gepubliceerd op 29 december 2023
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2006 tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie
17 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2006 pub. 29/06/2006 numac 2006000453 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie sluiten tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Ik heb de eer ter ondertekening van Uwe Majesteit een koninklijk besluit voor te leggen tot wijziging van het
koninklijk besluit van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten
type
koninklijk besluit
prom.
10/06/2006
pub.
29/06/2006
numac
2006000453
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie
sluiten tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie.
Dit koninklijk besluit heeft hoofdzakelijk tot doel de werking van de coördinatiekredieten te actualiseren en te moderniseren.
Het coördinatiekrediet voor de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar van de Brusselse Agglomeratie werd ingevoerd in 1989. De reglementering werd nadien enkele keren gewijzigd, laatst in 2006. Met het krediet wordt een financiële tussenkomst beoogd voor de coördinatie door de gouverneurs en de Hoge Ambtenaar van de politiediensten van hun ambtsgebied en van provinciale acties inzake veiligheid en preventie.
Door het besluit te actualiseren, wordt de werking aangepast aan de huidige tijdsgeest waar het van uitermate belang is om accuraat te kunnen inspelen op actuele veiligheidscrisissen.
Het koninklijk besluit beoogt om het systeem van financiering om te vormen naar een basisdotatie waarvan de finaliteit wordt uitgebreid in het licht van de federale beleidsprioriteiten inzake veiligheid die onder de bevoegdheid van Binnenlandse Zaken ressorteren. De kredieten worden zo duidelijker gekoppeld aan de bevoegdheden van de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar als commissarissen van de federale regering in de provincies.
Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 In artikel 1 wordt voorgesteld om de basisdotatie te koppelen aan de voorwaarde dat de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar dit bedrag dienen aan te wenden ten voordele van de coördinatie van hun beleid inzake veiligheid en preventie in het kader van hun opdrachten als commissarissen van de federale regering in de provincies.
Artikel 2 In het oorspronkelijk koninklijk besluit was een limitatieve lijst van uitgavenposten voorzien waarvoor de kredieten konden worden aangewend.
Gezien het besluit voorziet in een duidelijkere koppeling van het krediet aan de bevoegdheden van de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar als commissarissen van de federale regering in de provincies ter actualisering van de werking van het krediet om accurater in te kunnen spelen op complexe veiligheidscrisissen, wordt de finaliteit van de financieringsactiviteiten uitgebreid in het licht van de federale beleidsprioriteiten inzake veiligheid die onder de bevoegdheid van Binnenlandse Zaken ressorteren.
Art. 2.1° ) Deze wijziging behoeft geen bijzondere commentaar.
Art. 2.2° ) Deze wijziging behoeft geen bijzondere commentaar.
Art. 2.3° ) Er wordt voorgesteld om de aankoop, huur of werkingskosten van materieel dat bestemd is voor risicobeheer op te nemen in de financieringsactiviteiten. Het doel is om het inspelen op actuele veiligheidscrisissen te vergemakkelijken. Zo kan het krediet bijvoorbeeld worden aangewend om preventieve digitale veiligheidsmaatregelen te nemen.
Art. 2.4° ) Deze wijziging behoeft geen bijzondere commentaar.
Art. 2.5° ) Deze wijziging behoeft geen bijzondere commentaar.
Art.2.6° ) Deze wijziging behoeft geen bijzondere commentaar.
Artikel 3 In het oorspronkelijk koninklijk besluit was voorzien dat de provinciegouverneurs en de Hoge ambtenaar een gedetailleerd en becijferd plan van de voorstellen die zij in het begrotingsjaar opportuun achten in het kader van de oorspronkelijke uitgavenposten dienden in te dienen bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. De kredieten werden pas ter beschikking gesteld als dit plan was goedgekeurd. Er wordt voorgesteld om de dotatie in één schijf te betalen in het eerste trimester van het begrotingsjaar. Dit zorgt ervoor dat de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar onmiddellijk van start kunnen gaan met hun activiteiten.
Artikel 4 Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.
Artikel 5 In het oorspronkelijk koninklijk besluit was voorzien dat de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar in het jaar dat volgt op het begrotingsjaar waarin het krediet werd toegekend, kopieën van de documenten die de aard en het bedrag van de gedane uitgaven bezorgden aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
De wijziging opteert voor een steekproefsgewijze controle van de financiële dossiers uit om vast te stellen of de dotatie correct is gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze werd toegekend door de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Binnen een periode van vijf jaar worden alle provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar minstens één keer gecontroleerd. De Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken behoudt zich tevens het recht voor om de controle van de financiële dossiers te laten uitstrekken over de periode van de afgelopen vijf jaar, in het geval de controleprocedure bepaalde onregelmatigheden aan het licht brengt.
Artikel 6 Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.
Artikel 7 Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.
Artikel 8 Dit artikel regelt de inwerkingtreding van het besluit.
Artikel 9 Dit artikel behoeft geen bijzondere commentaar.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN
17 DECEMBER 2023. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2006 pub. 29/06/2006 numac 2006000453 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie sluiten tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 augustus 1992Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/08/1992 pub. 21/10/1999 numac 1999015203 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol houdende wijziging van artikel 81 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie van 3 februari 1958, opgemaakt te Brussel op 16 februari 1990 sluiten op het politieambt, inzonderheid op artikel 9bis, ingevoegd bij de programmawet van 27 december 2005;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24/10/2023;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 23 november 2023 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 74.939/2;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 23 november 2023 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en van Institutionele hervormingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Binnen de grenzen van de beschikbare kredieten, wordt jaarlijks een basisdotatie toegekend aan elke provinciegouverneur en aan de Hoge Ambtenaar van de Brusselse Agglomeratie op voorwaarde dat zij dit bedrag aanwenden ten voordele van de coördinatie van hun beleid inzake veiligheid en preventie in het kader van hun opdrachten als commissarissen van de federale regering in de provincies.
Het basisbedrag van de in het eerste lid bedoelde dotatie is gelijk aan 50.000 euro.
Dit bedrag wordt aan de stijging van de levensduurte aangepast en dat rekening houdend met de beschikbare financiële middelen. Die aanpassing gebeurt op 1 januari van het jaar dat het begrotingsjaar voorafgaat. De basisindex die daarbij in acht dient te worden genomen, bedraagt 102.82, zijnde de gezondheidsindex van 1 januari 2006 (basis 2004).
Art. 2.§ 1 De dotatie dient te worden aangewend om de bevoegdheden van de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar van de Brusselse Agglomeratie inzake openbare orde en hun opdrachten inzake de toepassing van het federaal veiligheidsbeleid uit te voeren.
De dotatie omvat de volgende financieringsactiviteiten: 1° de aankoop, huur of werkingskosten van materieel dat bestemd is voor de opdrachten inzake de coördinatie van het veiligheidsbeleid, de samenwerking tussen de verschillende veiligheidsberoepen en tussen de politiezones, alsook de coördinatie van de politiediensten bij de uitoefening van hun opdrachten van bestuurlijke politie;2° de aankoop, huur of werkingskosten van materieel dat bestemd is voor de voorkoming van misdrijven, alsook de kosten van studies die noodzakelijk zijn voor de voorbereiding, de uitvoering en de beoordeling ervan;3° de aankoop, huur of werkingskosten van materieel dat bestemd is voor risicobeheer;4° de kosten voor het opzetten, uitbouwen en uitvoeren van supra zonale informatiecampagnes en initiatieven inzake veiligheid en preventie;5° de kosten voor het opzetten, uitbouwen en uitvoeren van supra zonale acties inzake veiligheid en preventie;6° de werkingskosten van het provinciaal veiligheids- en preventieoverleg ter stimulering van de zonale veiligheidsraden, van de coördinatievergaderingen inzake ordehandhaving, politionele en integrale veiligheid, van de provinciale infrastructuur voor risicobeheer en -coördinatie, alsook de kosten voor het opzetten, uitbouwen en in stand houden van samenwerkingsverbanden en systemen voor het delen van expertise, ervaring, tools en methodologieën in het kader van de in het eerst lid bedoelde opdrachten. § 2 De opsomming van de financieringsactiviteiten moet toelaten om te verifiëren dat het gebruik van de dotatie overeenstemt met de in het eerste lid bedoelde doelstelling.
Art. 3.De betaling van de in artikel 1 bedoelde dotatie gebeurt in één schijf.
De betaling van de dotatie vindt plaats ten laatste in het eerste trimester van het begrotingsjaar.
Art. 4.§ 1 De provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar rechtvaardigen hun uitgaven door een jaarlijks financieel dossier op te stellen dat uiterlijk op 1 april van het jaar dat volgt op het begrotingsjaar wordt overgemaakt aan de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken kan de wijze van overmaking nader bepalen. § 2 Het jaarlijks financieel dossier bevat een overzicht in tabelvorm betreffende de uitgaven van het begrotingsjaar.
Het model van dit overzicht in tabelvorm wordt ter beschikking gesteld door de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. § 3 De Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken kan de betalingsbewijzen opvorderen van de voorgelegde uitgaven bij de controle.
Art. 5.§ 1 De Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken voert een steekproefsgewijze controle van de financiële dossiers uit om vast te stellen of de dotatie correct is gebruikt voor de doeleinden waarvoor ze werd toegekend. § 2 Binnen een periode van vijf jaar worden alle provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar minstens één keer gecontroleerd. § 3 De Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken behoudt zich het recht voor om de controle van de financiële dossiers te laten uitstrekken over de periode van de afgelopen vijf jaar, in het geval de controleprocedure bepaalde onregelmatigheden aan het licht brengt. § 4 In een uitvoerig schriftelijk verslag maakt de Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken onverwijld melding aan de provinciegouverneurs en de Hoge Ambtenaar van de Brusselse Agglomeratie en de Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken van alle onwettigheden, onregelmatigheden, tekortkomingen en vermoede onjuistheden die ze na uitkering van de dotatie zou vaststellen.
Art. 6.De Algemene Directie Veiligheid en Preventie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken kan de dotatie integraal of gedeeltelijk terugvorderen als de provinciegouverneurs of de Hoge Ambtenaar van de Brusselse Agglomeratie deze dotatie niet gebruikt voor de financiering van de artikel 2 bedoelde opdrachten of als een deel van de kredieten niet werd gebruikt.
Art. 7.Het koninklijk besluit van 10 juni 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/06/2006 pub. 29/06/2006 numac 2006000453 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie sluiten tot vaststelling van de toekennings- en gebruiksvoorwaarden van de aan de provinciegouverneurs en aan de gouverneur van het bestuurlijk arrondissement Brussel-Hoofdstad toegekende kredieten voor de coördinatie van de politiediensten en provinciale acties inzake veiligheid en preventie wordt opgeheven met ingang vanaf de datum van inwerkingtreding van onderhavig besluit.
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2024.
Art. 9.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, A. VERLINDEN