP Artikel 1 van voorliggend ontwerp strekt ertoe in het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten 'tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994' een artikel 213/1 in te voegen om te waarborgen dat tijdens het tijdvak van de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid het minimumdagbedrag van de uitkering toegekend wordt.1 Enerzijds wordt dat minimumdagbedrag: - alleen toegekend voor zover het niet meer bedraagt dan het gederfde loon bedoeld in artikel 87, eerste lid, van de wet 'betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen', gecoördineerd op 14 juli 1994 (ontworpen artikel 213/1, tweede lid); - niet toegekend gedurende het tijdvak van arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot dat overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis of nr. 13bis voor de werknemer zou gelden (ontworpen artikel 213/1, derde lid).

Anderzijds zal dat minimumdagbedrag van de uitkering gedurende heel dat tijdvak van de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid pas daadwerkelijk toegekend worden vanaf het kalenderjaar 2024, aangezien in het ontworpen artikel 213/1, vierde lid, bepaald wordt dat dit bedrag,2 in afwijking van het eerste en het tweede lid en progressief, pas toegekend zal worden vanaf de eerste dag van: - de vijfde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2021 (vierde lid, 1°); - de vierde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2022 (vierde lid, 2°); - de derde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2023 (vierde lid, 3°).

Luidens artikel 2 van het ontwerp treedt dit besluit "in werking op" (lees: "heeft uitwerking met ingang van") januari 2021.

ALGEMENE OPMERKING 1. Het ontworpen artikel 213/1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten luidt als volgt: "Tijdens het tijdvak van de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid is het minimum dagbedrag van de uitkering gelijk aan het bedrag bedoeld in artikel 214, § 1, eerste lid, 2°, a)." Het bedrag bedoeld in artikel 214, § 1, eerste lid, 2°, a), waarnaar aldus verwezen wordt, is het minimumdagbedrag van de uitkering die toegekend wordt aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer "die niet worden beschouwd als werknemer met persoon ten laste". Daaruit volgt dat het bedrag van de uitkering dat met toepassing van het ontworpen artikel 213/1, eerste lid, toegekend wordt, hetzelfde zal zijn, ongeacht de persoonlijke situatie van de werknemer die deze uitkering zal ontvangen.

Het bedrag van de invaliditeitsuitkering die bij artikel 214, § 1, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten toegekend wordt, varieert evenwel naar gelang de betrokken werknemer alleenstaande, zonder persoon ten laste, met persoon ten laste of samenwonend is.

De steller van het ontwerp moet kunnen verantwoorden dat aan de zonet opgesomde categorieën van werknemers eenzelfde behandeling ten deel valt hoewel zij zich in verschillende situaties bevinden.3 2. Een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van artikel 214 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994', waarover de afdeling Wetgeving op 5 januari 2021 advies 68.441/2 gegeven heeft, strekt ertoe het voornoemde artikel 214, § 1, eerste lid, 2°, a), aldus te wijzigen dat het daarin bedoelde bedrag vastgesteld wordt op 34,7853 euro.4-5 In voornoemd advies 68.441/2 heeft de afdeling Wetgeving het volgende opgemerkt: "2. Artikel 214, § 1, eerste lid, 1° en 2°, a), van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten 'tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994' luidt thans als volgt: '(...)' In het ontworpen besluit wordt voorgesteld om die bepalingen aldus te wijzigen dat, in de gevallen waarop die bepalingen betrekking hebben, het minimumbedrag van de uitkering niet meer zou afhangen van het bedrag van het gewaarborgd minimumrustpensioen, maar rechtstreeks in de tekst zelf van artikel 214 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten vastgesteld zou worden. Volgens artikel 2 zou het ontworpen besluit met terugwerkende kracht in werking treden op - of juister 'uitwerking hebben met ingang van'6 - 1 januari 2021.

Uit het dossier7 blijkt en de gemachtigde ambtenaar heeft bevestigd dat er bij het vaststellen van de bedragen in dit ontwerpbesluit voor gezorgd is dat ze overeenkomen met de in werkdagen gewaardeerde bestaande basisbedragen van het gewaarborgd minimumrustpensioen.

Het ontworpen besluit is dan ook aldus opgevat dat bij de inwerkingtreding ervan het minimumbedrag van de uitkering dat van toepassing is in de gevallen waarop de voormelde bepalingen van artikel 214 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten betrekking hebben in feite hetzelfde is als het bedrag dat volgt uit de toepassing van diezelfde bepalingen zoals ze luiden nu ze nog niet bij het ontworpen besluit gewijzigd zijn.8 In dit verband wordt erop gewezen dat het koninklijk besluit van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2020 pub. 31/12/2020 numac 2020205715 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen sluiten 'inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen' voorziet in een geleidelijke verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen in het pensioenstelsel van de werknemers.

De eerste verhoging waarin dat besluit voorziet, is aldus opgevat dat ze geldt met ingang van 1 januari 2021.

Op de vraag om te verduidelijken of bij het vaststellen van de bedragen in het ontwerpbesluit rekening gehouden is met de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen die met ingang van 1 januari 2021 geldt, heeft de gemachtigde ambtenaar het volgende ontkennend antwoord gegeven: 9 ' [e]n effet, le gouvernement a décidé d'augmenter les pensions minimales, mais pas les minimas existant pour les autres prestations de sécurité sociale.' In dat verband mag niet uit het oog verloren worden dat die bepalingen, bij de stand van het recht zoals dat op 1 januari 2021 gold, in de gevallen waarop artikel 214, § 1, eerste lid, 1° en 2°, a), van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten betrekking heeft, aldus luidden dat het minimumdagbedrag van de uitkering gelijk was aan het in werkdagen gewaardeerde bedrag van het gewaarborgd minimumrustpensioen.

Het minimumdagbedrag van de uitkering is in die gevallen, ten gevolge van de bepalingen die zonet geciteerd zijn en van het koninklijk besluit van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2020 pub. 31/12/2020 numac 2020205715 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen sluiten, dan ook met ingang van 1 januari 2021 verhoogd doordat daarop hetzelfde percentage toegepast is als het percentage dat voor de verhoging van het bedrag van het gewaarborgd minimumpensioen met ingang van diezelfde datum bepaald is bij het koninklijk besluit van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2020 pub. 31/12/2020 numac 2020205715 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen sluiten.

De categorieën van personen die onder de toepassing van artikel 214, § 1, eerste lid, 1° en 2°, a), van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten vallen, hebben dan ook met ingang van 1 januari 2021 het recht verkregen de verhoging te genieten van het minimumdagbedrag van hun uitkering die voortvloeit uit de gezamenlijke toepassing van die bepalingen en van het koninklijk besluit van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2020 pub. 31/12/2020 numac 2020205715 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen sluiten.

Door geen rekening te houden met de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen die met ingang van 1 januari 2021 geldt, zou het ontworpen besluit de betrokkenen dat recht ontnemen en wel met terugwerkende kracht, aangezien dit besluit volgens artikel 2 met ingang van 1 januari 2021 uitwerking zou hebben.

Bijgevolg zouden op regelmatige wijze verkregen rechten bij dit besluit met terugwerkende kracht aangetast worden. et beginsel dat bestuurshandelingen geen terugwerkende kracht mogen hebben, zou zodoende geschonden worden.10 Het ontwerpbesluit moet aldus herzien worden dat met deze opmerking rekening gehouden wordt." Vastgesteld dient te worden dat dezelfde schending van het beginsel dat bestuurshandelingen geen terugwerkende kracht mogen hebben, zich voordoet in voorliggend ontwerp, waarvan de steller eveneens voorschrijft dat het uitwerking heeft met ingang van 1 januari 2021.11 Gelet op voornoemd advies 68.441/2 blijkt immers dat een arbeidsongeschikte werknemer zich in een ongunstigere situatie zou kunnen bevinden aangezien er voor het vaststellen van het minimumdagbedrag van de uitkering dat gedurende het tijdvak van de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid gestort wordt, niet langer retroactief rekening gehouden zou worden met de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen die van toepassing is vanaf 1 januari 2021 ingevolge de toepassing van het koninklijk besluit van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/12/2020 pub. 31/12/2020 numac 2020205715 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen sluiten 'inzake de verhoging van het gewaarborgd minimumpensioen'.

De verwijzing, in het ontworpen artikel 213/1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten, naar artikel 214, § 1, eerste lid, 2°, a), van hetzelfde koninklijk besluit, kan alleen aanvaard worden als die laatste bepaling gewijzigd wordt in het licht van de opmerking die de afdeling Wetgeving in advies 68.441/2 geformuleerd heeft.

Voorliggend ontwerp dient daarenboven, rekening houdend met die opmerking eveneens herzien te worden wat de datum van inwerkingtreding betreft.

De griffier B. DRAPIER De voorzitter P. VANDERNOOT _______ Nota 1 Na dat tijdvak van zes maanden is artikel 214, § 3, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten van toepassing. 2 Telkens rekening houdend met het tijdvak van moederschapsbescherming zoals vermeld in het ontworpen artikel 213/1, vierde lid, 1°, 2° en 3°. 3 Zie op dat punt het advies dat op 18 november 2020 gegeven is door het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers van de Dienst voor Uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. 4 Artikel 214, § 1, eerste lid, 2°, a), van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten luidt thans als volgt: "

Art. 214.§ 1. Het minimum dagbedrag van de uitkering toe te kennen aan de gerechtigden die de hoedanigheid hebben van regelmatig werknemer, wordt als volgt vastgesteld: [...] 2° voor de gerechtigden die niet worden beschouwd als werknemer met persoon ten laste, is het minimum dagbedrag: a) voor de in artikel 226 of 226bis bedoelde gerechtigden, gelijk aan het in werkdagen gewaardeerde bedrag van het minimum gewaarborgde rustpensioen voor een werknemer met een volledige loopbaan, die niet bedoeld wordt onder 1°, dat krachtens de voormelde artikelen 152, eerste lid en 8, eerste lid worden toegekend;". 5 In verband met de verwijzing naar artikel 214, § 1, eerste lid, 2°, a), zoals dat gewijzigd wordt bij het ontwerp van koninklijk besluit waarover op 5 januari 2021 advies 68.441/2 gegeven is, heeft de gemachtigde van de minister het volgende te kennen gegeven: " [...] Une notification du Conseil des ministres du 23 octobre 2020 portant sur le budget pluriannuel 2021 2024 prévoit que les allocations sociales qui sont aujourd'hui liées à la pension minimum garantie ne le seront plus à l'avenir. Ce 'découplage' nécessite l'abrogation de l'article 93ter de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités coordonnée le 14 juillet 1994. Une disposition visant à abroger cet article 93ter a été insérée dans [le] projet de loi-programme, qui a été voté par la Chambre en séance plénière ce 17 décembre.Concrètement, une fois cette abrogation votée, cela implique, en assurance indemnités, que le montant minimal de l'indemnité d'incapacité de travail du travailleur régulier avec personne à charge et du travailleur régulier isolé ne ser [a] plus li [é] au montant du minimum garanti de pension. Etant donné ce découplage, il importait donc de reprendre le montant de base de l'indemnité minimale 'travailleur régulier' pour un titulaire avec personne à charge et pour un titulaire isolé dans l'article 214 de l'arrêté royal du 3 juillet 1996 susvisé (comme c'est déjà le cas actuellement pour le titulaire cohabitant). Ce projet d'AR [68.441/2] ne fait que reprendre dans l'AR les montants existants, sans les modifier. Simplement il s'agit des montants non indexés. Le montant de 34,7853 [euros] est le montant non indexé. (34,7853 euros (montant de base) x 1,4282 (coefficient d'augmentation qui est actuellement d'application) = 49,6804 euros)." 6 Voetnoot 1 van het geciteerde advies: Beginselen van de wetgevingstechniek Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", formule F 4 5 1 3. 7 Voetnoot 2 van het geciteerde advies: Zie in het bijzonder de nota BU 2020/81 d.d. 13 november 2020 aan het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers. 8 Voetnoot 3 van het geciteerde advies: Dit onder voorbehoud van een zeer geringe verhoging, ten gevolge van de aanpassing van het indexeringsmechanisme dat ter zake van toepassing is (zie op dit punt de voormelde nota BU 2020/81). 9 Voetnoot 4 van het geciteerde advies: Dat blijkt eveneens uit de discussie die plaatsgevonden heeft tijdens het onderzoek van het ontwerpbesluit door het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen op 18 november 2020. 10 Voetnoot 5 van het geciteerde advies: Er kan niet gesteld worden dat de terugwerkende kracht waarin artikel 2 van het ontwerpbesluit voorziet louter het gevolg zou zijn van het feit dat artikel 93ter van de wet 'betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994', waarin het beginsel vastgelegd was dat het minimumdagbedrag van de uitkering niet lager mocht zijn dan het bedrag van het gewaarborgd minimumrustpensioen, opgeheven is bij een bepaling van de programmawet van 20 december 2020Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 20/12/2020 pub. 30/12/2020 numac 2020044541 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten die op 1 januari 2021 in werking getreden is (zie de artikelen 53 en 54 van die wet). De opheffing van artikel 93ter van de wet 'betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen' heeft immers geenszins de impliciete opheffing of wijziging van artikel 214, § 1, eerste lid, 1° en 2°, a), van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot gevolg gehad, noch de verplichting voor de Koning om die bepalingen te wijzigen. De omstandigheid dat de bepaling waarbij artikel 93ter van de wet 'betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994' opgeheven is op 1 januari 2021 in werking getreden is, volstaat dan ook niet om te rechtvaardigen dat het ontworpen besluit met terugwerkende kracht uitwerking heeft met ingang van diezelfde datum. 11 Wat die terugwerkende kracht betreft, heeft de gemachtigde het volgende aangegeven: " [...] L'AR sera donc publié avant la fin de janvier 2021. Ce léger effet rétroactif n'a pas de conséquences négatives, que du contraire, puisqu'en instaurant une indemnité minimale, il augmente le montant des indemnités dont bénéficiaient les assurés sociaux disposant de faibles revenus, ce qui ne peut pas leur porter préjudice."

17 JANUARI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging, wat de toekenning van een minimum dagbedrag tijdens de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid betreft, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 87, zevende lid, vervangen bij de wet van 24 december 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 24/12/2002 pub. 31/12/2002 numac 2002003520 bron ministerie van financien Wet tot wijziging van de vennootschapsregeling inzake inkomstenbelastingen en tot instelling van een systeem van voorafgaande beslissingen in fiscale zaken type wet prom. 24/12/2002 pub. 19/03/2003 numac 2003015003 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van de eenvormige Beneluxwet op de merken, gedaan te Brussel op 11 december 2001 sluiten en gewijzigd bij de wet van 27 december 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor werknemers van de Dienst voor uitkeringen van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 18 november 2020;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 november 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 10 december 2020;

Gelet op het advies nr. 68.474/2 van de Raad van State, gegeven op 11 januari 2021 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een artikel 213/1 ingevoegd, luidende: "

Art. 213/1.Tijdens het tijdvak van de eerste zes maanden van primaire ongeschiktheid is het minimum dagbedrag van de uitkering gelijk aan het bedrag bedoeld in artikel 214, § 1, eerste lid, 2°, a).

Indien het minimum dagbedrag van de uitkering, bedoeld in het eerste lid, het gederfde loon bedoeld in artikel 87, eerste lid van de gecoördineerde wet overschrijdt, wordt dit minimum dagbedrag echter begrensd tot het voormelde gederfde loon. Voor de toepassing van deze begrenzing wordt steeds rekening gehouden met het gederfde loon, in voorkomend geval, aangepast aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van artikel 237.

Het minimum dagbedrag van de uitkering bedoeld in het eerste en tweede lid is echter niet verschuldigd voor de periode van arbeidsongeschiktheid met aanvulling of voorschot overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 12bis of nr. 13bis.

In afwijking van het eerste en tweede lid wordt het toepasselijke minimumbedrag echter pas toegekend: 1° vanaf de eerste dag van de vijfde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2021. Om de eerste dag van de vijfde maand van primaire ongeschiktheid te bepalen, wordt rekening gehouden met de periode van moederschapsbescherming die onmiddellijk voorafgaat aan de periode van arbeidsongeschiktheid, indien de periode van moederschapsbescherming een vorige periode van arbeidsongeschiktheid heeft geschorst. 2° vanaf de eerste dag van de vierde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2022. Om de eerste dag van de vierde maand van primaire ongeschiktheid te bepalen, wordt rekening gehouden met de periode van moederschapsbescherming die onmiddellijk voorafgaat aan de periode van arbeidsongeschiktheid, indien de periode van moederschapsbescherming een vorige periode van arbeidsongeschiktheid heeft geschorst. 3° vanaf de eerste dag van de derde maand van primaire ongeschiktheid tijdens het kalenderjaar 2023. Om de eerste dag van de derde maand van primaire ongeschiktheid te bepalen, wordt rekening gehouden met de periode van moederschapsbescherming die onmiddellijk voorafgaat aan de periode van arbeidsongeschiktheid, indien de periode van moederschapsbescherming een vorige periode van arbeidsongeschiktheid heeft geschorst.".

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021.

Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 januari 2021.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken Fr. VANDENBROUCKE

^