Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 februari 2002
gepubliceerd op 24 september 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer en houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012303
pub.
24/09/2002
prom.
17/02/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer en houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer en houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 februari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 2001 Loon- en arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel van het bijzonder geregeld vervoer en houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer (Overeenkomst geregistreerd op 29 juni 2001 onder het nummer 57708/CO/140.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer, subsector van het gemeenschappelijk personenvervoer te land, alsook op de werklieden die aan de uitvoering van dit vervoer zijn toegewezen. § 2. Voor de toepassing van deze overeenkomst worden gelijkgesteld met het bijzonder geregeld vervoer : - de pendeldiensten naar luchthavens, havens, enz. door middel van voertuigen van ten hoogste 9 plaatsen (chauffeur inbegrepen); - de verhuur van voertuigen met chauffeur van meer dan 9 plaatsen (chauffeur inbegrepen); - het personenvervoer verricht door een persoon die geen houder is van een vergunning voor uitbating van een taxionderneming en die geen dienst voor het verhuren van voertuigen met chauffeur is volgens de wetgeving van toepassing in het gewest van de zetel van de onderneming. § 3. Met "werklieden" wordt bedoeld : de werklieden en werksters.

Voor de toepassing van deze overeenkomst worden gelijkgesteld met werklieden : 1° de personen verbonden aan een werkgever bedoeld in artikel 1, § 1, van deze overeenkomst door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven.2° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 houdende wijziging van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. HOOFDSTUK II. - Koopkrachtverhoging

Art. 2.De uurlonen worden als volgt verhoogd : - op 1 juni 2001 met 0,1239 EUR/uur; - op 1 juni 2002 met 0,1983 EUR/uur. HOOFDSTUK II. - ARAB-vergoeding Afdeling I. - Begripsomschrijving

Art. 3.De ARAB-vergoeding geregeld door deze overeenkomst wordt toegekend als terugbetaling van kosten die door het rijdend personeel worden gedaan, buiten de zetel van de onderneming vermeld in het arbeidsreglement, doch eigen zijn aan de onderneming.

De ARAB-vergoeding vindt haar oorsprong in de bepalingen van het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming die van toepassing zijn op sedentaire werknemers.

Deze overeenkomst voert de bepalingen van titel II, hoofdstuk II, afdeling II van het voornoemde algemeen reglement uit.

Gelet op het mobiel karakter van het beroep van chauffeur waardoor onmogelijk vanuit de vervoerondernemingen kan gezorgd worden voor een aantal sanitaire voorzieningen (zoals wasplaatsen, refters, toiletten, dranken, enz...) dient noodgedwongen beroep gedaan te worden op de bestaande privé-accommodatie. Afdeling II. - Bedrag

Art. 4.De ARAB-vergoeding bedraagt 42,76 EUR per maand vanaf 1 juni 2001.

Art. 5.Op 1 juni 2002 wordt de ARAB-vergoeding met 11,16 EUR/maand verhoogd.

Art. 6.Het maandbedrag van de ARAB-vergoeding is verschuldigd vanaf 6 effectieve prestatiedagen per maand. Tot en met 5 effectieve prestatiedagen per maand is een bedrag per effectief gepresteerde dag verschuldigd dat als volgt berekend wordt : Maandbedrag x 10/182

Art. 7.De ARAB-vergoeding wordt vanaf 1 juli 2001 aangepast op 1 juli van elk jaar bij toepassing van de volgende formule : Maandelijks bedrag van de ARAB-vergoeding x indexcijfer der consumptieprijzen van juni van het lopend jaar indexcijfer der consumptieprijzen van juni van vorig jaar

Art. 8.De ARAB-vergoeding wordt betaald ten laatste terzelfder tijd als het loon van de maand waarop de vergoeding betrekking heeft. Afdeling III. - Toekenningsmodaliteiten

Art. 9.De werklieden hebben recht op de ARAB-vergoeding voorzover : - zij tot de categorie van het rijdend personeel behoren; - zij op eigen initiatief de onderneming niet hebben verlaten.

Art. 10.Zowel de deeltijdse als de voltijdse leden van het rijdend personeel hebben recht op het volledig maand- of dagbedrag. HOOFDSTUK IV. - Opheffingsbepaling

Art. 11.De collectieve arbeidsovereenkomst van 28 augustus 1997 houdende toekenning van een ARAB-vergoeding in de ondernemingen van het bijzonder geregeld vervoer, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 7 december 1999, (Belgisch Staatsblad van 4 februari 2000), wordt opgeheven met ingang van 1 juni 2001. HOOFDSTUK V. - Overgangsbepaling

Art. 12.Voor de periode van 1 juni 2001 tot en met 31 december 2001, gelden in de plaats van het bedrag van 0,1239 EUR, vermeld in artikel 2, het bedrag van 5 BEF, in plaats van het bedrag van 0,1983 EUR, vermeld in artikel 2, het bedrag van 8 BEF, in plaats van het bedrag van 42,76 EUR, vermeld in artikel 4, het bedrag van 1 725 BEF en in plaats van het bedrag van 11,16 EUR, vermeld in artikel 5, het bedrag van 450 BEF. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juni 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Elk der ondertekenende partijen kan hieraan evenwel een einde stellen met betekening van een opzegging van 3 maanden aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 februari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^