Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 februari 2000
gepubliceerd op 20 april 2000

Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
2000002015
pub.
20/04/2000
prom.
17/02/2000
ELI
eli/besluit/2000/02/17/2000002015/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 FEBRUARI 2000. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het protocol nr. 244 van 3 juli 1996 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het protocol nr. 346 van 20 januari 2000 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 december 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat vanaf 31 december 1999 de adviesorganen geen geldig advies meer mogen uitbrengen zodra ze meer dan twee derden leden van hetzelfde geslacht zouden hebben; dat de adviesorganen onder hen die, om redenen die verband houden met hun bijzondere aard, dit wettelijk voorschrift niet kunnen naleven daarvan uitgesloten kunnen worden; dat het bijgevolg nodig is, binnen de beste termijnen, de adviesorganen van het federaal administratief openbaar ambt aan te duiden die van dit wettelijk voorschrift uitgesloten moeten worden ten einde elk risico van verlamming van deze organen te vermijden;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor het geheel van de federale ministeries, van de instellingen van openbaar nut die onder de federale Staat ressorteren en die onder de toepassing vallen van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut, alsmede voor het geheel van de federale wetenschappelijke inrichtingen, worden de volgende organen uitgesloten van het toepassingsgebied van de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met een adviserende bevoegdheid : 1° de directieraden, de colleges van diensthoofden en de wetenschappelijke raden;2° de overlegcomités die zijn ingesteld door de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;3° de interdepartementale stagecommissie;4° de interparastatale stagecommissie;5° de Raad van beroep voor opperambtenaren;6° de Raad van beroep voor leidende ambtenaren;7° de Raad van beroep voor het leidend personeel van de wetenschappelijke irnichtingen van de Staat.8° de beroepscommissie inzake beroepsongeschiktheid.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 3.Onze Ministers en Onze Staatssecretarissen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 februari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^