17 AUGUSTUS 2018. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de transparantie van de personeelsinzet en het sociaal overleg (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2018, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de transparantie van de personeelsinzet en het sociaal overleg.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 augustus 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 maart 2018 Transparantie van de personeelsinzet en het sociaal overleg (Overeenkomst geregistreerd op 30 april 2018 onder het nummer 145935/CO/319.01)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap die activiteiten ontplooien in het kader van de gehandicaptenzorg en op hun werknemers.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als doel het garanderen en concretiseren van de transparantie inzake de personeelsinzet op organisatieniveau en het sociaal overleg daarover.

Onder "personeelsinzet" wordt een kwantitatief en een kwalitatief luik verstaan : - Aantal werknemers : - aantal voltijds; - aantal deeltijds; - Aard van de overeenkomst : - aantal onbepaalde duur en; - bepaalde duur; - Studieniveau : - lager onderwijs; - secundair onderwijs; - bachelor en; - master; - Beroepscategorie : - directie en administratie; - huishoudelijk; - medisch; - pedagogisch; - staf; - technisch.

Onder "organisatieniveau" wordt verstaan : op het niveau van het geheel van de organisatie als zorgaanbieder, op het niveau van alle deelwerkingen en alle activiteitsdomeinen, en in voorkomend geval op het niveau van samenwerkingsverbanden waar die gerelateerd zijn aan de personeelsinzet.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst doet geen afbreuk aan bestaande regelingen inzake sociaal overleg zoals bepaald in onder meer de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 5 van 24 mei 1971 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen van het personeel der ondernemingen, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972 houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, en de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1998 betreffende het statuut van de syndicale afvaardigingen (49148/CO/319.01), algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/07/2002 pub. 11/09/2002 numac 2002012875 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2001-2002 voor de fruitsorteerders type koninklijk besluit prom. 17/07/2002 pub. 11/09/2002 numac 2002012883 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 april 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het havenbedrijf, betreffende het sociaal akkoord 2001-2002 voor de havenarbeiders van het algemeen contingent type koninklijk besluit prom. 17/07/2002 pub. 12/10/2002 numac 2002012874 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 november 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid, betreffende de arbeidsvoorwaarden voor bedienden uit de kunststofverwerkende nijverheid in de provincie West-Vlaanderen sluiten - Belgisch Staatsblad van 7 november 2002.

Art. 4.De inzet van personele middelen, ongeacht de financieringswijze ervan, maakt deel uit van het sociaal overleg tussen de werkgever en de werknemersvertegenwoordiging.

Art. 5.De inzet van personele middelen is een belangrijk deel van het beleidsplan. Dit beleidsplan is de leidraad bij het sociaal overleg en het sturingsmiddel waarmee de organisatie haar missie vertaalt in algemene en concrete doelstellingen. Hierbij wordt rekening gehouden met de realiteit, de eigenheid van de organisatie en met sectorale kwaliteitsindicatoren/kwaliteitsbepalingen.

Art. 6.Om het sociaal overleg over de personeelsinzet met kennis van zaken te kunnen voeren, stelt de werkgever tijdig alle noodzakelijke informatie met betrekking tot de tewerkstelling en het personeelsbestand, alsook de overeenkomstige financiering en de financieringstechniek ervan, ter beschikking van de werknemersvertegenwoordiging.

De werkgever verstrekt jaarlijks in het kader van dit sociaal overleg, desgevallend bijkomend aan de andere verplichte economische en sociale informatie, aan de werknemersvertegenwoordiging, bij ontstentenis aan het personeel, de volgende informatie : - De personeelsbegroting voor het voorgaande jaar (N-1) (aantal personeelspunten, aantal VTE en aantal punten per VTE); - De ingezette personeelspunten voor het voorgaande jaar (N-1) (aantal personeelspunten, aantal VTE en aantal punten per VTE, desgevallend per afdeling of per werking); - Het totaal beschikbare personeelspunten, opgesplitst in zorggebonden en organisatiegebonden personeelspunten na afloop van het jaar (N-1); - De personeelsbegroting voor het lopende jaar (N) (aantal personeelspunten, aantal VTE en aantal punten per VTE per afdeling of werking); - Hoeveel personeelspunten in totaliteit werden omgezet in werkingsmiddelen (jaar N-1); - Het aantal toegekende VTE Sociale Maribel (jaar N-1).

Onder "personeelspunten" wordt verstaan : alle financiering via het Vlaams Agentschap Personen met een Handicap (VAPH) via voucher en cash.

Art. 7.Na sociaal overleg zal de personeelsinzet conform artikel 2 en artikel 6 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst worden vastgesteld. Bij ingrijpende wijzigingen in de personeelsinzet zal voorafgaandelijk sociaal overleg met de werknemersvertegenwoordiging worden gepleegd.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor onbepaalde duur en heeft uitwerking vanaf de datum van haar ondertekening. Zij kan met opzegtermijn van zes maanden door elk van de partijen worden opgezegd bij aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2018.

De Minister van Werk, K. PEETERS