gepubliceerd op 28 januari 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 15 juli 1998 tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 oktober 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, en van het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende de dekking van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen
17 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van sommige bepalingen van de wet van 15 juli 1998 tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels en tot wijziging van het koninklijk besluit van 14 oktober 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, en van het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende de dekking van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 juli 1998 tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels, inzonderheid op artikel 40;
Gelet op de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1993, 6 augustus 1993 en 4 april 1995;
Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 november 1993, 12 augustus 1994, 14 juni 1994, 4 mei 1995, 1 september 1995 en 30 september 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende het dekken van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 26 januari 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de wet van 22 juli 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen wordt gewijzigd door de artikelen 32 tot 34 van de voornoemde wet van 15 juli 1998; dat die wijzigingen, waaronder inzonderheid de opheffing van de voorafgaande goedkeuring van het uitgifteprospectus door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, zijn ingegeven door de wens om het wettelijke kader met betrekking tot de uitgiften van thesauriebewijzen te versoepelen in het belang van de ontwikkeling van de markt van de thesauriebewijzen;
Overwegende dat het derhalve belangrijk is dat de voornoemde artikelen 32 tot 34 snel in werking kunnen treden; dat de bepalingen van het koninklijk besluit van 14 oktober 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen die betrekking hebben op de bevoegdheid van de Commissie voor het Bank- en Financiewezen, tegelijkertijd moeten worden opgeheven;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De artikelen 32 tot 34 van de wet van 15 juli 1998 tot wijziging van sommige wettelijke bepalingen inzake financiële instrumenten en effectenclearingstelsels treden in werking op 1 februari 1999.
Art. 2.In Hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 14 oktober 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen wordt het opschrift van Afdeling II vervangen door het volgende opschrift : « Afdeling II - Informatie te verstrekken bij een uitgifteprogramma van thesauriebewijzen. »
Art. 3.De artikelen 14, 15, 16, § 1, eerste lid, 1° en § 5, 17, 18, 19, 21 van het koninklijk besluit van 14 oktober 1991 betreffende de thesauriebewijzen en de depositobewijzen worden opgeheven.
Art. 4.Artikel 16, § 3, tweede lid, tweede zin van het voornoemde koninklijk besluit van 14 oktober 1991 wordt vervangen door de volgende zin : « Conform artikel 5, § 1, eerste lid van de voornoemde wet van 22 juli 1991 zorgt de emittent ervoor dat die bijwerking openbaar wordt gemaakt ».
Art. 5.In artikel 16, § 4 van het voornoemde koninklijk besluit van 14 oktober 1991 worden de woorden « van het koninklijk besluit van 18 september 1990 over de verplichtingen bij opneming van effecten in de eerste markt van een Belgische effectenbeurs » vervangen door de woorden « van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de verplichtingen inzake periodieke informatie van emittenten waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de eerste markt en de nieuwe markt van een effectenbeurs » en worden de woorden « met toepassing van artikel 3 van voornoemd besluit » vervangen door de woorden « met toepassing van artikel 2 van voornoemd besluit ».
Art. 6.In artikel 20, eerste lid van het voornoemde koninklijk besluit van 14 oktober 1991 worden de woorden « Het prospectus wordt bij de inschrijving aan de inschrijver overhandigd » vervangen door de woorden « Onverminderd artikel 5, § 1, eerste lid van de voornoemde wet van 22 juli 1991 wordt het prospectus bij de inschrijving aan de inschrijver overhandigd ».
Art. 7.In artikel 22, § 2 van het voornoemde koninklijk besluit van 14 oktober 1991 woorden de woorden « van het koninklijk besluit van 18 september 1990 over de verplichtingen bij opneming van effecten in de eerste markt van een Belgische effectenbeurs » vervangen door de woorden « van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de verplichtingen inzake periodieke informatie van emittenten waarvan de financiële instrumenten zijn opgenomen in de eerste markt en de nieuwe markt van een effectenbeurs ».
Art. 8.In artikel 23 van het voornoemde koninklijk besluit van 14 oktober 1991 worden de woorden « en artikel 16, § 1, eerste lid, 2° en 3°, tweede lid en § 2 » ingevoegd tussen de woorden « van dit besluit » en de woorden « zijn van toepassing ».
Art. 9.Artikel 14 van het koninklijk besluit van 8 december 1997 betreffende de dekking van de werkingskosten van de Commissie voor het Bank wordt opgeheven.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 februari 1999.
Art. 11.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 december 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR